In het regeerakkoord heeft het kabinet afgesproken hoeveel er elk jaar maximaal kan worden uitgegeven. Dit uitgavenplafond is onderverdeeld in drie deelplafonds: Rijksbegroting, Sociale Zekerheid en Zorg. Met de plafondtoetsen toetst het kabinet of het verwachte uitgavenniveau binnen het vastgestelde uitgavenplafond blijft. Deze toets laat een overschrijding van het totale plafond zien van 5,4 miljard euro in 2021. Dit komt voornamelijk doordat het verwachte uitgavenniveau Rijksbegroting 5,4 miljard euro hoger ligt dan het uitgavenplafond Rijksbegroting. Bij Miljoenennota 2022 werd het totale plafond in 2021 ook overschreden met 5,4 miljard euro. Het verwachte niveau van de plafondrelevante uitgaven bij Najaarsnota 2021 blijft nagenoeg gelijk ten opzichte van het uitgavenniveau bij Miljoenennota 2022.
Bijstelling coronagerelateerde uitgaven
Het jaar 2021 wordt nog altijd getekend door de coronacrisis, met forse gevolgen voor de Nederlandse begroting. Om de gevolgen van de coronacrisis te beperken heeft het kabinet omvangrijkere nood- en steunmaatregelen genomen dan ooit tevoren. Dit heeft in de afgelopen twee jaar geleid tot hogere uitgaven. De coronagerelateerde uitgaven zijn niet ten koste gegaan van de reguliere uitgaven, maar hebben geleid tot een stijging van het begrotingstekort en de overheidsschuld. Het plaatsen van de coronagerelateerde uitgaven buiten de begrotingskaders is een uitzonderlijke keuze, die het kabinet bewust heeft gemaakt vanwege het unieke karakter van deze crisis. Lagere uitgaven aan de steunmaatregelen leveren hierdoor ook geen ruimte op voor reguliere uitgaven.
In deze Najaarsnota is een aantal bijstellingen verwerkt op de steunmaatregelen. Het gaat om ramingsbijstellingen op basis van realisaties en uitvoeringsinformatie, het doorschuiven van uitgaven van 2021 naar 2022 en om een aantal nieuwe steunmaatregelen zoals aangekondigd in de Kamerbrieven van 16 en 26 november over het steunpakket in het vierde kwartaal.12
De uitgaven aan corona in 2021 zijn bij Najaarsnota geraamd op 36,3 miljard euro. Dit betekent dat deze uitgaven per saldo met 3,1 miljard euro neerwaarts zijn bijgesteld ten opzichte van de geraamde uitgaven bij Miljoenennota 2022 (39,4 miljard euro). Dit komt onder andere door lagere uitgaven dan eerder geraamd en door het schuiven van uitgaven naar 2022 op de VWS-begroting. De totale bijstelling op de VWS-begroting bedraagt ‒ 1,7 miljard euro in 2021, onder meer door lagere uitgaven voor vaccinaties en testen. Er wordt 0,8 miljard euro aanvullend beschikbaar gesteld in 2022. Bij de OV-beschikbaarheidsvergoeding worden de uitgaven in 2021 met ‒ 0,7 miljard euro bijgesteld, 0,3 miljard euro wordt hiervan doorgeschoven naar 2022. Daarnaast worden de uitgaven bijgesteld vanwege een ramingsbijstelling voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in eerdere kwartalen met ‒ 1,3 miljard euro in 2021 en met ‒ 0,3 miljard euro in 2022. Het openstellen van de TVL in het vierde kwartaal van 2021 leidt naar verwachting tot 0,5 miljard euro hogere uitgaven in 2021 en 1,4 miljard euro hogere uitgaven in 2022. Het openstellen van de NOW in het vierde kwartaal leidt tot 1,5 miljard euro hogere uitgaven in 2021.
In bijlage 1 is een actueel meerjarig budgettair overzicht van de nood- en steunpakketten opgenomen. Op www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd is een gedetailleerd overzicht van de steunmaatregelen opgenomen.
Bijstelling uitgaven onder de plafondsOok de ramingen van reguliere uitgaven zijn bijgesteld sinds de Miljoenennota 2022. De belangrijkste posten zijn een tegenvaller van 223 miljoen euro op de BZK-begroting en een neerwaartse bijstelling van 1.089 miljoen euro op de EZK-begroting vanwege latere ontvangsten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Op de begroting van Financiën is er een meevaller van 215 miljoen euro door ontvangen dividenden van staatsdeelnemingen. Daarnaast is er een tegenvaller van per saldo 96 miljoen euro op de EU-afdrachten vanwege een nabetaling naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane. Hiermee is de TEM-hoofdsom onder voorbehoud afgedragen en is de vertragingsrente nog niet betaald. Voor 2022 dient rekening te worden gehouden met mogelijke additionele naheffingen en vertragingsrente. Onder het deelplafond Zorg leidt de actualisatie van de Zvw tot een tegenvaller van 243 miljoen euro.
Alle bijgestelde uitgaven worden toegelicht onder de plafondtoetsen in de volgende paragrafen. In de bijlage bij deze nota geeft het kabinet ook een toelichting over de laatste ontwikkelingen op het dossier van de Kinderopvangtoeslag. Hieruit volgen voor 2021 geen budgettaire wijzigingen.
Naast de mee- en tegenvallers is in deze Najaarsnota in totaal 1,4 miljard euro aan onderuitputting verwerkt (geld dat voor dit jaar was begroot, maar niet is uitgegeven). Deze onderuitputting staat verder in detail toegelicht onder de plafondtoets in paragraaf 2.1.1. De in=uit-taakstelling inclusief de taakstelling bij Voorjaarsnota 2020 bedraagt 1,9 miljard euro. Hiervan wordt 105 miljoen euro ingevuld bij Najaarsnota. Er staat nog 1.818 miljoen euro aan taakstelling open richting de Slotwet.
(in miljarden euro; - is onderschrijding) | 2021 |
---|---|
Totaal uitgavenplafond reguliere uitgaven | |
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 312,0 |
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 317,4 |
Over-/onderschrijding | 5,4 |
Rijksbegroting reguliere uitgaven | |
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 148,0 |
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 153,3 |
Over-/onderschrijding | 5,4 |
Sociale zekerheid reguliere uitgaven | |
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 87,7 |
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 88,1 |
Over-/onderschrijding | 0,4 |
Zorg reguliere uitgaven | |
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 76,3 |
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 76,0 |
Over-/onderschrijding | ‒ 0,4 |