Base description which applies to whole site

Bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

Tabel 154 Uitwerking Strategische evaluatieagenda Primair onderwijs en Voortgezet onderwijs

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

 

Onderwijs-personeel

Experiment teambevoegdheid 10-14 scholen

Ex duranteEx post

2024

Met dit experiment wordt mogelijk gemaakt dat leraren die betrokken zijn bij 10-14-initiatieven, kunnen werken met een zogenoemde teambevoegdheid. Het doel van het experiment is bij de deelnemende scholen te onderzoeken:a. welke effecten de mogelijkheid om af te wijken van de wettelijke voorschriften genoemd in artikel 2 onder de aldaar genoemde voorwaarden, heeft op de organisatorische en onderwijskundige inrichting van 10-14-onderwijs, de samenwerking tussen de verschillende leraren en de kwaliteit van het 10-14-onderwijs;b. welke randvoorwaarden nodig zijn om positieve effecten te verkrijgen; enc. of de uitkomsten van het experiment voldoende grond bieden voor het aanpassen van wet- en regelgeving.

1

Monitoring en evaluatie Convenanten lerarentekort po G5

Ex durante

2024

Naar aanleiding van de noodplannen is per stad een zogeheten convenant opgesteld voor het aanpakken van het lerarentekort. Hierin zijn afspraken gemaakt over de maatregelen, de middelen, de beoogde resultaten, monitoring en evaluatie. Met subsidie kunnen de maatregelen uit de convenanten worden uitgevoerd. Hiermee wordt gezorgd voor continuïteit, kwaliteit en kansengelijkheid van het onderwijs. Er wordt een tussentijdse evaluatie afgenomen. Op basis van de resultaten kan de uitvoering van de convenanten worden bijgesteld. De kennis die wordt opgedaan en de behaalde resultaten zullen worden vertaald, zodat ook de rest van het land gebruik kan maken van deze werkwijzen.

1

Monitoring en evaluatie Experiment andere dag- en weekindeling G5 a.g.v. lerarentekort

Ex duranteEx post

2024

Het doel van het experiment is om bij de deelnemende scholen te onderzoeken:a. welke impact de mogelijkheid om bij een tekort in de formatie van een school af te wijken van de wettelijke voorschriften, onder de aldaar genoemde voorwaarden, heeft op de omgang met de personeelstekorten, kwaliteit, kansengelijkheid, werkdruk, continuïteit en de organisatie van het onderwijs van de deelnemende scholen; enb. of de uitkomsten van het experiment voldoende grond bieden voor het aanpassen van wet- en regelgeving.

1

Loopbaanmonitor 2020-2022 (afgestudeerden lerarenopleiding en zij-instromers)

Monitor

2023

De Loopbaanmonitor onderwijs onderzoekt de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie van recent afgestudeerde leraren en de dynamiek daaromtrent. Het onderzoek kent twee onderdelen: secundaire analyses op CBS-microdata en een enquête onder pas afgestudeerden van de lerarenopleidingen. Met de Loopbaanmonitor wordt gekeken naar de arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerden, beroepsrendement van de lerarenopleidingen naar achtergrondkenmerken en baan- en contractkenmerken.

9

Arbeidsmarkt-barometer 2020-2022 (Online vacatures)

Monitor

2023

Het doel van de Arbeidsmarktbarometer po, vo en mbo is om ontwikkelingen in de vraag naar leraren, ondersteunend personeel en directieleden in kaart te brengen voor het po, vo en mbo en om knelpunten op deze arbeidsmarkt te identificeren.

9

Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort (po, vo, mbo) (RAP)

Monitor

2024

De RAP-regeling is een vervolg op de regionale aanpak lerarentekort uit 2019. Schoolbesturen kunnen samen met één of meer lerarenopleidingen een plan van aanpak indienen. Hierin staat beschreven wat zij in hun regio gedurende de schooljaren 2020/2021 en 2021/2022 gaan doen om het lerarentekort aan te pakken. Deze RAP-regeling wordt gemonitord.

9

Integrale personeelstelling onderwijs (IPTO)

Monitor

2024

Met de Integrale Personeelstelling Onderwijs (IPTO) worden jaarlijks voor al het lesgevend personeel op scholen in het voortgezet onderwijs gegevens verzameld over de lesuren die men geeft en meer recent, ook de bevoegdheidssituatie die bij deze lesuren hoort.

9

NRO programma lerarenagenda (o.a. TALIS 2024)

Ex duranteEx post

2025

Voor de komende vijf jaar (2021 ‒ 2025) wordt een onderzoeksprogramma ingericht bij het NRO. De beschikbare middelen worden ingezet voor de kosten voor het nationale onderzoek van TALIS 2024 en voor andere onderzoeks trajecten, onder meer passend/voortkomend bij de strategische evaluatie lerarenbeleid.

9

Mirror 2019-2023 (arbeidsmarktramingen)

Monitor

2023

Centerdata stelt jaarlijks arbeidsmarktramingen op voor het po, vo en het mbo. De arbeidsmarktramingen geven onder meer inzicht in vraag en aanbod van leraren, directie en ondersteunend personeel in de betreffende onderwijssectoren over een periode van 10 tot 15 jaar.

9

Monitoring bestuursakkoord flexibilisering lerarenopleidingen

Monitor

2024

De hoofdvraag voor dit onderzoek is of lerarenopleidingen met de initiatieven die voortvloeien uit het bestuursakkoord flexibilisering lerarenopleidingen in staat zijn studenten een flexibel opleidingstraject te bieden, onder andere passend bij eerder opgedane kennis en ervaring. De evaluatie heeft zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve component. Alle onderdelen uit het bestuursakkoord worden geëvalueerd.

9

Evaluatie pilot 'doorlopende begeleiding van startende leraren''

Ex durante

2024

Het doel van dit onderzoek is om te evalueren of de doelstellingen van de subsidieregeling voor de pilot «doorlopende begeleiding van startende leraren» bereikt zijn. Op basis van deze subsidieregeling zijn drie partnerschappen van SO&P aan de slag gegaan, waardoor er in het totaal vier pilots gestart zijn. Ieder partnerschap heeft namelijk de ruimte om de pilot op verschillende wijzen, binnen de gegeven kaders van de subsidieregeling, vorm te geven. Hierdoor blijft er ruimte voor de specifieke contexten. Tevens heeft dit onderzoek een beschrijvende component, namelijk om succesvolle methodes van de begeleiding van startende leraren op te halen en overzichtelijk te bundelen, zodat andere partnerschappen hier ook van kunnen leren.

9

Werkdrukmiddelen PO

Monitor

2024

In de Kamerbrief over de tussenevaluatie werkdrukakkoord basisonderwijs is aangegeven dat het belangrijk is om de effecten van de werkdrukmiddelen te blijven volgen. Dit gebeurt niet alleen middels de NEA en de jaarverslagen die bij DUO worden aangeleverd, maar ook door een monitoring middels kwantitatief en kwalitatief onderzoek, specifiek gericht op de inzet van de werkdrukmiddelen. In 2024, wanneer het plafond aan werkdrukmiddelen is bereikt, zal politiek worden besloten, op basis van de monitoring, of de werkdruksystematiek op dezelfde wijze wordt voortgezet, of dat de beschikbare middelen middels een ander instrument (met als doel werkdrukverlichting) beschikbaar zullen komen. Input van de monitoring van de komende jaren zal worden gebruikt voor de eindevaluatie en besluitvorming over de middelen na 2024.

1

Verhogen van de deeltijdfactor (in het primair onderwijs)

Ex ante

2023

Het doel van het onderzoek is om te onderzoeken welke interventies in het onderwijs werkzaam zijn om de deeltijdfactor onder leraren te verhogen. Dit wordt getest door het uitvoeren van drie pilots op drie verschillende scholen.

1

Uitvraag tekorten PO en VO

  

Het in beeld brengen van het actuele lerarentekorten is complex. In de afgelopen periode is het gelukt om via een uitvraag bij de scholen een actueel beeld van de tekorten in het po te krijgen. Dit onderzoek wordt in oktober 2022 herhaald met een uitvraag bij alle po-scholen in Nederland. Voor het vo wordt samen met een aantal scholen en besturen gewerkt aan een vergelijkbare aanpak. Doel is om in oktober 2022 te starten met een pilotregistratie van de tekorten in enkele steden. Na een succesvolle evaluatie kan deze pilot in de toekomst worden uitgebreid naar de rest van het land.

9

Monitoring Strategisch HRM PO

Monitor

2023

Het doel van dit onderzoek is drieledig:1) monitoren hoe het staat met het strategisch personeelsbeleid in het primair onderwijs;2) inzicht geven in de belangrijkste factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van sHRM beleid;3) concrete aanbevelingen doen over wat nodig is om tot goed sHRM beleid te komen op de verschillende scholen in het po.

1

Onderzoek evaluatie subsidieregeling onderwijsassistent opleiding tot leraar

Ex post

2022

De subsidieregeling onderwijsassistenten opleiding tot leraar (SOOL) is sinds 2019 van kracht en loopt in oktober 2022 af. Dit onderzoek heeft als doel om te onderzoeken wat de effecten van de subsidieregeling zijn en te onderzoeken hoe de regeling indien nodig verbeterd kan worden. De evaluatie heeft een kwantitatieve en kwalitatieve component. De resultaten worden gebruikt bij het besluitvormingsproces over het vervolg van de regeling.

9

Evaluatie pilots Jonge en Oude kind

 

2022

Doelstelling van het onderzoek is om pilots te evalueren die gericht zijn op het aanbieden van opleidingsroutes gericht op de jongere kinderen of de oudere kinderen.

