De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is een overkoepelende agenda met daarin de evaluatieprogrammering van de beleidsterreinen van SZW. De evaluatieonderzoeken staan geordend naar thema’s die aansluiten bij de strategie van heel SZW en zijn opgebouwd vanuit onze maatschappelijke opgaven (top-down) en vanuit onze kennis van hoe ons beleid werkt (bottom-up). Bij de inhoud van de thema’s is gekeken naar de samenhang met de kennisagenda van SZW, de thema’s onderling en beleidsthema’s van andere departementen. Dit is terug te zien in de toelichtende teksten bij de thema’s en het agenderen van onderzoeken onder meerdere thema’s.
De evaluaties op deze SEA dienen niet alleen ter verantwoording van de effectiviteit en doelmatigheid van uitgaven, maar zijn ook gericht op verbetering van bestaand beleid en het voorbereiden van nieuw beleid. Met de evaluaties kan op langere termijn worden beoordeeld hoe het beleid werkt en hoe we het beleid kunnen verbeteren. Daarbij hebben we aandacht voor de publieke waarde van ons beleid; ofwel de impact van beleid op de maatschappij. De SEA is van en voor heel SZW om te reflecteren op bestaand beleid ten behoeve van keuzes voor toekomstige SZW beleid.
Per SEA-thema is (voor een periode van de komende 4-7 jaar) inzichtelijk gemaakt:
– welke doelen het beleid op dat thema heeft;
– welke vastgestelde kennis er op dit thema al is;
– welke kennis er nog niet is en wat de inzichtbehoeften zijn;
– hoe de evaluatieplanning daaruit volgt;
– waar een eventuele overlap met andere thema’s van de SEA bestaat.
In de SEA maakt SZW onderscheid tussen evaluaties en overig onderzoek. De evaluaties zijn als volgt getypeerd: ex-ante evaluaties (zoals pilots, nulmetingen en experimenten), ex-durante evaluaties (zoals monitoring en tussenevaluaties), ex-post evaluaties (zoals wets- en effectevaluaties en periodieke rapportages). Bijlage 6 bij deze begroting biedt een beschrijving per individuele evaluatie van elk thema op de SEA.
Thema 1: Gezonde en veilige arbeidsomstandigheden
Het beleid omtrent gezond en veilig werken (G&VW) heeft tot doel dat werkenden in Nederland hun werk op een gezonde en veilige manier kunnen doen, zodat zij gezond blijven en werkend de pensioenleeftijd kunnen halen. Het fundament van de beleidsinzet wordt gevormd door de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidstijdenwet. Een belangrijk deel van het beleid bestaat uit stimuleringsprogramma’s en -projecten gericht op werkgevers en werknemers, communicatie via het Arboportaal, en de dialoog met sociale partners en andere stakeholders.
SZW heeft in september 2020 een uitgebreide beleidsdoorlichting over artikel 1 van de SZW-begroting uitgevoerd, inclusief het beleidsterrein van G&VW. Mede op basis van deze beleidsdoorlichting en het onderzoek toekomstverkenning arbeid & gezondheid heeft SZW de Arbovisie 2040 opgesteld. De Arbovisie 2040 legt de basis voor het gezonder en veiliger werken in Nederland. Met onder andere de sociale partners werken we deze Arbovisie verder uit, door een stevige inzet op preventie, een betere uitvoering van de arboregels met als sluitstuk goed toezicht en handhaving. Daarmee bieden we ook een handvat om in de toekomst terug te blikken en te evalueren.
Naast de genoemde trajecten volgt G&VW met een meerjarig monitoringsprogramma de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt ten aanzien van de gezondheid en veiligheid van werkenden. Dit alles biedt, samen met de evaluaties van de beleidsinstrumenten onder dit thema, input voor de periodieke rapportage die in 2028 gepland staat.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage gezonde en veilige arbeidsomstandigheden | Ex-post evaluatie | 2028 | 1 |
Analyse wenselijkheid/haalbaarheid invullen opleidingseisen preventiemedewerkers | Ex-ante evaluatie | 2024 | 1 |
Eindevaluatie Meerjarenprogramma RI&E | Ex-ante evaluatie | 2024 | 1 |
Arbobalans | Ex-durante monitoring | 2025 | 1 |
Evaluatie maatwerkregeling in Arbowetgeving | Ex-post evaluatie | 2025 | 1 |
Onderzoek financiele prikkels ter bevordering preventie | Ex-ante evaluatie | 2025 | 1 |
Toekomstverkenning arbeid & gezondheid | Ex-ante evaluatie | 2025 | 1 |
Evaluatie beleidsmaatregel asbeststelsel | Ex-durante evaluatie | 2026 | 1 |
Evaluatie Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB) | Ex-post evaluatie | 2028 | 1 |
Evaluatie meldplicht arbeidsongevallen en vergewisplichten uitleners | Ex-post evaluatie | 2031 | 1 |
Thema 2: Leven lang ontwikkelen
De beleidsinstrumenten onder het thema leven lang ontwikkelen (LLO) stimuleren en faciliteren mensen om zichzelf verder te ontwikkelen en duurzaam inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt. Met name op een arbeidsmarkt die steeds in beweging is, wordt het belang van LLO steeds groter.
LLO helpt werkloosheid voorkomen door kennis en vaardigheden actueel te houden; LLO stimuleert doorgroeien in de loopbaan en geeft meer voldoening, werkplezier en meer inkomen. LLO draagt daarmee bij aan het goed functioneren van de arbeidsmarkt, het beter matchen van vraag en aanbod en het kunnen realiseren van ambities op het gebied van de klimaat-, grondstoffen- en energietransities, innovatie en groei. Cruciaal is een sterke ontwikkelcultuur waarin het voor mensen en bedrijven vanzelfsprekend is om zich te blijven ontwikkelen. Daarnaast wordt er steeds meer toegewerkt naar een op skills gerichte arbeidsmarkt, waarin niet alleen diploma’s van belang zijn, maar ook vaardigheden, competenties en kennis. SZW werkt op dit thema samen met onder andere OCW, EZ, SER en de NWO zodat onderzoeksagenda’s op elkaar afgestemd worden.
