Base description which applies to whole site

iv Stabiliteitsmechanisme Europa

Op 10 mei jl. besloot de Ecofin Raad tot een totaalpakket aan maatregelen ter borging van de financiële stabiliteit (d.d. 10 mei 2010, kenmerk BFB 2010-548M). Belangrijk onderdeel van dit pakket was de afspraak dat landen alles in het werk zouden stellen om binnen de afgesproken termijn hun begrotingstekorten op orde te brengen. Sluitstuk van het pakket is het stabiliteitsmechanisme. Het mechanisme bestaat uit twee delen. Via de Europese begroting komt een bedrag van 60 mld beschikbaar. Dit mechanisme komt bovenop de bestaande betalingsbalansfaciliteit (die reeds beschikbaar is voor landen buiten de eurozone). Het nieuwe bedrag van 60 mld kan uitgeleend worden aan lidstaten in nood. Lidstaten van de EU staan via hun aandeel in de Europese begroting garant voor deze leningen. Voor Nederland gaat het dan om een garantstelling voor maximaal 3 mld.

Het communautaire deel wordt, indien dat nodig zou zijn, aangevuld met additionele leningen. Hiertoe is vanuit een Special Purpose Vehicle (SPV) maximaal 440 mld beschikbaar. De eurolanden zullen garant staan voor de verplichtingen van deze SPV. Het Nederlandse aandeel hierin bedraagt maximaal 26 mld. Dit loket is in beginsel tijdelijk beschikbaar, voor een periode van 3 jaar. Indien uit de Europese middelen een leningenprogramma wordt gefinancierd, zal ook het IMF voor naar verwachting in ieder geval de helft hieraan deelnemen. Leningen zullen, net als bij Griekenland, enkel worden verstrekt onder zeer stringente beleidscondities en tegen een forse renteopslag.

De garanties die Nederland verleent via de Europese begroting, en voor eventuele additionele leningen via het SPV leiden niet tot directe uitgaven op de Nederlandse begroting. Een effect op de uitgaven is pas aan de orde als delen van de leningen uiteindelijk toch niet worden terugbetaald. De kans hierop achten we bijzonder klein, temeer daar de leningen gepaard gaan met zeer strenge beleidscondities en een frequente monitoring. Eventuele noodzakelijke uitgaven uit het communautaire deel zullen bovendien in eerste instantie binnen de EU-begroting worden opgevangen.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Licence