Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 18 mei 2011
Hierbij bieden wij u het op 6 mei 2011 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds» aan.
Algemene Rekenkamer
drs. Saskia J. Stuiveling,
president
dr. Ellen M.A. van Schoten RA,
secretaris
SAMENVATTING
In dit rapport presenteren wij de resultaten van ons rechtmatigheidsonderzoek 2010 bij het Waddenfonds. Het Waddenfonds beheert het geld voor het beleid voor de Waddenzee. Vanaf 2012 wordt het Waddenfonds overgedragen aan de drie noordelijke provincies.
Wij hebben onderzocht of de informatie in het jaarverslag over het gevoerde beleid en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed is weergegeven in het jaarverslag.
De belangrijkste uitkomsten van ons onderzoek naar het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds zijn:
• De financiële informatie in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds en de informatie in de saldibalans in het jaarverslag voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
• De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
• De informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften, met uitzondering van het ontbreken van meetbare prestatiegegevens in het beleidsverslag.
In haar reactie van 2 mei 2011 merkt de minister van IenM over de verantwoordingsinformatie op dat deze door de decentralisatie van het Waddenfonds niet meer zal worden gepresenteerd.
1 INLEIDING
In dit rapport presenteren wij de resultaten van ons rechtmatigheidsonderzoek bij het Waddenfonds. Hieronder gaan we eerst in op onze onderzoeksaanpak en wijze van rapporteren. Daarna volgt een korte beschrijving van het Waddenfonds. In hoofdstuk 2 presenteren wij onze oordelen over het jaarverslag van het Waddenfonds. In hoofdstuk 3 presenteren wij vervolgens onze oordelen over de bedrijfsvoering van het Waddenfonds. In hoofdstuk 4 ten slotte, geven wij de reactie van de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) op dit onderzoek weer.
1.1 Over dit onderzoek
De Algemene Rekenkamer verricht jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij het Rijk. Wij doen dit onderzoek uit hoofde van onze wettelijke taak zoals beschreven in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001).
Wij gaan ieder jaar na of de informatie in de jaarverslagen over het gevoerde beleid, over de bedrijfsvoering en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed is weergegeven in de jaarverslagen. Daarnaast onderzoeken we ook de bedrijfsvoering zelf. Hiervoor gaan we onder andere na of het financieel beheer en het materieelbeheer voldoen aan de eisen die de CW 2001 (artikel 82) stelt.
In ons rapport bij het jaarverslag melden we de rechtmatigheidsfouten en onzekerheden in de financiële informatie die de tolerantiegrenzen overschrijden. Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig tot stand gekomen is (dat wil zeggen: het begrotingsgeld is niet volgens de regels ontvangen of uitgegeven), of die niet deugdelijk is weergegeven (dat wil zeggen: er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag). Van «onzekerheden» spreken we wanneer we door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kunnen vaststellen of er al dan niet sprake is van fouten.
Op www.rekenkamer.nl kunt u meer lezen over hoe onze rapporten bij de jaarverslagen tot stand komen.
1.2 Over het Waddenfonds
Wij rapporteren over de resultaten van ons onderzoek per jaarverslag. Dit rapport gaat over het jaarverslag van het Waddenfonds.
Het Waddenfonds beheert het geld voor het beleid voor de Waddenzee. Dit beleid richt zich op duurzame bescherming en ontwikkeling van dit natuurgebied. De doelen van het Waddenfonds zijn in vier operationele doelen vertaald:
• het vergroten en versterken van de natuur- en landschapswaarden van het waddengebied;
• het verminderen of wegnemen van externe bedreigingen van de natuurlijke rijkdom van de Waddenzee;
• een duurzame economische ontwikkeling in het waddengebied en een substantiële transitie naar een duurzame energiehuishouding in het waddengebied en de direct aangrenzende gebieden;
• het ontwikkelen van duurzame kennishuishouding ten aanzien van het waddengebied.
De begroting en het jaarverslag van het Waddenfonds zijn opgenomen als bijlage in de begroting en het jaarverslag van het voormalige Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Wij brengen een afzonderlijk rapport bij dit jaarverslag uit.
Met het aantreden van het nieuwe kabinet is het Ministerie van VROM opgeheven en herverdeeld over de Ministeries van IenM, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De minister van IenM is sindsdien beleidsverantwoordelijk voor het Waddenfonds en de minister van EL&I is verantwoordelijk voor de uitvoering.
Het kabinet wil vanaf 2012 het Waddenfonds decentraliseren naar de drie provincies die het Waddengebied binnen hun grenzen hebben.
De uitgaven van het Waddenfonds in 2010 bedroegen € 6,3 miljoen. De verplichtingen bedroegen € 37,0 miljoen en de ontvangsten € 4,5 miljoen.
2 OORDELEN OVER HET JAARVERSLAG
De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds beoordeeld. Wij hebben onderzocht of de minister het begrotingsgeld volgens de regels heeft ontvangen en uitgegeven en of hij daarover in het jaarverslag goed verantwoording heeft afgelegd.
Verder hebben we onderzocht of de informatie in het jaarverslag over de bedrijfsvoering en over het gevoerde beleid, deugdelijk tot stand is gekomen en voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitsnormen.
