Base description which applies to whole site

Beleidsprioriteiten

Het Klimaatfonds volgt uit artikel 2 lid 1 Tijdelijke wet Klimaatfonds [Stb. 2024, 16]. Artikel 4 lid 1 van diezelfde wet bepaalt dat jaarlijks een formele Klimaatfondsbegroting wordt opgesteld, die als onderdeel van de Rijksbegroting op Prinsjesdag wordt aangeboden aan het parlement. Deze begroting geeft invulling aan dit artikel en bevat een integraal overzicht van de overgehevelde middelen uit het Klimaatfondsfonds naar departementale begrotingen.

Het Klimaatfonds heeft als doel het faciliteren van maatregelen die bijdragen aan het behalen van de aangescherpte broeikasgasreductiedoelen van tenminste 55% in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050 (artikel 2, eerste en tweede lid Klimaatwet). Daarnaast beoogt het Klimaatfonds bij te dragen aan de transitie naar een klimaatneutrale energievoorziening, economie en samenleving en een rechtvaardige klimaattransitie. Dit gebeurt door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen voor drie specifieke bestedingsdoelen, zoals omschreven in artikel 2 lid 2 Tijdelijke wet Klimaatfonds:

A - een broeikasgasneutrale energievoorziening in 2050;B - het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie-efficiëntie en het stimuleren van de toepassing van hernieuwbare energie en overige broeikasgas-reducerende en circulaire technieken en maatregelen in het bedrijfsleven;C - het stimuleren van de toepassing van technieken voor energie-efficiëntie, van hernieuwbare energie en van koolstofvastlegging in de gebouwde omgeving.

Om de doelstellingen te kunnen behalen, is het van belang de komende jaren consistent te investeren in klimaatmaatregelen die direct en indirect CO2-emissies reduceren. Het Klimaatfonds maakt, naast andere instrumenten als de SDE++, deze investeringen mogelijk omdat zij de beschikbaarheid van middelen op de middellange termijn garandeert. Daarnaast helpt het fonds om zorgvuldige en integrale besluitvorming over de besteding van deze middelen te borgen. Overheidsuitgaven dragen ook bij aan het realiseren van de randvoorwaarden voor de klimaat- en energietransitie, zoals nieuwe energie-infrastructuur, en faciliteren de noodzakelijke verduurzaming van bepaalde sectoren, zoals industrie en mobiliteit.

De doelen van het Klimaatfonds zijn verder uitgewerkt tot algemene doelstellingen voor ieder van de zes percelen. De percelen worden in deze begroting aangeduid als «artikelen». De algemene doelstellingen per artikel worden verderop in deze begroting nader toegelicht. De initiële verdeling van middelen was conform de indicatieve budgetverdeling in de Memorie van Toelichting van de Tijdelijke wet Klimaatfonds. In het Hoofdlijnenakkoord van mei 2024 is besloten het budget van het perceel Kernenergie op te hogen en op de percelen Energie-infrastructuur en Vroege fase een verlaging in te boeken voor batterijen en waterstof. De huidige verdeling van de middelen is daarom als volgt:

  • Kernenergie (€ 14,1 mld),

  • CO2-vrije elektriciteitscentrales (€ 851,4 mln),

  • Energie-infrastructuur (€ 670,9 mln),

  • Vroege fase opschaling (€ 5,2 mld),

  • Verduurzaming industrie en innovatie mkb (€ 3,4 mld),

  • Verduurzaming gebouwde omgeving (€ 1,6 mld),

  • Onverdeeld (€ 150 mln).

In totaal staat er op dit moment € 26,0 mld op het Klimaatfonds, waarvan een groot gedeelte voorwaardelijk is toegekend of gereserveerd is voor het Meerjarenprogramma 2026 (namelijk € 11 mld).

Tabel 1 Totale omvang Klimaatfonds (bedragen in € 1.000)

Beginstand Coalitieakkoord

35.000.000

Overhevelingen i.v.m. urgente uitgaven 2022/2023

‒ 3.973.350

Onttrekking - Dekking generaal beeld voorjaar 2022

‒ 880.000

Toevoeging - Loon- en prijs bijstelling 2022

82.753

Stand voor MJP24

30.229.403

Overhevelingen MJP24

‒ 11.006.796

Toevoeging - Ophoging voorjaarsbesluitvorming Klimaat

807.500

Onttrekking - Dekking generaal beeld voorjaar 2023

‒ 806.613

Toevoeging - Loon- en prijs bijstelling 2023

1.867.024

Stand voor MJP25

21.090.518

Overhevelingen MJP25

‒ 4.669.552

Tussentijdse overhevelingen (NJN en ISB)

‒ 207.300

Terugvloei van departementale begrotingen

80.201

Toevoeging - Loon- en prijs bijstelling 2024

737.093

Hoofdlijnenakkoord - Ophoging perceel Kernenergie

9.500.000

Hoofdlijnenakkoord - Verlaging n.a.v. bezuiniging waterstof en batterijen

‒ 971.000

Ophoging CO2-heffing voor industrie en afvalverbrandingsinstallaties

441.000

Ophoging noodfonds bedrijven

24.700

Stand voor MJP26

26.025.660

- Waarvan voorwaardelijke toekenningen en reserveringen

10.909.950

- Waarvan nog niet bestemd

15.115.710

Licence