9

Monitor- en effectonderzoek regeling zij-instroom PO G5

 

2023

In 2020 is met de subsidieregeling zij-instroom PO G5 (regeling) € 36 miljoen beschikbaar gesteld voor vier jaar aan Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Almere (G5) om zij-instroom te verbeteren. De regeling vloeit voort uit de noodplannen om het lerarentekort aan te pakken in de G5. Het doel van de regeling is dat met een integrale aanpak door scholen, besturen en lerarenopleidingen het traject voor zij-instromers verbetert. Het onderzoek heeft als doel om te onderzoeken of het zij-instroomtraject verbetert met de integrale aanpak door scholen, besturen en lerarenopleidingen. Op basis van de resultaten wordt besloten of de regeling al dan niet in aangepaste vorm zal worden voortgezet, na de looptijd.

1

Kansen-gelijkheid

NRO programma Onderwijsachter-standenbeleid

Ex duranteEx post

2025

Zie hoofdtekst SEA.

1

Monitoring Verbeteraanpak Passend Onderwijs

Ex duranteEx post

2027

Zie hoofdtekst SEA.

3

Monitor subsidie hoogbegaafdheid (incl effect)

Ex duranteEx post

2023

Tussen 2019 en 2023 stelt het Ministerie van OCW subsidie beschikbaar om het po en vo te stimuleren een passend onderwijs- en ondersteuningsaanbod voor (hoog)begaafde leerlingen in te richten. De meerderheid van de samenwerkingsverbanden in het po en vo heeft een plan ingediend om aanspraak te maken op de subsidie. Het monitoronderzoek geeft een breed en landelijk beeld van de inhoud van deze plannen, de realisatie van de plannen en de borging op lange termijn. Ook kijkt het monitoronderzoek naar de mate waarin scholen en samenwerkingsverbanden ervaren dat de subsidie bijdraagt aan de drie subsidiedoelen:(1) het vergroten en verspreiden van kennis over (hoog)begaafdheid;(2) het realiseren van een passend aanbod voor deze leerlingen;(3) het versterken van de samenwerking tussen samenwerkingsverbanden, scholen en zorg binnen de regio.

1 en 3

Onderzoek doorstroom onderbouw vo na wegvallen eindtoets 2020

Ex durante

2023

In verband met de scholensluiting als gevolg van de coronamaatregelen is in schooljaar 2019-2020 de eindtoets niet doorgegaan, waardoor ook de kans op eventuele bijstelling van het advies verviel. Het is daarom belangrijk om de komende jaren extra scherp in de gaten te houden of de huidige brugklasleerlingen onderwijs volgen op het niveau dat past bij hun capaciteiten en mogelijkheden. De monitoring van de effecten van het wegvallen van de eindtoets wordt uitgevoerd door DUO. DUO blijft de effecten drie jaar lang monitoren, om inzicht te krijgen in hoe het de leerlingen vergaat.

3

Monitoring segregatie

Ex duranteEx post

2025

Om de ontwikkelingen binnen segregatie in het onderwijs zowel landelijk als regionaal in beeld te brengen, is een vierjarige monitor ontwikkeld. Daarin wordt gevolgd welke maatregelen het beste werken om segregatie tegen te gaan en scholen gemengder te maken. Dit sluit aan bij de in de Beleidsagenda beschreven maatregelen tegen segregatie in het funderend onderwijs.

1

Onderzoek naar bovenregionale residentiële voorzieningen

Ex ante

2022

Hiermee krijgen we zicht op welke bovenregionale voorzieningen (specialistische voorzieningen) er nodig zijn en op welke wijze onderwijs daaraan gekoppeld moet worden.Het residentieel onderwijs is volop in beweging. Om een beter beeld te krijgen van gespecialiseerde bovenregionale voorzieningen voor jongeren en de samenloop met het onderwijs, zijn via de VO-raad regioregisseurs ingezet. Gedurende 1 schooljaar wordt per JeugdzorgPlus regio een regionale projectleider aangesteld met als opdracht om op basis van feiten en cijfers over de regionale en landelijke ontwikkelingen in de jeugdzorg gesprekken met (coördinerende) gemeenten en jeugdzorginstellingen over de impact op onderwijs te voeren. Hiermee wordt duidelijk welke bovenregionale voorzieningen er nodig zijn en op welke wijze onderwijs daaraan gekoppeld moet worden.

3

Experiment Nt2/EDUP i.p.v. CE Nederlands voor nieuwkomerleerlingen in het VO

Ex duranteEx post

2025

Dit onderzoek moet inzicht bieden in de effecten van het doen van het staatsexamen Nt2 of het EDUP-examen in plaats van het CE Nederlands. Naast de effecten ten aanzien van diverse uitkomstmaten gaat het onderzoek in op de opbouw van de verschillende examens, de groep nieuwkomers in het vo en hun prestaties bij het vak Nederlands, de ervaringen en aanpak in Duitsland en Zweden en de ervaringen van docenten en leerlingen met de alternatieve examinering in het experiment zelf. Het onderzoek geeft ook een beeld van hoe het experiment op de verschillende deelnemende scholen is geïmplementeerd.

3

Onderwijs-kwaliteit

Evaluatie curriculumbijstelling

Ex anteEx duranteEx post

2023

Zie hoofdtekst SEA.

1 en 3

Effectstudie pilot tweetalig PO - vervolg

Ex duranteEx post

2022

Sinds schooljaar 2014/2015 loopt een pilot tweetalig primair onderwijs (tpo), waarin 19 basisscholen experimenteren met het lesgeven van 30% tot 50% van de onderwijstijd in het Engels. Tijdens deze pilot wordt onderzoek gedaan naar leerresultaten van deelnemende leerlingen op het gebied van Engels, maar ook Nederlands en rekenen. De resultaten worden vergeleken met controlegroepen zonder tpo. De derde tussenmeting is eind 2020 gepubliceerd. De laatste meting in de pilot tpo vindt plaats in 2022.

1

Evaluatie experiment DAMU-PO

Ex duranteEx post

2022

Het doel van het experiment is om te onderzoeken of het invoegen in de wet van een artikel conform artikel 25 van de Wet op het voortgezet onderwijs en het op basis daarvan toekennen van DAMU-licenties (voor dans- en muziek) ook voor het po zinvol kan zijn. Het doel van deze uitbreiding is om een doorlopende leerlijn voor dans- en muziekleerlingen te kunnen vormgeven die de gehele onderwijskolom beslaat, zodat zij hun talenten optimaal ontwikkelen in combinatie met onderwijs. De basisscholen met een DAMU-licentie kunnen op basis van dit experiment meer maatwerk bieden aan hun leerlingen als het gaat om onderwijstijd, inzet van personeel en de inhoud van het curriculum. Het experiment loopt van januari 2021 t/m 31 juli 2023. De evaluatie vindt eind 2022 plaats.

1

Evaluatie vernieuwing vmbo / sterk techniek onderwijs

Ex duranteEx post

2024

Vmbo-vestigingen met beroepsgerichte leerwegen dienen samen met het mbo en partners uit het bedrijfsleven plannen te ontwikkelen om tot een duurzaam, dekkend en kwalitatief hoogstaand technisch aanbod in de regio te komen. Vmbo-locaties bepalen zelf wat hun regio is en werken samen met regionale partners aan verduurzaming en een kwaliteitsimpuls van het techniekaanbod. In dit monitor- en evaluatieonderzoek wordt de invulling en de werking van het STO-programma in beeld gebracht en gevolgd. De aandacht is hierbij expliciet gericht op wat werkt, voor wie, onder welke omstandigheden, en hoe, om tot maximale leereffecten en projectresultaten te komen.

3

Monitor doorlopende leerlijnen beroepskolom: vakmanschap-, technologische- en beroepsroutes

Ex duranteEx post

2022

Vanaf het schooljaar 2014/2015 zijn experimenten met geïntegreerde leerroutes van vmbo naarmbo van start gegaan, waarop in eerste instantie 128 samenwerkingsverbanden van vmbo- en mbo-scholen zich hebben ingeschreven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de «vakmanschaproute» en de "technologieroute".Experimenten met de vakmanschaproute en de technologieroute zijn bedoeld om geïntegreerde leerroutes van vmbo naar mbo te realiseren. Om te achterhalen of en hoe ze bijdragen aan het aantrekkelijker en doelmatiger maken van het beroepsonderwijs, loopt een monitor die bestaat uit drie delen: een evaluatie van de opbrengsten in termen van behaalde doelen van de vakmanschaproute en technologieroute, een procesevaluatie die kijkt naar de manier waarop de routes zijn ingericht (zowel procesmatig als inhoudelijk), en een verklarende evaluatie die een verbinding legt tussen de resultaten uit de procesevaluatie en de resultaten uit de effectevaluatie.

3

Monitor pilot brugklas pro-vmbo

Ex duranteEx post

2022

Tot september 2022 wordt de pilot onderbouwklas pro-vmbo gemonitord en geëvalueerd. De pilot maakt het tijdelijk en formeel mogelijk voor pro- en vmbo-scholen om samen onderwijs te verzorgen voor leerlingen waarover twijfel bestaat wat de juiste plek voor hen is: pro of vmbo met leerwegondersteuning (lwoo). Doel van de monitor en evaluatie is om in kaart te brengen hoe de pilot wordt vormgegeven en na te gaan of deze vorm van maatwerk leidt tot een betere plek en meer kansen voor leerlingen op het snijvlak pro/vmbo.

