De verticale ontwikkeling geeft een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen voor de jaren 2024 tot en met 2029, sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2024.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
6.3.1.1 Algemene doelstelling
Een kwalitatief goed en toegankelijk stelsel voor curatieve zorg tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.
6.3.1.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
De bewindspersonen van VWS zijn verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg en voor de beheersing van de collectieve zorguitgaven.
Dit betekent dat zij zorgen dat er in het samenspel tussen zorgverzekeraars, zorgaanbieders, patiënten en verzekerden duidelijke zorginhoudelijke en financiële kaders zijn en dat er prikkels voor partijen zijn om zich optimaal in te zetten voor kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg.
Daartoe stellen de bewindspersonen onder andere eisen aan de kwaliteit van zorg en zorgen zij voor het opstellen en handhaven van de wettelijke kaders waarbinnen het zorgstelsel functioneert. Het wettelijk kader wordt onder meer gevormd door de Zvw, de Wet bijzondere medische verrichtingen, de Wmg, de Wgp, de Wet toetreding zorgaanbieders en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.
De bewindspersonen hebben sturingsmogelijkheden door invloed op de samenstelling van het verplicht verzekerde pakket (het basispakket) en de vrijheden in bekostiging. Tevens streven de bewindspersonen naar het bevorderen van een optimale balans tussen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid door bijvoorbeeld het maken van afspraken met het veld en het stimuleren van passende zorg. De bewindspersonen worden in deze rol ondersteund door de IGJ, Zorginstituut Nederland en de NZa.
De IGJ houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.
Zorginstituut Nederland en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beweging naar passende zorg en de beheersing van de zorguitgaven. Zorginstituut Nederland adviseert de bewindspersonen over de samenstelling van het verzekerde pakket en beheert het Zvf. De NZa reguleert zorgverzekeraars en zorgaanbieders zodat zij in het belang van de patiënt en verzekerde handelen. Zij houdt in dat kader ook toezicht. De NZa adviseert de bewindspersonen desgevraagd over voorgenomen beleid en regelgeving. De NZa stelt waar nodig op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast.
Zorginstituut Nederland en de NZa brengen de omvang van de zorguit gaven in kaart. Zij baseren zich daarbij op informatie van zorgverzekeraars en instellingen, die na afloop van het jaar door externe accountants wordt beoordeeld. Op basis van de rapportages van Zorginstituut Nederland en de NZa leggen de bewindspersonen verantwoording af aan de Tweede Kamer.
Verder ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) er op basis van de Mededingingswet op toe dat partijen zich aan de mededingingsregels houden. De ACM beoordeelt fusies in de zorg en controleert of samenwerkende of machtige zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen afspraken maken die onvoldoende in het belang van patiënten en verzekerden zijn.
De uitvoering van het zorgstelsel is in handen van private partijen. Private zorgverzekeraars sluiten contracten met een veelheid aan private, over het land verspreide zorgaanbieders waaronder: ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en vrijge vestigde beroepsbeoefenaren, zoals huisartsen, apothekers en paramedici. Verzekeraars kunnen zich onderscheiden door een zo goed mogelijke prijs/kwaliteitverhouding in het aanbod voor verzekerden na te streven. De zorg die aanbieders verlenen en de uitgaven die daarmee gemoeid zijn, vloeien voort uit de aanspraken die zijn vastgelegd in de Zvw. De zorgsector is privaat binnen publieke randvoorwaarden.
6.3.1.3 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en –ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen voor de jaren 2024 tot en met 2029 sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2024.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:
– Autonoom: voornamelijk bijstellingen als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van actuele cijfers van Zorginstituut Nederland en de NZa en bijstellingen op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
– Beleidsmatig: bijstellingen die verband houden met politieke prioriteitstelling.
– Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
Tabel 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2024 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien. Onder de tabel is een toelichting op de verschillende bijstellingen opgenomen.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2024 | 64.204,4 | 67.173,6 | 70.391,7 | 73.920,5 | 76.946,3 | 76.946,3 |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | ‒ 1.201,9 | ‒ 519,4 | ‒ 236,9 | ‒ 625,4 | ‒ 233,1 | 363,9 |
Actualisatie Zvw-uitgaven (zie tabel 3A) | ‒ 1.018,9 | ‒ 756,8 | ‒ 433,5 | ‒ 407,3 | ‒ 415,3 | ‒ 380,6 |
Loon- en prijsontwikkeling | 37,0 | ‒ 0,7 | ‒ 9,8 | 57,9 | 207,8 | 361,8 |
Verwerking MLT 2025-2028 | 0,0 | 498,1 | 206,3 | ‒ 276,0 | ‒ 25,6 | 382,7 |
Ramingsbijstelling transformatiemiddelen IZA | 0,0 | ‒ 200,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Ruimte apotheekzorg | ‒ 220,0 | ‒ 60,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Beleidsmatig | ‒ 441,4 | 107,5 | 349,4 | 1.856,8 | 1.560,7 | 5.157,6 |
Maatregelen buiten IZA | 0,0 | 65,0 | 145,0 | 145,0 | 145,0 | 145,0 |
Besparingsverlies maatregel sturing doelmatigheid via tarieven | 0,0 | 70,0 | 73,5 | 73,5 | 73,5 | 73,5 |
Afstel modernisering Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) | 0,0 | 140,0 | 140,0 | 140,0 | 140,0 | 140,0 |
Aanpassing Wet Geneesmiddelenprijzen | ‒ 41,4 | ‒ 165,5 | ‒ 165,5 | ‒ 165,5 | ‒ 165,5 | ‒ 165,5 |
Pakketuitname codeïne | 0,0 | ‒ 13,0 | ‒ 13,0 | ‒ 13,0 | ‒ 13,0 | ‒ 13,0 |
Overheveling IZA transformatiemiddelen | 13,8 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overheveling middelen tijdelijke subsidie IC | ‒ 9,0 | ‒ 9,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overheveling counseling 20 wekenecho | 0,0 | ‒ 12,5 | ‒ 12,5 | ‒ 12,5 | ‒ 12,5 | ‒ 12,5 |
Besparing RS vaccin | 0,0 | ‒ 16,0 | ‒ 16,0 | ‒ 16,0 | ‒ 16,0 | ‒ 16,0 |
HLA: Verlaging ER per 1 januari 2027 naar € 165 en tranchering op € 50 in MSZ. | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 2.100,0 | 2.200,0 | 2.300,0 |
HLA: Huidig eigen risico bevriezen in 2025 en 2026 | 0,0 | 0,0 | 152,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
HLA: Voortbouwen HLA curatieve zorg | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 250,0 | ‒ 590,0 | ‒ 590,0 |
HLA: Onafhankelijke indicatiestelling ongecontracteerde wijkverpleging | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 85,0 | ‒ 85,0 | ‒ 85,0 |
HLA: Versnelling opschaling digitale zorg wijkverpleging | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 35,0 | ‒ 85,0 | ‒ 141,6 |
Besparingsverlies aanpassing WGP | 14,6 | 58,4 | 58,4 | 58,4 | 58,4 | 58,4 |
Kasschuif transformatiemiddelen premie | ‒ 400,0 | ‒ 400,0 | ‒ 100,0 | 300,0 | 600,0 | 0,0 |
Overheveling transformatiemiddelen premie AP | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 300,0 | ‒ 600,0 | 0,0 |
Bekostiging post-covid via premiekader | 0,0 | 12,0 | 15,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Subsidie voor werkgeverskosten opleiding wijkverpleegkundige | 0,0 | ‒ 60,0 | ‒ 60,0 | ‒ 60,0 | ‒ 60,0 | ‒ 60,0 |
