Base description which applies to whole site

4.3 Opbrengst lokale belastingen en heffingen

Tabel 7 bevat een overzicht van de opbrengsten van de lokale belastingen en heffingen van de gemeenten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de OZB, overige belastingen en retributies. Retributies zijn lokale heffingen waar een concrete dienst tegenover staat. Van deze retributies zijn de opbrengst van de rioolheffing en de opbrengst van de reinigingsheffing wettelijk gemaximeerd tot 100% kostendekkendheid op het niveau van de verordening.

De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). De toelichtende cijfers bij deze belastingen in de overige tabellen in dit onderdeel zijn gebaseerd op de gemiddelden zoals gepubliceerd in de jaarlijkse Atlas Lokale Lasten van het COELO.

Tabel 6 Opbrengsten lokale belastingen en heffingen gemeenten 2020-2024 (bedragen x € 1 mln.)
  

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

% stijging t.o.v. 2023

OZB

Onroerende zaakbelasting

4.399

4.658

4.881

5.109

5.491

7,5

        

Overige belastingen

Parkeerbelasting

848

907

1.086

1.192

1.321

10,8

 

Toeristenbelasting

211

240

396

429

538

25,4

 

Precariobelasting

280

282

27

41

45

9,8

 

Andere belastingen

126

127

135

141

138

‒ 2,1

        

Retributies

Secretarieleges

194

240

263

215

328

52,6

 

Reinigingsheffingen

1.995

2.182

2.269

2.380

2.529

6,3

 

Rioolrechten

1.702

1.736

1.784

1.852

1.974

6,6

 

Baten begraafplaatsrechten

125

122

120

121

125

3,3

 

Bouwvergunningen

696

739

717

613

629

2,6

 

Overige leges (inclusief marktgeld)

110

132

161

158

177

12,0

        
 

Totale opbrengst

10.686

11.365

11.839

12.251

13.295

8,5

De begrote opbrengsten uit gemeentelijke lokale belastingen en heffingen bedragen in 2024 ca. € 13,3 mld. In vergelijking met 2023 is dit een stijging van 8,5%.

Reinigingsheffing

De begrote opbrengsten uit reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht inclusief volume-effect) stijgen in 2024 met circa € 150 mln. tot circa € 2,5 mld. Ten opzichte van 2023 is dit een stijging van 6,3%. Gemeenten hebben de tarieven voor de afvalstoffenheffing verhoogd omdat het tarief voor de landelijke afvalstoffenbelasting is verhoogd en de kosten van verwerking per eenheid is toegenomen.

Tabel 8 geeft het gemiddelde tarief voor één- en meerpersoonshuishoudens voor reinigingsheffing. Het gemiddelde is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van huishoudens.

Tabel 7 Reinigingsheffing per gezinshuishouden 2022-2024 (gemiddelde in €)
 

2022

2023

2024

ontwikkeling 2022-2023

ontwikkeling 2023-2024

Eenpersoonshuishouden

256

266

279

3,9%

4,9%

Meerpersoonshuishouden

317

329

346

3,8%

5,2%

Rioolheffing

De begrote opbrengsten uit rioolheffingen stijgen in 2024 met € 122 mln. tot circa € 2,0 mld. Dit is ten opzichte van 2023 een stijging van 6,6%.

Tabel 9 geeft aan wat gemiddeld aan rioolheffing per jaar wordt betaald door een één- en door een meerpersoonshuishouden. Het gemiddelde is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van huishoudens.

Tabel 8 Rioolheffing per gezinshuishouden 2022-2024 (gemiddelde in €)
 

2022

2023

2024

ontwikkeling 2022-2023

ontwikkeling 2023-2024

Eenpersoonshuishouden

191

199

210

4,2%

5,5%

Meerpersoonshuishouden

207

213

225

2,9%

5,6%

Onroerende zaakbelasting (OZB)

De begrote opbrengsten uit de onroerende zaakbelastingen stijgen in 2024 met € 382 mln. tot circa € 5,5 mld. Dit is een stijging van 7,5% ten opzichte van 2023.

In tabel 10 staat bij een gemiddelde woningwaarde per gemeente de gemiddelde OZB-aanslag per woning.

Tabel 9 Onroerende zaakbelasting 2022-2024 (gemiddelde in €)
 

20221

2023

2024

ontwikkeling 2022-2023

ontwikkeling 2023-2024

Gemiddelde aanslag woning (bij gemiddelde woningwaarde per gemeente)

380

403

423

6,1%

5,0%

Landelijk gemiddelde woningwaarde

409.000

474.000

484.000

15,9%

2,1%

1

Tot en met 2021 hanteerde het COELO gemiddelden voor zowel huur- als koopwoningen. Met ingang van 2022 hebben de cijfers alleen bettrekking op koopwoningen

Licence