In deze paragraaf is de begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
DUO is een agentschap van het Ministerie van OCW, dat ook voor enkele andere ministeries werkt. Voor het Ministerie van OCW voert DUO een groot aantal onderwijswetten en -regelingen uit. Daarnaast vervult DUO voor het Ministerie van SZW taken voor de Wet Inburgering, en beheert het twee registers op het gebied van kinderopvang. Voor het Ministerie van Financiën voert DUO werkzaamheden uit op het gebied van examens voor de Wet op het financieel toezicht (Wft). Verder voert de organisatie taken uit voor het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), in opdracht van het Ministerie van JenV. Tot slot verzorgt de Shared Service Organisatie (SSO) Noord, sinds 1 januari 2019 onderdeel van DUO, voor diverse opdrachtgevers taken op het gebied van inkoop in het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), en housing en hosting in het Overheids Datacenter (ODC). DUO is gevestigd in Groningen (hoofdkantoor) en in Den Haag, en heeft dertien servicekantoren en balies en zes toetslocaties verspreid over het land.
Uitgangs- en markeringspunten van belang voor exploitatie DUO
De komende jaren staat het realiseren van de ambities uit het coalitieakkoord in het kader van Werken aan Uitvoering (WaU) bij DUO centraal. De dienstverlening aan alle klanten van DUO wordt verbeterd. Hiertoe wordt geïnvesteerd in het vakmanschap van de medewerkers van DUO, en in de randvoorwaarden die hiervoor ingevuld moeten worden zoals het verder verbeteren van de digitale systemen, informatiehuishouding, implementatie van klantvolgsystemen en de verdere verbetering van de dienstverlening. De huidige spanning op de arbeidsmarkt betekent voor DUO dat vakmensen lastig te vinden zijn en er een prijsopdrijvend effect kan ontstaan.
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 414.009 | 376.684 | 445.212 | 443.347 | 444.563 | 441.030 | 447.268 |
waarvan omzet moederdepartement | 332.798 | 294.581 | 354.673 | 352.808 | 354.024 | 350.491 | 356.729 |
waarvan omzet overige departementen | 75.686 | 76.375 | 84.128 | 84.128 | 84.128 | 84.128 | 84.128 |
waarvan omzet derden | 5.525 | 5.728 | 6.411 | 6.411 | 6.411 | 6.411 | 6.411 |
Rentebaten | 147 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Vrijval voorzieningen | 179 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Bijzondere baten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 414.335 | 376.684 | 445.212 | 443.347 | 444.563 | 441.030 | 447.268 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 384.984 | 341.972 | 406.812 | 400.177 | 397.643 | 382.980 | 388.718 |
- Personele kosten | 263.248 | 240.659 | 295.951 | 292.194 | 289.167 | 277.735 | 281.901 |
waarvan eigen personeel | 200.813 | 201.268 | 248.475 | 245.876 | 242.726 | 233.066 | 236.641 |
waarvan inhuur externen | 53.530 | 32.049 | 39.537 | 38.571 | 38.659 | 37.121 | 37.597 |
waarvan overige personele kosten | 8.905 | 7.342 | 7.938 | 7.747 | 7.782 | 7.548 | 7.662 |
- Materiële kosten | 121.736 | 101.313 | 110.862 | 107.983 | 108.476 | 105.245 | 106.817 |
waarvan apparaat ICT | 36.531 | 27.228 | 30.261 | 29.313 | 29.446 | 28.577 | 29.000 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 25.958 | 25.175 | 27.219 | 26.563 | 26.685 | 25.882 | 26.273 |
waarvan overige materiële kosten | 59.247 | 48.910 | 53.382 | 52.107 | 52.345 | 50.785 | 51.544 |
Rentelasten | 51 | 100 | 1.100 | 1.600 | 2.000 | 2.500 | 3.000 |
Afschrijvingskosten | 28.522 | 33.012 | 35.700 | 39.970 | 43.320 | 53.950 | 53.950 |
- Materieel | 11.809 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 |
waarvan apparaat ICT | 11.281 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 528 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
- Immaterieel | 16.713 | 20.012 | 22.700 | 26.970 | 30.320 | 40.950 | 40.950 |
Overige lasten | 1.060 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 1.060 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
waarvan bijzondere lasten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal lasten | 414.617 | 376.584 | 445.112 | 443.247 | 444.463 | 440.930 | 447.168 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 282 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 30 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 312 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De opbrengst moederdepartement van € 354,7 miljoen betreft de inkomsten voor geleverde diensten en producten aan de opdrachtgever OCW. Van de omzet moederdepartement 2024 is € 237,0 miljoen gerelateerd aan de vijf hoofdproducten, te weten Bekostiging (€ 45,7 miljoen), Studiefinanciering (€ 115,9 miljoen), Examens (€ 30,3 miljoen), Registers (€ 34,0 miljoen) en Informatiediensten (€ 11,1 miljoen). Tevens is in de begroting € 57,6 miljoen opgenomen met betrekking tot WaU (€ 37,7 miljoen) en voor nieuwe taken welke nog geen onderdeel zijn van de lumpsum financiering van het basiscontract (€ 19,9 miljoen). Daarnaast is € 8,0 miljoen opgenomen voor de implementatie van beleidswijzigingen en is er € 52,1 miljoen toegewezen ten behoeve van de vervangingen van het systeemlandschap.
