In het inkomstenkader worden alle beleidsmatige wijzigingen in de belasting- en premies vastgelegd
In het inkomstenkader worden de beleidsmatige wijzigingen in de belasting- en premies vastgelegd. Dit houdt in dat het kabinet niet meer maatregelen neemt rondom belastingen en premies dan het vooraf heeft afgesproken. Wanneer het kabinet bijvoorbeeld besluit een bepaalde belasting te verhogen, dan moet het een andere belasting verlagen om deze belastingverhoging te compenseren. Inkomsten fluctueren niet alleen door beleidswijzigingen, maar ook door de economische ontwikkeling. Als de economie verslechtert, nemen in de regel ook de belastinginkomsten af (het zogenoemde endogene effect). Er is afgesproken dat het kabinet voor dit soort inkomstenfluctuaties in principe niet hoeft te compenseren. Hierdoor beweegt het begrotingstekort vanzelf mee met de economie. Dit wordt automatische stabilisatie genoemd.
Het kabinet treft alleen nadere maatregelen wanneer het begrotingstekort te hoog wordt. In het voorjaar van 2012 zijn de vooruitzichten met betrekking tot de groei verslechterd. Dit zou zonder additionele maatregelen ook zijn weerslag hebben op het begrotingstekort waarbij het begrotingstekort ook in 2013 boven de 3 procentgrens uit zou komen. Om deze reden heeft het kabinet aanvullende maatregelen genomen en het inkomstenkader hiervoor aangepast.
Mutaties sinds de Miljoenennota 2012
Tabel 2.15 toont de ontwikkeling van de lasten sinds de Miljoenennota 2012. De lastenontwikkeling wordt gemeten in jaar-op-jaar mutaties. Bij de vorige Miljoenennota werd voorzien dat de totale lastenstijging over de periode 2011–2015 uit zou komen op 8,2 miljard euro.
jaar-op-jaar mutaties | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2011–2015 |
---|---|---|---|---|---|---|
Miljoenennota 2012 | 0,1 | 3,5 | 0,7 | 2,6 | 1,4 | 8,2 |
Begrotingsakkoord | 0,0 | 0,7 | 8,2 | –2,5 | – 1,3 | 5,0 |
Stand Miljoenennota 2012 inclusief Begrotingsakkoord en overig | 0,1 | 4,2 | 9,0 | 0,0 | 0,2 | 13,4 |
Mutaties na Begrotingsakkoord | – 0,1 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
waarvan zorgpremies inclusief zorgtoeslag | – 0,1 | 0,0 | 0,9 | – 1,3 | 0,5 | 0,0 |
waarvan sociale premies | 0,0 | 0,0 | – 0,6 | 0,8 | – 0,3 | – 0,2 |
waarvan overig | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | 0,4 | – 0,2 | 0,2 |
Stand Miljoenennota 2012 inclusief Begrotingsakkoord | 0,0 | 4,2 | 9,1 | 0,0 | 0,2 | 13,4 |
De lasten stijgen als gevolg van het Begrotingsakkoord met 8,2 miljard euro in 2013
Zoals beschreven in paragraaf 2.2 stijgen de lasten als gevolg van het Begrotingsakkoord, in 2013 met 8,2 miljard euro. Dit wordt met name veroorzaakt door de verhoging van het algemene btw-tarief van 19 procent naar 21 procent die per 1 oktober 2012 ingaat, het eenmalig bevriezen van belastingschijven en heffingskortingen, de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding voor het woon-werk-verkeer, de verhoging van de tabaks- en alcoholaccijnzen, de verhoging van de energiebelasting en de tijdelijke werkgeversheffing voor hoge inkomens. Naast lastenverzwarende maatregelen worden ook lastenverlichtende maatregelen genomen. Zo wordt de overdrachtsbelasting voor woningen structureel verlaagd naar 2 procent. Daarnaast wordt in 2013 een deel van de verhoging van de btw teruggesluisd naar burgers door een verlaging van de inkomstenbelasting en een verhoging van de zorgtoeslag. Vanaf 2014 dalen de lasten als gevolg van het Begrotingsakkoord. Dit komt doordat een deel van de maatregelen tijdelijk van aard zijn. Vanaf 2014 wordt de verhoging van de energiebelasting en het resterende deel van de btw-verhoging volledig teruggesluisd naar burgers en bedrijven. Over de jaren 2011–2015 leidt het begrotingsakkoord per saldo tot een lastenstijging van 5,0 miljard euro. Dit is met name het gevolg van het structurele effect van de bevriezing van de belastingschijven en heffingskortingen, de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding voor het woon-werk-verkeer en de beperking van het vitaliteitspakket.
