Base description which applies to whole site

2. Het uitgavenbeeld

Het uitgavenkader sluit; zie tabel 2.1.

Tabel 2.1 Kadertoetsing (in miljarden euro; «–» is onderschrijding)
 

20111

Totaalkader Miljoenennota 2012

0,0

Totaalkader Najaarsnota 2011

0,0

   

Rijksbegroting in enge zin Miljoenennota 2012

– 1,8

Rijksbegroting in enge zin mutatie Najaarsnota 2011

0,2

Rijksbegroting in enge zin Najaarsnota 2011

– 1,6

   

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Miljoenennota 2012

0,4

Sociale Zekerheid mutatie Najaarsnota 2011

0,0

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Najaarsnota 2011

0,4

   

Budgettair Kader Zorg Miljoenennota 2012

1,4

Budgettair Kader Zorg mutatie Najaarsnota 2011

– 0,1

Budgettair Kader Zorg Najaarsnota 2011

1,2

1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Het kader Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng) heeft op dit moment een onderschrijding van 1,6 miljard euro, terwijl het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA) en het Budgettair Kader Zorg (BKZ) een overschrijding laten zien van respectievelijk 0,4 en 1,2 miljard euro. Onderstaand wordt per budgetdisciplinesector een overzicht gegeven van de mutaties sinds Miljoenennota 2012.

Rijksbegroting in enge zin

Tabel 2.2 geeft de uitgavenontwikkeling onder het kader RBG-eng weer sinds Miljoenennota 2012. Onder het kader RBG-eng is de onderschrijding met 0,2 miljard euro teruggelopen. Op dit moment bedraagt de onderschrijding 1,6 miljard euro.

Tabel 2.2 Kadertoetsing RBG-eng (in miljarden euro; «–» is onderschrijding)
 

20111

Miljoenennota 2012

– 1,8

Onderuitputting diverse begrotingen

– 0,7

In=uittaakstelling

0,7

ODA-aanpassing

0,1

Kasschuif militaire ouderdomspensioenen

0,1

TBU

0,1

Najaarsnota 2011

– 1,6

(Rentelasten

– 0,4)

1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Op diverse begrotingen vindt onderuitputting plaats. De Verticale Toelichting (VT) in bijlage 4 geeft een overzicht van en een toelichting op deze onderuitputting. De onderuitputting wordt ingezet voor het invullen van de in=uittaakstelling.

Departementen mogen onderuitputting tot maximaal 1 procent van hun gecorrigeerde begrotingstotaal meenemen naar volgend jaar (via de zogenoemde eindejaarsmarge). Om het EMU-saldo in dat jaar niet te belasten, wordt een even grote taakstelling geboekt op de Aanvullende Post (dit heet de in=uittaakstelling). De eindejaarsmarge over 2010 en de in=uittaakstelling zijn bij Voorjaarnota 2011 geboekt. Die taakstelling wordt nu gedeeltelijk ingevuld met de onderuitputting in 2011.

Defensie wil afspraken maken met de bonden over de schadeloosstelling voor «oude» veteranen. Het gaat om een bedrag van 110 miljoen euro totaal in de jaren 2012 en 2013. Van dit bedrag wordt 107 miljoen euro gefinancierd uit de onderuitputting 2011 op het HGIS-artikel crisisbeheersingsoperaties. Deze 107 miljoen euro wordt bij Najaarsnota overgeheveld naar de reguliere defensiebegroting. Het restant, inclusief eventueel opwaarts risico, wordt gefinancierd uit de reguliere defensiebegroting. Dit bedrag wordt gefinancierd uit de eindejaarsmarge die conform de reguliere eindejaarssystematiek beschikbaar komt.

Mede als gevolg van de onrust na de presidentsverkiezingen in Ivoorkust is het bereiken van het HIPC-eindpunt (Heavily Indebted Poor Countries) vertraagd. Deze vertraging (90 miljoen euro) loopt mee in de post «Onderuitputting diverse begrotingen». De verwachting is dat de uiteindelijke kwijtschelding nu eind 2012 zal plaatsvinden. Omdat schuldkwijtschelding meetelt voor de ODA-prestatie van 0,7 procent bnp, wordt het budget voor ontwikkelingssamenwerking opwaarts aangepast.