Omzet moederdepartement (x € 1 miljoen) | 354,7 | |
---|---|---|
waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten | 354,7 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Bekostiging | 45,7 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Studiefinanciering | 115,9 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Examendiensten | 30,3 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Basisregister | 34,0 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Informatiediensten | 11,1 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Overige taken | 57,7 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Opdrachten | 8,0 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Vervangingen (LCM) | 52,1 |
Omzet overige departementen
De omzet Overige Departementen (€ 84,1 miljoen) betreft opbrengsten in verband met uitvoering inburgeringstaken (€ 40,1 miljoen) en uitvoering landelijk register kinderopvang (€ 9,4 miljoen) voor het Ministerie van SZW, werkzaamheden ten behoeve van het examen Wet financieel toezicht (€ 2,1 miljoen) in opdracht van het Ministerie van Financiën, print- en couverteerwerkzaamheden ten behoeve van het CJIB van het Ministerie van JenV (€ 1,7 miljoen) en compensatie van loonkosten voor gedetacheerde medewerkers (€ 0,8 miljoen). Daarnaast is € 30,0 miljoen aan omzet opgenomen in verband met werkzaamheden uitgevoerd binnen de SSO Noordwelke onder DUO valt. Het betreft hier werkzaamheden voor de Ministeries van BZK (€ 10,5 miljoen), JenV (€ 9,9 miljoen), EZK (€ 4,6 miljoen), VWS (€ 3,6 miljoen), IenW (€ 0,6 miljoen), en Financiën (€ 0,3 miljoen) en overige klanten (€ 0,5 miljoen).
Omzet derden
De omzet derden (€ 6,4 miljoen) betreft met name om te innen leges voor OCW examens (€ 3,5 miljoen), leges voortvloeiende uit diverse overige OCW taken (€ 0,1 miljoen) en opbrengsten voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen de SSO Noord (€ 1,7 miljoen) en overige opbrengsten (€ 1,1 miljoen).
Lasten
Personele kosten
De begrote personele kosten bedragen € 260,0 miljoen en betreffen de kosten van eigen personeel (€ 248,5 miljoen) op basis van de gemiddelde loonkosten, de kosten voor externe inhuur (€ 39,5 miljoen) en een reële inschatting van de overige personele kosten zoals opleidingsbudget en reiskosten (€ 7,9 miljoen). DUO is voortdurend bezig met het verambtelijken van relatief dure externen op het gebied van automatisering naar «goedkopere» ambtenaren om zodoende meer eigen kennisopbouw en kostenreductie te realiseren. Vanwege, onder andere, de schaarste van ICT-personeel op de arbeidsmarkt en de toename van het werkpakket bij DUO, is de verwachting dat dit minder succesvol zal zijn dan in voorgaande jaren en dat de post externen inhuur beperkt tot niet zal afnemen.
Materiële kosten
De begrote materiële kosten bedragen € 110,9 miljoen en betreffen onder andere de ICT gerelateerde apparaatskosten (€ 30,3 miljoen) zoals de kosten voor het rekencentrum en kosten ten behoeve van beheer, onderhoud en ontwikkeling van ICT-systemen.
Daarnaast is een bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) (€ 27,2 miljoen) begroot. De begrote overige materiële lasten (€ 53,4 miljoen) betreffen kosten voor externe diensten (zoals deurwaarderskosten, automatisering en detacheringen), kosten voor examens (zoals drukwerk en vergoedingen voor examinatoren en surveillanten), communicatiekosten, portokosten en kosten met betrekking tot de huisvesting.
Rentelasten
De begrote rentelasten bedragen € 1,1 miljoen en betreft de vergoeding voor de aangetrokken leningen bij het Ministerie van Financiën. Deze leningen worden gebruikt ter financiering van vervangingen in het systeemlandschap.
Afschrijvingskosten
De begrote afschrijvingskosten bedragen € 35,7 miljoen en betreffen afschrijvingskosten uit hoofde van materiële en immateriële vaste activa. De stijging in 2024 en verder hangt samen met de geplande investeringen in immateriële vaste activa (vervanging ICT-landschap) voor de komende jaren.