Op dit moment lopen er diverse subsidieregelingen die gericht zijn op werkenden of werkgevers: zoals de SLIM-regeling en de expeditie-regeling. Voor deze subsidieregelingen zijn al evaluatieplanningen opgenomen in de SEA 2025. Deze evaluaties geven inzicht in de vraag of de instrumenten doeltreffend en doelmatig zijn. Met deze evaluaties werken we toe naar een periodieke rapportage waarin we kijken naar de samenhang tussen de instrumenten. Het is de wens om hiermee inzicht te krijgen in de toegankelijkheid en het gebruik van de regelingen voor de verschillende groepen werkenden, waaronder flexwerkers en praktisch opgeleiden. Onder andere met het oog op deze inzichtbehoefte wordt gekeken of het nuttig is om ook de evaluaties die worden uitgevoerd in het kader van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) op te nemen op dit SEA-thema. Een van de prioriteiten van ESF+ is ‘Kwetsbare werkenden en werkzoekenden’, waarbij een van de doelstellingen ‘een leven lang ontwikkelen’ is.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage leven lang ontwikkelen | Ex-post evaluatie | 2027 | 1 |
Evaluatie SLIM-regeling | Ex-ante, ex-durante en ex-post onderzoek | 2025 | 1 |
Evaluatie subsidieregeling STAP-budget | Ex-ante, ex-durante en ex-post onderzoek | 2025 | 1 |
Evaluatie expeditie-regeling | Ex-post evaluatie | 2027 | 1 |
Enquête Leven Lang Ontwikkelen en Skills Survey | Overig onderzoek | 2030 | 1 |
Thema 3: Arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden
De beleidsinstrumenten onder het thema Arbeidsverhoudingen en -voorwaarden beschermen en versterken de positie van werkenden. Op die manier bevorderen ze het functioneren van de arbeidsmarkt (evenwicht tussen werkgevers en werknemers). De beleidsinstrumenten onder dit thema zijn divers: van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag die ervoor zorgt dat iedere werknemer een minimumloon ontvangt, tot de Wet arbeidsvoorwaarden voor gedetacheerde werknemers in de EU, en beleid rondom gelijke behandeling op de werkvloer.
In 2020 is de beleidsdoorlichting naar artikel 1 Arbeidsmarkt van de SZW-begroting afgerond. De scope van artikel 1 was breder dan beleid naar Arbeidsverhoudingen en- voorwaarden. De belangrijkste conclusie was dat doelbereik niet of nauwelijks te beoordelen was omdat de instrumenten moeilijk te koppelen waren aan de doelen. Om te zorgen dat er bij de volgende periodieke rapportage wel uitspraken gedaan kunnen worden over doelbereik en doeltreffendheid, is artikel 1 opgesplitst in een aantal thema’s, waaronder arbeidsverhoudingen en -voorwaarden en is er een beleidstheorie opgesteld specifiek voor dit thema.
Binnen de scope van dit thema vallen alle evaluaties die betrekking hebben op het beleid rond arbeidsverhoudingen en -voorwaarden. Ook beleidswijzigingen die hebben plaatsgevonden maken hier onderdeel van uit: bijvoorbeeld de Wet Arbeidsmarkt in Balans, de Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn en de Meldingsplicht Wet Arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie. De effecten van deze instrumenten – en andere instrumenten op dit thema worden gemonitord en geëvalueerd.
Daarnaast is in de Kamerbrief van april 2023 het arbeidsmarktpakket aangekondigd. Daarin worden maatregelen aangekondigd zoals Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden, en maatregelen voor flex-contracten. Deze maatregelen vallen binnen de scope van dit thema. Om in de toekomst een gedegen evaluatie van de maatregelen uit het arbeidsmarktpakket uit te kunnen voeren zal een nulmeting en jaarlijkse monitor uitgevoerd worden.
Het beleid Arbeidsverhoudingen en -voorwaarden heeft ook effecten buiten de bescherming van de positie van werkenden. Bijvoorbeeld op de wendbaarheid van bedrijven, de arbeidsproductiviteit van Nederland en de mate waarin zorg aan naasten door mensen zelf kan worden gegeven. Hier wordt bij stilgestaan in de verschillende evaluaties, waaronder in de monitor van het arbeidsmarktpakket.
De komende jaren wordt verder bekeken welke inzichtbehoeften er zijn op dit thema en welke onderzoeken uitgevoerd dienen te worden ter voorbereiding op de periodieke rapportage in 2027.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden | Ex-post evaluatie | 2027 | 1 |
Evaluatiekader en nulmeting voor het wetsvoorstel Wet toelating ter beschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) | Ex-ante evaluatie | 2024 | 1 |
Evaluatie Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) | Ex-post evaluatie | 2025 | 1 |
Evaluatie Wet arbeid vreemdelingen | Ex-post evaluatie | 2025 | 1 |
Invoeringstoets Implementatiewet detachering wegvervoer | Ex-ante evaluatie | 2025 | 1 |
Tweede evaluatie Meldplicht WagwEU | Ex-post evaluatie | 2025 | 1 |
Verkenning arbeidsrechtelijke verschillen tussen Caribisch Nederland en het Europese deel van Nederland | Overig onderzoek | 2025 | 1 |
Tevredenheidsonderzoek onder arbeidsmigranten | Overig onderzoek | 2028 | 1 |
Nulmeting arbeidsmarktpakket | Ex-ante evaluatie | 2029 | meerdere |
Thema 4: Arbeid, zorg en de ontwikkeling van het kind
Het beleid van SZW op het gebied van arbeid en zorg en de ontwikkeling van het kind valt uiteen in de onderwerpen kinderopvang, kinderbijslag en het kindgebonden budget (tegemoetkoming ouders) alsook arbeid en zorg (onder andere zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof en flexibel werken).
Dit thema in de SEA maakt inzichtelijk dat het beleid enerzijds ziet op het bevorderen van arbeidsparticipatie en anderzijds op het bieden van inkomensondersteuning aan ouders. Het biedt mensen controle op hun werk en leven en tegelijk de mogelijkheid zich te kunnen ontwikkelen. De regelingen voortvloeiend uit dit beleid hebben ten slotte het streven een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het kind en het bestrijden van armoede onder kinderen.
De komende jaren zullen we ons beleid evalueren. We kijken dan naar alle onderwerpen die raken aan arbeid en zorg, en de ontwikkeling van het kind. Wat zijn de doelen van dit SZW-beleid, welke inzichtbehoefte bestaat er op dit vlak en vooral ook waar is overlap en waar ontbreekt kennis of een eventuele hogere doelomschrijving en link met ander (SZW- of rijks-)beleid. Samenhangend hiermee worden er onderzoeken uitgevoerd naar de situatie van gezinnen in Nederland. In dit onderwerp-overstijgende onderzoek is aandacht voor de thema’s inkomen, werk en zorg, welzijn van kinderen en overige onderwerpen zoals huisvesting en demografisch beleid.