3

Monitoring en evaluatie Experiment Ruimte in Onderwijstijd

Ex duranteEx post

2025

Basisscholen die meedoen met het experiment mogen flexibeler omgaan met de lesuren. De scholen mogen tijdens het experiment afwijken van de normale vakanties en de schoolweek van 5 dagen. Ook mogen andere professionals onder voorwaarden maximaal 100 uur per jaar les geven.Het doel van het experiment is om bij maximaal 20 scholen te onderzoeken:a. wat het afwijken van de regels over de invulling en organisatie van de onderwijstijd voor effecten heeft op het onderwijs van de deelnemende scholen;b. welke randvoorwaarden voorwaardelijk waren om positieve effecten te verkrijgen; enc. of de uitkomsten van het experiment voldoende grond bieden voor het aanpassen van wet- en regelgeving en onder welke voorwaarden.

1

Evaluatie subsidieregeling impuls en innovatie bewegingsonderwijs

Ex durante

2024

In het Bestuursakkoord PO is afgesproken dat alle schoolbesturen zich committeren aan minimaal twee lesuren bewegingsonderwijs per week voor de groepen 3 t/m 8, gegeven door een bevoegde leerkracht.Er is een aantal onderzoeken uitgevoerd naar oorzaken, onder meer een peilingsonderzoek van de Inspectie (2016) en van het Mulierinstituut (2017). Deze onderzoeken geven een beeld van de landelijke situatie, maar laten niet zien welke specifieke knelpunten er in verschillende regio’s en op verschillende scholen bestaan. Het doel van dit onderzoek is om scherper in beeld te brengen waar en waardoor specifieke knelpunten zich voordoen om de afspraak uit het Bestuursakkoord te realiseren.

1

Evaluatie klachtencommissies

Ex post

2022

Onderzoek naar het funtioneren van het klachtenstelsel en de elementen daarin: de wettelijke inhoud, de verplichte klachtenregeling per instelling en de infrastructuur van de klachtencommissies (op lokaal of regionaal en landelijk niveau). Ook wordt de voorfase naar een formele klacht binnen de school zelf en het funtioneren van de vertrouwenspersoon onderzocht.

1

Effectmeting en Evaluatieonderzoek bij Regeling Schoolkracht

Ex post

2022

De Regeling Schoolkracht wil schoolleiders en leraren middels een financiële impuls ondersteunen met hun schoolontwikkeling, zodat zij lerende, professionele organisaties worden én blijven en duurzame schoolontwikkeling in het funderend onderwijs wordt versterkt.In november 2021 is de Regeling Schoolkracht opgesteld en konden scholen uit po en vo zich aanmelden. Tijdens de looptijd van de subsidieregeling wordt een evaluatieonderzoek en effectmeting uitgevoerd om lessen uit te trekken.

3

Evaluatie inzet werkdrukmiddelen in het PO

Ex duranteEx post

2024

Het onderzoek richt zich op de effectiviteit van de aanpak van werkdruk met de middelen van het werkdrukakkoord in de schooljaren 2020/2021, 2021/2022, 2022/2023 en 2023/2024. Daar waar, mogelijk wordt ook een vergelijking gemaakt met de metingen in de schooljaren 2018/2019 en 2019/2020. Het onderzoek levert in de eerste plaats inzicht op in de effecten van het werkdrukakkoord op de ervaren werkdruk in de sector primair onderwijs. In de tweede plaats levert het onderzoek inzicht in de effectiviteit van de maatregelen ter vermindering van de werkdruk op schoolniveau. In de derde plaats levert het onderzoek inzicht in het proces dat binnen de schoolteams plaatsvindt en een beeld van hoe de gesprekken over werkdruk binnen de teams (blijvend) worden gevoerd.

1

Overig

Monitoring Nationaal Programma Onderwijs

Ex duranteEx post

2023

Zie hoofdtekst SEA.

3

Monitorings- en evaluatieonderzoek subsidieregeling ‘Extra hulp voor de klas’

ex post

2022

Deze regeling is bedoeld om het po, vo, mbo en hbo hulp en ondersteuning te bieden met behulp van extra personeel. De subsidie draagt hiermee bij aan het continueren van het onderwijs in tijden van de coronacrisis. Dit is noodzakelijk om achterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en terug te dringen. Het doel van dit onderzoek is om te beoordelen in hoeverre de subsidieregeling ‘Extra hulp voor de klas’ heeft bijgedragen aan het doel hiervan.

3

Monitoring en evaluatie subsidieregeling 'Inhaal en Ondersteuningsprogramma's' ve, po en vo

Ex duranteEx post

2022

Met de subsidieregeling Inhaal- en ondersteuningsprogramma’s kunnen onderwijsinstellingen extra begeleiding bieden aan leerlingen met leer- of studievertraging. Het gaat om vertragingen die zijn ontstaan tijdens de coronapandemie. De subsidie kan bijvoorbeeld ingezet worden voor extra onderwijsuren, lesactiviteiten in de vakanties en weekenden of aanvullende hulp bij het vinden van een stageplek. Veel scholen hebben de afgelopen periode gebruik gemaakt van de subsidie. Er wordt onderzoek gedaan naar de effecten van de inhaalprogramma’s op de leergroei van po-leerlingen op drie domeinen (begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde) en het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden van po- en vo-leerlingen. Tot slot wordt gekeken naar de werkingsmechanismen en voorwaarden voor effectiviteit, om meer inzicht te krijgen in de theory of change die scholen hebben in hun keuze voor een bepaald programma.

3

Verdiepend implementatieonderzoek NPO

Ex durante

2023

. Het verdiepend implementatieonderzoek NP Onderwijs richt zich op de uitvoering van het NP Onderwijs door scholen in het po en vo en door gemeenten. Welke interventies kiezen zij om de vertragingen bij leerlingen in te halen en welk proces doorlopen zij daarbij? Hoe verloopt de uitvoering van de interventies en welke knelpunten komen scholen en gemeenten tegen? Deze, en andere vragen staan centraal in het verdiepend implementatieonderzoek.

3

Nationale NPO monitor Welzijn van de jeugd

Ex durante

2022

Er wordt onderzoek gedaan naar de effecten van de inhaalprogramma’s op de leergroei van po-leerlingen op drie domeinen (begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde) en het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden van po- en vo-leerlingen. Tot slot wordt gekeken naar de werkingsmechanismen en voorwaarden voor effectiviteit, om meer inzicht te krijgen in de theory of change die scholen hebben in hun keuze voor een bepaald programma.

3

Onderzoek naar welbevinden en motivatie van leerlingen in het VO

Ex durante

2022

Dit onderzoek geeft, op basis van de Schoolscan-vragenlijsten, een algemeen beeld van het welbevinden van leerlingen in het voortgezet onderwijs en hun ontwikkeling op het gebied van het inzetten van executieve functies in het leren. Daarnaast wordt de relatie tussen de uitkomsten van de Schoolscan vragenlijsten en de op school aangeboden NPO interventies.

3

Tweejaarlijkse monitor Sociale Veiligheid

Ex durante

2022

Om een actief en doeltreffend veiligheidsbeleid te voeren dienen scholen de sociale veiligheid van leerlingen te monitoren. Vanaf augustus 2016 handhaaft de Inspectie de nieuwe wettelijke eisen en controleert of scholen jaarlijks de veiligheidsbeleving van hun leerlingen monitoren (gevoel van veiligheid, ervaren onveiligheid en welbevinden) en of de school maatregelen neemt ter verbetering. Dit onderzoek betreft een nieuwe meting van de Veiligheidsmonitor.

3

Monitor en evaluatie van het programma «BESt 4 Kids» en het wetsvoorstel Kinderopvang CN

Ex duranteEx post

2027

Naar verwachting treedt per 1 januari 2023 de Wet Kinderopvang Caribisch Nederland in werking. Het wetsvoorstel heeft tot doel om de kinderopvang in Caribisch Nederland een structurele basis te geven en de financiering dusdanig in te richten dat de kinderopvang voor alle ouders toegankelijk is. De structurele financiering komt in plaats van de tijdelijke subsidieregeling. Het wetsvoorstel maakt het verder mogelijk dat houders van kindercentra en gastouders kunnen blijven werken aan de verbetering van de kwaliteit van de kinderopvang en een beroep kunnen doen op een ondersteunende structuur.Ten behoeve van de wetsevaluatie is een meerjarig onderzoek opgestart om in beeld te brengen hoe de invoering van de maatregelen van het programma/de wet verloopt (proces) en wat de output en outcome is van de maatregelen van het programma/de wet (behaalderesultaten en gevolgen daarvan).

1

Onderzoek schooldruk jongeren voortgezet onderwijs

Ex durante

2022

Steeds meer leerlingen ervaren veel druk door schoolwerk. In het voortgezet onderwijs is het aandeel leerlingen dat (nogal) veel druk ervaart tussen 2001 en 2017 verdubbeld. Het recente UNICEF-rapport ‘Geluk onder druk?’ concludeert dat één op de vier jongeren stress ervaart uit werkdruk vanuit school. Dit percentage ligt hoger dan bij enige andere onderzochte stressfactor, zoals sociale media of de thuissituatie. Om beleid te kunnen voeren om stress door schooldruk onder jongeren te verminderen is nodig in de oorzaken van de schooldruk en waarom deze de laatste jaren is toegenomen.

3

Monitor Wet ruimte voor nieuwe scholen 2021 ‒ 2025

Ex durante

2025

In de loop van het schooljaar 2020/2021 is de Wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen (Wet MRvNS) in werking getreden voor nieuwe scholen/vestigingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. De monitor richt zich op de werking in de praktijk en de gevolgen ervan.

