Na verwerking van alle uitgavenmutaties sluit het totaalkader; dit is weergegeven in tabel 2.1.
Naar aanleiding van de aanvullende begrotingsafspraken wordt 650 miljoen euro in 2013 onder het uitgavenkader verwerkt voor de intensivering in onderwijs. Daarnaast resteert uit het voorjaar een in=uittaakstelling van 1,0 miljard euro, die nog dit jaar moet worden ingevuld. Na de onderuitputting bij Najaarsnota resteert nog een in=uit taakstelling van 0,6 miljard euro voor 2013. Indien deze niet volledig kan worden ingevuld met onderuitputting bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk zal een kaderoverschrijding voor 2013 resulteren.
De mutaties onder de verschillende deelkaders worden toegelicht bij de respectievelijke kadertoetsen.
20131 | |
---|---|
Totaalkader Miljoenennota 2014 | 0,0 |
Totaalkader Najaarsnota 2013 | 0,0 |
Rijksbegroting in enge zin Miljoenennota 2014 | – 0,8 |
Rijksbegroting in enge zin mutatie Najaarsnota 2013 | 0,3 |
Rijksbegroting in enge zin Najaarsnota 2013 | – 0,5 |
Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Miljoenennota 2014 | 1,0 |
Sociale Zekerheid mutatie Najaarsnota 2013 | – 0,3 |
Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Najaarsnota 2013 | 0,8 |
Budgettair Kader Zorg Miljoenennota 2014 | – 0,3 |
Budgettair Kader Zorg mutatie Najaarsnota 2013 | 0,0 |
Budgettair Kader Zorg Najaarsnota 2013 | – 0,2 |
Rijksbegroting in enge zin
Tabel 2.2 geeft de uitgavenontwikkeling onder het kader RBG-eng weer sinds Miljoenennota 2014. Onder het kader RBG-eng is de onderschrijding met 0,3 miljard euro afgenomen. Het totaal aan uitgaven ligt 0,5 miljard lager dan de vastgestelde hoogte van het uitgavenkader.
20131 | |
---|---|
Miljoenennota 2014 | – 0,8 |
EU-afdrachten | – 0,2 |
Intensivering onderwijs | 0,7 |
Onderuitputting diverse begrotingen (inclusief HGIS) | – 0,5 |
Gemeente- en Provinciefonds | 0,1 |
Invullen in=uittaakstelling | 0,3 |
Overig | – 0,1 |
Najaarsnota 2013 | – 0,5 |
De Nederlandse afdrachten van douaneontvangsten vallen dit jaar 0,3 miljard euro lager uit dan eerder geraamd. Dit komt door zowel een lagere volumegroei van importen van buiten de EU als door een lager gemiddeld invoertarief dan voorzien. De lagere douaneontvangsten aan de EU worden in principe gecompenseerd door hogere bni-afdrachten van de lidstaten aangezien de EU-begroting altijd in evenwicht moet zijn. Tegenover dit compensatie-effect staat een lagere bni-afdracht omdat het Nederlandse bni achterblijft bij de rest van de EU. Hierdoor daalt het Nederlandse aandeel in de bni-afdrachten aan de EU. Doordat de afdracht van douaneontvangsten neerwaarts zijn bijgesteld, zijn ook de perceptiekostenvergoedingen met 0,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld. Per saldo resteert een meevaller ter grootte van 0,2 miljard euro.
Zoals afgesproken in de begrotingsafspraken 2014 wordt 650 miljoen euro toegevoegd aan de uitgaven aan onderwijs in 2013. De middelen worden ingezet voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, volwasseneneducatie en hoger onderwijs.
Op diverse begrotingen vindt onderuitputting plaats. Tabel 2.3 geeft inzicht in de verdeling hiervan over de verschillende departementale begrotingen onder het kader RBG-eng. De Verticale Toelichting (VT) in bijlage 3 geeft verdere informatie over de mutaties bij Najaarsnota op de verschillende begrotingen.
De begrotingsafspraken 2014 leiden tot een opwaartse bijstelling van het accres 2013 voor het gemeente- en provinciefonds, als gevolg van de intensivering in onderwijs. Dit effect op het accres wordt enigszins gedempt door onderuitputting op departementale begrotingen en het invullen van de in=uittaakstelling. Per saldo resteert een positieve bijstelling van het accres 2013 van 0,1 miljard euro.