Besparingsverlies tranchering eigen risico | 0,0 | 318,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Voortzetting aanpak wachtlijsten ggz | 0,0 | 30,0 | 30,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overheveling KIPZ naar overig curatieve zorg | 0,0 | 119,2 | 119,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
HLA: Verwerking taakstelling publieke gezondheid | 0,0 | 0,0 | ‒ 9,0 | ‒ 17,6 | ‒ 24,6 | ‒ 37,6 |
Overig beleidsmatig | ‒ 19,4 | ‒ 29,1 | ‒ 7,8 | ‒ 5,5 | ‒ 4,6 | ‒ 4,6 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 3.566,5 |
Totaal bijstellingen | ‒ 1.643,4 | ‒ 411,9 | 112,4 | 1.231,4 | 1.327,6 | 5.521,5 |
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 62.561,1 | 66.761,6 | 70.504,1 | 75.152,0 | 78.273,9 | 82.467,8 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2024 | 3.418,0 | 3.335,9 | 3.491,7 | 3.651,7 | 3.808,5 | 3.808,5 |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | 0,0 | ‒ 55,8 | ‒ 55,3 | ‒ 59,8 | ‒ 60,6 | ‒ 55,4 |
Actualisatie kostenverdelingen raming eigen risico | 0,0 | ‒ 59,9 | ‒ 62,6 | ‒ 66,4 | ‒ 67,9 | ‒ 66,6 |
Verwerking MLT 2025-2029 | 0,0 | ‒ 1,7 | 0,3 | ‒ 2,5 | ‒ 1,5 | 2,5 |
Doorrekening opbrengsten eigen risico | 0,0 | 5,8 | 7,0 | 9,1 | 8,7 | 8,8 |
Beleidsmatig | 0,0 | 115,1 | ‒ 113,3 | ‒ 2.007,3 | ‒ 2.146,3 | ‒ 2.133,9 |
HLA: Verlaging eigen risico per 1 januari 2027 naar € 165 en tranchering op € 50 in MSZ | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 2.006,0 | ‒ 2.145,0 | ‒ 2.287,0 |
HLA: Huidig eigen risico bevriezen in 2025 en 2026 | 0,0 | 0,0 | ‒ 110,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Derving eigen risico GGZ | 0,0 | ‒ 2,9 | ‒ 3,3 | ‒ 1,3 | ‒ 1,3 | ‒ 1,3 |
Besparingsverlies tranchering eigen risico | 0,0 | 118,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 154,3 |
Totaal bijstellingen | 0,0 | 59,3 | ‒ 168,6 | ‒ 2.067,1 | ‒ 2.206,9 | ‒ 2.189,3 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2025 | 3.418,0 | 3.395,2 | 3.323,1 | 1.584,6 | 1.601,6 | 1.619,2 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2024 | 60.786,4 | 63.837,6 | 66.900,1 | 70.268,9 | 73.137,8 | 73.137,8 |
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven | ‒ 1.643,4 | ‒ 471,2 | 281,0 | 3.298,5 | 3.534,5 | 7.710,8 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 59.143,1 | 63.366,4 | 67.181,1 | 73.567,4 | 76.672,3 | 80.848,6 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. | ||||||
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisatie Zvw-uitgaven
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Eerstelijnszorg | 173,7 | 30,2 | 30,2 | 23,2 | 23,2 | 23,2 |
Tweedelijnszorg | ‒ 301,1 | 13,5 | 13,5 | 13,5 | 13,5 | 13,5 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 201,7 | 201,7 | 201,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Apotheekzorg en hulpmiddelen | ‒ 5,9 | ‒ 5,9 | ‒ 5,9 | ‒ 5,9 | ‒ 5,9 | ‒ 5,9 |
Wijkverpleging | ‒ 1.031,5 | ‒ 971,5 | ‒ 703,1 | ‒ 478,3 | ‒ 481,3 | ‒ 461,7 |
Ziekenvervoer | ‒ 4,0 | ‒ 4,0 | ‒ 4,0 | ‒ 4,0 | ‒ 4,0 | ‒ 4,0 |
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen Zvw | ‒ 150,0 | ‒ 75,0 | ‒ 20,0 | ‒ 10,0 | ‒ 15,0 | 0,0 |
Grensoverschrijdende zorg | 98,2 | 54,2 | 54,2 | 54,2 | 54,2 | 54,2 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2025 | ‒ 1.018,9 | ‒ 756,8 | ‒ 433,5 | ‒ 407,3 | ‒ 415,3 | ‒ 380,6 |
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
In tabel 3A is de post ‘Actualisatie Zvw-uitgaven' uit tabel 3 naar sectoren uitgesplitst. Op basis van gegevens uit de tweede kwartaalrapportage 2024 van het Zorginstituut en informatie van de NZa zijn de Zvw-uitgaven geactualiseerd. De actualisatie leidt tot een structurele doorwerking van per saldo € 48,8 miljoen hogere uitgaven voor de niet-IZA-sectoren, voornamelijk als gevolg van hogere uitgaven bij de apotheekzorg en grensoverschrijdende zorg.
Bij de IZA-sectoren bepalen normaliter de in het IZA overeengekomen kaders de hoogte van de uitgavenraming van de premie-gefinancierde zorguitgaven. Gegeven de actualisatie van de verschillende IZA-sectoren en de problematiek op de VWS-begroting is besloten om zoals gebruikelijk 2024 te actualiseren, voor sommige sectoren worden daarnaast de kaders in de huidige IZA-periode voor 2025 en 2026 aangepast en er is ook structurele inzet nodig voor problematiek op de VWS-begroting. Bij de wijkverpleging is in 2024 sprake van een onderschrijding van € 1.031,5 miljoen. Deze onderschrijding wordt ook in 2025 ingezet en in latere jaren voor zover dat nodig is om knelpunten op de VWS-begroting te dekken. Overschrijdingen in 2024 bij de geestelijke gezondheidszorg en multidisciplinaire zorgverlening (onderdeel van Eerstelijnszorg) worden verwerkt voor de IZA-jaren 2025 en 2026. De uitgaven voor huisartsenzorg (onderdeel van Eerstelijnszorg) en de medisch-specialistische zorg (onderdeel van Tweedelijnszorg) worden alleen voor 2024 geactualiseerd. Voor meer toelichting, zie paragraaf 6.3.1.5 Integraal zorgakkoord.
Een toelichting per sector is te vinden in de verdiepingsbijlage Zvw in de open data van het financieel beeld zorg.
Loon- en prijsontwikkeling
De bijstellingen zijn het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2024 naar de stand ontwerpbegroting 2025.
Verwerking MLT 2025-2028
Het CPB heeft een nieuwe middellange- termijnverkenning (MLT) gemaakt. Hierin staan nieuwe cijfers voor lonen, prijzen en volumegroei van de zorg voor de MLT. Deze cijfers zijn verwerkt in de ontwerpbegroting.
Ramingsbijstelling transformatiemiddelen IZA
Bij de eerste suppletoire begroting 2024 zijn de beschikbare middelen in 2025 neerwaarts bijgesteld met € 200 miljoen. Daarnaast wordt in de jaren 2024-2027 ruimte voor loon- en prijsbijstelling toegewezen aan de transformatiemiddelen IZA. Hiermee sluiten de middelen beter aan bij de gemaakte afspraken en worden ze in een meer realistisch kasritme geplaatst.
Ruimte apotheekzorg
De doorwerking van de inflatie in de prijsontwikkeling bij apotheekzorg verloopt trager dan eerder bij de compensatie voor de prijsontwikkeling is verondersteld. Dit leidde in de eerste suppletoire begroting 2024 tot een bijstelling van € 220 miljoen in 2024 en € 60 miljoen in 2025.
Beleidsmatig
Maatregelen buiten IZA
Bij Voorjaarsnota 2023 is besloten tot een taakstelling op niet-IZA-sectoren. In de eerste suppletoire begroting 2024 is deze taakstelling ingevuld met diverse maatregelen en derhalve tegengeboekt (€ 65 miljoen in 2025 en structureel € 145 miljoen vanaf 2025).
Besparingsverlies maatregel sturing doelmatigheid via tarieven
In het Coalitieakkoord Rutte IV is een maatregel opgenomen om doelma tigheid te bevorderen in de tariefstelling, door normatieve elementen toe te voegen in sectoren waar vaste of maximumtarieven worden gehanteerd. Naar aanleiding van het NZa-advies over deze maatregel (TK 29689, nr. 1239) heeft het kabinet bij de Voorjaarsnota besloten deze maatregel niet uit te voeren. Dit leidt tot een besparingsverlies van € 73,5 miljoen. Dit besparingsverlies wordt opgevangen met diverse maatregelen op de begroting van VWS.
Afstel modernisering Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)
Het afstel van de maatregel modernisering Geneesmiddelenvergoedings systeem (GVS) leidt tot € 140 miljoen hogere uitgaven voor apotheekzorg. Dit is verwerkt bij de eerste suppletoire begroting 2024. De dekking vindt plaats door een aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (€ 127 miljoen structureel) en de uitname van codeïne uit het verzekerde pakket (€ 13 miljoen structureel).
