Ontwerpbegroting (incl. premies) 2023
Omschrijving databron
Beschrijving velden
- Index: unieke ID (toegekend bij samenstelling dataset)
- Parent: ID van bovenliggend niveau
- IBOSnummer: samengesteld identificatienummer gebaseerd op de inhoudelijke parameters, niet uniek(!). Jaar.Hfst_nr.Art_nr.Art_ond_nummer.instrument_nummer.detailnummer
- V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichtingen, U = uitgaven, O = ontvangsten
- Totaal: dit staat voor totaal ja of nee. Deze kolom bevat de waarde J of N. Als er J staat is de regel een optelling van de onderliggende regels. Als er een N staat is het een regel zonder optellingen. Dit is een belangerijke waarde waarmee gefilterd kan worden naar alléén detail-regels en zelf de optelling en hierarchie kan worden gemaakt. Fouten in deze regel of verkeerde filters op deze waarde veroorzaken dubbeltellingen en afwijkingen op de totalen etc.
- Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd. NB: de ontwerpbegroting van 2025 wordt in 2024 gepubliceerd. De jaarverslagen worden juist in het kalenderjaar ná het begrotingsjaar gepubliceerd JV 2024 wordt in 2025 gepubliceerd.
- Begrotingsfase: De weergegeven waarden behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; O1: de eerste suppletoire begroting; SBS: Suppletoire Begrotings September; O2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
- Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft verschillende soorten hoofdstukken: departementale begrotingen, niet-departementale begrotingen en begrotingsfondsen. De departementale en niet-departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
- Artikelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
- Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
- Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
- Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
Bedrag-kolommen: Verschillende begrotingsfases hebben verschillende bedrag kolommen. De benamingen zijn opgebouwd uit drie componenten.
Soort bedrag: Stand, Mutatie, Realisatie.
- Stand: het gehele geraamde bedrag op de begrotingsregel voor het betreffende begrotingsjaar/fase.
- Mutatie: het bedrag waarmee de begrotingsstand wordt aangepast. Dit wordt gebruikt in de suppletoire begrotingen.
- Realisatie: dit bedrag geeft weer wat er aan het eind van het begrotingsjaar is uitgegeven (gerealiseerd) op de begrotingspost. Deze aanduiding wordt gebruikt in het jaarverslag. NB: OWBMin2 is ook een realisatiestand.
Fase:
- de fase wordt zoals hierboven beschreven aangegeven met OWB, O1, SBS, O2, JV. Ook staat er soms ISB bij, dit zijn incidentele suppletoire begrotingen. Deze komen bij hoge uitzonderingen voor tussen twee reguliere begrotingsmomenten.
Min of Plus.
- Min geeft aan of het bedrag uit een vorig begrotingsjaar betreft: (Min4 tot en met Min1). Dit zijn de realisatiestanden. NB: in de ontwerpbegroting staat het lopende begrotingsjaar als OWBMin1. Dit is dus nog geen realisatiestand, maar de geraamde uitkomst van de begroting die op dit moment wordt uitgevoerd.
- Plus zijn de geraamde stand voor de jaren ná het begrotingsjaar + 1, +2 etc.
De kolom zónder min of plus in de naam is het belangrijkst. Daarin staat de stand, mutatie, of realisatie van het desbetreffende begrotingsjaar.
De bedragkolommen per fase:
-
De ontwerpbegroting bevat de volgende kolommen: OWBMin2,OWBMin1,StandOWB,OWBPlus1,OWBPlus2,OWBPlus3,OWBPlus4. Dit zijn de standen van de bedragen (gerealiseerd of geraamd). Stand OWB wordt voorgelegd aan de kamer ter autorisatie.
-
De eerste suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandOWB,MutatieOWB,StandVB,MutatieO1,StandO1,MutatiePlus1,MutatiePlus2,MutatiePlus3,MutatiePlus4. Mutatie O1 en StandO1 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie. Let op: Stand VB = vastgestelde begroting. Tijdens de begrotingsbehandeling kunnen de standen van de ontwerpbegroting nog wijzigen (door amendementen of nota's van wijziging), het bedrag dat uiteindelijk wordt geautoriseerd door de kamer is de "vastgestelde begroting".
