In 2013 komen de belasting- en premieontvangsten op EMU-basis volgens de huidige inzichten per saldo 8,3 miljard euro lager uit dan verwacht bij de Startnota.
Stand Startnota | Stand VJN 2013 | Mutatie | |
---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen | 182,7 | 175,1 | – 7,6 |
wv. belastingen | 140,8 | 134,2 | – 6,6 |
wv. premies volksverzekeringen | 41,9 | 40,9 | – 1 |
Premies werknemersverzekeringen | 54,7 | 54 | – 0,8 |
Totaal | 237,4 | 229,1 | – 8,3 |
Tabel 6 geeft een uitsplitsing van de tegenvaller in de belasting- en premieontvangstenraming 2013 ten opzichte van de stand bij Startnota. Allereerst zijn de ontvangsten over het jaar 2012 nog 2,5 miljard euro lager uitgekomen dan werd verwacht bij Startnota. Deze tegenvaller over het vorig jaar werkt in zijn geheel door naar de ontvangsten over 2013.
Vervolgens zorgt een fors negatiever economisch beeld op basis van het CEP 2013 ten opzichte van het beeld bij Startnota voor 6,3 miljard euro lagere ontvangsten. De tegenvallende inkomsten betreffen vrijwel alle belasting- en premiesoorten, waarvan de belangrijkste bijstellingen hierna worden toegelicht.
Belasting- en premieontvangsten | |
---|---|
Stand Startnota | 237,4 |
Mutatie | – 8,3 |
wv. doorwerking realisatie 2012 | – 2,5 |
wv. economisch beeld | – 6,3 |
wv. beleidswijzigingen | 0,5 |
Stand Voorjaarsnota 2013 | 229,1 |
De belangrijkste tegenvallers betreffen de ontvangsten uit de vennootschapsbelasting (vpb), omzetbelasting (btw) en de loon- en inkomensheffing. De tegenvaller bij de vpb (– 2,0 miljard euro) volgt uit een fors lagere winstontwikkeling dan eerder verwacht en worden gestaafd door de realisaties over het eerste kwartaal 2013. De lagere winstontwikkeling leidt – vanwege IB-ondernemers – ook tot lagere ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing. Aanvullend zorgen een negatievere ontwikkeling van de werkgelegenheid en een lagere loonontwikkeling voor lagere ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing (– 2,4 miljard euro). Verder zijn er tegenvallende ontvangsten bij de btw als gevolg van lagere investeringen in nieuwe woningen en een neerwaarts bijgestelde verwachting over de particuliere consumptie (– 2,1 miljard euro). Ook de ontvangsten uit de accijnzen zijn neerwaarts bijgesteld met 0,6 miljard euro. Ten slotte is er sprake van een relatief grote tegenvaller bij de ontvangsten (0,5 miljard euro) uit de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm) op basis van een negatievere verwachting over het aantal (nieuwe) autoverkopen en tegelijkertijd een verdere vergroening van het nieuwe wagenpark.
Ten slotte is er sprake van 0,5 miljard euro hogere ontvangsten als gevolg van beleidswijzigingen die na Startnota tot stand zijn gekomen. Deze beleidswijzigingen betreffen met name de gewijzigde overgangsregeling voor de levensloopregeling en de tijdelijke btw-verlaging per 1 maart 2013 op renovatie, herstel en tuinonderhoud woningen.