Aanpassing Wet Geneesmiddelenprijzen
De tijdelijke beleidsregel bij de Wet Geneesmiddelenprijzen (WGP) wordt aangepast zodat deze beter wordt gericht op de onderkant van de genees middelenmarkt. Vanwege beleidsmatige aanpassingen en omdat er minder geneesmiddelen zullen zijn waarvoor een verhoogde maximumprijs zal gelden, is bij de eerste suppletoire begroting 2024 een besparing verwerkt (van € 41,4 miljoen in 2024 en vanaf 2025 structureel € 165,5 miljoen). Op basis van nadere inzichten wordt dit bedrag thans naar beneden bijgesteld, zie mutatie Besparingsverlies aanpassing WGP. De aanpassing WGP dient onder andere als invulling van de van het besparingsverlies door het afstellen van de modernisering van het GVS.
Pakketuitname codeïne
Het Zorginstituut heeft op basis van het eind 2023 ontwikkelde afwegingskader noodzakelijk te verzekeren zorg een pakketadvies over codeïne in voorbereiding. Met de uitname van codeïne uit het verzekerde pakket wordt naar verwachting vanaf 2025 een besparing van € 13 miljoen gerealiseerd, en is bij de eerste suppletoire begroting 2024 verwerkt. Deze maatregel dient als invulling van het besparingsverlies door het afstellen van de modernisering van het GVS.
Overheveling IZA transformatiemiddelen
De totale middelen voor IZA die op de VWS-begroting beschikbaar zijn laten in 2024 per saldo € 14 miljoen ruimte zien. Hiervan is € 7 miljoen al bij de eerste suppletoire begroting 2024 verwerkt. Deze middelen worden toegevoegd aan de sector transformatiemiddelen zodat ze gebruikt kunnen worden voor impactvolle zorgtransformaties.
Overheveling middelen tijdelijke subsidie IC
De minister van VWS heeft in de Kamerbrief van 9 oktober 2023 (TK 31765, nr. 814) gemeld dat in aanloop naar structurele afspraken over de beschikbare IC-capaciteit de mogelijkheid van een tijdelijke subsidieregeling ten behoeve van de instandhouding van een fysieke infrastructuur tot 1700 IC-bedden wordt onderzocht. De voor dit doel gereserveerde middelen zijn bij de eerste suppletoire begroting 2024 overgeheveld naar de VWS-begroting.
Overheveling counseling 20 wekenecho
Nadat vorig jaar de 20-wekenecho is overgeheveld vanuit premiegefinancierde zorguitgaven naar de VWS-begroting, is bij eerste suppletoire begroting 2024 ook de daaraan gekoppelde counseling overgeheveld vanuit de premie-gefinancierde zorguitgaven naar de VWS-begroting. Door de counseling (net als de 20-wekenecho) via de regionale centra prenatale screening te laten lopen, komen de financiering en de kwaliteitsborging in één hand te liggen.
Besparing RS vaccin
Door opname van het Respiratoir Syncytieel (RS) vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma ontstaat een besparing van € 8 miljoen in het kader apotheekzorg en € 8 miljoen in het kader medisch-specialistische zorg. Dit is in de eerste suppletoire begroting 2024 verwerkt.
HLA: Verlaging eigen risico per 1 januari 2027 naar € 165 en tranchering op € 50 in MSZ.
In het HLA heeft het kabinet besloten het verplicht eigen risico in de Zvw per 1 januari 2027 te verlagen naar € 165 en het eigen risico te trancheren op € 50 voor de medisch-specialistische zorg (MSZ). Deze maatregelen leiden per saldo ertoe dat de zorgvraag stijgt ten opzichte van de eerdere situatie (doordat er minder een «rem» op de zorgvraag staat van het eigen risico; het zogenoemde remgeld effect). Hierdoor wordt verwacht dat er sprake zal zijn van hogere zorguitgaven.
HLA: Huidig eigen risico bevriezen in 2025 en 2026
In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet besloten de hoogte van het verplicht eigen risico in de Zvw ook in 2026 te bevriezen op € 385. Deze bevriezing leidt ten opzichte van de eerdere situatie van indexering tot een grotere vraag naar zorg (doordat er minder een «rem» op de zorgvraag staat van het eigen risico; het remgeld effect). Hierdoor zal er sprake zijn van hogere zorguitgaven.
HLA: Voortbouwen HLA curatieve zorg
De intentie is een hoofdlijnenakkoord af te sluiten voor de curatieve zorg. Op dit moment is reeds een hoofdlijnenakkoord tot en met 2026 afgesloten, het IZA. Aan de hand van de evaluatie wordt een hoofdlijnenakkoord voor de jaren tot en met 2028 voorbereid. Dit hoofdlijnenakkoord moet structureel € 590 miljoen opleveren waarbij de volumegroei gelijk is aan het laatste jaar van het huidige IZA. Als stok achter de deur kan het macrobeheersinstrument worden ingezet.
HLA: Onafhankelijke indicatiestelling ongecontracteerde wijkverpleging
De uitwerking van de maatregel in het hoofdlijnenakkoord ‘onafhankelijke indicatiestelling voor ongecontracteerde zorg’, zal leiden tot een structurele besparing van € 85 miljoen vanaf 2027. Hiermee wordt getracht de ongecontracteerde zorg in de wijkverpleging doelmatiger te maken.
HLA: Versnelling opschaling digitale zorg wijkverpleging
In het hoofdlijnenakkoord is besloten digitale zorgtoepassingen breder in te zetten teneinde werkprocessen doelmatiger te maken. Een deel van deze maatregel heeft betrekking op de wijkverpleging, een ander deel op de Wlz. Er worden met name opbrengsten verwacht als gevolg van digitale zorgverlening door middel van leefstijlmonitoring, medicijndispensers, steunkousen en zorgtablets. Teneinde de besparingen als gevolg van de versnelde inzet van digitale zorgtoepassingen te realiseren, worden in de jaren 2027 t/m 2030 middelen voor transitiekosten beschikbaar gesteld.
Besparingsverlies aanpassing WGP
In de eerste suppletoire begroting 2024 is een aanpassing van de tijdelijke beleidsregel WGP aangekondigd met een verwachte besparing in het kader medisch-specialistische zorg van € 20 miljoen in 2024 en € 80 miljoen vanaf 2025. Op basis van nadere inzichten over het effect op het kader MSZ wordt dit bedrag bijgesteld.
Kasschuif transformatiemiddelen premie
Op basis van de meest recente raming van de transformatiemiddelen worden met deze kasschuif de middelen in de juiste jaren geplaatst.
Overheveling transformatiemiddelen premie AP
In afwachting van het verlengen van het IZA worden de transformatiemiddelen in 2027 en 2028 overgeheveld naar de Aanvullende Post van Financiën.
Bekostiging post-covid via premiekader
Met het amendement Bushoff (TK, 36410 XVI, nr. 130) is voor 2024 en 2025 € 12 miljoen respectievelijk € 15 miljoen beschikbaar ten behoeve van het opzetten van een pilot voor gespecialiseerde post-COVID klinieken. De middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de zorg voor post-covid patiënten worden een jaar doorgeschoven en overgeheveld naar de premiegefinancierde zorguitgaven.
Subsidie voor werkgeverskosten opleiding wijkverpleegkundige
Er wordt met ingang van 2025 structureel € 60 miljoen overgeheveld naar de VWS-begroting ten behoeve van de subsidieregeling opleiden in de wijkverpleging, een nieuwe subsidieregeling gericht op werkgeverskosten opleiden in de wijkverpleging. Daarmee wordt beoogd om de vernieuwde opleidingsstructuur in de wijkverpleging – die een impuls krijgt via de incidentele IOW-middelen 2023-2026 - structureel te bestendigen.
Besparingsverlies tranchering eigen risico
Het kabinet Rutte IV had besloten tot een andere vormgeving van het eigen risico per 2025, waarbij in de MSZ een maximale eigen bijdrage van € 150 per behandeling zou gelden. Doordat dit wetsvoorstel controversieel was verklaard, bleek invoering per 2025 technisch niet uitvoerbaar. Dit leidt tot hogere ontvangsten van het eigen risico én hogere uitgaven vanwege verwachte gedragseffecten. De uitgavenramingen op de betreffende sectoren worden in totaal met € 318 miljoen verhoogd. De geraamde opbrengst van het eigen risico wordt met € 118 miljoen verhoogd. Per saldo is sprake van een besparingsverlies van € 200 miljoen in 2025.
Voortzetting aanpak wachtlijsten GGZ
De IZA-afspraak dat voor het wegwerken van wachtlijsten extra middelen worden toegevoegd aan het macrokader GGZ in 2023 en 2024 wordt verlengd voor 2025 en 2026.