Na het Begrotingsakkoord zijn met name de zorgpremies hoger uitgevallen dan eerder voorzien
De «stand Miljoenennota 2012 inclusief Begrotingsakkoord» betreft de som van de lastenontwikkeling bij Miljoenennota 2012 plus het effect van het Begrotingsakkoord. Na het Begrotingsakkoord zijn met name mutaties geweest in de zorgpremies. Deze vallen in 2013 tijdelijk hoger uit dan voorzien. Over de periode 2011–2015 komen de zorgpremies niet hoger uit dan eerder geraamd. De tijdelijke stijging in 2013 is nodig om uitgaven- en inkomstentegenvallers uit eerdere jaren op te vangen. Doordat de lonen minder zijn gestegen dan voorzien was in de vorige Miljoenennota, is ook de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorg minder hoog dan verwacht. Om alsnog voldoende middelen op te halen voor het lastendekkende zorgverzekeringsfonds stijgt het percentage voor de inkomensafhankelijke bijdrage en daarmee stijgen de lasten in 2013.
Het kabinet neemt aanvullende maatregelen om de lastenstijging sinds het Begrotingsakkoord te compenseren
Zonder aanvullende maatregelen zouden de lasten meer stijgen dan vastgelegd in het Begrotingsakkoord. Hogere zorgpremies drukken met name op de lasten op arbeid. Om dit te compenseren worden maatregelen genomen om de lasten op arbeid op een zo generiek mogelijke manier te verlichten. De arbeidsongeschiktheidspremie (Aof-premie) wordt hiertoe verlaagd. Binnen de werkgeverspremies geldt verder dat de lastendekkende sectorfondspremies, waaruit de eerste zes maanden van de werkloosheid worden betaald, meer stijgen dan verwacht bij de vorige Miljoenennota. Om enerzijds de prikkelwerking van de sectorfondspremies in stand te houden en anderzijds te zorgen voor een verantwoorde loonontwikkeling is besloten tot een compenserende lastenverlichting door middel van een verlaging van de algemeen werkloosheidsfondspremie (Awf-premie).
Kadertoets inkomsten
Over de periode 2011–2015 is de lastenontwikkeling gelijk aan de lastenontwikkeling zoals afgesproken bij de vorige Miljoenennota en het Begrotingsakkoord
In tabel 2.16 is de kadertoets voor de inkomsten weergegeven. De kadertoets geeft weer hoe de lasten zich in deze Miljoenennota ontwikkelen ten opzichte van de ontwikkeling van de lasten na het Begrotingsakkoord. Het inkomstenkader moet cumulatief over de jaren 2011–2015 sluiten. Dat betekent dat indien in een bepaald jaar meer lastenverlichting is gegeven dan afgesproken, deze daling in latere jaren ingehaald moet worden met lastenverzwaring en vice versa. Tabel 2.16 laat zien dat over de periode 2011–2015 de lastenontwikkeling gelijk is aan de lastenontwikkeling zoals afgesproken in de vorige Miljoenennota en het Begrotingsakkoord (+13,4 miljard euro). Het inkomstenkader sluit daarmee. Onderliggend is te zien dat in 2011 0,1 miljard euro minder lastenverzwaring is gegeven dan voorzien is bij de vorige Miljoenennota en het Begrotingsakkoord. Om dit in te lopen worden in 2013 de lasten met 0,1 miljard euro meer verhoogd.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2011–2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2012 inclusief Begrotingsakkoord | 0,1 | 4,2 | 9,0 | 0,0 | 0,2 | 13,4 |
Stand Miljoenennota 2013 | 0,0 | 4,2 | 9,1 | 0,0 | 0,2 | 13,4 |
Mutaties 2012/2013 | – 0,1 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |