Base description which applies to whole site

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

In miljoenen euro

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Totaal uitgaven

58.061

57.597

56.094

56.963

54.936

54.606

Totaal ontvangsten

2.156

2.274

2.354

2.451

2.552

2.647

        

1

Primair onderwijs

      
 

Uitgaven

16.347

16.289

15.983

16.249

16.167

16.114

 

Ontvangsten

9

9

9

9

9

9

        

3

Voortgezet onderwijs

      
 

Uitgaven

11.923

11.822

11.504

11.525

11.280

11.184

 

Ontvangsten

14

7

7

7

7

7

        

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

      
 

Uitgaven

5.877

5.956

5.912

5.863

5.760

5.724

 

Ontvangsten

5

5

5

5

5

5

        

6 + 7

Hoger onderwijs

      
 

Uitgaven

12.247

11.565

11.267

10.754

10.560

10.487

 

Ontvangsten

1

0

0

0

0

0

        

9

Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

      
 

Uitgaven

262

411

402

409

407

405

 

Ontvangsten

7

7

7

7

7

7

        

11+12+13

Studiefinanciering

      
 

Uitgaven

6.389

6.692

6.214

7.439

6.118

6.054

 

Ontvangsten

1.894

2.072

2.160

2.256

2.357

2.452

        

14

Cultuur

      
 

Uitgaven

1.407

1.407

1.391

1.437

1.385

1.374

 

Ontvangsten

41

     
        

15

Media

      
 

Uitgaven

1.293

1.272

1.270

1.174

1.179

1.195

 

Ontvangsten

181

172

166

166

166

166

        

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

      
 

Uitgaven

1.818

1.715

1.708

1.700

1.686

1.684

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

        

95

Apparaatskosten

      
 

Uitgaven

449

420

396

366

337

329

 

Ontvangsten

3

1

1

0

0

0

        

8+25+91

Overige artikelen

      
 

Uitgaven

51

49

48

48

57

57

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

Algemeen

De begroting van OCW daalt tussen 2024 en 2029 met 4 miljard. Deze daling wordt ongeveer voor de helft veroorzaakt door de maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord (2 miljard euro). Daarnaast dalen de leerlingen- en studentenaantallen, wat ook leidt tot een daling van de uitgaven aan het onderwijs. De incidentele stijging in 2027 ontstaat onder andere door de tegemoetkoming voor studenten die geen recht hebben gehad op een basisbeurs, waartoe besloten is in het Hooflijnenakkoord.

Toelichting per artikel

Artikel 1. Primair onderwijs

Via het Hoofdlijnenakkoord wordt omgebogen in het primair onderwijs (po) op verschillende subsidieregelingen (276 miljoen euro). Daarnaast verwacht Hhet CBS verwacht een lichte toename in het aantal geboortes. De instroom van leerlingen zal daardoor vanaf 2026 naar verwachting toenemen en dit leidt vanaf 2028 per saldo tot een toename van het aantal leerlingen. Tegelijkertijd wordt via het Hoofdlijnenakkoord omgebogen in het primair onderwijs (po) op verschillende subsidieregelingen. Per saldo leidt dit tot ongeveer constante uitgaven aan het primair onderwijs in de periode 2024-2028 van ruim 16 miljard euro.

Artikel 3. Voortgezet onderwijs

Ook in het vo wordt middels het Hoofdlijnenakkoord op verschillende subsidieregelingen omgebogen (476 miljoen euro). Daarnaast volgt het leerlingenaantal in het voortgezet onderwijs (vo) het primair onderwijs. De krimpende jonge bevolking van de afgelopen jaren resulteert in een lagere uitstroom van het po naar het vo, waardoor het leerlingenaantal in het vo de komende jaren zal dalen. Per saldo dalen de uitgaven aan het vo van bijna 12 in 2024 naar ruim 11 miljard euro in 2029.

Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Sinds enkele jaren daalt het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Verwacht wordt dat het studentenaantal de komende jaren redelijk stabiel blijft waarna er wederom daling wordt verwacht na 2027. Tevens wordt  een verschuiving verwacht naar de bol (beroepsopleidende leerweg) vanuit de bbl (beroepsbegeleidende leerweg) door de verwachte toename van de werkloosheid. Doordat instellingen meer middelen ontvangen voor bol- dan voor bbl-studenten, blijft de horizontale ontwikkeling op artikel 4 stabiel.

Artikel 6+7. Hoger onderwijs

Het aantal hoger onderwijs-studenten daalt naar verwachting de komende jaren per saldo: in het wetenschappelijk onderwijs (wo) stijgt het studentenaantal de komende jaren licht, maar in het hoger beroepsonderwijs (hbo) daalt het aantal studenten. Samen met de ombuigingen uit het Hoofdlijnenakkoord (898 miljoen euro) leidt dit per saldo tot dalende uitgaven in het hoger onderwijs van ruim 12 miljard euro in 2024 tot ruim 10 miljard euro in 2029.

Artikel 9. Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

De oploop in middelen voor de aanpak van het lerarentekort leiden tot oplopende uitgaven van circa 405 miljoen euro in 2029.

Artikel 11+12+13. Studiefinanciering

Meerjarig volgen de uitgaven aan studiefinanciering de studentenraming welke naar verwachting de komende jaren dalen. De incidenteel hogere uitgaven in 2027 zijn onder andere het gevolg van de middelen voor de incidentiele tegemoetkoming voor studenten die geen recht hebben gehad op een basisbeurs, waartoe is besloten in het Hoofdlijnenakkoord.

Artikel 14. Cultuur

De uitgaven aan cultuur blijven over de jaren heen vrij constant. In de laatste jaren nemen de uitgaven iets af vanwege verlaging van de non-ODA middelen, waartoe besloten is in het Hoofdlijnenakkoord. De uitgaven zijn jaarlijks rond de 1,4 miljard euro.

Artikel 15. Media

De uitgaven aan media blijven rond de 1miljard euro. Er is een kleine daling, hoofdzakelijk door de ombuiging van 100 miljoen euro vanaf 2027 op de landelijke publieke omroep, waartoe is besloten in het Hoofdlijnenakkoord.

Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

Vanaf 2025 dalen de uitgaven aan onderzoek en wetenschapsbeleid met 50 miljoen euro vanwege de ombuigingen op het Fonds Onderzoek en Wetenschap. De uitgaven blijven vanaf 2026 ongeveer constant op bijna 2 miljard euro.

Artikel 95. Apparaat

De apparaatsuitgaven dalen over de jaren heen van 448 miljoen euro naar 329 miljoen euro. Dit is hoofdzakelijk vanwege de rijksbrede taakstelling op apparaat, waartoe is besloten in het Hoofdlijnenakkoord.

Artikel Overig (8, 25, 91)

De post overig is een optelling van artikel 8 ‘Internationaal beleid’, 25 ‘Emancipatie’ en 91 ‘Onverdeeld’.

Licence