Base description which applies to whole site

BIJLAGE 2 BUDGETTAIR OVERZICHT INTERVENTIES T.B.V. DE FINANCIËLE SECTOR

Stand Voorjaarsnota (bedragen in miljoenen euro)

2008

2009

2010

2011

Artikel

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

         

1. Deelneming Fortis/AA

16 800

1 350

490

 

IX-B, art. 3

2. Deelneming RFS/AA

6 540

 

3 038

 

IX-B, art. 3

3. Verkoop FCI

 

– 350

   

IX-B, art. 3

4. Deelneming ABN AMRO Group N.V. – ASR Verzekeringen N.V. – RFS Holdings B.V. (incl. Z-share en residual N-share)*

   

27 971

27 971

Saldibalans

5. Overbruggingskredieten Fortis

44 341

     

IX-A, art. 1

6. Aflossingen overbruggingskredieten Fortis

 

– 36 516

– 3 250

– 825

IX-A, art. 1

7. Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis

– 502

– 705

– 167

– 100

IX-A, art. 1

8. Dividend ABN Amro Group

0

0

0

 

IX-B, art. 3

9. Dividend ASR

0

0

0

 

IX-B, art. 3

10. Dividend RFS

0

0

– 6

– 0,24

IX-B, art. 3

Capital Relief Instrument ABN-AMRO (CRI)

         

11. Garantieverlening (geëffectueerd)

 

32 611

 

IX-B, art. 3

12. Afname voorwaardelijke verplichting (zonder uitgaven)

   

– 32 611

IX-B, art. 3

13. Premieontvangsten uit CRI

 

– 28

– 165

IX-B, art. 3

Mandatory Convertible Notes ABN-AMRO (MCN)

         

14. Verstrekte converteerbare lening (MCN 7/09) **

 

800

– 800

IX-B, art. 3

15. Verstrekte converteerbare lening (MCN 12/09) **

 

1 800

– 1 800

IX-B, art. 3

16. Renteontvangsten uit MCN’s **

   

– 103

IX-B, art. 3

Counter Indemnity ABN-AMRO (garantie)

         

17. Garantieverlening (geëffectueerd)

   

950

 

IX-B, art. 3

18. Premieontvangsten uit garantie

   

– 26

– 26

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld (excl. nr. 4, 11, 12 en 17)

67 179

– 33 649

– 2 686

– 951

 

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (20 miljard euro)

         

21. Verstrekt kapitaal ING

10 000

     

IX-B, art. 3

22. Verstrekt kapitaal Aegon

3 000

     

IX-B, art. 3

23. Verstrekt kapitaal SNS Reaal

750

     

IX-B, art. 3

24. Aflossing ING

 

– 5 000

 

– 2 000

IX-B, art. 3

25. Aflossing Aegon

 

– 1 000

– 500

– 750

IX-B, art. 3

26. Aflossing SNS Reaal

 

– 185

   

IX-B, art. 3

27. Couponrente ING

 

– 645

– 39

 

IX-B, art. 3

28. Couponrente Aegon

 

– 166

– 11

 

IX-B, art. 3

29. Couponrente SNS Reaal

 

– 38

– 1

 

IX-B, art. 3

30. Repurchase fee ING

 

– 295

– 52

– 1 000

IX-B, art. 3

31. Repurchase fee Aegon

 

– 108

– 52

– 375

IX-B, art. 3

32. Repurchase fee SNS Reaal

 

0

   

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld

13 750

– 7 436

– 655

– 4 125

 

C. Back-up faciliteit ING EUR/USD wisselkoers

1,44 

1,34 

1,34 

 

33. Funding fee (rente + aflossing)

 

3 903 

4 345

2 778

IX-B, art. 3

34. Management fee

 

59 

47

41

IX-B, art. 3

35. Portefeuille ontvangsten (rente + aflossing)

 

– 3 819 

– 4 058

– 2 535

IX-B, art. 3

36. Garantiefee

 

– 129 

– 103

– 89

IX-B, art. 3

37. Additionele garantiefee

 

– 154

– 134

IX-B, art. 3

38. Additionele fee

 

– 14 

– 77

– 61

IX-B, art. 3

39. Meerjarenverplichting aan ING

 

15 857

13 084

10 536

Saldibalans

40. Alt-A portefeuille

 

18 352

16 376

13 863

Saldibalans

41. Saldo Back-up faciliteit ( 33 t/m 38)

 

0

0

0

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld = 41. Saldo Back-up faciliteit

 

0

0

0

 

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 mld.)