-
De suppletoire begroting september bevat de volgende kolommen: StandO1enISB,MutatieSBSupp,StandSBSupp. MutatieSBSupp en StandSBSupp worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
De tweede suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandVB,MutatiesO2,StandO2. MutatieO2 en StandO2 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
-
Het jaarverslag bevat de volgende kolommen: RealisatieMin4,RealisatieMin3,RealisatieMin2,RealisatieMin1,Realisatie,StandVB,Verschil. Realisatie wordt voorgelegd aan de kamer ter informatie. In de kolom verschil wordt de stand van de vastgestelde begroting afgetrokken van de realisatie, om inzicht te geven in de afwijking tussen raming en realisatie.
|
http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV |
Eerste suppletoire begroting (incl. premies) 2023
Omschrijving databron
Beschrijving velden
- Index: unieke ID (toegekend bij samenstelling dataset)
- Parent: ID van bovenliggend niveau
- IBOSnummer: samengesteld identificatienummer gebaseerd op de inhoudelijke parameters, niet uniek(!). Jaar.Hfst_nr.Art_nr.Art_ond_nummer.instrument_nummer.detailnummer
- V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichtingen, U = uitgaven, O = ontvangsten
- Totaal: dit staat voor totaal ja of nee. Deze kolom bevat de waarde J of N. Als er J staat is de regel een optelling van de onderliggende regels. Als er een N staat is het een regel zonder optellingen. Dit is een belangerijke waarde waarmee gefilterd kan worden naar alléén detail-regels en zelf de optelling en hierarchie kan worden gemaakt. Fouten in deze regel of verkeerde filters op deze waarde veroorzaken dubbeltellingen en afwijkingen op de totalen etc.
- Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd. NB: de ontwerpbegroting van 2025 wordt in 2024 gepubliceerd. De jaarverslagen worden juist in het kalenderjaar ná het begrotingsjaar gepubliceerd JV 2024 wordt in 2025 gepubliceerd.
- Begrotingsfase: De weergegeven waarden behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; O1: de eerste suppletoire begroting; SBS: Suppletoire Begrotings September; O2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
- Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft verschillende soorten hoofdstukken: departementale begrotingen, niet-departementale begrotingen en begrotingsfondsen. De departementale en niet-departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
- Artikelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
- Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
- Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
- Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
Bedrag-kolommen: Verschillende begrotingsfases hebben verschillende bedrag kolommen. De benamingen zijn opgebouwd uit drie componenten.
Soort bedrag: Stand, Mutatie, Realisatie.
- Stand: het gehele geraamde bedrag op de begrotingsregel voor het betreffende begrotingsjaar/fase.
- Mutatie: het bedrag waarmee de begrotingsstand wordt aangepast. Dit wordt gebruikt in de suppletoire begrotingen.
- Realisatie: dit bedrag geeft weer wat er aan het eind van het begrotingsjaar is uitgegeven (gerealiseerd) op de begrotingspost. Deze aanduiding wordt gebruikt in het jaarverslag. NB: OWBMin2 is ook een realisatiestand.
Fase:
- de fase wordt zoals hierboven beschreven aangegeven met OWB, O1, SBS, O2, JV. Ook staat er soms ISB bij, dit zijn incidentele suppletoire begrotingen. Deze komen bij hoge uitzonderingen voor tussen twee reguliere begrotingsmomenten.
Min of Plus.
- Min geeft aan of het bedrag uit een vorig begrotingsjaar betreft: (Min4 tot en met Min1). Dit zijn de realisatiestanden. NB: in de ontwerpbegroting staat het lopende begrotingsjaar als OWBMin1. Dit is dus nog geen realisatiestand, maar de geraamde uitkomst van de begroting die op dit moment wordt uitgevoerd.
- Plus zijn de geraamde stand voor de jaren ná het begrotingsjaar + 1, +2 etc.
De kolom zónder min of plus in de naam is het belangrijkst. Daarin staat de stand, mutatie, of realisatie van het desbetreffende begrotingsjaar.
