Base description which applies to whole site

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar

In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in de belangrijkste mutaties die zijn opgetreden tussen de ontwerpbegroting 2024 (incl. amendementen en Nota’s van Wijziging) en de ontwerpbegroting 2025.

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024 (inclusief NvW en amendementen)

 

0

0

0

0

0

0

Belangrijkste mutaties

       
        

Herverkaveling van EZK

31

 

5.173.893

6.330.300

6.321.119

6.421.621

6.338.527

Taakstelling Subsidies (HLA)

31

 

‒ 26.000

‒ 66.000

‒ 99.000

‒ 170.000

‒ 129.000

Taakstelling Apparaat (HLA)

31

 

‒ 828

‒ 1.620

‒ 2.359

‒ 3.036

‒ 3.611

Taakstelling non-ODA middelen (HLA)

31

 

‒ 90

‒ 83

‒ 150

‒ 210

‒ 204

Taakstelling Prijsrisicobuffer 10% Subsidie Duurzame Energie (SDE) (HLA)

31

  

‒ 1.000.000

‒ 1.000.000

‒ 1.000.000

‒ 1.000.000

Korting Specifieke Uitkeringen (HLA)

31

  

‒ 81.241

‒ 84.145

‒ 89.345

‒ 89.345

Taakstelling groene batterijen en waterstof

31

 

‒ 107.000

‒ 61.000

‒ 21.000

‒ 3.000

‒ 3.000

Opslag waterstof

31

  

37.000

   
        

Kasschuiven regulier

31

 

87.103

33.201

9.084

34.450

55.890

Kasschuiven Klimaatfonds

31

 

‒ 783.397

199.653

322.242

397.246

133.833

Kasschuiven Nationaal Groeifonds

31

 

131.944

111.469

98.488

50.171

19.000

Nationaal Groeifonds

31

 

20.740

17.685

4.575

0

0

Klimaatfondsmiddelen

31

 

13.025

30.600

40.000

8.500

4.250

        

Overige mutaties

  

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2025

 

0

4.509.390

5.549.964

5.588.854

5.646.397

5.326.340

Toelichting

Herverkaveling van EZKDoor het kabinet-Schoof is besloten dat een nieuw ministerie wordt opgericht, namelijk het Ministerie van Klimaat en Groene Groei. Dit heeft geleid tot een afsplitsing van middelen die oorspronkelijk onderdeel waren van de begroting van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Op de EZK-begroting waren dit de middelen op het beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering), de middelen voor Verduurzaming industrie (onderdeel van beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid) en de middelen die samenhangen met mijnbouwactiviteiten (onderdeel van beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief).

Taakstelling Subsidies (HLA)In het Hoofdlijnenakkoord (HLA) is afgesproken om Rijksbreed € 1 mld structureel te bezuinigen op subsidies. Het totaal van de taakstelling voor het voormalige EZK loopt op tot € 174 mln in 2029, waarvan € 129 mln voor KGG. Dit betekent dat er op een groot aantal instrumenten (die niet volledig juridisch verplicht zijn) wordt bezuinigd. Bij Voorjaarsnota 2025 vindt mogelijk een heroverweging plaats van de invulling op basis van dan actuele inzichten en prioriteiten.

Tabel 3 Invulling Maatregel 40. Generieke taakstelling subsidies rijksbreed (HLA)

bedragen in € miljoenen

2025

2026

2027

2028

2029

KGG-begroting

‒ 26,0

‒ 66,0

‒ 99,0

‒ 170,0

‒ 129,0

Artikel 31

‒ 26,0

‒ 66,0

‒ 99,0

‒ 170,0

‒ 129,0

Verduurzaming industrie

‒ 1,7

‒ 1,4

‒ 5,5

‒ 13,2

‒ 10,0

Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds

‒ 1,1

‒ 6,6

‒ 8,1

‒ 7,6

‒ 11,4

Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

‒ 14,3

‒ 19,8

‒ 30,5

‒ 18,8

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

‒ 1,7

Energie-efficiency

‒ 0,2

‒ 0,4

‒ 0,6

‒ 1,0

‒ 0,8

Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+)

‒ 7,5

‒ 20,5

‒ 29,9

‒ 65,3

‒ 41,7

Subsidie regeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

‒ 0,4

Projecten Klimaat en Energieakkoord

‒ 0,2

‒ 0,5

‒ 1,1

‒ 1,8

‒ 1,3

ISDE-regeling

‒ 6,8

‒ 17,8

‒ 25,1

‒ 43,1

‒ 31,9

Carbon Capture and Storage (CCS)