 

 

42. Garantieverlening (geëffectueerd)

2 740

47 535

   

IX-B, art. 2

43. Afname voorwaardelijke verplichting (zonder uitgaven)

 

– 3 174

– 8 103

– 5 788

IX-B, art. 2

44. Premieontvangsten op basis van garanties bancaire leningen

0

– 116

– 407

– 358

IX-B, art. 2

45. Schade-uitkeringen

0

0

0

 

IX-B, art. 2

           

D2. Stabiliteitsmechanisme

         

46. Garantie NL-aandeel EU-begroting

   

2 946

 

IX-B, art. 4

47. Garantie NL-aandeel EFSF

   

25 872

30 039

IX-B, art. 4

48. Deelneming EFSF

   

1

1

IX-B, art. 4

∆ Staatsschuld (excl. nr. 42, 43, 46 en 47)

 

– 116

– 406

– 357

 

E1. IJsland

         

49. Uitkeringen depositogarantiestelsel Icesave

1 236

192

   

IX-B, art. 2

50. Uitvoeringskosten IJslandse DGS door DNB

 

7

   

IX-B, art. 2

51. Vordering op IJsland

1 322

7

   

Saldibalans

52. Opgebouwde rente op vordering

 

74

41

42

Saldibalans

53. Correctie n.a.v. nieuw voorgestelde overeenkomst

   

– 64

 

Saldibalans

54.-55. Ontvangsten lening IJsland (i.) aflossing, (ii.) rente

 

0

0

 

IX-B, art. 2

           

E2. Griekenland

         

56. Lening Griekenland

   

1 248

2 191

IX-B, art. 4

57. Vordering Griekenland

   

1 248

3 439

Saldibalans

58. Premieontvangsten lening Griekenland

   

– 30

– 101

IX-B, art. 4

∆ Staatsschuld (excl. nr. 51,52, 53 en 57)

1 236

199

1 218

2 090

 

F. Overige gevolgen

         

59. Uitvoeringskosten en inhuur externen

11

43

8

10

IX-B, art. 3

60. Terug te vorderen uitvoeringskosten inhuur externen

0

3

0

0

Saldibalans

61. Ontvangen uitvoeringskosten externen

– 2

– 12

– 5

– 2

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld (excl. rentelasten)

82 165

– 41 002

– 2 529

– 3 343

 

Staatsschuld cumulatief (excl. rentelasten)

82 165

41 163

38 634

35 291

 

62. Toegerekende rente over staatsschuld

450

2 036

1 493

1 436

 

* Cumulatief saldo van posten: 1,2,3,14,15 en 16, conform opname Jaarverslag IX-B 2010.

** De MCN’s zijn na segregatie en separatie van ABN Amro N-share onderdelen geconverteerd in regulier aandelenkapitaal van ABN Amro Group N.V. Dit zelfde geldt voor de renteopbrengsten op de MCN’s.

Toelichting op bijzonderheden:

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

2. Van het aan oorspronkelijk te verstrekken kapitaal (als onderdeel van de herkapitsalisatie) stond nog 302 miljoen euro geraamd voor de verrekening RFS. In het oorsponkelijke kapitaalplan was hiervoor 740 miljoen euro gereserveerd. Aangezien de verrekening met RFS heeft plaatsgevonden en de Z-share 100% gekapitaliseerd is, worden de geraamde middelen niet meer uitgegeven.

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (20 miljard euro)

24, 25, 30 en 31. Aegon heeft voor 750 miljoen euro van de in 2008 verstrekte CT-1 securities teruggekocht. Hierbij ontving de Staat tevens een repurchase fee, zijnde een vergoeding voor vervroegde aflossing, ter waarde van 375 miljoen euro. Onder dezelfde faciliteit heeft ook ING afgelost, de aflossing bedroeg 2 miljard euro aan hoofdsom en eveneens werd een repurchase fee ontvangen van 1 miljard euro.

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 miljard euro)

43 en 44. De premieontvangsten onder de interbancaire garantieregeling zijn neerwaarts bijgesteld als gevolg van de afkoop van garanties door NIBC. De mutatie is hier genetteerd weergegeven en is inclusief de closing-out-fee ter waarde van 0,7 miljoen euro. Als gevolg van de afkoop daalt tevens de omvang van de uitstaande garanties sneller dan geraamd (zie tabel 4).