De bedragkolommen per fase:
-
De ontwerpbegroting bevat de volgende kolommen: OWBMin2,OWBMin1,StandOWB,OWBPlus1,OWBPlus2,OWBPlus3,OWBPlus4. Dit zijn de standen van de bedragen (gerealiseerd of geraamd). Stand OWB wordt voorgelegd aan de kamer ter autorisatie.
-
De eerste suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandOWB,MutatieOWB,StandVB,MutatieO1,StandO1,MutatiePlus1,MutatiePlus2,MutatiePlus3,MutatiePlus4. Mutatie O1 en StandO1 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie. Let op: Stand VB = vastgestelde begroting. Tijdens de begrotingsbehandeling kunnen de standen van de ontwerpbegroting nog wijzigen (door amendementen of nota's van wijziging), het bedrag dat uiteindelijk wordt geautoriseerd door de kamer is de "vastgestelde begroting".
-
De suppletoire begroting september bevat de volgende kolommen: StandO1enISB,MutatieSBSupp,StandSBSupp. MutatieSBSupp en StandSBSupp worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
De tweede suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandVB,MutatiesO2,StandO2. MutatieO2 en StandO2 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
-
Het jaarverslag bevat de volgende kolommen: RealisatieMin4,RealisatieMin3,RealisatieMin2,RealisatieMin1,Realisatie,StandVB,Verschil. Realisatie wordt voorgelegd aan de kamer ter informatie. In de kolom verschil wordt de stand van de vastgestelde begroting afgetrokken van de realisatie, om inzicht te geven in de afwijking tussen raming en realisatie.
|
http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV |
Ontwerpbegroting (excl. premies) 2024
Omschrijving databron
Beschrijving velden
- Index: unieke ID (toegekend bij samenstelling dataset)
- Parent: ID van bovenliggend niveau
- IBOSnummer: samengesteld identificatienummer gebaseerd op de inhoudelijke parameters, niet uniek(!). Jaar.Hfst_nr.Art_nr.Art_ond_nummer.instrument_nummer.detailnummer
- V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichtingen, U = uitgaven, O = ontvangsten
- Totaal: dit staat voor totaal ja of nee. Deze kolom bevat de waarde J of N. Als er J staat is de regel een optelling van de onderliggende regels. Als er een N staat is het een regel zonder optellingen. Dit is een belangerijke waarde waarmee gefilterd kan worden naar alléén detail-regels en zelf de optelling en hierarchie kan worden gemaakt. Fouten in deze regel of verkeerde filters op deze waarde veroorzaken dubbeltellingen en afwijkingen op de totalen etc.
- Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd. NB: de ontwerpbegroting van 2025 wordt in 2024 gepubliceerd. De jaarverslagen worden juist in het kalenderjaar ná het begrotingsjaar gepubliceerd JV 2024 wordt in 2025 gepubliceerd.
- Begrotingsfase: De weergegeven waarden behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; O1: de eerste suppletoire begroting; SBS: Suppletoire Begrotings September; O2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
- Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft verschillende soorten hoofdstukken: departementale begrotingen, niet-departementale begrotingen en begrotingsfondsen. De departementale en niet-departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
- Artikelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
- Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
- Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
- Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
Bedrag-kolommen: Verschillende begrotingsfases hebben verschillende bedrag kolommen. De benamingen zijn opgebouwd uit drie componenten.
Soort bedrag: Stand, Mutatie, Realisatie.
- Stand: het gehele geraamde bedrag op de begrotingsregel voor het betreffende begrotingsjaar/fase.
- Mutatie: het bedrag waarmee de begrotingsstand wordt aangepast. Dit wordt gebruikt in de suppletoire begrotingen.
- Realisatie: dit bedrag geeft weer wat er aan het eind van het begrotingsjaar is uitgegeven (gerealiseerd) op de begrotingspost. Deze aanduiding wordt gebruikt in het jaarverslag. NB: OWBMin2 is ook een realisatiestand.