3

Peiling schoolleiders over Oekrainse leerlingen

Ex durante

2022

Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne is er een grote vluchtelingenstroom op gang gekomen. Een deel van deze vluchtelingen is naar Nederland toegekomen. Hieronder zitten ook veel minderjarigen die nog leerplichtig zijn. Zij krijgen een plek in het Nederlandse onderwijssysteem. Het beleid van het Ministerie van OCW is erop gericht om deOekraïense leerlingen zo snel mogelijk een volwaardig onderwijsaanbod voor nieuwkomers te bieden. Het bestaande onderwijs wordt ten volle benut en waar mogelijk zoveel mogelijk opgeschaald. Indien nodig kan worden opgeschaald naar tijdelijke onderwijsvoorzieningen.Voor dit laatste zijn aangepaste eisen en voorwaarden uitgewerkt waar scholen rekening mee moeten houden. Een peiling dient hierbij inzicht te geven in de omgang van schoolleiders methet opgestelde beleid ten aanzien van het inrichten van het onderwijsprogramma, de aansluiting met ‘’regulier’’ nieuwkomersonderwijs, het aantrekken van docenten, het opzetten van de tijdelijke onderwijsvoorzieningen en de samenwerking met gemeenten.

1

Peiling CO2-meters

Ex post

2022

De luchtkwaliteit en ventilatie in klaslokalen is door de coronacrisis hoog op de agenda gekomen. De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs wil graag dat in alle scholen in alle klaslokalen CO2- meters hangen. Met zulke CO2-meters krijgt men inzicht in de luchtkwaliteit. De Minister heeft in februari 2022 aangekondigd geld beschikbaar te stellen voor scholen in het po en vo om CO2-meters aan te schaffen. Dit onderzoek gaat na in hoeveel van de scholen in het funderend onderwijs er CO2-meters in alle klaslokalen hangen en functioneren.

1

Evaluatie projectsubsidies Nederlands Jeugdinstituut

Ex post

2022

Met deze evaluatie wordt ingezoomd op de projectsubsidie die sinds 2017 gegeven wordt aan het Nederland Jeugdinstituut.De projectsusbidie loopt ten einde in 2022.In de periode 2017 tot en met 2021 is projectsubsidie ontvangen door het NJI, vanuit het Ministerie van OCW. In de eerste jaren liep deze subsidie via het Ministerie van VWS. De subsidie was aanvankelijk onderdeel van de implementatie van passend onderwijs. OCW onderzoekt de mogelijkheden en wenselijkheid van een instellingssubsidie. Om die beslissing goed te kunnen nemen en om de resultaten van de afgelopen projectsubsidie daarbij goed te kunnen meewegen wordt er een evaluatie uitgevoerd.

3

Domein Primair onderwijs en Voortgezet onderwijs (DGPV)

Het brede domein DGPV bestaat uit de directies Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Kansengelijkheid en Onderwijsondersteuning. Samen zijn deze directies onder andere verantwoordelijk voor beleidsterreinen zoals het onderwijsstelsel, curriculumbeleid, toetsen, examens, digitalisering, onderwijspersoneel, schoolontwikkeling, passend onderwijs, kansengelijkheid, onderwijsachterstandenbeleid en sociale veiligheid. Binnen al deze beleidsterreinen spelen uitdagingen en kennisvragen, waarbij monitoring en (strategische) evaluaties richting geven aan het huidige beleid en de toekomstige ambities van DGPV. De bovenstaande thema’s laten zich samenvatten in drie hoofdthema’s: onderwijskwaliteit, kansengelijkheid en onderwijspersoneel. De afspraken en prioriteiten uit het coalitieakkoord leggen verdere accenten aan binnen deze hoofdthema’s, die in de onderstaande themabeschrijvingen verder worden toegelicht. De hoofdthema's geven bovendien richting aan het strategisch programmeren van het beleidsonderzoek binnen DGPV en voor het inventariseren en effectief gebruiken van kennis uit onderzoek tijdens de gehele beleidscyclus.

Thema Onderwijspersoneel

Goed opgeleide en voldoende onderwijsprofessionals spelen een sleutelrol bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Onderzoek op het thema onderwijspersoneel draagt bij aan het vergroten van (kennis over) de aantrekkelijkheid van werken in het onderwijs en de positie van onderwijspersoneel. We zien drie subthema’s binnen het thema onderwijspersoneel. De ambities uit het onderwijsakkoord en de werkagenda zijn hierin meegenomen. Het subthema «duurzame onderwijsarbeidsmarkt» richt zich op de vraag hoe we aan goed en voldoende onderwijspersoneel komen. Al een aantal jaar is in Nederland een tekort aan leraren, in zowel het primair onderwijs (po) als voor sommige vakken in het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Deze tekorten vormen een bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs. De omvang verschilt per regio.

Belangrijkste beleidsinitiatieven:

  • het verhogen van de (zij-)instroom van leraren en studenten;

    anders organiseren van het onderwijs;

  • stimuleren van het vergroten van de deeltijdfactor;

  • versterken van de regionale samenwerking.

Inzichtbehoefte:

  • inzicht in ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt (aantallen personeel, vacatures, deeltijdfactor etc.) door continuering van bestaande monitoring en eventuele uitbreiding van bestaande monitor;

  • inzicht in hoe op een effectieve manier gestimuleerd kan worden dat leraren hun uren uitbreiden;

  • inzicht in de werking van bestaande en nieuwe initiatieven om de tekorten aan te pakken;

  • inzicht in de vraag hoe de regionale samenwerking versterkt kan worden.

Binnen het subthema «strategisch personeelsbeleid en aantrekkelijkheid beroep» wordt gestimuleerd dat personeelsbeleid wordt gekoppeld aan onderwijskundige doelen en externe ontwikkelingen die invloed hebben op de school. Zo wordt enerzijds de professionele ontwikkeling van eigentijds en toekomstbestendig onderwijs gestimuleerd, en wordt anderzijds aandacht besteed aan de ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van personeel. Andere aspecten zijn de beloning van onderwijspersoneel, de werkdruk en de ontwikkeltijd.

Enkele maatregelen die vallen onder dit beleidsthema:

  • het opheffen van de loonkloof po en vo;

  • het structureel maken van de arbeidsmarkttoelage;

  • het verlagen van de werkdruk in het po en vo;

  • wetsvoorstel strategisch HRM-beleid.

Inzichtbehoefte:

  • de effecten van het dichten van het de loonkloof (onder andere op mobiliteitsstromen in het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep);

  • de effecten van en ervaringen met de arbeidsmarkttoelage;

  • het monitoren van de inzet van de werkdrukmiddelen in het po en vo;

  • het monitoren en evalueren van de implementatie van strategisch HRM-beleid.

Binnen het subthema ‘opleiden en professionaliseren van onderwijspersoneel’ wordt ingezet op het versterken van de kwaliteit van lerarenopleidingen, met aandacht voor effectieve vakdidactiek, specialisatie in het jonge en oude kind, digitale vaardigheden en passend onderwijs. Daarnaast is het één van onze ambities om in 2030 100 procent van de studenten op te leiden via Samen Opleiden & Professionaliseringsverbanden. Professionalisering van leraren is een van de middelen om het imago van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep een impuls te geven. Dit kabinet maakt van (bij)scholing prioriteit en bevordert professionele ontwikkeling. Beginnende leraren worden ondersteund en de opleiding voor zij-instromers wordt geflexibiliseerd en verbeterd.

Belangrijkste beleidsinitiatieven:

  • vergroten van de (academische) instroom in de lerarenopleidingen en de pabo;

  • versterken van de kwaliteit van de lerarenopleiding;

  • bevorderen van professionele ontwikkeling;

  • opleiding voor zij-instromers flexibiliseren en verbeteren;

  • vergroten van Samen Opleiden & professionaliseren;

  • optimaliseren van het bevoegdhedenstelsel (onder andere voor het vmbo en uitwerking bevoegde docenten basisvaardigheden en burgerschap in het mbo).

Thema Kansengelijkheid

Kansengelijkheid richt zich op de vraag hoe onderwijsbeleid kan bijdragen aan gelijke kansen voor alle leerlingen, zodat iedereen in Nederland een goed bestaan kan opbouwen en mee kan doen in de samenleving. Dit betekent concreet dat leerlingen onderwijs volgen op een plek en op het niveau dat recht doet aan hun capaciteiten en mogelijkheden. Ook is er voor ieder kind een vorm van onderwijs beschikbaar en gaan kinderen met en zonder ondersteuningsbehoefte samen naar school. Om dit mogelijk te maken, moeten drempels die de doorstroom van po naar vo hinderen beperkt of weggenomen worden. Ook moeten leerlingen die meer tijd nodig hebben om hun potentieel te bereiken, hier voldoende mogelijkheden voor krijgen. Bijvoorbeeld door middel van uitgestelde selectie en flexibele doorstroom. Om dit mogelijk te maken, is het belangrijk dat onderwijspersoneel en schoolorganisaties in staat zijn om (flexibel) onderwijs te bieden, dat aansluit bij de behoeftes van leerlingen. Werken aan kansengelijkheid vindt plaats via verschillende beleidsmaatregelen. Grofweg gaat het om drie typen:

  • maatregelen om te compenseren voor een nadelige omgeving (zoals voor- en vroegschoolse educatie, de rijke schooldag, beleid gericht op kwetsbare leerlingen);

  • maatregelen die zich richten op het wegnemen van drempels in het stelsel (zoals Integrale Kindcentra, brede brugklassen, maatwerkdiploma’s in vo);

  • maatregelen gericht op passend en inclusiever onderwijs (zoals het verbeteren van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp/zorg).