D2. Stabiliteitsmechanisme

43 en 44. Garantstelling Nederland in EU begroting ter dekking van het EFSM ter waarde van 2,9 miljard euro (BFB 2010–548M).

De leencapaciteit van het EFSF zal op korte termijn hersteld worden naar het oorspronkelijk beoogde bedrag van 440 miljard euro. Voor het herstel van de leencapaciteit van EFSF wordt gewerkt aan een combinatie van hogere eerstelijns garanties en achtervang garanties.

De eerstelijns garanties dienen hierbij de directe dekking van de netto leningen van het EFSF en de daaraan gekoppelde rentelasten. Aanvullende achtervang garanties zijn nodig om de AAA rating van het EFSF te garanderen. Voor Nederland gaat het dan voor de netto leningen en bijbehorende achtervang garanties om ruim 44 miljard euro. Om te allen tijde de leencapaciteit van 440 miljard euro te garanderen, moeten ook de rentelasten worden gegarandeerd. Deze bewegen mee met de renteontwikkeling. Volgens de huidige renteramingen gaat het voor Nederland om ruim 11 miljard euro aan garantie en achtervang garantie voor de rentelasten van het EFSF.

Aangezien rentestanden zich kunnen ontwikkelen in de toekomst, en om de leencapaciteit van 440 miljard euro zeker te stellen, zullen de garanties voor de rentelasten mee bewegen met deze ontwikkelingen. Zoals ook bij andere begrotingsposten het geval is, zullen daarom de garanties voor de rentelasten van het EFSF geactualiseerd worden bij reguliere begrotingsmomenten met de dan geldende CPB-ramingen.

E2. Griekenland

51–53. Met het oog op de financiële stabiliteit in de Eurozone is een leningenprogramma gestart voor Griekenland. Nederland heeft hierin een aandeel van 4,7 miljard euro over de gehele periode 2010–2013. Voor het huidige jaar is geraamd dat hiervan circa 2,2 miljard euro zal worden verstrekt.

Op de Eurotop van 11 maart 2011 is besloten dat de rente die Griekenland betaalt voor deze leningen aangepast wordt met 100 basispunten. Griekenland betaalt dan een rentevergoeding die samengesteld is uit de driemaands euribor rente plus een opslag van 200 basispunten, plus een additionele opslag van 100 basispunten voor bedragen die langer dan drie jaar uitstaan. Voor 2011 is derhalve becijferd dat circa 101 miljoen euro aan premies zal worden ontvangen.

Tabel 2: Balans (standen en mutaties in miljoenen euro’s)

Op de balans staan de vorderingen en verplichtingen welke vanwege de crisis zijn aangegaan. Balansonderdelen zijn hierbij opgenomen op nominale basis. Voor de financiering van opgenomen bezittingen vindt een uitsplitsing plaats naar drie componenten: I staatsschuld, II het resultaat en III het uitgavenkader.

Omschrijving:

2009

2010

2011*

Omschrijving:

2009

2010

2011*

A. Verwerving Fortis/RFS/AA 

       

I: Financiering met schuld (excl. rente)

41 163

38 634

– 3 343

35 291

1. Deelneming Fortis/AA (+ 3)

17 800

490

             

2. Deelneming RFS/AA

6 540

438

   

II: Financiering uit resultaat (tabel 3)

44

– 519

558

39

14. Converteerbare lening

800

             

15. Converteerbare lening

1 800

     

II: Financiering uitgavenkader

43

43

8

51

16. Rente uit MCN’s

103

               
                   

4. Deelneming ABN AMRO Group N.V. – ASR Verzekeringen N.V. – RFS Holdings B.V. (incl. Z-share en residual N-share)

 

 27 971

27 971

Toerekenbare rentelasten op staatsschuld (cumulatief)

2 486

3 979

1 436

5 415

                   

5. Overbruggingskredieten Fortis (+ 6)

7 825

4 575

– 825

3 750

C. Back-up faciliteit ING

       

40. Meerjaren-verplichting aan ING

15 857

13 084

– 2 548

10 536

         

Te betalen funding fee

31

22

– 22

0

 B. Kapitaalverstrekkings-faciliteit (20 mld)

       

Voorziening

2 530

3 324

– 10

3 314

21. Verstrekt kapitaal ING (+ 24)

5 000

5 000

– 2 000

3 000

Resultaat 2011 voor voorziening

   

