Scope
De Wet Tijdelijke Tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, bevat het wettelijk kader om voor de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) tol te heffen. In de wet is opgenomen dat het tolsysteem verder wordt uitgewerkt in een uitvoerings- en een handhavingsplan die aan de Staten-Generaal worden voorgehangen voordat de tolheffing van start gaat. Het uitvoeringsplan gaat nader in op de wijze waarop het passerende verkeer wordt geregistreerd, de betalingsmogelijkheden en de wijze waarop weggebruikers en kentekenhouders in contact kunnen treden met vragen en klachten over het betalen van tol, herinneringen of boetes. Het handhavingsplan bevat een omschrijving van hoe het toezicht is georganiseerd, de wijze waarop een boete wordt opgelegd en hoe deze wordt geïnd.
Het uitvoerings- en het handhavingsplan worden in najaar 2023 aan de Kamer voorgelegd. Dat is ruim voor de openstelling van de A24 Blankenburgverbinding en de start van de tolheffing, die naar verwachting in het vierde kwartaal van 2024 plaatsvindt. De precieze start van tolheffing op de ViA15 is afhankelijk van de Raad van State-uitspraak over het Tracébesluit ViA15. Vooralsnog wordt uitgegaan van ingebruikname ViA15 en start tolheffing in 2029.
Eind 2017 is de start van de realisatie aangehouden als gevolg van vertragingen in de uitvoeringsprojecten. In het tweede kwartaal van 2020 heeft het project Tijdelijke Tolheffing, op basis van de huidige planning van de beide aanlegprojecten, een herstart gemaakt. De Kamer is eerst in het voorjaar van 2022 (Kamerstukken 35925-A, nr. 37) en vervolgens in voorjaar 2023 (Kamerstukken 36200-A, nr.66) geïnformeerd over de actuele stand van zaken sindsdien. De wet ter wijziging van de vigerende wet Tijdelijke Tolheffing is voor het zomerreces ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken 36137, nr. 2). Op 24 januari 2023 heeft de Tweede Kamer met de wet ingestemd. Op 11 april 2023 heeft de Eerste Kamer vervolgens met de wet ingestemd.
Financieel
Het doel van de tolheffing is om een financieringsbehoefte voor beide aanlegprojecten te dekken. Deze behoefte komt tot uiting in een tolopgave van € 917 miljoen voor de Blankenburgverbinding en van € 519 miljoen voor de ViA15 (bedragen in prijzen 2023). Dit betreffen de absolute getallen/netto contante waarde (de ontvangsten worden begroot op artikel 12.09 van het Mobiliteitsfonds). De tolopbrengsten dienen deze tolopgave, maar ook de uitvoeringskosten voor tolheffing te dekken. Deze uitvoeringskosten betreffen de invoeringskosten van tolheffing en de cumulatieve kosten voor exploitatie tijdens de periode waarin tol geheven wordt.
Bij tolheffing werd oorspronkelijk uitgegaan van een periode van 25 jaar. Als de tolopgave op een wegdeel eerder zou worden gerealiseerd, dan zou de tolheffing op dat wegdeel eerder worden beëindigd en vice versa. Met de komst van Betalen Naar Gebruik (BNG) per 2030 zal de Tijdelijke Tolheffing voortijdig worden beëindigd. De resterende tolopgave wordt gedekt uit de opbrengsten uit BNG.
Planning
De tolheffing wordt samen met de uitvoeringsorganisaties RDW, CJIB, RWS en ILT verder uitgewerkt. Deze uitwerking landt in het uitvoerings- en het handhavingsplan. De realisatie van het tolsysteem en de voorbereiding van de organisatie is voorzien in de periode 2020-2024.
Organisatie
Om te komen tot een werkend tolsysteem werkt het Ministerie van IenW aan het technisch en organisatorisch mogelijk maken van de heffing. Daarnaast wordt er gewerkt aan de juridische voorwaarden voor de tolheffing.
Specificatie inkomsten en uitgaven
In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte inkomsten en uitgaven en wordt een doorkijk gegeven voor wat betreft de tolinkomsten voor de jaren daarna. Hiermee wordt informatie verstrekt die de financiële stromen en de voortgang van het realiseren van de tolopgave per project inzichtelijk maakt.
