Bij de invoering van het fiscale stelsel op de BES-eilanden is gekozen voor de introductie van een algemene bestedingsbelasting (ABB). Feitelijk komt die belasting neer op een sterk vereenvoudigde vorm van de btw. De grootste vereenvoudiging die bij invoering van de ABB werd beoogd, is dat de heffing voor de lokale levering van goederen grotendeels is ontdaan van haar cumulatieve karakter. Hierdoor vindt voor goederen een eenmalige heffing van ABB plaats bij invoer (als het een ingevoerd goed betreft) ofwel, voor zover sprake is van lokale productie, bij de levering van het goed door de lokale producent.
Op de bovenwinden (Saba en Sint Eustatius) zijn de tarieven van de ABB tijdelijk lager dan de tarieven die van toepassing zijn op Bonaire. Deze lagere tarieven zijn opgenomen in de Belastingwet BES. Het kabinet stelt voor de toepassing van deze lagere tarieven structureel vast te leggen. De reden voor de tijdelijk lagere ABB-tarieven was de andere startpositie van de bovenwinden ten opzichte van Bonaire. Bonaire kende voorheen – soms hoge – invoerrechten en een omzetbelasting van 5%; een omzetbelasting die ook van toepassing was bij invoer. Die invoerrechten en omzetbelasting zijn vervallen bij de introductie van de ABB op Bonaire met een ABB-tarief van 8% voor de invoer van goederen. De bovenwinden kenden echter geen invoerrechten en hadden voor ondernemers alleen een belasting op bedrijfsomzetten van 3%. Daarom werd besloten dat op de bovenwinden tijdelijk, dat wil zeggen tot en met 31 december 2018, lagere ABB-tarieven zouden gaan gelden. Gezien het huidige prijspeil en de kleine orde van grootte van de bovenwindse eilanden worden deze tijdelijk lagere tarieven nu structureel vastgelegd. Hiermee wordt voorkomen dat de reeds hoge prijzen nog verder stijgen naar aanleiding van hogere ABB-tarieven.