De raming voor militaire ouderdomspensioenen is met 50 miljoen euro bijgesteld door herfasering van een in 2012 geplande betaling naar 2011.

De met ingang van 1 januari 2009 afgeschafte regeling tegemoetkoming buitengewone uitgaven (TBU) laat in 2011 0,1 miljard euro additionele uitgaven zien. De reden hiervoor is dat aanspraak op de regeling wordt gemaakt via de aangifte (en systematiek van de) inkomstenbelasting over het jaar 2008.

De rentelasten staatsschuld laten een meevaller zien. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat de gerealiseerde effectieve rente op de dit jaar uitgegeven leningen lager is dan de rekenrente (bron CPB) die eerder bij de ramingen is gebruikt. Met ingang van de huidige kabinetsperiode is in de begrotingsregels opgenomen dat het uitgavenkader wordt gecorrigeerd (verlaagd) voor zover de rentelasten lager zijn dan in de Startnota geraamd.

Sociale zekerheid en arbeidsmarkt

Tabel 2.3 geeft de uitgavenontwikkeling onder het SZA-kader weer sinds Miljoenennota 2012. De overschrijding blijft ongewijzigd op 0,4 miljard euro.

Tabel 2.3 Kadertoetsing SZA (in miljarden euro; «–» is onderschrijding)
 

2011

Miljoenennota 2012

0,4

Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO)

0,1

Overige mutaties

– 0,1

Najaarsnota 2011

0,4

Naar aanleiding van uitvoeringsinformatie zijn de geraamde uitgaven aan de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO) verhoogd met circa 50 miljoen euro. Dit wordt gecompenseerd door middel van diverse kleinere uitvoeringsmutaties, met name bij andere arbeidsongeschiktheidsregelingen (WIA en Wajong).

Budgettair Kader Zorg

Tabel 2.4 laat de uitgavenontwikkeling onder het kader Zorg zien sinds Miljoenennota 2012. De overschrijding van het kader Zorg bedraagt 1,2 miljard euro.

Tabel 2.4 Kadertoetsing Zorg (in miljarden euro; «–» is onderschrijding)
 

2011

Miljoenennota 2012

1,4

PGB’s

– 0,2

Overige mutaties

0,0

Najaarsnota 2011

1,2

De bijstelling onder het Budgettair Kader Zorg wordt met name veroorzaakt door mutaties bij de PGB’s, overige AWBZ-uitgaven, huisartsen en de Wtcg. Op basis van nieuwe CVZ-cijfers blijkt een meevaller bij de PGB’s van 230 miljoen euro. Daarnaast wordt de raming voor de overige AWBZ-uitgaven met 80 miljoen euro naar boven bijgesteld. Verder is de doorwerking van de overschrijding bij de huisartsenop basis van nieuwe cijfers over 2009 en 2010 met 20miljoen euro naar beneden bijgesteld. Bij de Wtcg wordt dit jaar een extra overschrijding van 40 miljoen euro verwacht. Daarnaast is sprake van een aantal overige mutaties. Deze mutaties worden toegelicht in de tweede suppletoire wet bij de begroting van VWS.

Uitgaven niet relevant voor het kader

Tabel 2.5 geeft een overzicht van de mutaties die niet relevant zijn voor het uitgavenkader.

Tabel 2.5 Uitgaven niet relevant voor het uitgavenkader (in miljarden euro)
 

2011

VUT-fonds

0,1

Prorail schuldreductie

0,2

Steeds meer mensen doen later een beroep op de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU). Als gevolg hiervan wijzigt de leenbehoefte van het VUT-fonds (50 miljoen euro). Het VUT-fonds is niet relevant voor het EMU-saldo.

De verkoop van Strukton heeft in 2010 plaatsgevonden en is verwerkt in de Voorlopige Rekening 2010. Ontvangsten uit de verkoop van Strukton worden dit jaar ingezet voor schuldreductie (150 miljoen euro). Dit gebeurt door Prorail in staat te stellen leningen af te lossen. Per saldo is geen effect op het EMU-saldo van de collectieve sector.

Licence