Omdat dit noodzakelijk was met het oog op de financiële stabiliteit in de eurozone, is in 2010 een leningenprogramma gestart voor Griekenland. Voor Nederland gaat het om een aandeel in dit programma van maximaal 4,7 miljard euro over de periode 2010–2013. Voor het ritme waarmee op dit bedrag getrokken zal worden is een raming gemaakt die voor 2011 uitkomt op 2,2 miljard euro.
Op de Eurotop van 11 maart 2011 is besloten dat de rente die Griekenland betaalt voor deze leningen aangepast wordt met 100 basispunten. Griekenland betaalt dan een rentevergoeding die samengesteld is uit de driemaands euribor rente plus een opslag van 200 basispunten, plus een additionele opslag van 100 basispunten voor bedragen die langer dan drie jaar uitstaan. Voor de financiering van (het Nederlandse deel van) deze leningen trekt het Agentschap middelen aan op de financiële markten tegen het voor Nederland geldende rentepercentage; dat is aanzienlijk lager dan de vergoeding die Griekenland betaalt.
De leningen aan Griekenland zijn niet relevant voor het EMU-saldo, maar wel voor de EMU-schuld. De rentebaten evenals de rentelasten zijn wel relevant voor het EMU saldo, maar vallen (conform de afspraken over crisisgerelateerde maatregelen) buiten de kaders.