Investeren inzetbaarheid werkenden
De schokbestendigheid en veerkracht van huishoudens kan ook in de komende jaren nog meer worden versterkt. Er is ruimte om de arbeidsmarkt nog beter te laten functioneren. De verhoging van de pensioenleeftijd zorgt ervoor dat mensen in de toekomst tot op latere leeftijd moeten werken, in lijn met een hogere levensverwachting. Om tot op latere leeftijd productief te kunnen zijn zullen werknemers en hun werkgevers meer moeten investeren in de instandhouding en ontwikkeling van werknemers (menselijk kapitaal).
Effectiever inzetten vermogen
De overheid kan ook faciliteren dat burgers hun financieel vermogen effectiever inzetten. Veel vermogen zit, mede door fiscale prikkels, relatief vast in huis en pensioen. Dit is vaak niet beschikbaar, als mensen geconfronteerd worden met een grote financieringsbehoefte. Denk aan een investering in de eigen verdiencapaciteit (scholing of bedrijf), aankoop van een woning, inkomensverlies door werkloosheid of zorgkosten. De uitdaging ligt er in om huishoudens te ondersteunen in een evenwichtige opbouw van zowel menselijk als financieel kapitaal. Menselijk kapitaal helpt individuen om een gezond en productief werkzaam leven te hebben, waarbij de kans op langdurige werkloosheid klein is. Financieel kapitaal kan helpen om zelf een bedrijf op te zetten of om tegenvallers op te vangen en tegelijkertijd te kunnen sparen voor voldoende financiële zekerheid na pensionering. Hierbij is het ook van belang de rol van het belastingstelsel in ogenschouw te nemen. Op dit moment is het stelsel nog niet neutraal ten aanzien van investeringen in fysiek kapitaal, pensioenkapitaal of menselijk kapitaal. Het is belangrijk de discussie te starten over hoe vrije besparingen kunnen worden bevorderd waardoor huishoudens beter in staat zijn schokken op te vangen en lasten beter over hun leven te spreiden.
Flexibeler pensioenstelsel
De liquiditeit van huishoudvermogens kan toenemen, als de overheid de mogelijkheid creëert om pensioengeld flexibeler in te zetten en daarmee geld vrij te spelen. Een internationale vergelijking leert dat Nederlanders gemiddeld een hoog pensioen hebben en dat dit in de toekomst naar verwachting relatief hoog blijft (zie figuur 1.21). Er bestaan twee brede opties voor flexibele inzet: mensen kunnen een beroep doen op de al opgebouwde pensioenaanspraken of ze kunnen minder verplicht sparen, zodat individuen (boven een bepaalde grens) zelf kunnen bepalen voor hoeveel pensioen ze sparen.
Aan de optie om opgebouwd pensioenvermogen eerder aan te spreken kleven wel bezwaren. Zo tast het de risicodeling binnen een pensioenfonds aan, omdat mensen er vooral voor zullen kiezen om geld op te nemen, als het voor hen financieel aantrekkelijk is. Ander aandachtspunt is dat de pensioenaanspraken vooral in de laatste werkjaren sterk toenemen.35 De opbrengsten van het vervroegd uitkeren zijn voor mensen van middelbare en jongere leeftijd dus beperkt. In de tweede optie wordt de risicodeling van tevoren teruggeschroefd; er wordt immers minder collectief pensioen gespaard. Hierdoor is van tevoren duidelijk voor deelnemers dat zij de risico’s niet langer delen en kunnen zij niet de dupe worden van strategisch gedrag van anderen. Door de vormgeving van het stelsel is de opbrengst van zelf sparen op jonge leeftijd groter dan sparen via een pensioenfonds. Het terugbrengen van verplichte pensioenbesparingen levert daardoor voor jongeren meer op dan het uitkeren van in een pensioenfonds opgebouwde rechten.
Figuur 1.21 Nederland heeft internationaal gezien hoge pensioenen
Noot: Gemiddelde totale pensioen als percentage van het gemiddelde loon
Bron: Europese Commissie (2009)
Flexibeler inzetten vermogen in woning
Ook eigenwoningbezit kan op verschillende manieren liquide worden gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld door de woning te verkopen om vervolgens over te stappen naar een huurhuis. Hiermee wordt in één keer het hele vermogen liquide gemaakt, terwijl de behoefte misschien veel beperkter is. Bovendien zijn veel mensen gehecht aan de eigen woning en willen ze liever niet verhuizen. In dat geval kan een zogeheten omgekeerde hypotheek uitkomst bieden. Bij een omgekeerde hypotheek wordt op een (gedeeltelijk) afgelost huis een hypotheek genomen. De lening wordt afbetaald uit de verkoopsom van het huis op moment van verkoop van de woning of overlijden van de eigenaar. In Nederland zijn dergelijke producten beschikbaar, maar de markt is klein. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn de relatief hoge pensioenen en het uitgebreide zorgstelsel in Nederland. Hierdoor hebben veel oudere mensen minder behoefte aan extra liquide middelen. Huishoudens met een lager pensioen hebben wellicht meer behoefte aan extra inkomsten, maar deze groep heeft vaker een huurhuis. Met het oog op de stijgende zorguitgaven en de toenemende druk op ons pensioenstelsel kan er in de toekomst meer vraag ontstaan naar producten die het mogelijk maken om het vermogen uit de eigen woning vrij te maken. Hierbij moet wel in het oog worden gehouden dat aanbieders deze producten op een verantwoorde (en zo simpel mogelijke) wijze vormgeven en aanbieden. De Taskforce Verzilveren, een initiatief van de Vereniging Eigen Huis waarin ook de Rijksoverheid participeert, gaat onderzoeken waarom de markt in Nederland nu klein is en welke mogelijkheden er nog zijn op dit gebied. Dit initiatief start in oktober 2012.
Het kabinet heeft de Sociaal Economische Raad (SER) kort geleden gevraagd te onderzoeken of er effectieve verbindingen zijn te leggen tussen de grote-uitgavencategorieёn van pensioenopbouw, woning en zorg.36 Daarnaast is de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) met het ministerie van BZK een verkennende studie gestart over de mogelijkheden tot een samenhangende benadering van pensioenen, wonen en zorg. Eind 2012 is de studie naar verwachting klaar.