Overheveling KIPZ naar overig curatieve zorg
Vanaf 2025 wordt de KIPZ-regeling anders vorm gegeven. In de Kamerbrief van 13 oktober 2023 (TK, 29214, nr. 101) is gewezen op de mogelijke risico’s van staatssteun en aangegeven dat de subsidieregeling vanaf 2025 een vervolg krijgt waarbij de rechtmatigheid geborgd dient te worden. Om die reden wordt de subsidieregeling van 2025 vorm gegeven via een zogenaamde Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Onderdeel van de AGVV-route is dat zorgaanbieders via co-financiering de helft meebetalen aan het strategisch opleiden. Onder die voorwaarde is er vrijstelling van het verbod op steunverlening. Dit betekent dat zorgaanbieders vanaf 2025 een subsidieaanvraag op basis van co-financiering bij VWS kunnen indienen. Zorgaanbieders ontvangen dan een subsidie ter grootte van de helft van het aangevraagde bedrag. De andere helft moeten zij zelf financieren. Om uitvoering te geven aan de IZA afspraak om de middelen beschikbaar te houden voor de MSZ-sector, is afgesproken om een deel van de middelen voor 2025 en 2026 over te hevelen naar de premiegefinancierde zorguitgaven.
HLA: Verwerking taakstelling publieke gezondheid
Met deze mutatie wordt de in het hoofdlijnenakkoord aangekondigde taakstelling publieke gezondheid voor wat betreft de premiegefinancierde zorguitgaven verwerkt.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.
Extrapolatie
Bij deze ontwerpbegroting, wordt voor het eerst het jaar t+5 toegevoegd, het extrapolatiejaar 2029. Om de stand van het jaar 2029 te berekenen zijn de begrotingstanden 2028 geëxtrapoleerd naar 2029. Bij deze extrapolatie wordt rekening gehouden met de technische bijstellingen van 2029 met betrekking tot volumegroei, raming loon- en prijsbijstelling en doorwerking van eerdere beleidsmaatregelen. Bij deze posten komt de raming 2029 niet overeen met de raming 2028.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisatie eigen risico Zvw
De raming van de opbrengsten eigen risico 2025-2029 is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
Actualisatie kostenverdelingen raming eigen risico
Jaarlijks wordt de raming van het eigen risico in de VWS-begroting geüpdatet met de nieuwste verdeling van zorgkosten en geijkt aan de raming van het eigen risico uit het onderzoek naar de risicoverevening. Beide gebeurt op basis van data van de Erasmus Universiteit. Dit leidt per saldo tot een neerwaartse bijstelling van de verwachte opbrengsten van het eigen risico van € 59,9 miljoen in 2024, oplopend tot € 66,6 miljoen in 2029, die zijn verwerkt bij de eerste suppletoire begroting 2024.
Verwerking MLT 2025-2029
Deze bijstelling van het eigen risico betreft de technische verwerking van de MLT 2025-2029 van het CPB.
Doorrekening opbrengsten eigen risico
De mutaties in de uitgavenramingen voor de Zvw leiden samen tot een opwaartse bijstelling van de opbrengsten van het eigen risico in 2025 met € 5,8 miljoen, oplopend tot € 8,8 miljoen in 2029.
Beleidsmatig
HLA: Verlaging eigen risico per 1 januari 2027 naar € 165 en tranchering op € 50 in MSZ
In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet besloten het verplicht eigen risico in de Zvw per 1 januari 2027 te verlagen naar € 165 en het eigen risico te trancheren op € 50 voor medisch-specialistische zorg. Deze maatregelen leiden tot een lagere opbrengst van het eigen risico.
HLA: Huidig eigen risico bevriezen in 2025 en 2026
In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet besloten de hoogte van het verplicht eigen risico in de Zvw ook in 2026 te bevriezen op € 385. Deze bevriezing leidt ten opzichte van de eerdere situatie van indexering tot een lagere opbrengst van het eigen risico.
Derving eigen risico GGZ
In de voorhangbrief voor de betaaltitel voor het verkennend gesprek (TK 25424, nr. 690) is het uitgangspunt uit het IZA bevestigd dat er geen eigen risico geldt voor de inzet van een GGZ-professional in het verkennend gesprek. Het budgettair effect van de uitzondering van het eigen risico wordt thans verwerkt.
Besparingsverlies tranchering eigen risico
Het kabinet Rutte IV had besloten tot een andere vormgeving van het eigen risico per 2025, waarbij in de MSZ een maximale eigen bijdrage van € 150 per behandeling zou gelden. Doordat dit wetsvoorstel controversieel was verklaard, bleek invoering per 2025 technisch niet uitvoerbaar. Dit leidt tot hogere ontvangsten van het eigen risico én hogere uitgaven vanwege verwachte gedragseffecten. De uitgavenramingen op de betreffende sectoren worden in totaal met € 318 miljoen verhoogd. De geraamde opbrengst van het eigen risico wordt met € 118 miljoen verhoogd. Per saldo is sprake van een besparingsverlies van € 200 miljoen in 2025.
Extrapolatie
Bij deze ontwerpbegroting, wordt voor het eerst het extrapolatiejaar 2029 (jaar t+5) toegevoegd. Om de stand van het jaar 2029 te berekenen zijn de begrotingstanden 2028 geëxtrapoleerd naar 2029. Bij deze extrapolatie wordt rekening gehouden met de technische bijstellingen van 2029 met betrekking tot volumegroei, raming loon- en prijsbijstelling en doorwerking van eerdere beleidsmaatregelen. Bij deze posten komt de raming 2029 niet overeen met de raming 2028.
6.3.1.4 Ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en –ontvangsten per deelsector
In tabel 4 wordt de ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten op (deel)sectorniveau weergegeven voor de periode 2024-2029. De sector Nominaal en onverdeeld Zvw bevat de nog niet uitgedeelde ruimte voor volumegroei en loon- en prijsbijstellingen en de nog niet toebedeelde taakstelingen en middelen uit de Startnota.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Eerstelijnszorg | 8.500,0 | 8.544,0 | 8.647,5 | 8.642,2 | 8.641,5 | 8.641,5 |
Huisartsenzorg | 4.486,8 | 4.470,2 | 4.596,2 | 4.596,2 | 4.596,2 | 4.596,2 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 918,4 | 962,2 | 986,6 | 979,7 | 979,7 | 979,7 |
Tandheelkundige zorg | 996,8 | 1.011,7 | 1.006,8 | 1.006,8 | 1.006,8 | 1.006,8 |
Paramedische zorg | 1.141,7 | 1.133,8 | 1.092,8 | 1.094,5 | 1.093,7 | 1.093,7 |
Verloskunde | 313,8 | 310,0 | 310,0 | 310,0 | 310,0 | 310,0 |
Kraamzorg | 416,5 | 424,9 | 424,9 | 424,9 | 424,9 | 424,9 |
Zorg voor zintuiglijk gehandicapten | 226,0 | 231,3 | 230,2 | 230,2 | 230,2 | 230,2 |
Tweedelijnszorg | 33.297,2 | 34.051,6 | 33.926,0 | 33.783,6 | 33.778,3 | 33.772,5 |
Medisch-specialistische zorg | 29.915,2 | 30.575,1 | 30.459,8 | 30.459,8 | 30.459,8 | 30.459,8 |
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf | 1.350,1 | 1.417,8 | 1.408,2 | 1.408,2 | 1.408,2 | 1.408,2 |
Beschikbaarheidbijdragen academische zorg | 1.006,5 | 1.013,6 | 1.013,6 | 1.013,6 | 1.013,6 | 1.013,6 |
Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg | 233,9 | 225,3 | 225,3 | 217,1 | 214,3 | 208,5 |
Overig curatieve zorg | 791,5 | 819,8 | 819,1 | 684,9 | 682,3 | 682,3 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 5.505,0 | 5.558,1 | 5.553,3 | 5.321,6 | 5.321,6 | 5.321,6 |
Apotheekzorg en hulpmiddelen | 7.841,7 | 8.073,5 | 8.091,6 | 8.084,0 | 8.084,0 | 8.078,7 |
Apotheekzorg | 5.797,0 | 5.984,9 | 6.013,0 | 6.005,4 | 6.005,4 | 6.000,1 |
Hulpmiddelen | 2.044,7 | 2.088,6 | 2.078,6 | 2.078,6 | 2.078,6 | 2.078,6 |
Wijkverpleging | 3.383,5 | 3.494,1 | 3.904,5 | 4.009,3 | 3.956,3 | 3.919,4 |
Ziekenvervoer | 1.086,0 | 1.112,5 | 1.107,2 | 1.107,2 | 1.107,2 | 1.107,2 |
Ambulancezorg | 954,3 | 977,7 | 973,1 | 973,1 | 973,1 | 973,1 |
Overig ziekenvervoer | 131,7 | 134,8 | 134,1 | 134,1 | 134,1 | 134,1 |
Opleidingen | 1.722,3 | 1.868,5 | 1.958,1 | 1.988,0 | 1.984,7 | 1.999,7 |
Grensoverschrijdende zorg | 955,1 | 937,0 | 934,4 | 934,4 | 934,4 | 934,4 |
Transformatiemiddelen IZA 2 | 235,5 | 232,8 | 514,9 | 397,8 | 0,0 | 0,0 |
Nominaal en onverdeeld Zvw | 34,8 | 2.889,5 | 5.866,5 | 10.883,7 | 14.465,8 | 18.692,7 |
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 62.561,1 | 66.761,6 | 70.504,1 | 75.152,0 | 78.273,9 | 82.467,8 |
Eigen betalingen Zvw | 3.418,0 | 3.395,2 | 3.323,1 | 1.584,6 | 1.601,6 | 1.619,2 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 59.143,1 | 63.366,4 | 67.181,1 | 73.567,4 | 76.672,3 | 80.848,6 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
2 De transformatiemiddelen IZA (samenhangend met de coalitieakkoord-maatregelen IZA en Juiste zorg op de juiste plek) zijn op een aparte sector opgenomen. | ||||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
In onderstaande figuur is de samenstelling van de bruto Zvw-uitgaven 2025 in staafdiagrammen opgenomen.