Fase:
- de fase wordt zoals hierboven beschreven aangegeven met OWB, O1, SBS, O2, JV. Ook staat er soms ISB bij, dit zijn incidentele suppletoire begrotingen. Deze komen bij hoge uitzonderingen voor tussen twee reguliere begrotingsmomenten.
Min of Plus.
- Min geeft aan of het bedrag uit een vorig begrotingsjaar betreft: (Min4 tot en met Min1). Dit zijn de realisatiestanden. NB: in de ontwerpbegroting staat het lopende begrotingsjaar als OWBMin1. Dit is dus nog geen realisatiestand, maar de geraamde uitkomst van de begroting die op dit moment wordt uitgevoerd.
- Plus zijn de geraamde stand voor de jaren ná het begrotingsjaar + 1, +2 etc.
De kolom zónder min of plus in de naam is het belangrijkst. Daarin staat de stand, mutatie, of realisatie van het desbetreffende begrotingsjaar.
De bedragkolommen per fase:
-
De ontwerpbegroting bevat de volgende kolommen: OWBMin2,OWBMin1,StandOWB,OWBPlus1,OWBPlus2,OWBPlus3,OWBPlus4. Dit zijn de standen van de bedragen (gerealiseerd of geraamd). Stand OWB wordt voorgelegd aan de kamer ter autorisatie.
-
De eerste suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandOWB,MutatieOWB,StandVB,MutatieO1,StandO1,MutatiePlus1,MutatiePlus2,MutatiePlus3,MutatiePlus4. Mutatie O1 en StandO1 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie. Let op: Stand VB = vastgestelde begroting. Tijdens de begrotingsbehandeling kunnen de standen van de ontwerpbegroting nog wijzigen (door amendementen of nota's van wijziging), het bedrag dat uiteindelijk wordt geautoriseerd door de kamer is de "vastgestelde begroting".
-
De suppletoire begroting september bevat de volgende kolommen: StandO1enISB,MutatieSBSupp,StandSBSupp. MutatieSBSupp en StandSBSupp worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
De tweede suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandVB,MutatiesO2,StandO2. MutatieO2 en StandO2 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
-
Het jaarverslag bevat de volgende kolommen: RealisatieMin4,RealisatieMin3,RealisatieMin2,RealisatieMin1,Realisatie,StandVB,Verschil. Realisatie wordt voorgelegd aan de kamer ter informatie. In de kolom verschil wordt de stand van de vastgestelde begroting afgetrokken van de realisatie, om inzicht te geven in de afwijking tussen raming en realisatie.
|
http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV |
Eerste suppletoire begroting (excl. premies) 2024
Omschrijving databron
Beschrijving velden
- Index: unieke ID (toegekend bij samenstelling dataset)
- Parent: ID van bovenliggend niveau
- IBOSnummer: samengesteld identificatienummer gebaseerd op de inhoudelijke parameters, niet uniek(!). Jaar.Hfst_nr.Art_nr.Art_ond_nummer.instrument_nummer.detailnummer
- V/U/O: geeft het type bedrag weer. V = verplichtingen, U = uitgaven, O = ontvangsten
- Totaal: dit staat voor totaal ja of nee. Deze kolom bevat de waarde J of N. Als er J staat is de regel een optelling van de onderliggende regels. Als er een N staat is het een regel zonder optellingen. Dit is een belangerijke waarde waarmee gefilterd kan worden naar alléén detail-regels en zelf de optelling en hierarchie kan worden gemaakt. Fouten in deze regel of verkeerde filters op deze waarde veroorzaken dubbeltellingen en afwijkingen op de totalen etc.
- Begrotingsjaar: het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd. NB: de ontwerpbegroting van 2025 wordt in 2024 gepubliceerd. De jaarverslagen worden juist in het kalenderjaar ná het begrotingsjaar gepubliceerd JV 2024 wordt in 2025 gepubliceerd.
- Begrotingsfase: De weergegeven waarden behoren tot een bepaalde “stand” van de begroting. Opgedeeld in vijf fasen: OWB: ontwerpbegroting; O1: de eerste suppletoire begroting; SBS: Suppletoire Begrotings September; O2: de tweede suppletoire begroting; JV: jaarverslag
- Begrotingsnummer: Hier staan de hoofdstuknummers. De begroting heeft verschillende soorten hoofdstukken: departementale begrotingen, niet-departementale begrotingen en begrotingsfondsen. De departementale en niet-departementale begrotingen zijn genummerd met romeinse cijfers. De begrotingsfondsen hebben een letter.