Het versterken van kansengelijkheid is, vanwege de invloed van de directe leefomgeving op de ontwikkeling van kinderen, niet alleen voor het Ministerie van OCW een relevant thema, maar ook voor de Ministeries van SZW en VWS en voor sectoren als de kinderopvang, de sportsector, jeugdwerk en de jeugdzorg. Kennisvragen richten zich op dit moment op de vraag wat effectieve maatregelen zijn, en hoe kennis over effectiviteit kan worden opgebouwd. Omdat hier nog weinig over bekend is, willen we een lerende aanpak toepassen in beleid.

Thema Onderwijskwaliteit

Dit thema richt zich op het verhogen van de onderwijskwaliteit in het po en vo en de randvoorwaarden die nodig zijn om dit te realiseren. Op deze manier willen wij er voor zorgen dat elke leerling datgene leert wat hij of zij nodig heeft om succesvol het vervolgonderwijs te doorlopen en mee te doen in de maatschappij. Daarvoor is het onder andere cruciaal dat de basisvaardigheden van alle leerlingen op orde zijn. Subthema’s zijn onder andere:

  • a. het verbeteren van de basisvaardigheden (taal en rekenen) inclusief burgerschap en digitale geletterdheid, het meten daarvan en de samenwerking met de omgeving;

  • b. de ondersteuning(sstructuur) van scholen om de onderwijskwaliteit te verhogen;

  • c. de curriculumbijstelling;

  • d. professionalisering van onderwijsprofessionals op de basisvaardigheden;

  • e. de sturing op onderwijskwaliteit.

Op dit moment leven diverse kennisvragen, zoals de vraag hoe effectief gestuurd kan worden (inclusief toezicht en verantwoording) op onderwijskwaliteit. Welke verantwoordelijkheden hebben alle betrokken actoren daarbij? Deze vragen worden betrokken in het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Onderzoek "Sturing op onderwijskwaliteit", dat in het najaar van 2022 wordt afgerond. Andere vragen richten zich op de vraag hoe bepaalde inhoudelijke leergebieden scherper en concreter kunnen worden gemaakt voor scholen, en hoe scholen en leraren beter gebruik kunnen maken van beschikbare wetenschappelijke kennis over wat werkt en wat niet om de onderwijskwaliteit te verhogen.

Tabel 155 Uitwerking Strategische evaluatieagenda Beroepsonderwijs en volwasseneducatie

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel

Onderwijs-kwaliteit

Onderzoek naar basisvaardigheden van mbo-studenten

Ex post

2024

Betreft nulmeting om niveau basisvaardigheden van mbo-studenten op een goede manier in kaart te brengen.

4

 

Onderzoek naar de bekwaamheid en bevoegdheid van docenten generieke vakken en burgerschap

Ex post

2023

Betreft nulmeting om in kaart te brengen welke opleiding docenten hebben die lesgeven in generieke vakken en burgerschap op het mbo. Doel is om aan de hand van de uitkomsten te bepalen welke inzet nodig is om kwaliteit van het onderwijs in deze vakken te verhogen.

4

 

Monitor digitale vaardigheden docenten

Ex post

2023

Betreft onderzoek naar de digitale competenties van mbo-docenten. Het betreft vooralsnog een nulmeting welke informatie geeft over de stand van zaken bij individuele instellingen en wat door de instellingen gebruikt kan worden om gericht professionaliseringsactiviteiten te organiseren. De intentie is om dit onderzoek tweejaarlijks te herhalen.

4

 

Laaggeletterdheid

Ex durante

2023

Naar aanleiding van de motie van de leden Simons (BIJ1) en Gündogan (Volt) wordt een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de uitvoeringspraktijk van de WEB-middelen door gemeenten. Het onderzoek zal inzichtelijk maken hoe het budget door gemeenten wordt ingezet maar ook hoe de effectiviteit ervan zou kunnen worden vergroot.

4

 

Werkplaats ICT en Werkplaats Burgerschap

Ex duranteEx post

2022

In de Werkplaats Burgerschap wordt onderzocht hoe mbo-scholen een visie op burgerschap ontwikkelen en hoe zij die visie in praktijk brengen en hoe dat beter kan om de gestelde doelen te bereiken. In de Werkplaats ICT wordt onderzoek gedaan naar de effecten van gepersonaliseerd leren met ICT op motivatie, prestaties en uitval. Naar de relatie tussen technologie, didactiek en pedagogiek en de effectiviteit van de inzet van verschillende ICT-mogelijkheden voor verschillende doelgroepen.

4

Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt

Evaluatie Wet Doelmatige leerwegen en Herziening van de Kwalificatiestructuur

Ex durante Ex post

2022

Zie hoofdtekst SEA.

4

 

Evaluatie Regionaal investeringsfonds mbo

Ex durante

2023

De evaluatie dient om zowel inzicht te verkrijgen in de activiteiten die de publiek-private samenwerkingsverbanden oppakken om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren en innovatie te stimuleren. De evaluatie is gericht op het in beeld brengen van de effectiviteit van de subsidieregeling.

4

 

Monitoring en evaluatie «Experiment Ruimte in de regio, experiment Cross-overs en pilots met mbo-certificaten»

Ex durante Ex post

2026

De genoemde experimenten worden geëvalueerd vanuit de vraag hoe in de regio de aansluiting van de opleidingen op de arbeidsmarkt vergroot kan worden, hoe het eigenaarschap van docenten en werkgevers met betrekking tot de inhoud van het onderwijs verder kan worden vergroot en hoe de kwaliteit en innovatiekracht van het onderwijs kan worden versterkt.

4

 

Leven Lang Ontwikkelen (LLO)

Ex durante

2023 e.v.

Sommige beleidsmaatregelen voor LLO worden afzonderlijk gemonitord maar er ontbreekt een overkoepelende, integrale monitor om de doeltreffendheid van de totale set aan beleidsinstrumenten te monitoren en te evalueren. Een van doelen is meer zicht te krijgen op de werkende mechanismen in de interactie tussen eigen regie en leercultuur. Daarnaast start een monitor om het aanbod van de scholing (inhoud en vorm) voor werkenden en werkzoekenden in het mbo in beeld te brengen. Daaraan gerelateerd maakt het de deelname aan deze scholing inzichtelijk. De monitor gaat ook in op de vraag welke belemmeringen en voorwaarden er zijn er bij de mbo-instellingen om een flexibel aanbod te realiseren.

4

 

Internationalisering

Ex ante

2023

Onderzoek naar behoefte ondersteuning scholen.

4

Kansengelijkheid

Oriëntatie-programma’s

Ex duranteEx post

2023-2024

Mbo-instellingen wordt de mogelijkheid geboden om oriëntatieprogramma’s in te richten voor studenten die bij instroom echt niet weten welke opleiding ze willen volgen en voor mbo-studenten die niet op de goede plek zitten en zich willen heroriënteren. De evaluatie kijkt naar wat oriëntatieprogramma’s kunnen betekenen voor het verminderen van uitval en switch (in de latere leerjaren).

4

 

Stagediscriminatie van studenten met een functiebeperking

Ex ante

2023

Met dit onderzoek wordt kwantitatief en kwalitatief inzicht verkregen in de problematiek van stagediscriminatie van studenten met een (zichtbare) functiebeperking. Het gaat daarbij om inzicht in hoeverre stagediscriminatie varieert met het type beperking waar de student mee te maken heeft, de onderwijssector en de bedrijfssector waar de student een stage zoekt/loopt.

4

 

Evaluatie MBO verklaring

Ex duranteEx post

2023

Aan studenten die zonder diploma uitvallen uit een mbo-opleiding wordt een mbo-verklaring gegeven. Het doel is dat zij daarmee makkelijker werk kunnen vinden of terug kunnen keren naar het onderwijs. Deze evaluatie brengt in beeld hoe mbo-instellingen de uitvoering vormgeven en brengt in kaart of de doelen ook worden bereikt.

4

 

NRO Keuzemomenten in de beroepskolom

Ex post

2023

De kernvraag in dit onderzoek is in hoeverre het mogelijk is om op basis van persoonlijke en omgevingskenmerken van studenten, in te schatten in hoeverre het risico op studie-uitval als gevolg van bepaalde keuzes bestaat en wat de kenmerken zijn van studenten die wel en niet uitvallen gedurende de studieloopbaan, m.n. in de overgang mbo-hbo.

4

 

Evaluatie interventies verbeteren toegang stageplekken studenten met niet-westerse migratieachtergrond

Ex durante

2022

Het onderzoeksprogramma «Gelijke kansen richting de toekomst» betreft een samenwerking tussen de Ministeries van SZW en OCW. Het is een vorm van participerend en evaluerend onderzoek. Essentie van het onderzoeksproject is het ontwikkelen en uitvoeren van interventies om studenten met een niet-westerse achtergrond een betere positie te geven voor toegang tot voldoende kwalitatief goede stageplekken en leer-werkplekken, en uiteindelijk ook op de arbeidsmarkt, en zo gelijke kansen te bevorderen. Tevens worden de betreffende interventies op effectiviteit beoordeeld en geëvalueerd.