Figuur 2 Samenstelling van de bruto Zvw-uitgaven 2025 (in miljarden euro’s)
6.3.1.5 Integraal zorgakkoord
In 2025 gaan we door met de uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA). In het IZA zijn voor de MSZ, GGZ, wijkverpleging, huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg (MDZ) budgettaire kaders afgesproken en vastgelegd waarbinnen de zorgkosten zich in de periode 2023 t/m 2026 kunnen ontwikkelen. Tezamen vormen deze kaders het macrokader IZA. In de ontwerpbegroting 2023 zijn de beschikbare macrokaders per sector op basis van het IZA opgenomen. Sindsdien heeft indexatie voor de loon- en prijsontwikkeling in 2023 en 2024 plaatsgevonden en zijn op de sectoren verschillende mutaties verwerkt.
Aanpassing IZA-kaders begroting 2025
In het IZA is een tussentijds evaluatiemoment afgesproken, de mid-term review. Daarbij is het mogelijk aanpassingen van het basisniveau door te voeren bij een significant afwijkend beeld op basis van realisatiecijfers. Bij de sector wijkverpleging zijn de verwachte uitgaven in 2024 circa € 1 miljard lager dan in het IZA is afgesproken. Daarentegen zijn de uitgaven bij de GGZ circa € 200 miljoen hoger dan afgesproken. De onderschrijding bij de wijkverpleging is naar verwachting structureel van aard. Voor de GGZ is het aannemelijk dat de verhoogde uitgaven 2024 ook in 2025 en 2026 doorwerken. Dat geldt ook voor een (beperkte) overschrijding bij de multidisciplinaire zorgverlening. De kaders van de GGZ, wijkverpleging en MDZ worden op basis van deze actualisatiecijfers 2024 aangepast. De aanpassingen van de kaders voor deze sectoren laten de IZA-afspraken over hogere groeiruimte in 2025 en 2026 (wijkverpleging en MDZ) en de financiële opgave op basis van lagere groei voor de GGZ onverlet. Voor de GGZ komt daarnaast in 2025 en 2026 – net als voor 2023 en 2024 – jaarlijks € 30 miljoen extra beschikbaar voor de aanpak van wachtlijsten. Vanuit de sector wijkverpleging wordt vanaf 2025 structureel € 60 miljoen overgeheveld naar de VWS-begroting ten behoeve van de subsidieregeling opleiden in de wijkverpleging. De kaders voor de MSZ en huisartsenzorg worden niet bijgesteld. Een onderschrijding bij de MSZ en een overschrijding bij de huisartsenzorg zijn naar verwachting niet structureel.
De actuele macrokaders zijn met inachtneming van de aanpassingen van de sectorale kaders en technische mutaties als volgt (prijspeil 2024).
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|
Medisch-specialistische zorg | 28.135 | 30.215 | 30.575 | 30.460 |
Geestelijke gezondheidszorg | 4.913 | 5.303 | 5.558 | 5.553 |
Wijkverpleging | 4.049 | 4.415 | 3.494 | 3.904 |
Huisartsenzorg | 3.941 | 4.318 | 4.470 | 4.596 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 825 | 911 | 962 | 987 |
Macrokader IZA | 41.863 | 45.163 | 45.060 | 45.501 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
De afzonderlijke mutaties sinds de ontwerpbegroting 2024 en de actuele macrokaders voor de betreffende sectoren zijn terug te vinden in het verdiepingshoofdstuk dat integraal als open data beschikbaar wordt gesteld op: Overzicht Datasets | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl). De eerdere mutaties ten tijde van de ontwerpbegroting 2024 zijn terug te vinden in het verdiepingshoofdstuk bij die begroting.
Voor de partijen die deelnemen aan het IZA zijn in aanvulling op de beschikbare kaders transformatiemiddelen en specifieke investeringsmid delen beschikbaar. Aan transformatiemiddelen is in totaal € 2,8 miljard beschikbaar. De verdeling van de transformatiemiddelen over de jaren is aangepast, waarbij thans ook wordt uitgegaan van uitgaven in 2028. In afwachting van het verlengen van het IZA zijn de transformatiemiddelen voor 2027 en 2028 overgeheveld naar de aanvullende post bij het ministerie van Financiën.
De ontwikkeling van de uitgaven binnen de sectoren van het IZA wordt viermaal per jaar gemonitord via kwartaalrapportages van het Zorginstituut en de NZa. De uitgaven van de transformatiemiddelen worden elk kwartaal gemonitord door de NZa en Zorgverzekeraars Nederland. De ontwikkelingen worden besproken in het bestuurlijk overleg IZA.
6.3.2.1 Algemene doelstelling
Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat:
1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en,
2. wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg aangeboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
6.3.2.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
De Minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen.
De uitvoering van de Wlz is in handen van de zorgkantoren. De Wlz geeft recht op zorg aan verzekerden met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben. Om in aanmerking te komen voor zorg vanuit de Wlz moet een verzekerde een Wlz-indicatie hebben, welke door het Centrum Indicatiesteling Zorg (CIZ) verstrekt wordt. Wlz- uitvoerders sluiten overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, volledig pakket thuis (vpt), modulair pakket thuis (mpt) of een persoonsgebonden budget (pgb). De verzekerde bepaalt zoveel mogelijk zelf waar en hoe hij zorg krijgt.
De Minister wordt ondersteund door de IGJ, Zorginstituut Nederland en de NZa. De IGJ houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de zorg in Nederland. Zorginstituut Nederland en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Zorginstituut Nederland adviseert de Minister over de samenstelling van het verzekerde pakket, stimuleert de continue kwaliteitsverbetering en beheert het Fonds langdurige zorg (Flz). De NZa houdt toezicht op zorgaanbieders en Wlz-uitvoerders. De NZa adviseert de bewindspersonen over beleid en regelgeving en de toereikendheid van het budgettair kader. De NZa stelt op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast. De minister stelt het budgettaire kader voor de langdurige zorg vast.
Verder ziet de ACM toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg.
6.3.2.3 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en –ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen voor de jaren 2024 tot en met 2029 sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2024.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:
– Autonoom: voornamelijk bijstellingen als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van Zorginstituut Nederland en de NZa en bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het CPB.
– Beleidsmatig: bijstellingen die verband houden met politieke prioriteitstelling.
– Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
Tabel 6 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2024 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende bijstellingen opgenomen.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2024 | 36.760,0 | 38.771,8 | 41.942,0 | 44.832,4 | 47.760,5 | 47.760,5 |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | ‒ 178,4 | 618,7 | 263,0 | 13,5 | 200,1 | 244,7 |
Actualisatie Wlz-uitgaven | ‒ 209,1 | 101,5 | 101,5 | 101,5 | 101,5 | 101,5 |
Loon- en prijsontwikkeling | 23,4 | 43,9 | 14,7 | ‒ 11,6 | 275,5 | 340,0 |
Verwerking MLT 2025-2029 | 2,3 | 307,8 | ‒ 20,7 | ‒ 244,0 | ‒ 344,4 | ‒ 364,3 |
Actualisatie Wlz opleidingen | 5,0 | 5,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Kostprijsonderzoek Wlz | 0,0 | 167,5 | 167,5 | 167,5 | 167,5 | 167,5 |
Domein overstijgend samenwerken | 0,0 | ‒ 7,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Beleidsmatig | 190,3 | 562,4 | ‒ 23,6 | ‒ 78,4 | ‒ 146,5 | 3.038,5 |
Uitvoering amendement Dobbe | 193,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Uitvoering amendement Westerveld | 1,8 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Bijstelling nominaal en onverdeeld | 0,0 | ‒ 25,0 | ‒ 25,0 | ‒ 25,0 | ‒ 25,0 | ‒ 25,0 |
Hulpmiddelen Wmo-Wlz | ‒ 4,5 | ‒ 6,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
HLA: Versnellen opschaling digitale zorg in verpleeg- en gehandicaptenzorg | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 45,0 | ‒ 110,0 | ‒ 182,5 |
Domein overstijgend samenwerken | 0,0 | ‒ 27,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeghuiszorg | 0,0 | 200,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Behandeling Wlz | 0,0 | 170,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Meerjarig contracteren | 0,0 | 245,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Spraakcomputers | 0,0 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 |
Overig beleidsmatig | 0,0 | 5,0 | 0,0 | ‒ 9,8 | ‒ 12,9 | ‒ 19,5 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 3.264,1 |
Technisch | ‒ 89,0 | ‒ 103,2 | ‒ 103,2 | ‒ 103,2 | ‒ 103,2 | ‒ 103,2 |
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen | ‒ 89,0 | ‒ 89,0 | ‒ 89,1 | ‒ 89,1 | ‒ 89,1 | ‒ 89,1 |
Volume-index 2025 budget Wmo beschermd wonen | 0,0 | ‒ 14,2 | ‒ 14,2 | ‒ 14,2 | ‒ 14,2 | ‒ 14,2 |
Totaal bijstellingen | ‒ 77,1 | 1.077,9 | 136,2 | ‒ 168,1 | ‒ 49,7 | 3.179,9 |
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 36.682,9 | 39.849,7 | 42.078,2 | 44.664,2 | 47.710,8 | 50.940,4 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2024 | 2.276,6 | 2.487,5 | 2.663,8 | 2.760,8 | 2.890,5 | 2.890,5 |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | 40,5 | 47,4 | 56,5 | 68,9 | 51,8 | 44,1 |
Actualisatie eigen bijdragen Wlz | 40,5 | 47,4 | 53,0 | 56,3 | 61,0 | 65,6 |
Verwerking MLT 2025-2029 | 0,0 | 0,0 | 3,5 | 12,6 | ‒ 9,2 | ‒ 21,5 |
Beleidsmatig | 0,0 | 0,0 | 14,2 | 22,5 | 31,0 | 158,3 |
Afschaffen compensatie vervallen ouderentoeslag en extra vermogensvrijstelling voor niet-AOW'ers | 0,0 | 0,0 | 14,2 | 22,5 | 31,0 | 31,5 |
Extrapolatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 126,8 |
Totaal bijstellingen | 40,5 | 47,4 | 70,7 | 91,4 | 82,8 | 202,4 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2025 | 2.317,1 | 2.534,9 | 2.734,5 | 2.852,2 | 2.973,3 | 3.092,9 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2024 | 34.483,4 | 36.284,3 | 39.278,2 | 42.071,6 | 44.870,0 | 44.870,0 |
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven | ‒ 117,6 | 1.030,5 | 65,5 | ‒ 259,5 | ‒ 132,5 | 2.977,5 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 34.365,8 | 37.314,8 | 39.343,7 | 41.812,0 | 44.737,5 | 47.847,5 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisatie Wlz-uitgaven
Op basis van de meest recente uitvoeringsinformatie van de NZa (julibrief) is de raming voor het Wlz-kader bijgesteld. Dit betreft per saldo een neerwaartse bijstelling van € 209 miljoen in 2024 en een opwaarste bijstelling van € 102 miljoen in 2025 en latere jaren. Dit betreft de optelsom van de mutaties van de eerste suppletoire begroting 2024 en de Ontwerpbegroting 2025.
Loon- en prijsontwikkeling
De bijstellingen zijn het gevolg van de jaarlijkse technische aanpassing van de grondslag van de loon- en prijsontwikkeling. De grondslag is nu verlegd van de stand ontwerpbegroting 2024 naar de stand ontwerpbegroting 2025.
Verwerking MLT 2025-2029
Het CPB heeft een nieuwe MLT gemaakt. Hierin staan nieuwe cijfers voor lonen, prijzen en volumegroei van de zorg voor de middellange termijn.
Actualisatie Wlz opleidingen
Op basis van gegevens uit de vierde kwartaalrapportage 2023 van het Zorginstituut en informatie van de NZa zijn de uitgaven bij eerste suppletoire begroting 2024 voor de opleidingen Wlz geactualiseerd (€ 5 miljoen in 2024 en 2025).
Kostprijsonderzoek Wlz
De NZa heeft op basis van een kostprijsonderzoek de tarieven voor een drietal zorgprofielen (waaronder VG7) verhoogd. Om ervoor te zorgen dat zorgkantoren deze zorg tegen reële prijzen kunnen inkopen wordt er vanaf 2025 structureel € 167,5 miljoen aan het Wlz-kader toegevoegd.
Domein overstijgend samenwerken
In 2025 worden net als in 2024 via een specifieke uitkering domein-overstijgend samenwerken middelen gereserveerd om investeringen in preventieve maatregelen, die leiden tot lagere instroom in de Wlz, mogelijk te maken. De prognoses 2025 laten zien dat het aangevraagde bedrag maximaal zal uitkomen op € 27 miljoen. Het oorspronkelijke budget van € 34 miljoen wordt daarom met € 7 miljoen verlaagd.
Beleidsmatig
Uitvoering amendement Dobbe
Via een overboeking bij de eerste suppletoire begroting 2024 vanuit de VWS-begroting naar de premiegefinancierde zorguitgaven wordt uitvoering gegeven aan het amendement Dobbe (TK 36410 XVI, nr. 36). Dit amendement heeft als doel de ingeboekte besparing in het Wlz-kader van € 193 miljoen in 2024 ongedaan te maken.
Uitvoering amendement Westerveld
Via een overboeking bij eerste suppletoire begroting 2024 vanuit de VWS-begroting naar de premiegefinancierde zorguitgaven wordt uitvoering gegeven aan het amendement Westerveld (TK 36410 XVI, nr. 39). Dit amendement heeft als doel het vrijmaken van middelen voor cliënten die specifieke spraakhulpmiddelen nodig hebben in instellingen. Het wordt gefinancierd vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Het betreft € 1,8 miljoen in 2024.
Bijstelling nominaal en onverdeeld
Er vindt een neerwaartse bijstelling van € 25 miljoen structureel plaats vanaf 2025 op de nog onverdeelde groeiruimte Wmo.
Hulpmiddelen Wmo-Wlz
Het scheiden van wonen en zorg in de Wlz leidt bij gemeenten tot meerkosten. Bepaalde hulpmiddelen die bij zorg met verblijf vanuit de Wlz worden gefinancierd, worden bij andere leveringsvormen vanuit de Wmo gefinancierd. De meerkosten van gemeenten worden gedekt middels een overheveling vanuit de Wlz naar het gemeentefonds bij de eerste suppletoire begroting 2024 van € 4,5 miljoen in 2024 en € 6,7 miljoen in 2025.
HLA: Versnellen opschaling digitale zorg in verpleeg- en gehandicaptenzorg
In het hoofdlijnenakkoord is besloten digitale zorgtoepassingen breder in te zetten teneinde werkprocessen doelmatiger te maken. Een deel van deze maatregel heeft betrekking op de Wlz, een ander deel op de wijkverpleging. Er worden met name opbrengsten verwacht als gevolg van digitale zorgverlening door middel van leefstijlmonitoring, medicijndispensers, steunkousen en zorgtablets. Teneinde de besparingen als gevolg van de versnelde inzet van digitale zorgtoepassingen te realiseren, worden in de jaren 2027 t/m 2030 middelen voor transitiekosten beschikbaar gesteld.