De splitsing in onderwerpen kinderopvang, tegemoetkoming ouders en arbeid en zorg heeft nu een evaluatieplanning per onderwerp. Die analyseren we in 2026 overkoepelend, waarbij we kijken naar de samenhang en onderbouwing van beleid.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Situatie gezinnen in Nederland | Overig onderzoek | 2024 | 1 |
Kinderopvang
Het kinderopvangbeleid kent twee hoofddoelen: de arbeidsparticipatie van ouders bevorderen en de ontwikkeling van het kind stimuleren. Het beleid richt zich op kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare kinderopvang zodat ouders ook gebruik maken van kinderopvang. Op dit moment loopt er een periodieke rapportage over het kinderopvangbeleid. Daarbij wordt de focus gelegd op het doel bevorderen van de arbeidsparticipatie. Samen met de inzichten van de periodieke rapportage over het doel stimuleren van de ontwikkeling van het kind (2023) vormt het de evaluatie over het totale kinderopvangbeleid.
Het kabinet vervangt de kinderopvangtoeslag door een nieuw financieringsstelsel. Er komt een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. De overheid betaalt de vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties. In het nieuwe financieringsstelsel vorderen we niet meer terug bij ouders. Er zal de komende periode invulling worden gegeven aan de uitwerking van het nieuwe stelsel, het tijdpad en de transitie van het oude naar het nieuwe stelsel.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage kinderopvangbeleid (bevorderen arbeidsparticipatie) | Ex-post evaluatie | 2025 | 7 |
Landelijke kwaliteitsmonitor kinderopvang | Ex-durante evaluatie | 2025 | 7 |
Evaluatie indexeringssystematiek kinderopvangtoeslag | Ex-post evaluatie | 2025 | 7 |
Onderzoek gastouderopvang redenen van uitstroom | Overig onderzoek | 2025 | 7 |
Monitor kwaliteitseisen kinderopvang | Ex-durante monitoring | 2027 | 7 |
Rapportage Monitor & Evaluatie Programma BES(T)4kids en wet Kinderopvang BES | Ex-post evaluatie | 2027 | 7 |
Tegemoetkoming ouders
Het huidige toeslagenstelsel is voor sommige ouders complex en kan tot onzekerheid leiden. Het kindgebonden budget is onderdeel van het toeslagenstelsel. Alternatieven om ouders meer zekerheid te bieden zijn de afgelopen jaren onderzocht in onder andere de twee deelrapporten van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Toeslagen en de Eindrapportage Alternatieven voor het toeslagenstelsel. Daarnaast is als onderdeel van het rapport Toekomst Toeslagen een ambtelijke verkenning verricht naar de toekomst van de twee tegemoetkomingen (kinderbijslag en kindgebonden budget). Deze rapporten vormen voorbereiding voor toekomstige besluitvorming als het kabinet besluit een kindregeling verder uit te werken.
Sinds de vorige beleidsdoorlichting Artikel 10 Tegemoetkoming ouders zijn verschillende wijzigingen doorgevoerd in de kinderbijslag. In 2020 is de kinderbijslag ontkoppeld van de studiefinanciering, waardoor ouders het recht op kinderbijslag en kindgebonden budget behouden wanneer het kind studiefinanciering ontvangt. Daarnaast is op 1 juli 2024 een wijziging in de dubbele kinderbijslag intensieve zorg doorgevoerd. De SVB kent automatisch de dubbele kinderbijslag toe als het kind een Wlz-indicatie heeft (Wet langdurige zorg). Ouders ontvangen de dubbele kinderbijslag intensieve zorg ook standaard met zes maanden terugwerkende kracht.
In de afgelopen jaren hebben het kabinet en de Tweede Kamer geïnvesteerd in de kindregelingen, met name in het kindgebonden budget. Het kindgebonden budget is op een aantal punten gewijzigd. Deze intensiveringen en aanpassingen komen terug in de periodieke rapportage. In deze rapportage wordt de doelmatigheid en doeltreffendheid van de kinderbijslag en het kindgebonden budget onderzocht. Ook wordt gereflecteerd op de opvolging van de aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting. In de periodieke rapportage wordt ook de doelmatigheid van de kinderbijslag BES onderzocht. Hiervoor wordt een separaat onderzoek uitbesteed.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage tegemoetkoming ouders | Ex-post evaluatie | 2025 | 10 |
Evaluatie Kinderbijslag BES | Ex-post evaluatie | 2025 | 10 |
Arbeid en zorg
Het doel van het beleidsterrein Arbeid en Zorg is betere mogelijkheden creëren voor de combinatie van arbeid en zorg. In de Wet arbeid en zorg (Wazo) zijn verlofregelingen rondom de geboorte van en zorg voor kinderen, de zorg voor naasten en calamiteitenverlof opgenomen. Recent is het verlofstelsel uitgebreid met het betaald ouderschapsverlof en op dit moment wordt gewerkt aan de vereenvoudiging van het verlofstelsel. Over deze vereenvoudiging is de Kamer in juli 2023 en april 2024 geïnformeerd. Samen met UWV wordt gewerkt aan de administratieve vereenvoudigingsmogelijkheden uit de brief van juli 2023. Gezien de mogelijke (financiële) impact vergen de in april 2024 gepresenteerde scenario’s een keuze van het kabinet. Ook de Wet flexibel werken (Wfw) valt onder het beleidsterrein Arbeid en Zorg. In deze wet zijn mogelijkheden tot aanpassing van de arbeidsduur, arbeidstijden en arbeidsplaats opgenomen.
Met de inwerkingtreding van de Wet betaald ouderschapsverlof vanaf 2 augustus 2022 komen werknemers in aanmerking voor een uitkering wegens ouderschapsverlof. In de evaluatie van de Wet betaald ouderschapsverlof, die in 2025 plaats zal vinden, wordt aandacht besteed aan het gebruik en de effecten van de invoering van het betaald ouderschapsverlof. Recent is door UWV de invoeringstoets van de Wet betaald ouderschapsverlof opgeleverd. Hierin ging de aandacht uit naar de eerste ervaringen van ouders, werkgevers en UWV met het betaald ouderschapsverlof.