4

 

Pilot mbo-school verantwoordelijk voor plaatsing studenten bij leerbedrijf

Ex duranteEx post

2023

Tijdens het AO over mbo en corona (juni 2020) heeft D66 (lid Van Meenen) het voorstel gedaan om mbo-instellingen verantwoordelijk te maken voor sollicitatieprocedures, in ieder geval ten minste voor de eerste leerplekken en stages tijdens de opleiding. Uitwerking van de pilot is beoogd als onderdeel van het lopende onderzoek Gelijke kansen richting de toekomst. In vergelijkend onderzoek zullen bestaande werkwijzen rond de verdeling/matching van stageplekken worden vergeleken. Daarbij zal worden onderzocht of de werkwijzen bijdragen aan gelijke kansen naar de arbeidsmarkt en het verminderen van stagediscriminatie. De loopduur zal zijn van 2021-2023.

4

 

Monitor passend onderwijs

Ex durante

2026

Tweejaarlijkse onderzoek naar de toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten met een chronische ziekte, beperking of ondersteuningsbehoefte en naar de ondersteuning die hen geboden wordt en naar (de effecten op) hun studieresultaten.

4

 

Schoolkostenmonitor

Ex durante

2023

Brengt in beeld hoe de uitvoering loopt rond de afspraken die gemaakt zijn om de kosten van mbo-studenten voor het volgen van een mbo-opleiding te beperken en kijkt daarmee naar de toegankelijkheid van het mbo.

4

 

Monitor integrale veiligheid

Ex durante

2026

Zie hoofdtekst SEA.

4

Domein Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (mbo)

Grondslag van de gekozen strategische thema’s is een gemeenschappelijke visie op de positie die het beroepsonderwijs in de Nederlandse samenleving inneemt en de richting waarin het mbo zich, gelet op zijn maatschappelijke uitdagingen, zou moeten ontwikkelen. De afspraken in het coalitieakkoord leggen binnen de thema’s specifieke accenten.

Thema Onderwijskwaliteit

Dit kabinet investeert sterk in de kwaliteit van onderwijs, ook in het mbo. De eerste prioriteit is om de basis verder op orde te brengen. Docenten spelen daarin ene belangrijke rol. Door versterking van docenten, op het gebied van het basisvaardigheden en op hun onderzoekende houding. Er is behoefte aan inzicht in wat bepaalde beleidsmaatregelen betekenen voor de vaardigheden van leraren en hoe die op hun beurt bijdragen aan het verhogen of vergroten van de (basis-)vaardigheden van studenten.

Thema Aansluiting onderwijs- arbeidsmarkt

Het mbo-onderwijs kan een belangrijke bijdrage leveren aan oplossingen om de arbeidsmarktkrapte te verminderen. De arbeidsmarkt verandert bovendien steeds sneller. Door slimmere opleidings- en arbeidsmarktkeuzes, intensieve samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en door het stimuleren van op-, om- en bijscholing wil het mbo bijdragen aan een skillsgerichte arbeidsmarkt en duurzame inzetbaarheid. Kennisvragen die spelen zijn bijvoorbeeld hoe innovatie kan worden gestimuleerd en welke effectieve strategieën er zijn voor verdere versterking van publiek-private samenwerking. Een bredere kennisbehoefte betreft het inzicht krijgen in welke beleidsinstrumenten echt bijdragen om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren.

Thema Kansengelijkheid

Het mbo is de onderwijssector die voor studenten met uiteenlopende talenten het verschil kan maken. Daarom is het van belang dat het onderwijs toegankelijk is en de leerloopbaan van alle studenten zo goed mogelijk ondersteund wordt. De emancipatiefunctie van het mbo verdient blijvende aandacht, net als doorstroom van het mbo naar de arbeidsmarkt. Er ligt een inzichtsbehoefte in wat bijdraagt aan het succes van jongeren met een relatief trage start in het onderwijs. Hoe kunnen studenten die de nodige ambitie en talenten hebben, maar een gebrek aan vaardigheden en/of kapitaal (financieel, sociaal, cultureel) goed worden ondersteund om een passende opleiding te kiezen en die succesvol te doorlopen?

Tabel 156 Uitwerking Strategische evaluatieagenda Hoger Onderwijs & Studiefinanciering

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begro-tings-artikel

Een gezond en sterk fundament

Monitor beleidsmaatregelen 2022-2023

Monitor

2023

Het volgen van de belangrijkste ontwikkelingen in het hoger onderwijs - waaronder toegankelijkheid, studievoortgang en het gebruik van het studievoorschot – en het waar mogelijk leggen van verbanden met beleidsmaatregelen.

6, 7 en 11

Startmonitor

Monitor

2023

De Startmonitor brengt het studiekeuzeproces en de start en integratie van studenten in hun opleiding in kaart en spoort de determinanten op van studiesucces en studie uitval in het eerste studiejaar.

6, 7 en 11

Onderzoek naar de verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek in het hoger onderwijs

Verkenning

2023/2024

Het onderzoek heeft als doel beter inzicht te krijgen in wat de verwevenheid onderwijs/onderzoek precies inhoudt. En om een actueel beeld te hebben in de verhouding tussen onderwijs- en onderzoeksactiviteiten van onderwijzend en onderzoekend personeel ten behoeve van het toereikend houden van het macrobudget.

6 en 7

Ruimte geven aan divers talent

Studentenmonitor

Monitor

2023

De Studentenmonitor brengt de stand van zaken in het hoger onderwijs vanuit het perspectief van studenten in beeld.

6, 7 en 11

Monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hoger onderwijs

Monitor

2023/2024

Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in hoe het staat met de mentale gezondheid van studenten in het hbo en het wo.

6 en 7

Onderzoek stagediscriminatie o.b.v. functiebeperking mbo/ho

Verkenning

2023

Met dit onderzoek willen we meer kwantitatief en kwalitatief inzicht krijgen in de problematiek van stagediscriminatie van studenten met een (zichtbare) functiebeperking in het mbo en ho.

6 en 7

Bijdragen aan de maatschap-pelijke uitdagingen van nu en de toekomst

Onderzoek naar de effecten van de extra middelen voor regionale samenwerking mbo-hbo en vo-ho

Evaluatie

2023/2024

Met dit onderzoek wordt nagegaan welke effecten de extra middelen voor regionale samenwerking tot nu toe hebben gehad voor de instellingen en studenten.

6 en 7

Evaluerend onderzoek naar virtuele internationale samenwerkingspro-jecten (VIS) en hun leeruitkomsten voor studenten

Evaluatie

2027

Evaluerend onderzoek naar VIS-projecten, bestaande uit twee deelonderzoeken. Deelonderzoek 1 ziet op de ontwerp- en ontwikkelfase van VIS-projecten, deelonderzoek 2 ziet op de deelname van studenten en de door hen behaalde leeruitkomsten.

6 en 7

Overig

Stelselrapportage Hoger Onderwijs

Monitor en evaluatie

2023

Het doel van de stelselrapportage is om op beknopte wijze de stand van zaken weer te geven met betrekking tot de belangrijkste beleidsdoelen van de overheid ten aanzien van het hoger onderwijs: toegankelijkheid, onderwijskwaliteit, aansluiting op de arbeidsmarkt, internationalisering en doelmatigheid.

6 en 7

Domein Hoger Onderwijs & Studiefinanciering

De Nederlandse overheid streeft naar een toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig hoger onderwijsstelsel. Het belang van goed hoger onderwijs en onderzoek voor Nederland is groot. Het overzicht van evaluatieonderzoek is gebaseerd op drie hoofddoelen om het hoger onderwijsstelsel toekomstbestendig te maken. Allereerst de (1) versterking van het fundament, om op basis daarvan (2) ruimte te geven aan divers talent. Hierdoor kan Nederland zich op een groot aantal thema’s internationaal verder onderscheiden en kan worden gewerkt aan het (3) vergroten van de maatschappelijke impact van hoger onderwijs en onderzoek, en de publieke erkenning hiervan.

Een gezond en sterk fundament

Alleen met een gezond en sterk fundament kan ons stelsel voor hoger onderwijs de maatschappij blijven voorzien van kwalitatief hoogstaand onderwijs, inzicht in maatschappelijke oplossingen en brede duurzame welvaart. Binnen dit hoofthema vallen de volgende subthema’s:

  • herintroductie basisbeurs: met de herinvoering van de basisbeurs zorgen we dat studenten met een lagere studieschuld kunnen afstuderen;

  • sectorplannen voor onderwijs: de basis voor wetenschappelijk onderwijs wordt met sectorplannen gericht en duurzaam versterkt, vanuit een overkoepelend nationaal perspectief.

Ruimte geven aan divers talent

Vanuit de basis van een gezond en sterk fundament, moet het talent van studenten, docenten en onderzoekers de volle ruimte krijgen: van jong tot ervaren, met verschillende achtergronden, perspectieven en loopbaanpaden. Het gaat hierbij ook om het aantrekken en vasthouden van internationaal toptalent. Binnen dit hoofdthema vallen de volgende subthema’s:

  • sociale veiligheid: het is belangrijk dat iedereen zich optimaal kan ontwikkelen en dat kan alleen wanneer onderwijsinstellingen veilig, toegankelijk en inclusief zijn voor álle studenten en álle medewerkers;

  • studentenwelzijn: instellingen worden gestimuleerd om de mentale gezondheid van studenten tot hun prioriteit te maken door het ontwikkelen van een integrale aanpak voor studentenwelzijn, gericht op preventie, vroegsignalering en begeleiding;

  • werkdruk van medewerkers: het terugdringen van werkdruk draagt bij aan meer rust en ruimte in het systeem, maar ook in belangrijke mate aan talentontwikkeling.

Bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen van nu en de toekomst

De maatschappelijke impact van ons stelsel van hoger onderwijs en de publieke erkenning daarvan moeten beiden groeien. Het gaat daarbij zeker om de grote maatschappelijke uitdagingen van nu, zoals klimaat, energie, gezondheid, veiligheid, kansengelijkheid en arbeidsmarkt. Het hoger onderwijs leidt jonge mensen op tot bekwame professionals die een essentiële bijdrage leveren aan het aangaan van deze maatschappelijke uitdagingen. Binnen dit hoofdthema vallen de volgende subthema’s:

  • tekortsectoren: het hoger onderwijs kan een bijdrage leveren aan het adresseren van de arbeidstekorten. Het hbo speelt hierin een belangrijke rol door het opleiden van geschoold personeel in de tekortsectoren gezondheidszorg, onderwijs en bètatechniek (ook belangrijk voor klimaatbanen);

  • vitale regio’s: beoogd wordt dat opleidingsrichtingen die cruciaal zijn voor de vitaliteit van krimpregio’s niet verdwijnen, maar juist gaan bijdragen aan werkgelegenheid en bedrijvigheid in de regio.

Tabel 157 Uitwerking Strategische evaluatieagenda Cultuur en Media

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begro-tings-artikel

Media

Algemeen/overkoepelend

Ex post(Beleidsdoorlichting)

2022

Beleidsdoorlichting media. Bevat een evaluatie van het functioneren van de landelijke publieke omroep vanaf 2014 (terugblik). In een vooruitblikkend tweede deel wordt invulling gegeven aan een toezegging aan de Eerste Kamer om een onderzoek te doen naar «duurzame versterking van de publieke omroep, zowel wettelijk als financieel, en gelet op het internationale krachtenveld».

15

Ex post(evaluatie)

2023

Evaluatie verlaagd btw-tarief digitale uitgaven (in samenwerking met het Ministerie van Financien).

15

Landelijk, regionaal en lokaal mediastelsel

Ex ante(verkennend, ontwerpend onderzoek)

2022

Ontwikkeling van nieuwe erkenningscriteria omroepen. Opdracht uit het coalitieakkoord VVD, D66, CDA en CU.

15

Ex durante(monitor)

2023

Onderzoek diversiteit en tevredenheid tv-pakketten 2023, periodiek onderzoek door het Commissariaat voor de Media.

15

Ex post(evaluatie)

2022

Evaluatie nieuwe governance Commissariaat voor de Media.

15

Ex post(evaluatie)

2023

ZBO evaluatie Commissariaat voor de Media.

15

Ex post(evaluatie)

2023

Evaluatie Evenementenlijst NPO (over het uitzenden van evenementen van nationaal belang).

15

Ex post(visitatie)

2024

Visitatiecommissie NPO (NPO is opdrachtgever).

15

Ex ante(verkennend, ontwerpend onderzoek)

2023

Onderzoek overheveling gelden naar voor lokale omroep naar de Rijksoverheid (coalitieakkoord).

15

Ex post(evaluatie)

2022

Evaluatie corona steunmaatregelen mediabedrijven.

15

Journalistiek

Ex post(evaluatie)

2022

Evaluatie Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

15

Ex durante(verkenning)

2022

Verkennend onderzoek naar de structurele problemen mbt persvrijheid (Motie Koekkoek c.s.).

15

Ex post(evaluatie)

2023

Evaluatie Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

15

Ex post(evaluatie)

2023

Evaluatie extra middelen onderzoeksjournalistiek.

15

Mediawijsheid / bescherming

Ex post(evaluatie)

2023

Evaluatie Netwerk Mediawijsheid 2019-2023.

15

Ex post(evaluatie)

2025

Evaluatie NICAM (kijkwijzer).

15

Cultuur (kunsten en overig)

Algemeen/ overkoepelend cultuur

Ex post(beleidsdoorlichting)

2022

Beleidsdoorlichting cultuurparticipatie 2000-2020.

14

Basisinfrastructuur Cultuur (BIS)

Ex post(evaluatie)

2022

Evaluatie gemeentelijke regio's cultuurbeleid.

14

Ex post(evaluatie)

2022

Visitatie rijkscultuurfondsen.

14

Cultuurparticipatie

Evaluatie

2024

Evaluatie Programma Cultuurparticipatie 201-2024 (Fonds Cultuurparticipatie/LKCA). Programma Jongerencultuur (Prioriteit Visiebrief) wordt hieraan gekoppeld.

14

Diversiteit en inclusie

Monitor

2023

Monitor samenstelling personeel en besturen culturele instellingen.

14

Monitor

2022

Monitor diversiteit film en tv-sector.

14

Monitor

2022

Monitor diversiteit en inclusie creatieve industrie.

14

Bibliotheken

Ex post(evaluatie)

2024

Evaluatie WSOB.

14

Verkenning

2022

Inventarisatie leenrechtuitgaven schoolbibliotheken.

14

Ex post(evaluatie)

2022

Evaluatie aanpak bibliotheken Motie Asscher.

14

Ex post(evaluatie)

2026

Evaluatie Implementatiewet toegankelijkheidsrichtlijn.

14

Ex post(evaluatie)

2023

Evaluatie specifieke corona steunmaatregelen cultuur.

14

Letteren

Ex post(evaluatie)

2023

Evaluatie vaste boekenprijs.

14

Leesbevordering

Ex post(evaluatie)

2022

Evaluatie beleid leesbevordering: Programma Leesbevordering maakt deel uit van het Programma Tel mee met Taal waarvoor de directie mbo opdrachtgever is (tussen evaluatie 2022, eindevaluatie 2024); Leesbevordering is ook onderdeel van het Masterplan Basisvaardigheden waarvoor de directie po/vo opdrachtgever is.

14

Arbeidsmarkt

Ex post(evaluatie)

2023

Beleidsevaluatie arbeidsmarktagenda.

14

Auteursrecht

Verkenning

2023

Onderzoek naar de economische betekenis van auteursrecht (in opdracht van het Ministerie van EZK). Voor het Ministerie van OCW is specifiek de waarde voor makers van belang. Mogelijk in aanvulling hierop nader onderzoek voor cultuur.

14

Creatieve industrie

Verkenning

2022

Onderzoek naar mutiplier effecten culturele en creatieve secotr (Motie Volt).

14

Architecten

Ex post(evaluatie)

2025

ZBO evaluatie Bureau Architectenregister.

14

Digitale transformatie

Ex post(evaluatie)

2023

Beleidsevaluatie instrumentarium digitalisering cultuur en erfgoed (onder meer in voorbereidng op de BIS periode 2025-2028).

14

Internationaal Cultuurbeleid (ICB)

Evaluatie Internationaal Cultuurbeleid (ICB) 2021-2024

2024/2025

Evaluatie Internationaal Cultuurbeleid (ICB) 2021-2024 in samenwerking met Ministerie van BZK.

14

Erfgoed

Algemeen/ overkoepelend erfgoed

Ex post(beleidsdoorlichting)

2022

Beleidsdoorlichting erfgoedbeleid, waarin opgenomen de evaluatie van de Erfgoedwet 2016-2020.

 

Ex ante(verkennend)

2022

Verkenning mogelijkheid bijdrage van de rijksoverheid aan een Nationaal Historisch Museum. Dit is een opdracht uit het coalitieakkoord VVD, D66, CDA en CU.

14

Ruimte

Ex ante(verkennend)

2022

Verkennend onderzoek naar hoe het concept ruimtelijke kwaliteit (ook in relatie tot erfgoed) geoperationaliseerd kan worden. Uitgevoerd door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

14

Archeologie

Ex ante(beleidsdoorlichting)

2022

Onderdeel van de beleidsdoorlichting erfgoed

14

Cultuur-onderwijs

Cultuuronderwijs

Ex durante(monitoren)

2023

Het programma Cultuureducatie met Kwaliteit 2021-2024 en de programma's daarvoor die als doel hadden de binnenschoolse cultuureducatie (cultuuronderwijs) te verbeteren werden begeleid door periodieke monitor in het po en het vo. In 2022/203 worden deze opnieuw uitgevoerd.

14

Ex post(evaluatie)

2024

Periodieke Rapportage (waar onder evaluatie Bestuurlijk kader Cultuureducatie 2013-2024 en Cultuureducatie met Kwaliteit 2021-2024).

14

Archieven

 

Ex post(evaluatie)

2026

Evaluatie Archiefwet.

14

Ex ante(evaluatie)

2022

Uitvoeringstoetsen van het Archiefbesluit en de Archiefregeling.

14

Domein Cultuur en Media

Het domein omvat het gehele cultuur- en mediabeleid: Artikel 14 (Cultuur) en Artikel 15 (Media). Het cultuur en mediabeleid is opgedeeld in vijf beleidsinhoudelijk samenhangende thema’s. Ze zijn zo gekozen dat de beste garantie bestaat voor langjarige aansluiting op de beleidspraktijk en daarmee herkenbaarheid voor beleidsmakers en politiek. Specifieke actuele thema’s, bijvoorbeeld op basis van het coalitieakkoord, kunnen hier ondergebracht worden. De evaluaties zijn zo ingepland dat ze passen bij de kennisbehoefte en bij reeds bekende beslismomenten in de beleidscyclus. Het kan dus zo zijn dat er op een subthema op dit moment nog geen beleidsevaluatie gepland staat in de komende periode. Dit is geen hiaat, maar een keuze die past bij het strategisch plannen van evaluaties met oog voor de verbinding met de beleidspraktijk. Met de jaarlijkse actualisatie van de Strategische Evaluatie Agenda wordt steeds opnieuw naar de evaluatie van deze subthema's gekeken.