Overige lasten
De begrote overige lasten bedragen € 1,5 miljoen en betreft de verwachte dotatie aan de personele voorzieningen (zoals wachtgeld, flexibel pensioen en uittreden en maatwerk).
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 49.431 | 17.519 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 428.526 | 376.684 | 445.212 | 443.347 | 444.563 | 441.030 | 447.268 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 399.492 | ‒ 341.972 | ‒ 409.512 | ‒ 403.377 | ‒ 401.243 | ‒ 387.080 | ‒ 393.318 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 29.034 | 34.712 | 35.700 | 39.970 | 43.320 | 53.950 | 53.950 |
-/- totaal investeringen | ‒ 48.788 | ‒ 59.700 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 48.788 | ‒ 59.700 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 | ‒ 73.600 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 16.273 | ‒ 20.000 | ‒ 35.700 | ‒ 39.970 | ‒ 43.320 | ‒ 53.950 | ‒ 53.950 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 25.100 | 47.700 | 73.600 | 73.600 | 73.600 | 73.600 | 73.600 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 8.827 | 27.700 | 37.900 | 33.630 | 30.280 | 19.650 | 19.650 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 38.504 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 |
Toelichting
Kasstroomoverzicht
De operationele kasstroom is het saldo van ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen en derden waar uitgaven aan leveranciers en personeel tegenover staan. Het totaal van investeringen (onder andere apparatuur voor het rekencentrum: aanschaf servers en storageapparatuur en investeringen in immateriële vaste activa) is gelijk aan de zogenoemde vervangingsinvesteringen voor de materiële vaste activa en uitbreidingsinvesteringen voor het ICT-landschap. De investeringen in de vaste activa worden gedekt via een beroep op de leenfaciliteit. Onder de «aflossingen op leningen» is de aflossing opgenomen voor de leningen welke ten behoeve van de vervanging van het systeemlandschap zijn opgenomen. De stijging van het beroep op de leenfaciliteit hangt samen met de investeringen in het ICT-landschap. Voor 2024 zal bij de voorjaarsnota een leenfaciliteit worden aangevraagd van € 73,6 miljoen. Hiervan is € 44,4 miljoen ten behoeve van de investeringen in zelfontwikkelde software ten behoeve van het ICT-landschap en de overige € 29,2 miljoen ten behoeve van aangekochte computerhardware en -software en overige inventaris.
Kapitaaluitgaven
Investeringen gebouw | 0 |
Kantoormeubilair | 0 |
Kantoormachines | 0 |
Automatiseringsapparatuur | 29.200 |
Depotinrichting | 0 |
App. conservering & restauratie | 0 |
Inrichting studiezaal | 0 |
Zelfontwikkelde software | 44.400 |
Totaal investeringen | 73.600 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 |
Aflossing op leningen | 35.700 |
Beroep op leenfaciliteit | 0 |
Totaal financieringskasstroom | 35.700 |
Totaal Kapitaaluitgaven | 109.300 |
Doelmatigheid
De basisindicatoren voor het bepalen van de doelmatigheid zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. Conform het overzicht met doelmatigheidsindicatoren stuurt DUO op gelijkblijvende kosten bij een verbeterde dienstverlening. De kwaliteitsverbetering zal onder andere ontstaan door de investeringen in het ICT-landschap. Daarnaast heeft de invoering van de Life Cycle Management (LCM) systematiek binnen DUO geleid tot een situatie waarin van grote eenmalige projectinvesteringen zijn vervangen voor structurele investeringen welke over langere tijd worden afgeschreven. Dit is zichtbaar in de post «vervangingskosten», zijnde de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen inclusief de afschrijvingen en de post «immateriële vaste activa» welke de omvang van het ICT-landschap weerspiegelt.
DUO streeft naar doelmatig gebruik van ICT-systemen, door te sturen op een stabilisering en uiteindelijke daling van de omvang van haar ICT-landschap. DUO bereikt dit door «slim» te vervangen en te komen tot een onder architectuur ontwikkeld, modern, simpel en kleiner ICT-landschap. DUO stuurt op stabilisering van de kosten van onderhoud. Onder onderhoud wordt verstaan datgene wat nodig is voor instandhouding van de geautomatiseerde uitvoeringsprocessen. DUO realiseert dit door (verouderde) systemen tijdig te moderniseren en te vervangen. Daarnaast stuurt DUO op doelmatigheid bij overheadkosten. Daar waar in het verleden een percentage van boven de 20% is gerealiseerd wil DUO voor de komende jaren dalen naar 20% overhead ten opzichte van de totale kosten.
Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet Bekostiging Instellingen | 19% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Studiefinanciering | 47% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Examendiensten | 15% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Basisregisters | 15% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Informatiediensten | 5% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Totaal basiscontract excl. LCM | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | |
Vervangingskosten | 35,9 | 100 | 112 | 122 | 129 | 142 | 142 |
Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer | 44,5 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Immateriële vaste activa (x1 mln) | € 111,6 | € 133,6 | € 147,3 | € 158,2 | € 165,7 | € 167,7 | € 166,6 |
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%) | 22% | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% |
FTE | |||||||
FTE-Intern | 2.719 | 2.735 | 3.213 | 3.183 | 3.146 | 3.032 | 3.074 |
FTE-Extern | 481 | 222 | 271 | 266 | 266 | 258 | 260 |
Tarieven/uur | |||||||
ICT gerelateerd | € 121,50 | € 121,50 | € 132,00 | € 132,00 | € 132,00 | € 132,00 | € 132,00 |
Overige uren | € 82,00 | € 82,00 | € 87,00 | € 87,00 | € 87,00 | € 87,00 | € 87,00 |
Saldo baten en lasten (%) | 100,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Klantcontact digitaal | 6,7 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 |
Klantcontact traditioneel | 7,4 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Omzet/kostprijs per product
DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. Zoals blijkt uit bovenstaande tabel streeft DUO voor de komende jaren naar gelijkblijvende prijzen bij een verbeterde dienstverlening en een kwaliteitsverbetering door de investeringen in het ICT-landschap.
Daarnaast heeft DUO de effecten van Life Cycle Management inzichtelijk gemaakt door de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen (vervangingskosten) van de immateriële vaste activa (IMVA) op te nemen. Ook is in de tabel de balanspost «immateriële vaste activa» opgenomen om de omvang van het ICT-landschap weer te geven (dit betreft specifiek de zelfontwikkelde IMVA). Doelmatigheid wordt bereikt door de omvang van het ICT-landschap uiteindelijk af te vlakken en te stabiliseren en de onderhouds- en beheerkosten niet verder te laten stijgen. In 2024 zit DUO op het gewenste investeringsniveau per jaar waarbij na 2027 de afschrijvingslasten gelijk zijn aan het investeringsniveau en de balanspost immateriële vaste activa niet verder toeneemt.
Immateriële vaste activa
Om de omvang van het ICT-landschap te meten wordt de balanspost immateriële vaste activa opgenomen als indicator. Hierin zijn alle zelf ontwikkelde software opgenomen. Deze post zal komende jaren stijgen en rond 2027 stabiliseren rond € 166 miljoen. Deze ontwikkeling houdt geen rekening met eventuele uitbreidingsinvesteringen als gevolg van nieuw beleid of afwaarderingen van bestaande systemen. De ontwikkeling van deze balanspost dient te worden beoordeeld in relatie tot de indicator kosten met betrekking tot onderhoud en beheer.
Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer
Door het tijdig en slim vervangen van het systeemlandschap streeft DUO naar een gelijkblijvend onderhoud en beheer wat het gelijkblijvende indexgetal van 100 representeert.
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%)
Deze indicator drukt de overhead uit als percentage van de totale kosten. Daar waar in het verleden een percentage van boven de 20% is gerealiseerd wil DUO voor de komende jaren dalen naar 20% overhead ten opzichte van de totale kosten.
FTE totaal
De stijging van het personeel ten opzichte van 2023 hangt enerzijds samen met de toekenning van de structurele middelen voor onderhoud en vervanging van het systeemlandschap en uitbreiding van de basisdienstverlening en werkzaamheden voor overige departementen. Daarnaast is de verwachting dat, vanwege de schaarste van ICT personeel en de toename van het werkpakket bij DUO, de verambtelijking van externen minder succesvol zal zijn.
De gepresenteerde FTE’s betreft eveneens een deel van de bezetting welke werkzaam is ten behoeve van de ontwikkeling van software in eigen beheer, welke financieel gezien worden aangemerkt als een investering in immateriële vaste activa. Ten slotte geldt dat een fors deel van de stijging in FTE’s het gevolg is van additionele werkzaamheden welke voortvloeien Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en WaU.
Tarieven
Projecttarief per uur: Het projecttarief per uur (€ 132,00) is een gemiddeld uurtarief ten behoeve van systeem- en procesaanpassingen.
Meerwerktarief per uur: Voor niet ICT-gerelateerde inzet geldt een lager tarief van € 87,00 per uur. De tarieven representeren een stijging ten opzichte van het voorgaand jaar passend in de loon- en prijsontwikkeling.
Kwaliteitsindicatoren
Voor de Klanttevredenheid Klantcontact digitaal is de norm 6,5 en voor de Klanttevredenheid klantcontact traditioneel is de norm 7,0. Het betreft hier respectievelijk de tevredenheid van individuele klanten op de kanalen Mijn DUO en de website (digitaal) en tevredenheid op de kanalen telefonie, email en balie (traditioneel), op een schaal van 1 tot en met 10.