In 2024 vindt de periodieke evaluatie van het beleidsterrein Arbeid en Zorg plaats. De focus van de periodieke evaluatie ligt op het onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het thema Arbeid en Zorg. De Kamer is per brief geïnformeerd over de opzet van de periodieke rapportage. Voor het eind van het jaar ontvangt de Kamer de periodieke rapportage.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage verlofregelingen | Ex-post evaluatie | 2024 | 6 |
Evaluatie Wet betaald ouderschapsverlof | Ex-post evaluatie | 2025 | 6 |
Thema 5: Pensioen en oudedag
Ten behoeve van een toekomstbestendig pensioenstelsel is samen met sociale partners in 2019 het pensioenakkoord gesloten. De maatregelen die voortvloeien uit het pensioenakkoord zijn bedoeld voor de verbetering van de oudedagsvoorziening en moeten perspectief bieden op een koopkrachtig pensioen. Dit sluit aan bij het SZW-doel ‘mensen hebben een vangnet bij ouderdom’. Daarnaast bevat het pensioenakkoord tijdelijke maatregelen met betrekking tot duurzame inzetbaarheid en eerder stoppen met werken. Dit sluit aan bij het SZW-doel ‘mensen hebben (duurzaam) gezond en veilig werk’. De maatregelen met betrekking tot de oudedagsvoorziening en een koopkrachtig pensioen zijn uitgewerkt in het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen (WTP). Daarnaast wordt via de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen meer keuzevrijheid geïntroduceerd bij de start van de uitkeringsfase van het ouderdomspensioen. De evaluaties van deze wetten zijn geagendeerd in de SEA. Daarnaast wordt de voortgang van de transitieperiode van de WTP (2023-2028) gemonitord. In 2028 is de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel afgerond. De effecten van deze transitie worden in de jaren daarna zichtbaar. De periodieke rapportage voor ‘oudedagsvoorziening’ is daarom voorzien voor 2028/2029. Daarnaast wordt voor de AOW onderzocht door middel van een Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse (MKBA) wat de brede maatschappelijke effecten zijn van de huidige leefvormensystematiek, waarbij voornamelijk wordt gekeken naar de bereidheid tot samenwonen en het verlenen van mantelzorg onder gepensioneerden en wat de uitwerking is van twee beleidsopties op deze maatschappelijke domeinen.
De tijdelijke maatregelen voor duurzame inzetbaarheid en eerder stoppen met werken uit het pensioenakkoord zijn onder andere uitgewerkt in de subsidieregeling Maatwerk duurzame inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU), de Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) en de uitbreiding van verlofsparen. Deze regelingen worden gemonitord en geëvalueerd. Ook is in het pensioenakkoord overeengekomen dat de AOW-leeftijdsverhoging vanaf 2020 wordt getemporiseerd en vanaf 2025 wordt gekoppeld aan de levensverwachting. De gevolgen van de leeftijdsverhoging op de arbeidsparticipatie, gebruik van uitkeringen, gezondheid en duurzame inzetbaarheid worden gemonitord. De AOW-monitor is tussen 2019 en 2024 jaarlijks uitgebracht. Het voornemen is om dit jaarlijks te blijven doen. Verder is er een onderzoek voorzien waarin gekeken wordt naar de knelpunten en kansen rondom gezond doorwerken tot aan het pensioen. In dit onderzoek is aandacht voor het perspectief van de werkende en de werkgever zodat het duidelijk wordt welke factoren de uittreedleeftijd bepalen en hoe langer doorwerken gestimuleerd kan worden. Dit onderzoek wordt samen met de voortgangsrapporten van de monitoring en evaluatie van de MDIEU benut om een beslissing te nemen over het vervolg van de MDIEU.
Een periodieke rapportage op dit onderwerp is voorzien voor 2027. Naast opgedane ervaringen met de MDIEU en RVU, is het streven om verbinding te leggen met het thema ‘leven lang ontwikkelen’ en gezondheidsthema’s rondom ouder worden.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Oudedagsvoorziening | |||
Periodieke rapportage oudedagsvoorziening | Ex-post evaluatie | 2028/2029 | 8 |
MKBA leefvormen | Ex-ante evaluatie | 2025 | 8 |
Werknemers zonder pensioen | Ex-durante evaluatie | 2026 | 8 |
Experimenten pensioenopbouw onder zelfstandigen | Ex-durante monitoring en evaluatie | 2027 | 8 |
Monitoring Wet toekomst pensioenen | Ex-durante monitoring | 2028 | 8 |
Evaluatie Wet bedrag ineens | Ex-durante en ex-post evaluatie | 2029 | 8 |
Evaluatie van de Wet toekomst pensioenen | Ex-post evaluatie | 2038 | 8 |
Gezond naar pensioen | |||
Periodieke rapportage gezond naar pensioen | Ex-post evaluatie | 2027 | 1 en 8 |
Monitor AOW-leeftijdsverhoging | Ex-durante evaluatie | 2025 | 8 |
Onderzoek naar knelpunten en kansen rondom gezond doorwerken tot aan pensioen | Overig onderzoek | 2025 | 1 |
Monitoring Regeling vervroegd uittreden (RVU) | Ex-durante monitoring | 2026 | 8 |
Monitoring en evaluatie maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden | Ex-durante en ex-post evaluatie | 2026 | 1 |
Thema 6: Armoede en schulden
Te veel mensen in Nederland kampen met ernstige geldzorgen, problematische schulden of leven onder of rondom de armoedegrens, met hardnekkige en wijdverspreide problematiek tot gevolg. Het kabinet wil een vangnet creëren voor mensen in de knel. Op deze manier krijgen mensen de ruimte om mee te doen in de samenleving en om zichzelf te ontwikkelen. Zo kan de vicieuze cirkel van (kansen)armoede doorbroken worden. Dit draagt bij aan het versterken van de bestaanszekerheid van meer mensen.
Het kabinet neemt daarom maatregelen om (kinder)armoede te voorkomen om ervoor te zorgen dat de (kinder)armoedecijfers niet uitkomen boven het referentiejaar 2024. Op de middellange termijn blijft het kabinet zich inzetten om het in 2015 afgesproken sustainable development goal Armoede te realiseren: een halvering van het aantal vrouwen, mannen en kinderen dat in armoede leeft tegen 2030. Ook wordt de aanpak ter verbetering van de schuldhulpverlening voortgezet, met focus op aanpak bij de bron. Voor (kinder)armoede wordt hierbij de SCP-definitie gehanteerd die het besteedbaar inkomen van een huishouden vergelijkt met het ‘niet-veel-maar-toereikend’-budget. Dit budget omvat de minimale uitgaven van een zelfstandig huishouden aan onvermijdbare, basale zaken (voedsel, kleding en wonen), moeilijk-vermijdbare posten (verzekeringen, persoonlijke verzorging), en de minimale kosten van ontspanning en sociale participatie.