‒ 0,2

‒ 0,8

‒ 1,0

‒ 1,0

‒ 1,0

Hoge Flux Reactor

‒ 3,0

‒ 2,2

Overige Subsidies

‒ 5,5

IPCEI waterstof

‒ 0,1

MIEK

‒ 0,3

Geothermie (Klimaatfonds)

‒ 0,4

‒ 0,4

‒ 1,3

‒ 3,0

Energiecoöperaties en burgerbetrokkenheid energietransitie

‒ 1,1

‒ 1,6

Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten

‒ 2,0

Green Deals

‒ 0,1

‒ 0,5

‒ 0,5

‒ 0,5

‒ 0,5

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

‒ 0,2

‒ 1,6

‒ 4,0

‒ 7,4

Aandeel EZ-begroting

‒ 11,5

‒ 24,2

‒ 34,3

‒ 51,5

‒ 45,5

Totaal

‒ 37,5

‒ 90,2

‒ 133,3

‒ 221,5

‒ 174,5

Taakstelling Apparaat (HLA)In het HLA is afgesproken om € 1 mld structureel te bezuinigen op de apparaatsuitgaven van de ministeries. De taakstelling start in 2025 en loopt voor het voormalige ministerie van EZK op tot € 91 mln in 2029. Een deel van de apparaatstaakstelling wordt ingevuld op basis van een efficiencykorting van 0,5% per jaar, oplopend tot 2,5% in 2029. Daarbij worden ook de uitvoeringsorganisaties van EZ en KGG meegenomen. In totaal wordt langs deze weg € 24,6 mln bezuinigd op de bijdragen van EZ en KGG aan uitvoeringsorganisaties. Deze kortingen zijn verwerkt in de ontwerpbegrotingen van EZ- en KGG. Het resterende bedrag dat oploopt naar € 66,3 mln in 2029, is in mindering gebracht op het centrale apparaatsartikel van EZ (artikel 40), in afwachting van een nadere verdeling van deze taakstelling over EZ en KGG. Aansluitende tabel geeft het overzicht van de taakstelling en hoe deze verwerkt is in de Ontwerpbegroting 2025.

Tabel 4 Invulling Maatregel 26. Terugdraaien groei appraat Rijksoverheid (HLA)

Verwerking apparaatstaakstelling (bedragen in € miljoenen)

2025

2026

2027

2028

2029

A. Taakstelling apparaat EZ en KGG

22,9

43,3

64,6

81,9

90,9

B. Efficiencykorting uitvoering (0,5% p.j.)

5,3

10,3

15,3

20,2

24,6

wv. diensten (CPB, SodM, ACM), adv.raad WKR

0,8

1,5

2,3

2,9

3,4

wv. agentschappen (RVO, RDI, DICTU en NEa)

1,5

3,1

4,5

5,9

7,4

wv. ZBO's/RWT's (TNO, CBS, KvK en RvA)

2,9

5,8

8,6

11,4

13,8

C. Resterende taakstelling EZ/KGG (=A-B)

17,6

32,9

49,3

61,7

66,3

      

Verdeling efficiencykorting over EZ en KGG (bedragen in € miljoenen)

2025

2026

2027

2028

2029

Efficiencykorting uitvoering (0,5% p.j.)

5,3

10,3

15,3

20,2

24,6

wv. verwerkt in de EZ-begroting

4,4

8,7

13,0

17,2

21,0

wv. verwerkt in de KGG-begroting

0,8

1,6

2,4

3,0

3,6

Taakstelling non-ODA middelen (HLA)In het HLA is afgesproken om te bezuinigen op non-ODA budget (Official Development Assistance) vanaf 2025, oplopend tot € 100 mln in 2029. Voor het voormalige EZK betekent deze taakstelling dat er (oplopend per jaar, tot aan 2029) tot € 6 mln wordt bezuinigd op deze budgetten. Deze mutatie is het KGG-aandeel daarin.

Taakstelling prijsrisicobuffer 10% Subsidie Duurzame Energie (SDE) (HLA)In het HLA is afgesproken de prijsrisicobuffer in de raming voor de SDE te verlagen naar 10%. De middelen op de begroting van KGG worden daarom naar beneden bijgesteld met € 1 mld vanaf 2026.

Korting Specifieke Uitkeringen (HLA)In het HLA is afgesproken om Rijksbreed de specifieke uitkeringen te verlagen met 10%. Dit leidt op de KGG-begroting tot een bezuiniging oplopend tot € 89 mln in 2029. De omvangrijkste specifieke uitkering betreft de uitvoeringskosten klimaat van medeoverheden. Hier wordt € 80 mln in 2029 op bezuinigd.

