Deze Najaarsnota behandelt de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven in het begrotingsjaar 2010. Gelijktijdig met de Najaarsnota worden de hiermee samenhangende suppletoire begrotingswetten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden.
De Najaarsnota geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering van het lopende begrotingsjaar, het jaar 2010. De stand Miljoenennota 2011 is daarom het uitgangspunt en het toen vigerende uitgavenkader. Voor het begrotingsjaar 2010 wordt het uitgavenkader nog gecorrigeerd voor uitgaven aan werkloosheid. In de onlangs verschenen Startnota wordt inzicht gegeven in de manier waarop de financiële maatregelen uit het regeerakkoord worden verwerkt in de Rijksbegroting. In de Startnota zijn het inkomstenkader en uitgavenkader voor de jaren 2011 tot en met 2015 vastgesteld.
Het totale uitgavenkader wordt in 2010 gehandhaafd. Het EMU-saldo 2010 komt naar huidige inzichten uit op een tekort van 5,8 procent bbp. Het EMU-saldo is per saldo ongewijzigd ten opzichte van de raming tijdens Miljoenennota 2011. De EMU-schuld bedraagt 64 procent bbp voor 2010.
De garantieverplichtingen van de Staat zijn afgenomen met circa 31 miljard euro. Op verzoek van ABN Amro is een garantie van de Staat op een deel van hun hypothekenportefeuille beëindigd (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 789, nr. 40).
Deze nota gaat achtereenvolgens in op de ontwikkeling van de uitgaven (paragraaf 2), de ontwikkeling van de inkomsten (paragraaf 3), de gevolgen voor het EMU-saldo en de EMU-schuld (paragraaf 4) en de ontwikkeling van de interventies in de financiële markten (paragraaf 5).