In dit hoofdstuk lichten wij ons oordeel over het jaarverslag toe. Dit oordeel bestaat uit deeloordelen over:
• de financiële informatie (§ 2.1);
• de saldibalans (§ 2.2);
• de totstandkoming van de informatie over de bedrijfsvoering (§ 2.3);
• de totstandkoming van de informatie over gevoerd beleid (§ 2.4).
2.1 Oordeel over de financiële informatie
Oordeel
De financiële informatie in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
Het totaalbedrag van alle geconstateerde fouten en onzekerheden blijft onder de tolerantiegrens voor de financiële informatie in het jaarverslag als geheel.
Een overzicht van alle fouten en onzekerheden staat in de bijlage van dit rapport.
2.2 Oordeel over saldibalans en toelichting
De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Bij de saldibalans hoort een toelichting waarin nadere informatie wordt verstrekt over de afzonderlijke posten op deze balans. Wij onderzoeken of de informatie op de saldibalans rechtmatig tot stand is gekomen, deugdelijk is weergegeven en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
Oordeel
De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
In 2010 is bij het Waddenfonds voor een bedrag van € 2 miljoen aan openstaande voorschotten afgerekend. Wij zijn van oordeel dat de afgerekende voorschotten voldoen aan de gestelde eisen.
Wij hebben geen fouten en onzekerheden aangetroffen in de saldibalans in dit jaarverslag.
2.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over bedrijfsvoering
Onderstaand kader bevat ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds staat vermeld over de bedrijfsvoering van het Waddenfonds. Krachtens de CW 2001 gaan wij jaarlijks na of deze informatie tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels.
Oordeel
De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
Het onderzoek naar de bedrijfsvoering van het fonds zelf is onderdeel van ons rapport bij het jaarverslag over 2010 van het Ministerie van VROM.
2.4 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over gevoerd beleid
Onderstaand kader bevat ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds wordt verstrekt over het gevoerde beleid. Wij geven hierover jaarlijks een oordeel krachtens de CW 2001.
Oordeel
De informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften, met uitzondering van: het ontbreken van meetbare prestatiegegevens in het beleidsverslag.
2.5 Overzicht per begrotingsartikel
Het volgende overzicht toont dat bij geen begrotingsartikel fouten of onzekerheden zijn geconstateerd in de rechtmatigheid of deugdelijke weergave van de inning en besteding van de middelen die de toleranties overschrijden.
Voor een toelichting op het overzicht en over de gehanteerde criteria en ordeningsprincipes verwijzen we naar onze website: www.rekenkamer.nl.
3 REACTIE MINISTER IenM
De minister van IenM heeft op 2 mei 2011 gereageerd op ons Rapport bij het Jaarverslag 2010 van het Waddenfonds. Hieronder geven we de reactie van de minister weer. De reactie van de minister staat ook op onze website www.rekenkamer.nl. Deze reactie geeft ons geen aanleiding tot het opnemen van een nawoord.
De minister van IenM constateert dat de Algemene Rekenkamer vaststelt dat de informatie in het jaarverslag van het Waddenfonds over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en ook goed is weergegeven in het jaarverslag, met dien verstande dat de Algemene Rekenkamer constateert dat de meetbare prestatiegegevens in het beleidsverslag ontbreken. De decentralisatie van het Waddenfonds betekent dat deze verantwoordingsinformatie ook niet meer gepresenteerd zal worden.
BIJLAGE OVERZICHT FOUTEN EN ONZEKERHEDEN IN DE FINANCIËLE INFORMATIE IN HET JAARVERSLAG 2010 VAN HET WADDENFONDS
Het totale overzicht van fouten en onzekerheden in deze bijlage bestaat uit de volgende tabellen:
A Verplichtingen
B/C Uitgaven + ontvangsten
B Uitgaven
C Ontvangsten
D Baten-lastendiensten
E Saldibalans
F Afgerekende voorschotten
We nemen alleen die tabellen (hierboven vet gedrukt) op over de onderdelen waarin we fouten en/of onzekerheden hebben geconstateerd.
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledigheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
01 | Waddenfonds | 6 256 | 7 | – | – | – | 7 | nee | – |
08 | Eindsaldo 2010 | – 1 759 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 4 497 | 7 | – | – | – | – |
Art. nr. | Post | Fout | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal individuele fouten | 0 | ||||||||
Totaal uitgaven | 4 497 | ||||||||
Procentuele fout | 0,16% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledigheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
01 | Waddenfonds | 10 753 | 7 | – | – | – | 7 | nee | – |
08 | Eindsaldo 2010 | – 1 759 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 8 994 | 7 | – | – | – | – | |||
(1) | Totaal Uitgaven en Ontvangsten | 8 994 | Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten | ||||||
Procentuele fout | 0,08% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,00% | ||||||||
(2) | Totaal | 8 994 | Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten + bijdrage(n) van derden baten-lastendiensten | ||||||
Procentuele fout | 0,08% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
GEBRUIKTE AFKORTINGEN
BZK | (Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
EL&I | (Ministerie van) Economische Zaken, Landbouw en Innovatie |
CW 2001 | Comptabiliteitswet 2001 |
IenM | (Ministerie van) Infrastructuur en Milieu |
VROM | (Ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
Op www.rekenkamer.nl staat een verklarende woordenlijst met begrippen die veel voorkomen in onze rapporten bij de jaarverslagen.