De raming van de totale belasting- en premieontvangsten voor 2020 is met 7,3 miljard euro opwaarts bijgesteld ten opzichte van de raming voor 2020 in de Miljoenennota 2021 (tabel 3.1). Hoewel dat een forse opwaartse bijstelling is, bedragen de geraamde belasting- en premieontvangsten nog steeds ongeveer 15 miljard euro minder dan de geraamde ontvangsten voor 2020 in de Miljoenennota 2020 van september 2019 en ongeveer 12 miljard euro lager dan de gerealiseerde ontvangsten van 2019. In dat opzicht is deze raming ‘minder negatief’ dan de raming van de Miljoenennota 2021.
(in miljarden euro) | Stand MN 2021 | Stand NJN 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen | 214,1 | 221,4 | 7,3 | |
waarvan belastingen | 176,2 | 184,4 | 8,2 | |
waarvan premies volksverzekeringen | 37,9 | 37,0 | ‒ 0,9 | |
Premies Werknemersverzekeringen | 68,9 | 68,9 | 0,0 | |
Totale belasting- en premieontvangsten | 283,0 | 290,3 | 7,3 |
De Najaarsnotaraming van de belasting- en premieontvangsten is gebaseerd op de gerealiseerde kasontvangsten tot en met de maand oktober. Bij het opstellen van de raming was nog geen geactualiseerd economisch beeld van het CPB beschikbaar ten opzichte van de MEV2021. Tabel 3.2 toont de geraamde belasting- en premieontvangsten op EMU-basis per belastingsoort. Deze tabel is op EMU-basis, waardoor het uitstel van belastingbetaling niet zichtbaar is. Op EMU-basis valt de belasting- of premieontvangst toe aan het jaar waarin de onderliggende economische transactie zich heeft voorgedaan; niet wanneer het Rijk de verschuldigde belasting of premie daadwerkelijk ontvangt (dat is kasbasis). Dit onderscheid is relevant voor de noodmaatregelen tot verlening van uitstel van belastingbetaling.
(in miljoenen euro) | MN2021 | NJN2020 | Verschil | |
---|---|---|---|---|
Indirecte belastingen | 87.379 | 89.750 | 2.371 | |
Omzetbelasting | 54.057 | 55.557 | 1.500 | |
Accijnzen | 11.110 | 11.647 | 537 | |
MRB | 4.259 | 4.259 | 0 | |
Belastingen op milieugrondslag | 4.569 | 4.672 | 104 | |
Invoerrechten | 3.151 | 3.099 | ‒ 52 | |
Overdrachtsbelasting | 3.122 | 3.122 | 0 | |
Assurantiebelasting | 2.946 | 2.996 | 50 | |
Verhuurderheffing | 1.635 | 1.890 | 255 | |
BPM | 1.620 | 1.597 | ‒ 23 | |
Bankbelasting | 449 | 449 | 0 | |
Belasting op zware motorrijtuigen | 194 | 194 | 0 | |
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. | 267 | 267 | 0 | |
Directe belastingen en premies volksverzekeringen | 126.449 | 131.364 | 4.915 | |
Loon- en inkomensheffing | 102.666 | 104.575 | 1.908 | |
Vennootschapsbelasting | 17.489 | 20.328 | 2.840 | |
Dividendbelasting | 3.938 | 4.138 | 200 | |
Schenk- en erfbelasting | 2.035 | 2.035 | 0 | |
Kansspelbelasting | 321 | 288 | ‒ 33 | |
Overige belastingontvangsten | 280 | 280 | 0 | |
Totaal belastingen en premies volksverzekeringen | 214.108 | 221.395 | 7.286 | |
Premies werknemersverzekeringen | 68.874 | 68.874 | 0 | |
waarvan zorgpremies | 42.636 | 42.636 | 0 | |
Totaal belastingen en premies | 282.982 | 290.269 | 7.286 |
De geraamde ontvangsten van de indirecte belastingen zijn opwaarts bijgesteld (+2,4 miljard euro). Dit betreft een optelsom van verschillende bijstellingen van verschillende belastingsoorten op basis van de gerealiseerde ontvangsten tot en met oktober. Vooral de omzetbelasting (btw) valt op. Het grootste deel van de ontvangsten uit de indirecte belastingen bestaat uit de btw. De daling van de btw-ontvangsten blijkt ten opzichte van de raming van de Miljoenennota 2021 mee te vallen, maar ten opzichte van de oorspronkelijke raming voor 2020 van de Miljoenennota 2020 is nog steeds sprake van lagere ontvangsten (ongeveer ‒ 5,5 miljard euro). Ook de accijnzen zijn opwaarts bijgesteld met 0,5 miljard euro. Onderliggend zijn de tabaksaccijns en de accijns op lichte olie en minerale oliën opwaarts bijgesteld. De jaaropbrengst van de verhuurderheffing en de bankbelasting is inmiddels zo goed als gerealiseerd.
Bij de directe belastingen en premies volksverzekeringen is sprake van een opwaartse bijstelling (4,9 miljard euro). Daarin valt de vennootschapsbelasting (vpb) op. De opwaartse bijstelling in de vpb bedraagt 2,8 miljard euro. Deze opwaartse bijstelling vloeit voort uit de kasontvangsten tot en met oktober. De vpb-ontvangsten vallen minder terug dan oorspronkelijk geraamd bij Miljoenennota 2021. Onderliggend lijken ondernemers hun aanslag voor het lopende jaar minder te hebben aangepast dan oorspronkelijk verwacht. Ook lijken de vpb-ontvangsten over het afgelopen belastingjaar (2019) aardig op peil te blijven. Ook de loon- en inkomensheffing met een opwaartse bijstelling van 1,9 miljard euro valt op. Onderliggend is vooral de inkomensheffing opwaarts bijgesteld. Ook hier lijkt de inkomensheffing over het lopende belastingjaar mee te vallen ten opzichte van de raming in de Miljoenennota 2021.
Tabel 3.2 presenteert de belasting- en premieontvangsten op EMU-basis. Op kasbasis zijn de ontvangsten lager als gevolg van de bijzondere regeling voor uitstel van betaling. Ten opzichte van de Miljoenennota 2021 is de geraamde omvang van de kasschuif als gevolg van deze regeling toegenomen met circa 0,5 miljard euro. Deze bedraagt nu circa 12,7 miljard euro en valt uiteen in circa 7,2 miljard euro voor de loonheffing en premies werknemersverzekeringen, circa 3,5 miljard euro voor de btw, circa 0,5 miljard euro vennootschapsbelasting en circa 1,4 miljard euro voor de overige belastingen. De toename hangt samen met de verruimde mogelijkheid voor ondernemers om ook na 1 oktober nog een initieel verzoek voor uitstel van betaling te doen. De inschatting is dat het verleende uitstel van betaling deels ook zal leiden tot afstel van belasting, onder meer als gevolg van mogelijke tussentijdse faillissementen. De derving door afstel door het verruimde uitstel van belastingheffing wordt momenteel geschat op ongeveer 0,7 miljard euro. Dit bedrag is met onzekerheden omgeven. De geraamde inkomsten voor 2020 op kasbasis staan vermeld in bijlage 2.