Domein overstijgend samenwerken
Het wetsvoorstel domeinoverstijgend samenwerking schept de mogelijkheid voor zorgkantoren om te investeren in preventieve maatregelen die leiden tot lagere instroom in de Wlz. Omdat dit wetsvoorstel nog niet is aangenomen in de Tweede Kamer wordt ter overbrugging voor 2025 net als in 2024 een specifieke uitkering aan gemeenten ontwikkeld om hetzelfde doel te bereiken. Om dit mogelijk te maken worden deze middelen overgeheveld naar de VWS-begroting (€ 27,3 miljoen).
Doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeghuiszorg
De maatregel Doorontwikkeling Kwaliteitskader verpleeghuiszorg wordt in 2025 niet gerealiseerd. Dit leidt tot een besparingsverlies van € 200 miljoen in 2025.
Behandeling Wlz
In het coalitieakkoord Rutte IV is opgenomen dat een besparing wordt gerealiseerd door behandeling voor Wlz-cliënten volledig over te hevelen naar de Zvw. In het WOZO-programma is besloten om niet over te hevelen, maar wel per 2025 € 170 miljoen te besparen op de behandelcomponent binnen de Wlz. Deze besparing wordt in 2025 niet gerealiseerd. Dit leidt tot een besparingsverlies van € 170 miljoen in 2025.
Meerjarig contracteren
De maatregel meerjarige contracten en budgetafspraken beoogt door meerjarige zekerheid aan zorgkantoren en zorgaanbieders te bieden de doelmatigheid van de sector te verhogen. De wettelijke basis voor het meerjarig contracteren is opgenomen in het wetsvoorstel domeinoverstijgend samenwerken. Omdat deze wet nog niet per 1 januari 2025 van kracht is, komt de besparing van € 245 miljoen in 2025 te vervallen.
Spraakcomputers
Vanaf 2025 wordt structureel € 1,4 miljoen extra beschikbaar gesteld aan het Wlz-kader ten behoeve van het gebruik van spraakcomputers binnen de langdurige zorg. Dit bedrag is gebaseerd op een NZa-advies over de bekostiging van spraakcomputers in de Wlz.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige mutaties.
Extrapolatie
Bij deze ontwerpbegroting, wordt voor het eerst het extrapolatiejaar 2029 (jaar t+5) toegevoegd. Om de stand van het jaar 2029 te berekenen zijn de begrotingstanden 2028 geëxtrapoleerd naar 2029. Bij deze extrapolatie wordt rekening gehouden met de technische bijstellingen van 2029 met betrekking tot volumegroei, raming loon- en prijsbijstelling en doorwerking van eerdere beleidsmaatregelen. Bij deze posten komt de raming 2029 niet overeen met de raming 2028.
Technisch
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
Dit betreft het overboeken van de tranche loon- en prijsindexatie 2024 voor Wmo beschermd wonen naar het gemeentefonds.
Volume-index 2025 budget Wmo beschermd wonen
Dit betreft het overboeken van de tranche volume-indexatie 2025 voor Wmo beschermd wonen naar het gemeentefonds.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisatie eigen bijdragen Wlz
Dit betreft de actualisering van de eigen bijdragen Wlz op basis van de uitvoeringsinformatie van het Zorginstituut.
Verwerking MLT 2025-2029
De raming van de eigen bijdragen Wlz is aangepast op basis van van de technische verwerking van de MLT van het CPB. Deze cijfers zijn verwerkt in de ontwerpbegroting.
Beleidsmatig
Afschaffen compensatie vervallen ouderentoeslag en extra vermogensvrijstelling voor niet-AOW'ers.
De compensatie vervallen ouderentoeslag (CVO) en de extra vermogensvrijstelling voor niet-AOW’ers zijn vermogensvrijstellingen binnen de eigen bijdragen Wlz en Wmo beschermd wonen 2015. Beide vermogensvrijstellingen worden afgeschaft (de CVO over een periode van drie jaar), omdat vanwege ontwikkelingen in zowel de fiscaliteit als de eigen bijdragen de beleidsdoelen van deze vermogensvrijstellingen inmiddels zijn behaald. Door de verhoging van het heffingsvrije vermogen zijn de inkomenseffecten van het vervallen van de ouderentoeslag gecompenseerd. Daarnaast zorgen de verhoging van de vermogensvrijstelling voor de vermogensinkomensbijtelling (VIB) en de halvering van de VIB van 8% naar 4% ervoor dat vermogen minder zwaar meetelt. Er bestaat daarom geen noodzaak meer voor deze vermogensvrijstellingen. Met de (stapsgewijze) afschaffing van de CVO wordt tevens een technische imperfectie uit het systeem gehaald, waarbij cliënten mét vermogen in de huidige situatie soms een lagere eigen bijdrage betalen dan cliënten zonder vermogen.
Extrapolatie
Bij deze ontwerpbegroting, wordt voor het eerst het extrapolatiejaar 2029 (jaar t+5) toegevoegd. Om de stand van het jaar 2029 te berekenen zijn de begrotingstanden 2028 geëxtrapoleerd naar 2029. Bij deze extrapolatie wordt rekening gehouden met de technische bijstellingen van 2029 met betrekking tot volumegroei, raming loon- en prijsbijstelling en doorwerking van eerdere beleidsmaatregelen. Bij deze posten komt de raming 2029 niet overeen met de raming 2028.
6.3.2.4 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en –ontvangsten per deelsector
In tabel 7 wordt de ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten op sectorniveau weergegeven voor de periode 2024-2029. De sector Nominaal en onverdeeld Wlz bevat de nog niet uitgedeelde ruimte voor volumegroei en loon- en prijsbijstellingen en nog niet toebedeelde middelen uit de Startnota.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Zorg in natura binnen contracteerruimte | 32.142,7 | 33.174,2 | 32.567,5 | 32.352,0 | 32.302,4 | 32.232,2 |
Ouderenzorg | 18.672,9 | 19.156,0 | 18.719,0 | 18.511,2 | 18.462,9 | 18.393,8 |
Gehandicaptenzorg | 11.087,4 | 11.564,4 | 11.425,1 | 11.417,4 | 11.416,1 | 11.415,0 |
Langdurige ggz | 2.382,4 | 2.453,9 | 2.423,4 | 2.423,4 | 2.423,3 | 2.423,3 |
Persoonsgebonden budgetten | 3.490,2 | 3.737,0 | 3.637,1 | 3.583,5 | 3.583,5 | 3.583,5 |
Pgb ouderenzorg | 806,1 | 924,4 | 902,0 | 889,7 | 889,7 | 889,7 |
Pgb gehandicaptenzorg | 2.389,9 | 2.505,3 | 2.435,5 | 2.397,8 | 2.397,8 | 2.397,8 |
Pgb langdurige ggz | 294,2 | 307,3 | 299,6 | 296,0 | 296,0 | 296,0 |
Buiten contracteerruimte | 1.050,0 | 2.938,5 | 5.873,6 | 8.728,8 | 11.824,9 | 15.124,8 |
Beheerskosten | 351,6 | 384,7 | 432,9 | 377,1 | 377,1 | 377,1 |
Overig buiten contracteerruimte2 | 677,4 | 692,8 | 689,4 | 675,3 | 675,3 | 675,3 |
Nominaal en onverdeeld Wlz | 21,0 | 1.861,0 | 4.751,3 | 7.676,4 | 10.772,5 | 14.072,3 |
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 36.682,9 | 39.849,7 | 42.078,2 | 44.664,2 | 47.710,8 | 50.940,4 |
Eigen bijdragen Wlz | 2.317,1 | 2.534,9 | 2.734,5 | 2.852,2 | 2.973,3 | 3.092,9 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2025 | 34.365,8 | 37.314,8 | 39.343,7 | 41.812,0 | 44.737,5 | 47.847,5 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
2 Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: hulpmiddelen, tandheelkunde Wlz, medisch-specialistische zorg Wlz, dure geneesmiddelen, ADL en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz. | ||||||
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
In onderstaande figuur is de samenstelling van de bruto Wlz-uitgaven 2025 in staafdiagrammen opgenomen.
