De endogene ontwikkeling van de ontvangsten wordt toegelicht aan de hand van de relevante economische indicatoren zoals deze geraamd zijn in de Macro Economische Verkenning 2019. Voor 2019 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een waardeontwikkeling van het bbp van 5,2 procent. De endogene groei van de totale belasting- en premieontvangsten bedraagt in 2019 naar verwachting 4,7 procent. Daarmee ligt de groei van de totale belasting- en premieontvangsten in 2019 in lijn met de waardegroei van het bbp.
De endogene groei van de inkomsten uit de indirecte belastingen in 2019 bedraagt 4,5 procent. Deze ontwikkeling wordt voor een groot deel bepaald door de btw-ontvangsten, verreweg de grootste post bij de indirecte belastingen. De btw-ontvangsten hangen vooral af van de consumptieve bestedingen, de investeringen in woningen en de overheidsinvesteringen. De waardeontwikkeling van de particuliere consumptie is in 2019 met 4,9 procent vergelijkbaar met de totale economische groei in waardetermen. Binnen de particuliere consumptie neemt het aandeel van duurzame goederen toe, wat leidt tot hogere ontvangsten omdat deze goederen belast worden tegen het algemene btw-tarief. De investeringen in woningen nemen met 8,8 procent toe, terwijl de overheidsinvesteringen toenemen met 7,1 procent. Daarmee komt de endogene ontwikkeling van de btw-ontvangsten naar verwachting uit op 6,1 procent in 2019.
De endogene ontwikkeling van de ontvangsten uit de bpm komt uit op 2,5 procent in 2019. De bpm-ontvangsten hangen af van het aantal autoverkopen en het aandeel van kleinere en/of zuinige auto’s daarin. De verwachting is dat het gemiddelde bpm-bedrag per auto in 2019 verder oploopt, in lijn met de conjuncturele ontwikkeling. In een opgaande conjunctuur worden gemiddeld vaak grotere en daarmee onzuinigere auto’s gekocht. De ontvangsten uit de motorrijtuigenbelasting – waarvoor het gewicht van de in Nederland geregistreerde auto’s de grondslag vormt – nemen naar verwachting met 3,4 procent toe in 2019 door een groter wagenpark. De ontvangsten uit de overdrachtsbelasting komen in 2019 0,2 procent hoger uit. De verkoopprijzen zullen verder stijgen, maar het aantal transacties zal afnemen. De WOZ-waarde van sociale huurwoningen vormt de grondslag van de verhuurderheffing. Voor 2019 nemen de ontvangsten uit de verhuurderheffing naar verwachting met 7,7 procent toe. Een groei van zowel het volume als de prijs van ingevoerde goederen zorgen voor een toename van de ontvangsten uit invoerrechten. De ontvangsten uit de belastingen op een milieugrondslag nemen met 0,1 procent toe. Deze ontwikkeling wordt vooral bepaald door de energiebelasting die voor meer dan 90 procent bijdraagt aan de totale ontvangsten uit belastingen op een milieugrondslag. De grondslag van de energiebelasting is het elektriciteits- en gasverbruik. Tot slot nemen de ontvangsten uit de accijnzen in 2019 met 0,8 procent toe.
De endogene ontwikkeling van de directe belastingen en de premies volksverzekeringen – de belastingen op inkomen en vermogen – bedraagt 5,0 procent in 2019. De qua omvang belangrijkste directe belastingsoort is de loon- en inkomensheffing7. Voor de ontwikkeling van de ontvangsten uit deze belastingsoort zijn vooral de verwachte loonontwikkeling, de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de ontwikkeling van winsten van zelfstandigen van belang. De grondslag van de loon- en inkomensheffing wordt daarnaast ook beïnvloed door de omvang van de hypotheekrenteaftrek en pensioenpremies. De ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing groeien in 2019 met 6,1 procent. Dat is met name het gevolg van een toename van de werkgelegenheid met 1,4 procent en hogere lonen (contractlonen +2,7 procent, incidenteel loon +0,7 procent). Ook groeien de ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing in 2019 door een lagere hypotheekrenteaftrek en hogere winsten van IB-ondernemers (dat zijn ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting).
De vpb-ontvangsten komen in 2019 2,4 procent hoger uit dan in 2018, op basis van de door het CPB geraamde groei van de bedrijfswinsten. De toename van ontvangsten uit de dividendbelasting met 3,1 procent ligt in het verlengde daarvan. Voor de dividendbelasting geldt dat de beleidsmaatregelen het overgrote deel van de groei van de ontvangsten in 2019 veroorzaken.
De raming van de schenk- en erfbelasting voor 2019 bedraagt 1,6 miljard euro. Deze raming komt tot stand door de raming van 2018 te corrigeren voor de incidentele ontvangst als gevolg van de inhaal van de achterstand in de aangifteverwerking. Vervolgens is, conform de gebruikelijke ramingssystematiek, de ontwikkeling van de relevante economische indicator op deze gecorrigeerde raming gezet. Doordat de kasontvangst van de schenk- en erfbelasting van 2017 vertekend is, en de ramingssystematiek voor 2018 ongebruikelijk is, is de raming voor 2019 ook ongebruikelijk en zeer onzeker. Vanuit een macro-economische benadering geredeneerd is, is de uitkomst voor de raming relatief laag, gegeven dat de relevante economische variabele (de huizenprijs) een flinke groei laat zien. Gegeven de onzekerheid en op basis van de huidige inzichten is dit echter de best mogelijke inschatting.
De ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen – waar ook de zorgpremies onder vallen – nemen met 4,2 procent toe in 2019. Onderliggend gaat het om een positieve ontwikkeling van de grondslag door hogere lonen en meer werkgelegenheid in combinatie met de ontwikkeling van de aan de zorguitgaven gekoppelde zorgpremies.