Over het algemeen geldt dat departementen onderuitputting tot maximaal 1 procent van hun gecorrigeerde begrotingstotaal in het volgende jaar tot besteding mogen laten komen (via de zogenoemde eindejaarsmarge). Daarbij wordt de technische veronderstelling gehanteerd dat in dat volgende jaar een gelijk bedrag aan onderuitputting zal optreden. Deze technische veronderstelling wordt geboekt als in=uittaakstelling. Hiermee leidt de systematiek van de eindejaarsmarge niet tot een belasting van het EMU-saldo. Aan het einde van het jaar blijkt of de veronderstelde onderuitputting daadwerkelijk is opgetreden. Indien dit niet het geval is, leidt dit tot een kaderoverschrijding en verslechtering van het EMU-saldo. De eindejaarsmarge over 2012 en de corresponderende in=uittaakstelling zijn bij Voorjaarnota 2013 geboekt.
Na verwerking van alle bij Najaarsnota aangeboden mutaties kan op RBG-eng 0,3 miljard euro van de in=uittaakstelling worden ingevuld. Met deze invulling sluit het totaalkader. De resterende in=uittaakstelling ter grootte van 0,6 miljard euro moet nog worden ingevuld.
Tenslotte vindt een aantal overige mutaties plaats. Het betreft enkele kasschuiven en mee- en tegenvallers op diverse begrotingen. Het totaal aan overige mutaties leidt tot een meevaller van 0,1 miljard euro onder het kader RBG-eng.
Sociale zekerheid en arbeidsmarkt
Tabel 2.4 geeft de uitgavenontwikkeling onder het SZA-kader weer sinds Miljoenennota 2014. De overschrijding van het SZA-kader is met 0,3 miljard euro teruggelopen en bedraagt nu 0,8 miljard euro.
2013 | |
---|---|
Miljoenennota 2014 | 1,0 |
Vrijval reservering kindregelingen | – 0,2 |
Overig | – 0,1 |
Najaarsnota 2013 | 0,8 |
De lagere overschrijding van het SZA-kader wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het vrijvallen van de reservering ten behoeve van de kindregelingen. Voor 2014 en verder zijn deze middelen ingezet voor een intensivering in de kinderopvangtoeslag conform de begrotingsafspraken 2014.
De post «overig» bevat verscheidene kleine bijstellingen waaronder een meevaller op re-integratie van arbeidsongeschikten (van net geen 50 miljoen euro) en een aantal kleinere meevallers op onder andere de WW, ZW en WAO. Verder is de in=uittaakstelling van het SZA-kader grotendeels ingevuld.
Budgettair Kader Zorg
Tabel 2.5 laat de uitgavenontwikkeling onder het kader Zorg zien sinds Miljoenennota 2014. De onderschrijding van het kader Zorg bedraagt bij Najaarsnota 0,2 miljard euro.
2013 | |
---|---|
Miljoenennota 2014 | – 0,3 |
Mutaties | 0,0 |
Najaarsnota 2013 | – 0,2 |
Ten opzichte van de stand bij Miljoenennota 2014 is de onderschrijding van het Budgettair Kader Zorg 2013 met 40 miljoen euro bijgesteld. Deze bijstelling wordt met name veroorzaakt door mutaties bij subsidies zorgopleidingen.
Mutaties niet relevant voor het kader
Tabel 2.6 geeft een overzicht van de mutaties die niet relevant zijn voor het uitgavenkader.
2013 | |
---|---|
Ontvangsten IJsland | – 0,1 |
Dividend ABN AMRO | – 0,1 |
Uit de boedel van de failliete Landsbanki heeft Nederland de vierde boedeluitkering ontvangen. Het aandeel van de Staat in de meest recente uitkering bedraagt circa 77 miljoen euro.
De dividenduitkering van ABN Amro valt 94 miljoen euro mee ten opzichte van de raming (stand Miljoenennota 2014). Deze meevaller wordt als interim-dividend over boekjaar 2013 uitgekeerd. In totaal ontvangt de Staat in 2013 voor 400 miljoen euro aan dividend van ABN Amro.