Structuur
De begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën; dit geldt ook voor de memorie van toelichting. De leeswijzer volgt vervolgens de opbouw van de memorie van toelichting. De memorie van toelichting is de uitleg bij het hierboven beschreven wetsvoorstel.
De memorie van toelichting van het DMF begint met de Defensiematerieelagenda. De Defensiematerieelagenda behandelt de prioritaire projecten waarbij zoveel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen uit de Defensiebegroting wordt aangegeven. Ook wordt inzicht gegeven in de overprogrammering, het realisatievermogen en de instandhouding.
Vanwege de demissionaire status van het kabinet bevat de beleidsagenda alleen bestaand beleid of de uitwerking daarvan. Waar mogelijk zal verwezen worden naar integrale documenten die eerder aan uw Kamer zijn gestuurd.
Na de Defensiematerieelagenda komen de begrotingsartikelen aan bod. De begroting van het DMF kent acht artikelen. De eerste vier artikelen geven inzicht in de projecten en instandhouding van het Defensiematerieel. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen materieel dat Defensiebreed ingezet wordt (artikel 1), maritiem materieel (artikel 2), land materieel (artikel 3) en lucht materieel (artikel 4). De artikelen 5 en 6 behandelen respectievelijk het vastgoed en de IT van Defensie. Het DMF wordt gevoed via de Defensiebegroting; de voeding loopt via artikel 7. De overige uitgaven en ontvangsten zijn terug te vinden op artikel 8.
Het DMF bevat vier bijlagen. Dit zijn achtereenvolgens de instandhoudingsbijlage voor het vastgoed, het verdiepingshoofdstuk, de instandhoudingsbijlage en de lijst met gehanteerde afkortingen.
Opzet DMF
De Defensiebegroting (hoofdstuk X) bevat het voorgenomen Defensiebeleid. De begroting van het DMF bevat de uitwerking van dat beleid in concrete projecten, inclusief de instandhouding. Om het inzicht in de investeringen te vergroten, worden per artikel in de tabel "budgettaire gevolgen van beleid" de verplichtingen, uitgaven en eventuele ontvangsten met betrekking tot investeringen en instandhouding voor een periode van vijftien jaar gepresenteerd.
Investeringen
Alle investeringsprojecten met een projectbudget van meer dan € 100 miljoen worden apart benoemd. Bij deze projecten wordt een onderscheid gemaakt naar drie fasen: de voorbereidingsfase, de onderzoeksfase en de realisatiefase. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Voor projecten in voorbereidingsfase wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Er is in de voorbereidingsfase nog sprake van flexibiliteit in de programmering van de projecten; voor de besteding van deze budgetten zijn nog geen juridisch of bestuurlijk bindende afspraken gemaakt. Voor de Defensie Materieelproces (DMP) plichtige projecten worden de A-brieven naar de Kamer verzonden. De kern van de A-brief is een functionele beschrijving van de capaciteit die Defensie wil verwerven.
Voor projecten in de onderzoeksfase geldt dat de behoeftestelling is onderkend, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven wordt aan de behoefte. Voor DMP-plichtige projecten geldt dat de A-brieven zijn aangeboden aan de Kamer. In de onderzoeksfase (B-fase) wordt de verwervingsstrategie vastgesteld, dat wil zeggen de manier waarop Defensie het materieel wil verwerven. Daarnaast worden eventuele alternatieven onderzocht, een planning en een financiële onderbouwing verder gespecificeerd. Defensie informeert de Tweede Kamer aan het einde van de B-fase middels de B-brief. Op grond van uitkomsten van de B-fase kan er eventueel nog een vervolgonderzoeksfase (C-fase) worden ingesteld.
Voor projecten in de realisatiefase betekent dat de opdracht voor verwerving is gegeven aan de uitvoeringsorganisatie. Zij starten de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase). Voor grote materieel en IT-projecten is dat het Commando Materieel en IT (COMMIT) en voor grote Vastgoed en Infra projecten gaat dit om het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO).
Deze werkwijze komt overeen met het Defensie Projectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die voorgaand in de Defensiebegroting werd gehanteerd; in het DMF zijn weliswaar de toelichtingen uitgebreider:
– In de voorbereidingsfase worden de projecten toegelicht waarvan verwacht wordt dat in deze begrotingsperiode een behoeftestellingsbrief (A-brief) verstuurd wordt. Hierbij worden per project de bandbreedtes volgens het Defensie Materieelproces (DMP) gepresenteerd: € 100 ‒ € 250 miljoen, € 250 miljoen ‒ € 1 miljard,
€ 1 miljard ‒ € 2,5 miljard en meer dan € 2,5 miljard.
– Bij projecten in onderzoeksfase wordt per project de bandbreedte en de planning van de DMP-brieven gepresenteerd.
– Bij projecten in realisatiefase worden de verwachte uitgaven per jaar gepresenteerd, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft. In dat geval wordt de bandbreedte weergegeven.
Informatie over investeringsprojecten die jaarlijks in het DPO wordt gepubliceerd, is op hoofdlijnen geïntegreerd in het DMF. De Kamer ontvangt het DPO – gelijktijdig met het DMF – op Prinsjesdag. Het DPO omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.
Voor een aantal projecten geldt dat het projectbudget is bijgesteld ten opzichte van de begroting 2023. Dit is het gevolg van het toevoegen van de loon- en prijsbijstellingen, en in enkele gevallen van correcties voor valutakoersen (bijv. Verwerving F-35).
Instandhouding
Instandhoudingsuitgaven zijn de uitgaven die nodig zijn om het materieel operationeel te houden. De instandhoudingsuitgaven in de begrotingsartikelen zijn de instandhoudingsuitgaven die door een Defensieonderdeel gedaan worden. Deze uitgaven kunnen ook uitgaven ten behoeve van andere Defensieonderdelen bevatten, als gevolg van het assortimentsgewijs werken (AGW). Het AGW beoogt de logistieke keten van een aantal artikelen centraal te beleggen, dus bij één Defensieonderdeel. Dat Defensieonderdeel wordt dan ook budgettair belast met de uitgaven van voor andere Defensieonderdelen verworven artikelen.
Personele uitgaven
Personele uitgaven verbonden aan de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, infrastructuur en vastgoed en IT vallen ook binnen de reikwijdte van het fonds (wetsvoorstel DMF, artikel 5). Op 22 april 2020 is de motie Diks (Kamerstukken II, 2019/20, 35 280, nr. 11) aangenomen. In 2021 en in 2022 is proefgedraaid met de opname van personele uitgaven in het DMF. De Kamer wordt zo snel mogelijk geïnformeerd over de resultaten van het proefdraaien.
Groeiparagraaf
In de begroting 2024 is ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023 de volgende wijziging doorgevoerd:
In 2024 worden voor de projecten in voorbereiding, onderzoek en realisatie enkel het projectbudget en de planning van Kamerbrieven weergegeven. In de ontwerpbegroting 2023 werden de projecten daarnaast nog toegelicht. Dit zorgde voor een grote hoeveelheid niet-budgettaire informatie, die ook met uw Kamer gedeeld wordt door middel van het Defensieprojectenoverzicht (DPO). Inhoudelijke uitleg van de projecten wordt voortaan gedeeld middels het DPO.