De endogene toename van de ontvangsten volgt uit de economische ontwikkelingen zoals deze geraamd zijn in de Macro Economische Verkenning 2013. Voor 2013 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een nominale economische groei van 2,5 procent. De endogene groei van de totale ontvangsten bedraagt in 2013 naar verwachting 1,2 procent. De ontvangsten groeien daarmee minder hard dan de nominale economische ontwikkeling. Deze ontwikkeling wordt met name veroorzaakt door de loonheffing en de indirecte belastingen. Met een endogene groei van 0,7 procent blijft de loonheffing flink achter bij de groei van het nominale bbp. De omzetbelasting neemt als gevolg van de economische ontwikkeling met 1,6 procent toe en blijft daarmee in mindere mate achter bij de economische groei. Gemiddeld blijven de andere indirecte belastingen sterker achter met een niet-beleidsmatige ontwikkeling van 0,7 procent.
De endogene groei bij de indirecte belastingen bedraagt 1,3 procent en blijft daarmee achter bij de nominale ontwikkeling van het bbp. De groei van de indirecte belastingen wordt vrijwel volledig bepaald door de btw-ontvangsten, verreweg de grootste post bij de indirecte belastingen. De waardeontwikkeling van de particuliere consumptie is met 2,0 procent gematigd en blijft nog enigszins achter bij de groei van het bbp. Dat komt met name door de negatieve ontwikkeling van het aandeel van de duurzame consumptie daarin. Tegenover de positieve ontwikkeling van de particuliere consumptie staat een negatieve ontwikkeling van de overheidsinvesteringen. Per saldo resteert een positieve endogene groei van de btw-ontvangsten van 1,6 procent. De endogene groei van de ontvangsten van de overige indirecte belastingen kent absoluut gezien een zeer bescheiden ontwikkeling in 2013. De bpm-ontvangsten worden bepaald door het aantal autoverkopen en het aandeel van kleinere en/of zuinigere auto’s daarin. In 2013 komen de bpm-ontvangsten naar verwachting wat lager uit dan in 2012. Verder kennen de ontvangsten uit de accijnzen in 2013 een zeer bescheiden toename met 0,5 procent. In 2013 wordt een beperkte negatieve ontwikkeling van de ontvangsten uit de overdrachtsbelasting verwacht, grotendeels als gevolg van een verdere daling van de huizenprijzen. Ten slotte is voor de motorrijtuigenbelasting de grootte van het wagenpark bepalend, in 2013 groeien de ontvangsten uit de motorrijtuigenbelasting met 1,9 procent.
De endogene ontwikkeling van de directe belastingen bedraagt 1,3 procent is en daarmee dus eveneens minder positief dan de nominale ontwikkeling van het bbp van 2,5 procent. De ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing groeien in 2013 met 1,0 procent. Bij de loonheffing drukt de negatieve ontwikkeling van de werkgelegenheid de endogene groei. Daaraan biedt de positieve loonontwikkeling enig tegenwicht. De ontvangsten uit de inkomensheffing nemen toe door een positieve winstontwikkeling van zelfstandigen die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting. De vpb-ontvangsten groeien endogeen met 3,2 procent. Na een negatieve winstontwikkeling in 2012, is in 2013 naar verwachting weer sprake van een groei. In lijn hiermee nemen de ontvangsten uit de dividendbelasting toe met 2,5 procent.