Evenwicht
Het kabinet herkent de zorgen van gemeenten en provincies. De omvang van het gemeente- en provinciefonds daalt van 2025 op 2026. Deze daling is mede het gevolg van het feit dat gemeenten en provincies over de periode 2022-2025 een zeer aanzienlijk accres (hebben) ontvangen. Het accres beweegt mee met de uitgaven van het Rijk (de trap-op trap-af systematiek). Deze middelen zijn vrij besteedbaar. Er is dan ook geen directe koppeling met de taken van gemeenten.
Gemeenten hebben laten weten dat ze moeite hebben om hun begrotingen vanaf 2026 rond te krijgen. Het is van groot belang dat medeoverheden en het Rijk gezamenlijk maatschappelijke opgaven kunnen aanpakken en dat ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht in evenwicht zijn.
Daarom zijn de fondsbeheerders (de Minister van BZK en de staatssecretaris van Financiën) en andere leden van het kabinet met gemeenten en provincies in gesprek over hoe de ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht (o.a. de huidige krapte op de arbeidsmarkt) in evenwicht kunnen komen. Het is van belang dat medeoverheden goed in staat zijn om de opgaven waar zij voor staan uit te voeren. Als overheden willen we hierin gezamenlijk optrekken.
Verdeelmodel
Aanpassing en doorontwikkeling van het verdeelmodel middels de onderzoeksagenda is noodzakelijk, opdat ook in de toekomst de verdeling van de middelen aansluit op het uitgavenpatroon van gemeenten (Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 24). In 2024 worden de eerste resultaten van de diverse onderzoeken verwacht. Bij het onderzoek naar hoe de stapeling van de problematiek in het sociaal domein beter kan worden gemodelleerd, zal expliciet aandacht zijn voor het feit dat deze stapeling ook in niet-stedelijke gebieden voorkomt.
Uitkeringsstelsel
De trend om medeoverheden te bekostigen via geoormerkte specifieke uitkeringen, gaat ten koste van hun autonomie. Daarom passen we het uitkeringsstelsel aan. De bestaande uitkeringsvormen moeten in aangepaste vorm ook geschikt zijn voor de bekostiging van interbestuurlijke samenwerking.
Overzicht coronamaatregelen
De afgelopen periode is voor een belangrijk deel getekend door de coronapandemie. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een totaaloverzicht van de maatregelen die voor 2022 en verder op de begroting van het gemeentefonds zijn genomen.
Maatregel | 2022 | 2023 | 2024 | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
Bijzondere bijstand | 15,0 | Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207 en Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 2 | ||
Gemeentelijk schuldenbeleid | 30,0 | Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207 en Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 2 | ||
Re-integratie | 14,7 | Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207 en Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 2 | ||
Additionele impuls re-integratie | 43,4 | Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207 en Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 2 | ||
Gemeenteraadsverkiezingen 2022 | 30,4 | Kamerstukken II 2021/22, 35420, nr. 466 en Kamerstukken II 2021/22, 35925 B, nr. 15 | ||
Crisisdienstverlening | 33,1 | Kamerstukken II 2020/21, 35570 VIII, nr. 185 en Kamerstukken 2021/22, 36120 B, nr. 2 | ||
Inkomstenderving 2020 | 151,8 | Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207 en Kamerstukken II 2021/22, 36120 B, nr. 2 | ||
Peuteropvang | 0,2 | Kamerstukken II 2022/23, 36200 B, nr. 2 | ||
SW bedrijven | 10,0 | Kamerstukken II 2022/23, 36200 B, nr. 2 | ||
Inkomstenderving gemeenten | 152,0 | Kamerstukken II 2022/23, 36250 B, nr. 2 | ||
Dichterbij dan je denkt | 8,4 | Kamerstukken II 2022/23, 36250 B, nr. 2 | ||
Bijzondere bijstand zelfstandigen | 4,6 | Kamerstukken II 2022/23, 36250 B, nr. 2 | ||
Continuïteit van zorg | 54,8 | Kamerstukken II 2022/23, 36250 B, nr. 2 | ||
Handhaving quarantaineplicht | 1,0 | Kamerstukken II 2022/23, 36250 B, nr. 2 | ||
Inkomstenderving gemeenten | 132,5 | Kamerstukken II 2022/23, 36350 B, nr. 2 | ||
Totaal | 549,4 | 132,5 | 0,0 |