- Artikelnummer: het nummer van het artikel en/of het detail-nummer
- Artikelnaam: naam van het begrotingsartikel
- Artikelonderdeel: naam van het artikelonderdeel
- Instrument: het financieel instrument (zie: https://rbv.rijksfinancien.nl/begrippenlijst/financiele-instrumenten)
Bedrag-kolommen: Verschillende begrotingsfases hebben verschillende bedrag kolommen. De benamingen zijn opgebouwd uit drie componenten.
Soort bedrag: Stand, Mutatie, Realisatie.
- Stand: het gehele geraamde bedrag op de begrotingsregel voor het betreffende begrotingsjaar/fase.
- Mutatie: het bedrag waarmee de begrotingsstand wordt aangepast. Dit wordt gebruikt in de suppletoire begrotingen.
- Realisatie: dit bedrag geeft weer wat er aan het eind van het begrotingsjaar is uitgegeven (gerealiseerd) op de begrotingspost. Deze aanduiding wordt gebruikt in het jaarverslag. NB: OWBMin2 is ook een realisatiestand.
Fase:
- de fase wordt zoals hierboven beschreven aangegeven met OWB, O1, SBS, O2, JV. Ook staat er soms ISB bij, dit zijn incidentele suppletoire begrotingen. Deze komen bij hoge uitzonderingen voor tussen twee reguliere begrotingsmomenten.
Min of Plus.
- Min geeft aan of het bedrag uit een vorig begrotingsjaar betreft: (Min4 tot en met Min1). Dit zijn de realisatiestanden. NB: in de ontwerpbegroting staat het lopende begrotingsjaar als OWBMin1. Dit is dus nog geen realisatiestand, maar de geraamde uitkomst van de begroting die op dit moment wordt uitgevoerd.
- Plus zijn de geraamde stand voor de jaren ná het begrotingsjaar + 1, +2 etc.
De kolom zónder min of plus in de naam is het belangrijkst. Daarin staat de stand, mutatie, of realisatie van het desbetreffende begrotingsjaar.
De bedragkolommen per fase:
-
De ontwerpbegroting bevat de volgende kolommen: OWBMin2,OWBMin1,StandOWB,OWBPlus1,OWBPlus2,OWBPlus3,OWBPlus4. Dit zijn de standen van de bedragen (gerealiseerd of geraamd). Stand OWB wordt voorgelegd aan de kamer ter autorisatie.
-
De eerste suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandOWB,MutatieOWB,StandVB,MutatieO1,StandO1,MutatiePlus1,MutatiePlus2,MutatiePlus3,MutatiePlus4. Mutatie O1 en StandO1 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie. Let op: Stand VB = vastgestelde begroting. Tijdens de begrotingsbehandeling kunnen de standen van de ontwerpbegroting nog wijzigen (door amendementen of nota's van wijziging), het bedrag dat uiteindelijk wordt geautoriseerd door de kamer is de "vastgestelde begroting".
-
De suppletoire begroting september bevat de volgende kolommen: StandO1enISB,MutatieSBSupp,StandSBSupp. MutatieSBSupp en StandSBSupp worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
De tweede suppletoire begroting bevat de volgende kolommen: StandVB,MutatiesO2,StandO2. MutatieO2 en StandO2 worden aan de kamer voorgelegd ter autorisatie.
-
Het jaarverslag bevat de volgende kolommen: RealisatieMin4,RealisatieMin3,RealisatieMin2,RealisatieMin1,Realisatie,StandVB,Verschil. Realisatie wordt voorgelegd aan de kamer ter informatie. In de kolom verschil wordt de stand van de vastgestelde begroting afgetrokken van de realisatie, om inzicht te geven in de afwijking tussen raming en realisatie.
|
http://publications.europa.eu/resource/authority/file-type/CSV |