De voortgang van het beleid wordt gemonitord en naar de Tweede Kamer gestuurd. De monitor heeft tot doel om inzicht te krijgen in de aard van de problematiek en hoe deze zich ontwikkelt. Daarnaast heeft de monitor tot doel om te zien of we op de goede weg zijn.
De monitor bevat zoveel mogelijk kwantitatieve en kwalitatieve gegevens en maakt gebruik van bronnen zoals het CBS, Nibud en de NVVK. Op basis van nieuwe inzichten en beschikbare data wordt de monitor gaandeweg verbeterd en aangevuld.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage armoede en schulden | Ex-post evaluatie | 2026 | 2 |
Monitor Aanpak geldzorgen, armoede en schulden | Ex-durante monitoring | tweejaarlijks | 2 |
Evaluatie Noodfonds 2023 en 2024 | Ex-post evaluatie | 2024 | 2 |
Evaluatie toolkit energiefixers | Ex-durante evaluatie | 2024 | 2 |
Onderzoeksprogramma CPB Inkomensschokken | Overig onderzoek | 2024 | meerdere |
Evaluatie minnelijke schuldhulpverlening | Ex-post evaluatie | 2025 | 2 |
Vroegsignalering | Ex-post evaluatie | 2025 | 2 |
Evaluatie adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind | Ex-post evaluatie | 2026 | 2 |
Synthesestudie re-integratie | Ex-post evaluatie | 2028 | meerdere |
Monitor en evaluatie subsidieregeling financiële educatie op scholen ter preventie van geldzorgen | Ex-durante monitoring en ex-post evaluatie | 2029 | 2 |
Thema 7: Bijstand en participatie
In Nederland bestaat een vangnet voor wie (tijdelijk) niet zelf in de noodzakelijke kosten van het bestaan kan voorzien. Sinds 2015 wordt een deel van dat vangnet geregeld door de Participatiewet. Deze wet is net als zijn voorgangers bedoeld om mensen die het tegenzit inkomensondersteuning te bieden via de bijstand en weer (gedeeltelijk) aan het werk te helpen. Samenhangend met de Participatiewet stimuleert de Wet banenafspraak en het quotum arbeidsbeperkten werkgevers om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Deze wetten dragen bij aan de visie van SZW dat iedereen de kans moet krijgen om mee te doen en zich te ontwikkelen, en dat we tegelijkertijd zorgen voor een vangnet als het tegenzit.
De afgelopen jaren is gebleken dat de Participatiewet niet altijd uitpakt zoals is bedoeld. Daarom is het traject Participatiewet in balans gestart. Eerder is met het Breed Offensief al gepoogd om de situatie van mensen met een arbeidsbeperking binnen de Participatiewet te verbeteren.
De Participatiewet wordt al sinds de introductie in 2015 uitgebreid gemonitord. Zo verschijnt jaarlijks een monitoringsbrief Participatiewet en twee keer per jaar een factsheet Participatiewet met de belangrijkste cijfermatige ontwikkelingen. Daarnaast schetst de Nederlandse Arbeidsinspectie een beeld van het stelsel werk en inkomen in de Spiegel Bestaanszekerheid, waarin ook veel aandacht bestaat voor de Participatiewet. In de monitoring en evaluatie van de Participatiewet wordt ook nadrukkelijk aansluiting gezocht bij ontwikkelingen in het sociale domein.
Op dit moment bestaat er al specifieke aandacht voor het onderzoeken van potentiële brede baten (bijvoorbeeld op het gebied van zorggebruik) die kunnen ontstaan bij dienstverlening aan bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden. Een ander belangrijk aspect, dat ook in de evaluatie van de Participatiewet benoemd werd, is de duurzaamheid van werk(hervatting). Deze onderwerpen zullen de komende jaren prominent aan de orde komen bij onderzoek naar de werking van de Participatiewet. Een periodieke rapportage van de effecten van het huidige beleid zal in 2027 verschijnen. In 2026 is al een evaluatie van 10 jaren banenafspraak voorzien. In de periodieke rapportage zullen, voor zover mogelijk, ook de effecten van de maatregelen uit het Breed Offensief en Participatiewet in Balans onderzocht worden.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage bijstand en participatie | Ex-post evaluatie | 2027 | 2 |
Monitor uitvoering uniforme loonwaardebepaling | Ex-durante monitoring | jaarlijks | 2 |
Verdeelsleutel inleenverbanden banenafspraak | Overig onderzoek | jaarlijks | 2 |
Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak | Overig onderzoek | jaarlijks | 2 |
Evaluatie REACT-EU | Ex-post evaluatie | 2024 | meerdere |
Onderzoeksprogramma CPB Inkomensschokken | Overig onderzoek | 2024 | meerdere |
Onderzoek (potentiële) loonwaarde medewerkers beschut werk | Overig onderzoek | 2024 | 2 |
Onderzoek rechtmatige uitvoering Subsidieregeling IPS-trajecten | Ex-post evaluatie | 2025 | 2 |
Evaluatie banenafspraak | Ex-post evaluatie | 2026 | 2 |
Monitor programma Simpel Switchen | Ex-durante monitoring | 2027 | 2 |
Onderzoek naar investering in re-integratiedienstverlening in de 20 focusgebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) | Ex-durante monitoring | 2028 | meerdere |
Synthesestudie re-integratie | Ex-post evaluatie | 2028 | meerdere |
Pilot No-riskpolis langdurig bijstandsgerechtigden | Ex-durante monitoring | 2030 | 2 |
Thema 8: Jonggehandicapten
Het thema jonggehandicapten omvat de doelstelling om jonggehandicapten in de Wajong de kans te bieden zich te ontwikkelen zodat ze zelf kunnen bijdragen aan hun toekomst in de vorm van betaald werk en hen een financieel vangnet te bieden als zij niet zelf kunnen voorzien in een inkomen.
Op basis van de bevindingen uit de beleidsdoorlichting Wajong in 2018 is de Wajong aangepast. Met de Wet vereenvoudiging Wajong zijn diverse maatregelen in de Wajong verwerkt die er onder andere voor zorgen dat meer (gaan) werken loont, dat Wajongers altijd terug kunnen vallen op de Wajong en dat Wajongers hun uitkering behouden als zij onderwijs (gaan) volgen. Daarnaast is UWV in 2017 gestart met een nieuw dienstverleningsmodel voor het activeren van jonggehandicapten met arbeidsvermogen. De onderzoeksplanning staat daarom de komende periode in het teken van het afronden van een evaluatie naar de effectiviteit van deze dienstverlening en het voorbereiden op een wetsevaluatie in 2025. Met de periodieke rapportage geven we gelijktijdig invulling aan deze wetsevaluatie.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage jonggehandicapten | Ex-post evaluatie | 2025 | 4 |
Evaluatie Wet vereenvoudiging Wajong | Ex-post evaluatie | 2025 | 4 |
Synthesestudie re-integratie | Ex-post evaluatie | 2028 | meerdere |
Evaluatie van de pilot brede inzet van re-integratie instrumenten voor IVA/DGA | Ex-post evaluatie | 2029 | 3 en 4 |
Thema 9: Werkloosheid werknemers
Het thema ‘werkloosheid bij werknemers’ bevat de doelstelling om werknemers inkomensbescherming te bieden bij werkloosheid en hen te stimuleren het werk te hervatten. Voor dit thema is in 2023 een periodieke rapportage opgesteld die naar de Tweede Kamer is gestuurd. De evaluatieplanning voor de komende jaren wordt in grote mate bepaald door de conclusies uit deze periodieke rapportage. In de rapportage is ook aandacht voor onderzoek dat nodig is om in de toekomst nog betere conclusies te kunnen trekken over de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid. Het gaat bijvoorbeeld om het verder onderzoeken van de effecten van de Wet werk en zekerheid. Het geplande vervolgonderzoek naar de duurverkorting WW volgt uit een aanbeveling van de periodieke rapportage. Inmiddels is dit onderzoek gestart. De resultaten zijn naar verwachting eind 2024 beschikbaar. De periodieke rapportage wijst ons er ook op dat we meer aandacht mogen hebben voor de bredere welzijnseffecten van de WW en dat bepaalde kwetsbare groepen minder geholpen zijn met de WW-dienstverlening dan andere groepen. We bekijken de komende tijd hoe aan deze thema’s invulling kan worden gegeven. Verder start UWV medio 2024 een vier jaar durend experiment en onderzoek rondom de sollicitatieplicht. Het onderzoek vergelijkt de effectiviteit van diverse varianten van de invulling van de sollicitatieplicht in de WW. Over het verloop en de voorlopige resultaten van het experiment in de praktijk zal medio 2027 worden gerapporteerd. De eindevaluatie is naar verwachting in begin 2029 beschikbaar.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage Werkloosheid Werknemers | Ex-post evaluatie | 2030 | 5 |
Onderzoeksprogramma CPB Inkomensschokken | Overig onderzoek | 2024 | meerdere |
Vervolgonderzoek duurverkorting WW | Ex-post evaluatie | 2024 | 5 |
Synthesestudie re-integratie | Ex-post evaluatie | 2028 | meerdere |
Effectiviteitsonderzoek sollicitatieplicht | Ex-post evaluatie | 2029 | 5 |
Thema 10: Ziekte en arbeidsongeschiktheid werknemers
Het thema ‘ziekte en arbeidsongeschiktheid’ bevat de doelstelling om werknemers te beschermen tegen de financiële gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid en hen te ondersteunen naar werk.
Daar waar het gaat om de doelstelling mensen te ondersteunen in hun zoektocht naar werk, loopt er (onder andere) een omvangrijk meerjarig experiment naar de effectiviteit van de WGA-dienstverlening. Het eindresultaat van dit onderzoek verwachten we in 2025. Om meer inzicht te krijgen hoe werknemers beschermd zijn tegen financiële gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid, loopt er een meerjarig onderzoeksprogramma waarin het CPB onderzoekt hoe diverse levensgebeurtenissen (waaronder ziekte en arbeidsongeschiktheid) leiden tot inkomensschokken, en in hoeverre verschillende huishoudens financieel in staat zijn hiermee om te gaan. Naar verwachting wordt het onderzoek eind 2024 opgeleverd.
De onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) heeft in het voorjaar van 2024 haar bevindingen opgeleverd voor een toekomstig stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid dat uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar is. In het najaar van 2024 wordt naar verwachting een ambtelijke verkenning naar de verschillende oplossingsrichtingen opgeleverd.
In 2025 staat een periodieke rapportage op dit thema gepland. Hierin worden de doelmatigheid en doeltreffendheid onderzocht van de verschillende regelingen binnen het stelsel van ziekte en arbeidsongeschikt. De Kamer is al geïnformeerd over de onderzoeksopzet (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 764).
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage ziekte en arbeidsongeschiktheid voor werknemers | Ex-post evaluatie | 2025 | 3 en 6 |
Onderzoeksprogramma CPB Inkomensschokken | Overig onderzoek | 2024 | meerdere |
Effectiviteit werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)-dienstverlening | Ex-durante en ex-post evaluatie | 2025 | 3 en 11 |
Uitvoeringsonderzoek hybride ZW-markt | Ex-post evaluatie | 2025 | 6 |
Wat kopen we in voor wie? | Ex-durante monitoring | 2025 | 3, 4, 6 |
Evaluatie pilot generiek werkgeversvoorzieningen | Ex-ante evaluatie | 2026 | 3 |
Synthesestudie re-integratie | Ex-post evaluatie | 2028 | meerdere |
Evaluatie van de pilot brede inzet van re-integratie instrumenten voor IVA/DGA | Ex-post evaluatie | 2029 | 3 en 4 |
Nulmeting arbeidsmarktpakket | Ex-ante evaluatie | 2029 | meerdere |
Thema 11: Inkomensondersteuning nabestaanden en wezen
Het beleid omtrent nabestaanden en wezen beschermt deze groepen tegen financiële gevolgen van het verlies van partner of ouder(s). Op basis van de Algemene nabestaandenwet (Anw) biedt de overheid met de nabestaandenuitkering en wezenuitkering een vangnet om bestaanszekerheid te garanderen voor deze groepen.
In 2019 is er in de beleidsdoorlichting geconcludeerd dat de nabestaandenuitkering doeltreffend is geweest. Doordat de maatregel erg generiek is zijn er aanknopingspunten om het beleid doelmatiger te maken. Op verzoek van SZW is er in navolging van dit onderzoek een verkennend kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de wezenuitkering. Uit dit onderzoek blijkt in 2022 dat zowel de doeltreffendheid als doelmatigheid van de wezenuitkering te vergroten zijn.
In 2023 is er een onderzoek uitgevoerd door het Nibud naar de kosten van levensonderhoud voor wezen. Het onderzoek laat zien dat de wezenuitkering in de meeste situaties noodzakelijk en toereikend is om het kostenplaatje van levensonderhoud rond te krijgen. Het Nibud geeft ook aan op welke punten nog verbeteringen mogelijk zijn. Mogelijke budgettaire effecten en de potentiële impact op de uitvoering zijn nog niet meegenomen in deze vervolgonderzoeken. Op basis van de onderzoeken uit 2022 en 2023 worden verbetermogelijkheden voor wezenuitkering en de effecten daarvan verder uitgewerkt.
De SVB heeft in 2023 een intern onderzoek uitgevoerd naar het niet-gebruik van de wezenuitkering. Uit het onderzoek komt op hoofdlijnen naar voren dat er een laag niet-gebruik is voor de gehele groep. Om het niet-gebruik verder omlaag te brengen zal bezien worden of een vervolgonderzoek van data van het CBS en SVB hierna opportuun is voor aanpassingen van beleid. Zo bezien werken de onderzoeken toe naar de volgende periodieke evaluatie op dit thema in 2026. Voor de nabestaanden doelgroep binnen de Anw zijn er twee zogeheten klantreizen uitgezet in 2022. Een in opdracht van SZW en de andere in opdracht van de SVB. Naar aanleiding van deze klantreizen verbetert de SVB de dienstverlening richting Anw-gerechtigden op verschillende punten.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage nabestaanden en wezen | Ex-post evaluatie | 2028 | 9 |
Thema 12: Integratie en maatschappelijke samenhang
SZW wil bijdragen aan een inclusieve en sociaal stabiele samenleving waarin mensen in verscheidenheid met elkaar samen leven en kunnen participeren in de maatschappij. Het beleid van integratie en maatschappelijke samenhang richt zich op het mogelijk maken dat iedereen meedoet in de samenleving door het bevorderen van gelijkwaardige kansen en evenredige posities op de arbeidsmarkt, het stimuleren van inclusief en gelijkwaardig samenleven, het weerbaar maken tegen ongewenste beïnvloeding en het versterken van de sociale stabiliteit.
In 2023 is de periodieke rapportage Integratie en Maatschappelijke samenhang uitgevoerd. De conclusie van de periodieke rapportage is dat groepen met een migratieachtergrond in het algemeen nog steeds een minder gunstige sociaaleconomische positie innemen dan gemiddeld. Dit beeld is zichtbaar in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en in het inkomen. In het onderwijs is een duidelijke inhaalslag te zien in de afgelopen periode. Op de arbeidsmarkt is de problematiek weerbarstiger en kent sterkere conjunctuurinvloeden. Maar het beleidsprogramma Voor een Inclusieve Arbeidsmarkt (VIA) is niettemin doeltreffend volgens de periodieke rapportage. De Werkagenda VIA is in 2023 inmiddels uitgebreid met het Plan van Aanpak Statushouders aan Werk en een intensivering van dit plan van aanpak met verschillende maatregelen om de toeleiding van statushouders naar werk te verbeteren.
Beleidsonderwerpen rondom Samenleven en Weerbare Samenleving bevinden zich veelal in de beleidsontwikkelingsfase en zijn daarom niet evenredig vertegenwoordigd in de evaluatieplanning. Momenteel loopt een traject om de beleidstheorie van Weerbare Samenleving te toetsen en de beleidsdoelstellingen te expliciteren. Op basis daarvan wordt een voorstel gedaan voor een indicatorenstelsel om het beleid te gaan monitoren.
De inzichten uit de periodieke rapportage 2023 worden de komende jaren gebruikt om het beleid verder te onderbouwen en ontwikkelen. Zo wordt de beleidstheorie aangevuld en getoetst met monitoring en evaluatie van de Werkagenda VIA en evaluaties van een aantal acties gericht op het bevorderen van samen leven.
De onderwerpen waarmee SZW zich bezighoudt zijn maatschappelijk brede thema’s en dit betekent dat er ook interdepartementaal wordt samengewerkt. Voorbeelden daarvan zijn - in aanvulling op de eerdergenoemde Werkagenda VIA waarin samengewerkt wordt met OCW en negentien andere partners - de meerjarige longitudinale onderzoeken onder het cohort statushouders (LOCS) en Oekraïense vluchtelingen (LOCOV) waarvoor wordt samengewerkt met JenV, een consortium van kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, en de beleidsontwikkeling en organisatie van de brede beleidsinformatiestructuur op het thema demografie waarvoor negen departementen samenwerken. Bij al deze projecten is SZW trekker.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage integratie | Ex-post evaluatie | 2029 | 13 |
Onderzoek naar effectieve interventies gericht op de preventie van radicalisering | Ex-ante pilots | 2024 | 13 |
Evaluatie United Nations (UN) decade for people of African descent | Ex-post evaluatie | 2025 | 13 |
Derde evaluatie Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) | Ex-post evaluatie | 2025 | 13 |
Evaluatie SPUK Kansrijke Wijk | Ex-durante monitoring | 2025 | 13 |
Evaluatie Meerjarenplan Zelfbeschikking | Ex-post evaluatie | 2026 | 13 |
Synthese monitoringsrapporten en evaluatie Voor een Inclusieve Arbeidsmarkt (VIA) | Ex-post evaluatie | 2026 | 13 |
Monitoring Voor een Inclusieve Arbeidsmarkt (VIA) | Ex-durante monitoring | 2026 | 13 |
Rapportage integratie en samenleven (RIS) | Ex-durante monitoring | 2026 | 13 |
Longitudinaal Onderzoek Cohort Statushouders (LOCS) | Ex-durante monitoring en ex-post evaluatie | 2026 | 13 |
Longitudinaal Onderzoek Cohort Oekraïense Vluchtelingen (LOCOV) | Ex-durante monitoring en ex-post evaluatie | 2026 | 13 |
Evaluatie intensivering plan van aanpak ‘statushouders aan het werk’ | Ex-durante monitoring en ex-post evaluatie | 2026 | 13 |
Actualisatie verkenning bevolking 2025 | Ex-durante monitoring en ex-post evaluatie | 2033 | 13 |
Thema 13: Uitvoering SUWI-stelsel
De Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (de Wet SUWI) regelt de structuur voor de uitvoering van taken met betrekking tot de arbeidsvoorziening en sociale verzekeringswetten. Deze structuur moet bijdragen aan twee hoofddoelen: het bieden van bestaanszekerheid en het bevorderen van arbeidsparticipatie.