13

13

22. Verstrekt kapitaal Aegon (+ 25)

2 000

1 500

– 750 

750

         

23. Verstrekt kapitaal SNS Reaal (+ 26)

565

565

 

565

         
                   

 C. Back-up faciliteit ING

                 

41. Alt-A portefeuille

18 352

16 376

– 2 513

13 863

         

Te ontvangen rente

65

54

– 54

0

         
                   

D2. Stabiliteitsmechanisme

                 

48. Deelneming EFSF

 

1

1

2

         
                   

E1. IJsland

                 

51. Vordering op IJsland

1 329

1 329

 

1 329

         

52. Opgebouwde rente

74 

115

42

93

         

53. Correctie n.a.v. nieuw voorgestelde overeenkomst

 

– 64

             

Totale vordering op IJsland

1 403

1 380

42

1 422

         
                   

E2. Griekenland

                 

57. Vordering Griekenland

 

1 248

2 191

3 439

         
                   

F. Overige gevolgen

       

Technische correcties (vanwege afronding en niet geldelijke betalingen)

– 1

104

1

104

Saldo terug te vorderen uitvoeringskosten

3

0

0

0

         

Totale activa:

62 153

58 670

– 3 908

54 762

Totale passiva:

62 153

58 670

– 3 908

54 762

* Voor 2011 op basis van ramingen. Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Tabel 3a: Toerekenbare kosten en opbrengsten (in miljoenen Euro’s)

In deze tabel vindt een toerekening plaats van kosten en opbrengsten van crisismaatregelen met gebruik van bedrijfseconomische principes. Op basis van een grove toerekening is een resultaat op interventies opgenomen.

(toerekenbare) Kosten

       

(toerekenbare) Opbrengsten

Omschrijving:

2009

2010

2011*

Omschrijving:

2009

2010

2011*

               

Toerekenbare rentelasten

2 036

1 493

1 436

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

     
       

7. Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis

705

167

100

E1. IJsland

     

8. Dividend ABN Amro Group

0

 

Kosten i.v.m. topping up

106 

   

9. Dividend ASR

0

 
       

10. Dividend RFS

6

0,24 

F. Overige gevolgen

     

13. Premieontvangsten uit CRI

28

165

59. Uitvoeringskosten en inhuur externen

43

8

10

18. Premieontvangsten uit garantie

 

26

26

61. Ontvangen uitvoeringskosten

– 12

– 5

– 2

       
       

B. Kapitaalverstrekkings-faciliteit (20 mld.)

     
       

27. t/m 29. Ontvangen couponrente

848

51 

       

30. t/m 32. Ontvangen repurchase fees

 403

104

1 375

               
       

C. Back-up faciliteit ING

     
       

Resultaat IABF (na voorziening)

0

0

0

               
       

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 mld.)

     
       

44. Premieontvangsten op basis van garanties bancaire leningen)

116

407

358

               
       

E1. IJsland

     
       

52. Opgebouwde rente op vordering

74

41

42

       

53. Correctie n.a.v. nieuw voorgestelde overeenkomst

 

– 64

 
               
       

E2. Griekenland

     
       

58. Premieontvangsten lening Griekenland

 

30

101

Totale kosten:

2 173

1 496

1 444

Totale opbrengsten:

2 174

933

2 002

Resultaat (negatief teken is verlies)

43

– 563

558

       

* Voor 2011 op basis van ramingen. Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Tabel 3b: Kastabel ING IABF

Er zijn geen onttrekkingen en/of toevoegingen aan de faciliteit geraamd. De kastabel is daarom dit keer niet opgenomen.

Tabel 4: Verstrekte garanties (in miljoenen euro’s)

Omschrijving:

Stand 2009

Stand 2010

Stand 2011*

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

       

Capital Relief Instrument ABN-AMRO (CRI) (11+12)

32 611

0

 

Counter Indemnity ABN-AMRO (17)

 

950

0

950

         

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (€ 200 mld.)

       

Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 mld.) (42+43)

47 101

38 998

– 5 788

33 210

         

D2. Stabiliteitsmechanisme

       

46. Garantie NL-aandeel EU-begroting

 

2 946

0

2 946

47. Garantie NL-aandeel EFSF

 

25 872

30 039

 55 911

Saldo openstaande garanties:

79 712

68 766

24 251

93 017

* Voor 2011 op basis van ramingen. Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Licence