Uitgaven | artikel | t/m 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2035 | 2036 | 2037 | 2038 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbijdrage voor project Blankenburgverbinding | MF 12.04 | 8.786 | 58.854 | 64.290 | 61.131 | 55.700 | 54.548 | 58.090 | 60.121 | 44.650 | 34.757 | 34.757 | 91.434 | |||||
Rijksbijdrage voor Tolsysteem en -organisatie | 26.837 | 59.763 | 21.356 | |||||||||||||||
- bijdrage aan Rijkswaterstaat | MF 12.06/12.03 | 1.611 | 1.651 | 1.792 | ||||||||||||||
- bijdrage aan Rijksdienst voor het Wegverkeer | MF12.03 | 17.734 | 25.682 | 8.019 | ||||||||||||||
- bijdrage aan ILT | HXII art. 24 | 360 | 360 | |||||||||||||||
- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau | MF 12.03 | 714 | 3.882 | 322 | ||||||||||||||
- uitgaven programmaorganisate | MF 12.03/HXII art. 98 | 6.778 | 3.063 | 1.885 | ||||||||||||||
- nog toe te wijzen | MF12.03 | 25.125 | 8.978 | |||||||||||||||
Rijksbijdrage voor Exploitatie Tolsysteem | 343 | 20.127 | 41.327 | 38.776 | 34.827 | 33.016 | 29.125 | 27.316 | 27.018 | 21.947 | ||||||||
- nog toe te wijzen | MF12.03 | 343 | 20.127 | 41.327 | 38.776 | 34.827 | 33.016 | 29.125 | 27.316 | 27.018 | 21.947 | |||||||
Subtotaal Blankenburgverbinding | 26.837 | 60.106 | 50.269 | 100.181 | 103.066 | 95.958 | 88.716 | 83.673 | 85.406 | 87.139 | 66.597 | 0 | 0 | 0 | 34.757 | 34.757 | 91.434 | |
Rijksbijdrage voor project ViA15 | MF 12.04 | 49.128 | 48.794 | 45.389 | 41.049 | 27.032 | 23.972 | 24.167 | 24.133 | 23.612 | 250.387 | |||||||
Rijksbijdrage voor Tolsysteem en -organisatie | 3.168 | 6.919 | 4.855 | |||||||||||||||
- bijdrage aan Rijkswaterstaat | MF 12.06/12.03 | 567 | 2.741 | 824 | ||||||||||||||
- bijdrage aan Rijksdienst voor het Wegverkeer | MF12.03 | 635 | 635 | 1.250 | ||||||||||||||
- bijdrage aan ILT | HXII art. 24 | 0 | 0 | 106 | ||||||||||||||
- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau | MF 12.03 | 317 | 317 | 317 | ||||||||||||||
- uitgaven programmaorganisatie | MF 12.03/HXII art. 98 | 317 | 317 | 317 | ||||||||||||||
- nog toe te wijzen | MF12.03 | 1.332 | 2.909 | 2.041 | ||||||||||||||
Rijksbijdrage voor Exploitatie Tolsysteem | 18.493 | 16.248 | 15.809 | 16.376 | 26.720 | 25.782 | 25.587 | 25.621 | 26.143 | 50.327 | ||||||||
- nog toe te wijzen | MF12.03 | 18.493 | 16.248 | 15.809 | 16.376 | 26.720 | 25.782 | 25.587 | 25.621 | 26.143 | 50.327 | |||||||
Subtotaal ViA15 | 3.168 | 6.919 | 4.855 | 67.621 | 65.042 | 61.198 | 57.425 | 53.752 | 49.754 | 49.754 | 49.754 | 49.755 | 300.714 | |||||
Totaal uitgaven Tol | 26.837 | 60.106 | 50.269 | 100.181 | 106.234 | 102.877 | 93.571 | 151.294 | 150.448 | 148.337 | 124.022 | 53.752 | 49.754 | 49.754 | 84.511 | 84.512 | 392.148 | |
Reservering Blankenburgverbinding en ViA15 | MF 12.03 | |||||||||||||||||
Ontvangsten tolsysteem | MF 12.09 | 12.293 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.285 | |||||||
Totaal geraamde inkomsten Tol | MF 12.09 | 12.293 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.290 | 12.285 |
Toelichting op tabel
– Voor de realisatie en exploitatie van tol is er een aantal rollen en taken die vervuld worden, die betrekking hebben op zowel reguliere inning als voor de wettelijke aanmaning en handhaving. Daarnaast betreft het ook de uitvoeringskosten van IenW.
– Voor het mogelijk maken om tol te kunnen innen, moeten de uitvoeringsorganisaties zich gedegen voorbereiden, systemen aanpassen en producten en diensten inkopen. De realisatiekosten die hierbij worden gemaakt komen ten laste van de tolopgave. Deze kosten zijn geactualiseerd ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2023, resulterend in een groter deel van de aanlegkosten die aan de A24 Blankenburgverbinding worden toegerekend.
– Naast de realisatiekosten voor het tolsysteem worden de exploitatiekosten van tolheffing gedekt uit de tolontvangsten op deze verbindingen. Ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2023 worden deze kosten separaat inzichtelijk gemaakt, uitgesplitst naar de desbetreffende organisatie en aanlegproject. Deze kosten zijn volledig herzien op basis van de meest actuele inzichten en geactualiseerde ramingen bij de uitvoeringsorganisaties en bij het project Tijdelijke Tolheffing. Deels zijn deze kosten volume-afhankelijk , en afhankelijk van het aantal passages op beide wegen. Deels betreft het vaste kosten onafhankelijk van het gebruik van beide wegen. De volume-afhankelijke kosten zijn aan het desbetreffende aanlegproject toegerekend. Voor de verdeling van de volume-onafhankelijke exploitatiekosten over beide aanlegprojecten is een verdeelsleutel bepaald op basis van de verkeersvolumes op beide wegen.
– De ontvangsten van het tolsysteem betreffen naast de verschuldigde tolbedragen ook de ontvangsten uit betaalherinneringen en boetes indien een eenmalige betaling niet tijdig plaatsvindt. Deze ontvangsten zijn geactualiseerd op basis van onder meer de actuele prognoses voor het gebruik van beide wegen.
– Met de komst van Betalen Naar Gebruik (BNG) per 2030 zal de Tijdelijke Tolheffing op beide verbindingen voortijdig worden beëindigd. De resterende tolopgave na 2030 wordt gedekt uit de ontvangsten BNG (Kamerstukken II 2021/2022, 32 813, nr. 1081). De uitwerking van dit voorstel wordt in een volgende begroting verwerkt. De tabel laat daarom nog de bedragen zien die uitgaan van een situatie zonder invoering BNG.
– Verschillende cijfers in de tabel kennen nu nog een behoorlijke onzekerheid en zijn mede afhankelijk van nog een aantal te maken inrichtingskeuzes dit jaar. Met de geleidelijke afronding van de realisatiefase en de opstart van de exploitatiefase kan in de Ontwerpbegroting van 2025 naar verwachting een stabiel beeld van de verwachter kosten en opbrengsten worden gegeven.