Taakstelling voor groene batterijen en waterstofOp de middelen voor waterstof en batterijen wordt in totaal € 1,2 mld bezuinigd als onderdeel van de taakstellingen van kabinet-Schoof. Deel zal lopen via het Klimaatfonds en het deel via reeds overgehevelde middelen op de departementale begroting(en). Deze mutatie verzorgt het deel van de taakstelling op de KGG-begroting.

Tabel 5 Invulling Maatregel 71. Ombuiging Klimaatfonds groene batterijen en waterstof (HLA)

bedragen in € miljoenen

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal

Klimaatfonds

‒ 60

‒ 280

‒ 106

‒ 90

‒ 89

‒ 346

‒ 971

Invoering batterijverplichting (Energie-infastructuur)

‒ 7

‒ 7

‒ 7

‒ 7

‒ 28

Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productsubsidies) (Vroege fase opschaling)

‒ 59

‒ 89

‒ 59

‒ 44

‒ 44

‒ 133

‒ 428

Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (vraagsubsidies) (Vroege fase opschaling)

‒ 133

‒ 133

Elektrolyse, offshore: 500 MW (CAPEX + OPEX) (Vroege fase opschaling)

‒ 37

‒ 37

‒ 37

‒ 37

‒ 59

‒ 207

De-risken waterstofopslag (Energie-infastructuur)

‒ 18

‒ 18

Subsidie voor waterstof in binnenvaart (Energie-infastructuur)

‒ 1

‒ 3

‒ 3

‒ 2

‒ 1

‒ 1

‒ 11

Subsidie voor ombouw gascentrales (CO2-vrije gascentrales)

‒ 146

‒ 146

        

KGG-begroting

‒ 107

‒ 61

‒ 21

‒ 3

‒ 3

‒ 3

‒ 198

Invoering batterijverplichting (Energie-infastructuur)

‒ 3

‒ 3

‒ 3

‒ 3

‒ 3

‒ 15

IPCEI jaren 2024 en verder (Vroege fase opschaling)

‒ 107

‒ 58

‒ 18

‒ 183

        

I&W-begroting

‒ 5

‒ 8

‒ 7

‒ 7

‒ 4

‒ 31

Subsidie voor waterstof in wegvervoer (Energie-infastructuur)

‒ 5

‒ 8

‒ 7

‒ 7

‒ 4

‒ 31

        

Totaal

‒ 172

‒ 349

‒ 134

‒ 100

‒ 96

‒ 349

‒ 1.200

Opslag waterstof/Hystock

De voor het project Hystock gereserveerde middelen op de Aanvullende Post (€ 37 mln) zijn aan de KGG-begroting toegevoegd als dekking voor een subsidie en/of garantie aan Gasunie die hiermee vier opslagcavernes voor waterstofopslag zal realiseren.

Kasschuiven RegulierDeze reeks bestaat uit de reguliere kasschuiven op de KGG begroting. De grootste zijn Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 (€ 75 mln) en ondersteuning energiehubs (€ 45mln) en SDE+ (€ 84 mln). Voor de SDE+ geldt dat vanaf 2024 er tenderopbrengsten zijn. Deze tenderopbrengsten zijn bedoeld ter dekking van de structurele kosten van Wind op Zee vanaf 2028. Daarom is dit budget naar achter geschoven.

Kasschuiven KlimaatfondsIn deze reeks zitten de kasschuiven voor het Klimaatfonds, er is voor de ISDE-regeling (€ 435mln), opschalingsinstrument waterstof (€ 676 mln), IPCEI waterstof (€ 563 mln), Warmtenetten Investeringssubsidie (€ 931 mln) en op kleinere posten geschoven. De grootste kasschuif heeft plaatsgevonden op Warmtenetten Investeringssubsidie, een groot deel van deze middelen wordt naar achteren geschoven om het kasbudget in een realistisch ritme van de uitbetalingen te zetten.

Kasschuiven Nationaal GroeifondsIn deze reeks zitten de kasschuiven voor het Nationaal Groeifonds, er is geschoven voor Groenvermogen (€ 325 mln), Circulaire Zonnepanelen (€ 113 mln) en kleinere kasschuiven. De grootste kasschuif is voor Groenvermogen, hier wordt € 325 mln naar achter geschoven om het budget in een realistisch ritme te zetten.