Figuur 3 Samenstelling van de bruto Wlz-uitgaven 2025 (in miljarden euro's)
De uitgaven voor Wmo beschermd wonen zijn de middelen die via een integratie-uitkering vanuit het gemeentefonds aan gemeenten beschikbaar gesteld worden. Deze middelen staan op de begroting van het gemeentefonds van het ministerie van BZK, maar vallen onder de zorguitgaven in de paragraaf PZ. Verder is een deel van de middelen uit de Startnota, die onder de zorguitgaven in de paragraaf PZ vallen, opgenomen op de AP van het ministerie van Financiën.
6.3.3.1 Verticale ontwikkeling Wmo beschermd wonen
In tabel 8 wordt de verticale ontwikkeling van de uitgaven Wmo beschermd wonen gepresenteerd en toegelicht.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto uitgaven Wmo beschermd wonen ontwerpbegroting 2024 | 1.642,0 | 1.642,6 | 1.643,3 | 1.643,3 | 1.643,3 | 1.643,3 |
Bijstellingen | ||||||
Technisch | 89,0 | 103,2 | 103,2 | 103,2 | 103,2 | 103,2 |
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen | 89,0 | 89,0 | 89,1 | 89,1 | 89,1 | 89,1 |
Volume-index 2025 budget Wmo beschermd wonen | 0,0 | 14,2 | 14,2 | 14,2 | 14,2 | 14,2 |
Totaal bijstellingen | 89,0 | 103,2 | 103,2 | 103,2 | 103,2 | 103,2 |
Netto uitgaven Wmo beschermd wonen ontwerpbegroting 2025 | 1.731,0 | 1.745,9 | 1.746,6 | 1.746,6 | 1.746,6 | 1.746,6 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS. |
Toelichting
Loon- en prijsindexatie Wmo beschermd wonen
Dit betreft het overboeken van de tranche loon- en prijsindexatie 2024 voor Wmo beschermd wonen naar het gemeentefonds.
Volume-index 2025 budget Wmo beschermd wonen
Dit betreft het overboeken van de tranche volume-indexatie 2025 voor Wmo beschermd wonen naar het gemeentefonds.
6.3.3.2 Ontwikkeling van de aanvullende post (AP)
In tabel 9 wordt de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven op de AP van het ministerie van Financiën gepresenteerd en toegelicht. In de tabel zijn de middelen uit de Startnota opgenomen die overgeheveld zijn naar de Zvw en Wlz en naar de begrotingsartikelen van de VWS-begroting. Daarnaast zijn enkele overige bijstellingen in de tabel verwerkt.
In tabel 9A is de stand van de middelen op de AP opgenomen.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto zorguitgaven aanvullende post Financiën ontwerpbegroting 2024 | 298,2 | 170,5 | 213,8 | 179,0 | 207,8 | 207,8 |
Bijstellingen | ||||||
Beleidsmatig | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 600,0 | 600,0 | 600,0 |
Investeren in betere ouderenzorg (Wlz) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 600,0 | 600,0 | 600,0 |
Overhevelingen naar de begrotingsartikelen VWS-begroting | ‒ 66,7 | ‒ 0,8 | ‒ 1,1 | ‒ 0,7 | ‒ 0,3 | 0,0 |
Standaardisatie gegevensuitwisseling | ‒ 65,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
LPO Standaardisatie gegevensuitwisseling | ‒ 1,4 | ‒ 0,8 | ‒ 1,1 | ‒ 0,7 | ‒ 0,3 | 0,0 |
Overhevelingen vanuit de premiegefinancierde zorguitgaven | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 300,0 | 600,0 | 0,0 |
Overheveling transformatiemiddelen premie AP | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 300,0 | 600,0 | 0,0 |
Overige | ‒ 231,4 | ‒ 169,7 | ‒ 188,5 | ‒ 155,1 | ‒ 191,5 | ‒ 202,8 |
Kasschuif standaardisatie gegevensuitwisseling | ‒ 232,3 | 0,0 | 77,4 | 77,4 | 77,4 | 0,0 |
Bijdrage van VWS aan Oekraïne accountability | 0,0 | ‒ 7,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Dekking amendement Bikker c.s. | ‒ 0,1 | ‒ 0,1 | ‒ 0,1 | ‒ 5,7 | ‒ 5,7 | ‒ 5,7 |
Loon- en prijsbijstelling | 15,8 | 9,0 | 11,4 | 9,3 | 11,8 | 0,0 |
Overheveling standaardisatie gegevensuitwisseling naar AP H16 | ‒ 14,9 | ‒ 171,1 | ‒ 245,1 | ‒ 253,4 | ‒ 284,8 | 0,0 |
Kasschuif Passende Zorg | 0,0 | 0,0 | ‒ 32,1 | 17,4 | 9,8 | 5,0 |
Extrapolatie | ‒ 202,1 | |||||
Totaal bijstellingen | ‒ 298,2 | ‒ 170,5 | ‒ 189,6 | 744,2 | 1.008,2 | 397,2 |
Netto zorguitgaven aanvullende post Financiën ontwerpbegroting 2025 | 0,0 | 0,0 | 24,2 | 923,2 | 1.216,0 | 605,0 |
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS. |
Toelichting
Beleidsmatig
Investeren in betere ouderenzorg (Wlz)
Er wordt geïnvesteerd in betere ouderenzorg voor bijvoorbeeld zorg-/verpleegplekken voor ouderen.
Overhevelingen naar de begrotingsartikelen VWS-begroting
Standaardisatie gegevensuitwisseling
In het kader van activiteiten voor standaardisatie van gegevensuitwisseling is aanvullend € 65,3 miljoen beschikbaar in 2024. Deze middelen worden voor € 27,8 miljoen besteed aan het ontwikkelen van een Landelijk dekkend netwerk van infrastructuren, voor € 23,0 miljoen aan het doorontwikkelen van Generieke functies en voor € 14,5 miljoen aan het starten met digitalisering van gegevensuitwisseling op de BES-eilanden. De activiteiten vinden plaats op de VWS-begroting.
LPO standaardisatie gegevensuitwisseling
Dit betreft de loon- en prijs op de AP-middelen voor standaardisatie gegevensuitwisseling.
Overhevelingen vanuit de premiegefinancierde zorguitgaven
Overheveling transformatiemiddelen premie AP
In afwachting van het verlengen van het IZA worden de transformatiemiddelen overgeheveld naar de AP van Financiën.
Overige
Kasschuif standaardisatie gegevensuitwisseling
Vanwege vertraging in de uitvoering van beleidsactiviteiten rondom standaardisatie van gegevensuitwisseling is een kasschuif benodigd om de beleidsdoelstellingen te halen.
Bijdrage van VWS aan Oekraïne accountability
Dit was de tijdelijke bijdrage van VWS aan Oekraïne accountability op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze bijdrage kwam vanuit de AP-middelen voor standaardisatie gegevensuitwisseling.
Dekking amendement Bikker c.s.
De resterende loon- en prijs op de aanvullende post is ingezet ter dekking voor het amendement Bikker, over het verbeteren van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van het openbaar vervoer (begroting ministerie van Infrastructuur en Waterstaat).
Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de loon- en prijsbijstelling op de AP-middelen.
Overheveling standaardisatie gegevensuitwisseling
De AP-middelen voor standaardisatie gegevensuitwisseling zijn overgeheveld naar een ander onderdeel van de AP (AP H16).
Kasschuif Passende Zorg
Er heeft op de AP een kasschuif passend zorg plaatsgevonden.
Extrapolatie
Deze mutatie betreft een correctieboeking van de extrapolatie voor het jaar 2029.
In tabel 9A is de ontwikkeling van de zorguitgaven op de aanvullende post van Financiën opgenomen. Dit betreft de stand van de middelen op de AP van het ministerie van Financiën na verwerking van de maatregelen uit de Startnota, de overhevelingen naar de begrotingsartikelen van de VWS-begroting en overige bijstellingen.
De middelen die nog op de AP van het ministerie van Financiën resteren, zullen naar de VWS-begroting worden overgeheveld nadat concrete en doelmatige bestedingsvoorstellen verder zijn uitgewerkt én nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met het ministerie van Financiën.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Passende zorg als norm in Zvw (investeringsmiddelen) | 0,0 | 0,0 | 24,2 | 23,2 | 16,0 | 5,0 |
Investeren in betere ouderenzorg (Wlz) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 600,0 | 600,0 | 600,0 |
Overheveling transformatiemiddelen premie AP | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 300,0 | 600,0 | 0,0 |
Stand aanvullende post Financiën ontwerpbegroting 2025 | 0,0 | 0,0 | 24,2 | 923,2 | 1.216,0 | 605,0 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS. |