In 2021 is de beleidsdoorlichting van de uitvoering van het SUWI-stelsel in de periode 2015-2020 afgerond. Hierbij lag de focus op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het SUWI-stelsel en de betrokken uitvoeringsorganisaties. Het oordeel van de onderzoekers was over het algemeen positief, maar het ontbrak de onderzoekers soms aan informatie om harde conclusies te kunnen trekken op basis van het synthese-onderzoek. Om te voorkomen dat er bij een volgende periodieke rapportage te weinig onderzoeksmateriaal voorhanden is om de uitvoering binnen het SUWI-stelsel goed te kunnen evalueren en waar mogelijk de uitvoering van het SUWI-stelsel te kunnen verbeteren is er, zoals aan de Tweede Kamer gecommuniceerd, een onderzoeksprogrammering opgesteld. Deze moet als basis gaan dienen voor de periodieke rapportage die in 2026 naar de Kamer gestuurd gaat worden. Thema’s die hierin centraal staan zijn: (1) de doeltreffendheid van de uitvoering, (2) de inrichting van het SUWI-stelsel, (3) sturing en toezicht binnen het SUWI-stelsel, (4) kwaliteit en bedrijfsvoering ZBO’s en (5) cliëntenparticipatie en klantgerichtheid. Geplande onderzoeken in de SEA dragen aan deze onderwerpen bij.
In tegenstelling tot de laatste beleidsdoorlichting, die terugkeek op een periode van bezuinigingen, zal de periodieke rapportage 2020-2025 juist terugkijken op een periode van intensiveringen. Onderdeel hiervan is het programma ‘Werk aan Uitvoering’ (WaU). Het programmabureau WaU zal de aankomende periode ook werk maken van een overheidsbrede evaluatie van de incidentele WaU-middelen. In de SEA voor 2026 zal de uitwerking van de evaluatie van de gemeenschappelijke Werk aan Uitvoering middelen worden opgenomen.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Periodieke rapportage uitvoering SUWI-stelsel | Ex-post evaluatie | 2026 | 11 |
Effectiviteit werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)-dienstverlening | Ex-durante en ex-post evaluatie | 2025 | 3 en 11 |
Evaluatie van het terugvorderingsbeleid | Ex-post evaluatie | 2025 | meerdere |
Doelmatigheid uitvoering SUWI-stelsel | Ex-post evaluatie | 2026 | 11 |
Doeltreffendheid gegevensuitwisseling binnen het SUWI-stelsel | Ex-post evaluatie | 2026 | 11 |
Sturing en toezicht binnen het SUWI-stelsel | Ex-post evaluatie | 2026 | 11 |
Evaluatie WEU | Ex-post evaluatie | 2026 | 11 |
Effectiviteitsonderzoek sollicitatieplicht | Ex-post evaluatie | 2029 | 5 |
Synthesestudie re-integratie | Ex-post evaluatie | 2028 | meerdere |
Thema 14: Corona
De overheid heeft meer dan 200 financiële steunmaatregelen getroffen om werkenden en bedrijven door de coronacrisis te helpen. Eind 2020 verstuurden de ministers van Financiën, Economische Zaken en Klimaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid een Kamerbrief met daarin een eerste uitwerking van de evaluatieplanning (Kamerstukken II 2020/21, 35 420, nr. 227). Over de voortgang van de monitorings- en evaluatieactiviteiten is de Kamer in de afgelopen jaren jaarlijks geïnformeerd door updates in Kamerbrieven en de Strategische Evaluatieagenda’s van de departementen. Hiernaast heeft het CPB in 2021 een eerste analyse van macro-economische effecten opgeleverd (Kamerstukken II 2021/22, 35 420, nr. 453).
Gezien de budgettaire omvang en de maatschappelijke impact van de steunmaatregelen wordt door de ministeries van Financiën, EZ en SZW een gezamenlijke synthesestudie uitgevoerd op basis van het uitgevoerde (evaluatie)onderzoek. De synthesestudie zal zich richten op de grootste steunmaatregelen (TVL/TOGS, NOW, TOZO en belastinguitstel). Deze vier genoemde regelingen zullen bezien worden in relatie tot het totale steunpakket. De uitkomsten van de monitorings- en evaluatiestudies van de overige steunmaatregelen zullen daarom worden meegenomen voor zover deze beschikbaar zijn. Centraal bij deze synthese staat de vraag hoe doeltreffend en doelmatig de opeenvolgende steunpakketten als geheel zijn geweest. Ook kijken we wat de belangrijkste lessen en eventuele onbedoelde neveneffecten zijn op basis van de individuele evaluaties. De studie wordt 2025 naar de Kamer gestuurd (zie Kamerstukken II 2023/24, 35 420, nr. 532, plan van aanpak synthesestudie coronasteunmaatregelen).
De evaluaties naar individuele coronasteunmaatregelen van SZW zijn grotendeels afgerond. In de periode 2022-2024 zijn de uitkomsten van de evaluaties van de TOZO, NOW, regionale mobiliteitsteams, intensivering armoede- en schuldenaanpak en de aanpak jeugdwerkloosheid met de Kamer gedeeld. De steunmaatregelen op Caribisch Nederland zijn eveneens geëvalueerd. Eind 2024 worden de evaluaties naar de tegemoetkomingsregelingen kinderopvang en Nederland Leert door met de Kamer gedeeld.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|
Synthesestudie interdepartementaal | Ex-post evaluatie | 2025 | meerdere |
Tegemoetkomingsregelingen kinderopvang | Ex-post evaluatie | 2024 | 7 |
Evaluatie NL leert door | ex-durante en ex-post evaluatie | 2024 | 1 |
Voor een verdere onderbouwing van de Strategische Evaluatie Agenda, zie Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda. Klik op deze link voor een interactieve versie van de SEA. Voor een overzicht van afgerond evaluatie- en overig onderzoek, klik op deze link.