Nationaal GroeifondsDe reeks bestaat uit een nieuwe toekenning vanuit het Nationaal Groeifonds. Circular Plastics NL wil de recycling van kunststoffen een impuls geven door knelpunten op te lossen in de plasticketen. Voor een toelichting op de projecten die worden gefinancierd uit het NGF wordt verwezen naar Bijlage 8: Nationaal Groeifondsprojecten KGG.

KlimaatfondsmiddelenDeze reeks bevat de nieuwe maatregelen die zijn overgeheveld vanuit het Klimaatfonds. Dit betreft 2 maatregelen namelijk; DEI+ en nieuwbouw kerncentrales. Ook is er budget overgeheveld voor uitvoeringskosten kernenergie, waarvan in 2025 € 1mln is overgeboekt naar de IenW-begroting. Voor de DEI+ is het maximale subsidiebedrag opgehoogd naar € 30 mln. en zijn de thema’s waar subsidie voor aangevraagd kan worden uitgebreid met innovatieve klimaattechnologieën voor de industrie.

Tabel 6 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024 (inclusief NvW en amendementen)

 

0

0

0

0

0

0

Belangrijkste mutaties

       
        

Herverkaveling van EZK

31

0

1.898.558

2.113.569

5.218.669

4.053.237

3.398.237

        

Ramingsbijstelling ETS

31

0

‒ 50.000

100.000

600.000

550.000

400.000

Bijstelling ontvangsten Mijnbouwwet

31

0

448.000

86.000

154.000

90.000

105.000

Bijstelling Dividenduitkering EBN

31

110.000

80.000

30.000

0

0

CO2- heffing Industrie

31

 

17.000

61.000

139.000

224.000

 
        

Overige mutaties

  

‒ 5.418

‒ 21.666

‒ 21.666

‒ 16.250

‒ 16.250

Stand ontwerpbegroting 2025

 

0

2.418.140

2.418.903

6.120.003

4.900.987

3.886.987

Toelichting

Herverkaveling van EZKDoor het kabinet-Schoof is besloten dat een nieuw ministerie wordt opgericht, namelijk het Ministerie van Klimaat en Groene Groei. Dit heeft geleid tot een afsplitsing van middelen die oorspronkelijk onderdeel waren van de begroting van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Op de EZK-begroting waren dit de middelen op het beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering), de middelen voor Verduurzaming industrie (onderdeel van beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid) en de middelen die samenhangen met mijnbouwactiviteiten (onderdeel van beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief).

Ramingsbijstelling ETSDe gestegen ETS1-prijs en, vanaf 2027, de toevoeging van de veilinginkomsten van de ETS2 opt-in leiden tot hogere verwachte veilinginkomsten. De verwachte veilinginkomsten voor 2025 vallen per saldo lager uit wegens een sterker dan verwacht effect van de marktstabiliteitsreserve.

Bijstelling ontvangsten MijnbouwwetDeze post bestaat uit winstaandelen van de vergunninghouders voor gaswinning, cijns (heffing van een percentage van de omzet) en oppervlakterecht. Een deel van deze ontvangsten zijn het gevolg van de vergoeding die Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) ontvangt op basis van het Norg akkoord.

Bijstelling Dividenduitkering EBNHet Ministerie van KGG ontvangt dividend van Energie Beheer Nederland (EBN) over het geconsolideerde nettoresultaat. De verwachte winst van GasTerra, die voor 40% bij EBN terechtkomt, heeft een effect op de verwachte ontvangsten.

CO2- heffing IndustrieSinds 1 januari 2021 geldt voor industriële bedrijven met een hoge CO2-uitstoot een nationale CO2-heffing. Zo worden bedrijven meer gestimuleerd om bij hun investeringen rekening te houden met de gevolgen van CO2-uitstoot voor mens en milieu. De heffing is deel van een breed pakket maatregelen, dat industriële bedrijven stimuleert te investeren in verduurzaming. Per 2025 worden de eerste ontvangsten van deze heffing verwacht.

In het coalitieakkoord van Rutte IV is afgesproken dat een eventuele opbrengst van de CO2-heffing via het Klimaatfonds ten goede komt aan verduurzaming van bedrijven. De opbrengsten uit de CO2-heffing die nu worden verwacht, worden eenmalig (ex ante) toegevoegd aan het Klimaatfonds. De uitgavenruimte in het Klimaatfonds wordt hierna niet aangepast naar aanleiding van de daadwerkelijk gerealiseerde opbrengst uit de CO2-heffing, tenzij een beleidsmatige wijziging optreedt.

Overige mutatiesDeze reeks bestaat uit technische mutaties.

Licence