Tabel 158 Uitwerking Strategische evaluatieagenda Emancipatie

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begro-tings-artikel

Arbeid

Doel gendergelijkheid

Topvrouwen: CPB evaluatie effecten invoering quotum (ex durante)

2024

Onderzoek naar de effecten van de invoering van het diversiteitsquotum.

25

Doel gendergelijkheid

Topvrouwen: Monitor topvrouwen semipubliek (ex durante)

2023 (en verdere jaren)

Een overkoepelende monitor voor de (semi)publieke sector, waarin de governance codes en de vrouw/man-verhoudingen in de (semi)publieke sector periodiek worden bijgehouden, zodat trends kunnen worden waargenomen en beleid hierop kan worden aangepast.

25

Doel gendergelijkheid

Onderkant arbeidsmarkt: programma economische veerkracht (ex ante)

2025

Programma/onderzoek in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda, gericht op het verkrijgen van handelingsperspectieven om de economische veerkracht/de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten.

25

Doel gendergelijkheid

Onderkant arbeidsmarkt: 6e ronde Vakkundig aan het werk (ex ante)

2025

Onderzoek gericht op verbeteren arbeidstoeleiding van vrouwen met een uitkering/niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen.

25

Sociale Veiligheid

Doel lhbtiq+- emancipatie

Pesten lhbtiq+-leerlingen (ex ante)

2022

Onderzoek naar wat lhbtiq+-leerlingen zelf aangeven nodig te hebben om zich veilig te voelen op school.

25

Doel lhbtiq+- emancipatie

Bevorderen acceptatie docententeams mbo (ex ante)

2022

Onderzoek naar wat docententeams binnen het mbo nodig hebben om het bespreekbaar maken van seksuele en genderdiversiteit binnen deze teams te bevorderen.

25

Gender-diversiteit & Gelijke Behandeling

Doel gendergelijkheid

Representatiemonitor (ex post)

2023

Monitoringsonderzoek naar de representatie van vrouwen in de media.

25

Doel lhbtiq+- emancipatie en gendergelijkheid

Een evaluatie naar mainstreamen (ex ante)

2023

Onderzoek naar wat er bekend is over mainstreaming als beleidsinzet in de literatuur, en wat andere departementen en directies van Emancipatie nodig hebben om mainstraemen op een effectieve wijze in te zetten.

25

Algemeen

Doel gendergelijkheid

Emancipatiemonitor (ex durante en ex post)

2024

De Emancipatiemonitor bevat de resultaten van tweejaarlijks onderzoek naar de emancipatie van vrouwen in Nederland. Aan de hand van de meest actuele gegevens over de positie van vrouwen en mannen brengt deze monitor de stand van het emancipatieproces in kaart. Op basis van deze monitor wordt veel kennis vergaard over gendergelijkheid op de arbeidsmarkt.

25

Doel lhbtiq+- emancipatie

LHBT-monitor (ex durante en ex post)

2024

De LHBT-monitor schetst een beeld van de leefsituatie van lhbt’s op domeinen als veiligheid, gezondheid en werk. Daarnaast schetst de monitor een beeld van de opvattingen van de algemene Nederlandse bevolking over lhbt-personen. Er wordt gekeken welke groepen op voor- en achterstand staan en welke ontwikkelingen hierin te zien zijn.

25

Domein Emancipatie

De algemene doelstelling van het emancipatiebeleid is het realiseren van gendergelijkheid en gelijke behandeling wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslachtskenmerken in de Nederlandse samenleving. Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen onderwijs, veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.

Uitgangspunt van het emancipatiebeleid van dit kabinet is dat iedereen in Nederland gelijkwaardig is en iedereen de vrijheid heeft om te houden van wie je wilt en om zichtbaar je zelf te kunnen zijn. Om dit te bereiken zetten we ons in voor gender- en lhbtiq+-gelijkheid en het voorkomen van discriminatie van en geweld tegen deze groepen.

De directie Emancipatie gaat over zowel gendergelijkheid als over lhbtiq+ -emancipatie. De directie Emancipatie heeft, in tegenstelling tot de meeste directies, geen eigen wet- en regelgeving, of stelsel waarvoor het verantwoordelijk is, maar is actief op een breed scala aan onderwerpen dat voor een groot deel onder de verantwoordelijkheid van andere departementen valt. We hebben hierbij vooral een agenderende, coördinerende en aanjagende rol. Daarbij werken we nauw samen met maatschappelijke organisaties, andere overheden en andere departementen. Dit heeft impact op de manier waarop we werken en daarmee ook op de manier waarop we kunnen evalueren. De directie werkt aan verschillende dossiers, die ondergebracht zijn in drie hoofdthema’s: Arbeid, Sociale Veiligheid en Genderdiversiteit en Gelijke Behandeling. Op de belangrijkste dossiers bestaan soms raakvlakken en overlap tussen onderwerpen op het gebied van gendergelijkheid en lhbtiq+-emancipatie. Het komt echter ook voor dat dossiers exclusief over de positie van vrouwen of lbhtiq+-personen gaan.

Thema Arbeid

Elke vrouw moet financieel onafhankelijk zijn en haar kwaliteiten op de arbeidsmarkt waar kunnen maken.

Het beleid van de directie Emancipatie richt zich op gelijke beloning en gelijke arbeidsdeelname van vrouwen (ten opzichte van mannen) op elk niveau. De inzet is daarmee onder andere gericht op het bevorderen van arbeidsparticipatie en financiële onafhankelijkheid van vrouwen, maar ook op het verbeteren van de doorstroom van vrouwen naar leidinggevende posities in lijn met resultaten van het Interdepartementaal Beleids Onderzoek «Deeltijdwerk» (2020) en de analyse in het advies van de Sociaal Economische Raad «Diversiteit in de top, tijd voor versnelling» (2019). Dit kabinet zet onder andere in op het creëren van betere omstandigheden op de arbeidsmarkt zoals het beter controleren op loonverschillen, het lonender maken van meer uren werk, het bestrijden van zwangerschapsdiscriminatie, en het faciliteren van de combinatie van arbeid en zorg (verhoging vergoeding kinderopvang en betaald ouderschapsverlof). Uit bovenstaand schema wordt duidelijk dat de genderdiversiteit in de top de komende jaren wordt gemonitord, zowel in de private sector als in de (semi)publieke sector. Daarnaast zijn verschillende pilots en onderzoeken in gang gezet via de Nationale Wetenschapsagenda en Vakkundig aan het Werk, onder meer om gemeenten te ondersteunen bij een gendersensitieve uitvoering van het re-integratiebeleid om zo de arbeidstoeleiding van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt te verbeteren. In 2022 en 2023 wordt opnieuw gekeken naar de ambities op het thema Arbeidsmarkt. Op basis hiervan zullen de thema’s en themabeschrijvingen in de Strategische Evaluatie Agenda komend jaar worden aangepast.

Thema Sociale Veiligheid

Alle mensen voelen zich (sociaal) veilig.

Het beleid van de directie Emancipatie richt zich op het bevorderen van (sociale) veiligheid van vrouwen en lhbti-personen, bijvoorbeeld in de publieke ruimte, op de werkvloer, in het onderwijs of in de sport. Daarbij wordt extra ingezet op specifieke groepen en gemeenschappen waar nodig, bijvoorbeeld bi+-personen, transgender personen, intersekse personen en lhbtiq+-personen in gesloten gemeenschappen. Dit jaar worden twee grote programma’s bij het team (sociale) veiligheid geëvalueerd, Regenboogsteden en Veilige Steden. In 2022 en 2023 wordt opnieuw gekeken naar de ambities op het thema Sociale Veiligheid. Op basis hiervan zullen de thema’s en themabeschrijvingen in de Strategische Evaluatie Agenda komend jaar worden aangepast.

Genderdiversiteit & gelijke behandeling

Alle mensen zijn vrij om hun identiteit vorm te geven.

Het beleid van de directie Emancipatie richt zich op het bevorderen van gelijke behandeling, de acceptatie van genderdiversiteit, het tegengaan van stereotypering en het bevorderen van representatie. Een van de belangrijkste instrumenten die worden ingezet om gelijke behandeling te stimuleren, is mainstreaming. De inzet op dit vlak wordt (strategisch) geëvalueerd in de komende jaren (zie beschrijving evaluatie). In 2022 en 2023 wordt opnieuw gekeken naar de ambities op het thema Genderdiversiteit en gelijke behandeling. Op basis hiervan zullen de thema’s en themabeschrijvingen in de Strategische Evaluatie Agenda komend jaar worden aangepast.

Thema Algemeen

Voor de algemene onderwerpen die door alle thema’s heen snijden is de categorie overig toegevoegd. Hierin vallen bijvoorbeeld de emancipatie- en de LHBT-monitor die rapporteren over alle domeinen.

In 2024 verwachten we de volgende LHBT-monitor. Deze monitor zal door een andere partij uitgevoerd worden dan het Sociaal en Cultureel Planbureau, die dit in het verleden deed. Het proces naar het vinden een nieuwe uitvoerder loopt. Ook verwachten we in 2024 een nieuwe Emancipatiemonitor. De Emancipatiemonitor is in 2022 voor het eerst alleen door het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgevoerd. Het eindproduct wordt geëvalueerd en afhankelijk van de uitkomsten hiervan wordt gekeken wie de Emancipatiemonitor in 2024 gaat uitvoeren. De uitkomst van deze processen zijn nog onzeker, maar dat we tweejaarlijks blijven monitoren staat buiten discussie.

Licence