De investeringen in onderwijs zijn ondanks de budgettaire krapte op peil gebleven. Goed onderwijs is een belangrijke investering in menselijk kapitaal, is een drijvende kracht achter persoonlijke ontwikkeling en is belangrijk voor het groeivermogen van de economie. Daarom zijn investeringen in onderwijs ook in tijden van budgettaire krapte belangrijk. Ondanks dat het kabinet in uitgaven heeft moeten snijden, is dit gelukt. De uitgaven aan onderwijs per deelnemer zijn gedurende de kabinetsperiode voor alle onderwijssoorten zelfs toegenomen (zie figuur 1.5.6). Dit draagt ertoe bij dat Nederland in vergelijking met andere landen goed presteert. Uit de onlangs gepubliceerde OESO- stelselreview27 blijkt dat een relatief hoog percentage van de Nederlandse jongeren deelneemt aan onderwijs, en dat Nederlandse leerlingen hoog scoren op wiskunde- en taalvaardigheden. De OESO heeft daarbij ook gewezen op een aantal belangrijke uitdagingen, onder andere op het terrein van voor- en vroegschoolse educatie, vroege selectie, de motivatie van leerlingen en de kwaliteit van verantwoording. Om de kwaliteit van het hoger onderwijs verder te verbeteren, heeft het kabinet de basisbeurs vervangen door een uitbreiding van de mogelijkheden om te lenen. Daarbij zijn de leenvoorwaarden versoepeld: het studievoorschot. Het kabinet investeert het bedrag dat met deze besparing vrijkomt in de kwaliteit van het hoger onderwijs: er wordt geïnvesteerd in extra docenten, talentprogramma’s, onderwijsgerelateerd onderzoek, onderwijsinnovatie en docentprofessionalisering. Om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te waarborgen, is de aanvullende beurs verhoogd voor studenten van wie de ouders minder dan modaal verdienen. Om mbo-opleidingen intensiever, uitdagender en aantrekkelijker te maken voor studenten die willen doorstromen naar het hbo, zijn mbo-opleidingen – op enkele uitzonderingen na – verkort tot drie jaar.
Om te kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden, moet Nederland blijven vernieuwen en innoveren28. Daarvoor zijn private en publieke investeringen in onderwijs, wetenschap en innovatie van groot belang. De (internationaal) achterblijvende private investeringen in research & development (R&D) blijven hierbij een aandachtspunt voor de toekomst van Nederland.
Figuur 1.5.6 OCW-uitgaven voor onderwijs per deelnemer (per onderwijssoort in prijzen 2015)
Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap