In de huidige situatie wordt het inkomen waarbij het toptarief ingaat, dus het beginpunt van de hoogste tariefschijf (huidige vierde schijf en de tweede schijf in de nieuwe tariefstructuur), jaarlijks geïndexeerd, dat wil zeggen verhoogd op basis van op de inflatie. Ook zit er in het basispad tot en met 2031 jaarlijks een beleidsmatige verhoging van circa € 900. Deze beleidsmatige verhogingen komen voort uit de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en het Belastingplan 2016.
Voorgesteld wordt om het beginpunt van de hoogste tariefschijf gedurende de kabinetsperiode (tot en met 2021) te bevriezen op het niveau van 2018. Doordat het beginpunt van deze hoogste tariefschijf niet wordt geïndexeerd blijft deze schijf gedurende de kabinetsperiode beginnen bij een inkomen van meer dan € 68.507. Dit is weergegeven in de figuren 1 en 2. Door deze maatregel begint het toptarief bij een lager inkomen dan het geval zou zijn geweest zonder de maatregel. Hierdoor krijgt 7% van de belastingplichtigen te maken met het toptarief, terwijl dat zonder deze maatregel 5,5% geweest zou zijn. Het bevriezen van het beginpunt van de hoogste tariefschijf levert € 1,4 miljard op (2021). De opbrengst van deze maatregel maakt het mede mogelijk om het tweeschijvenstelsel in te voeren.
Ook wordt voorgesteld de beleidsmatige verhoging van het beginpunt van de hoogste tariefschijf na 2021 uit het basispad te beperken, door deze beleidsmatige verhoging tot en met 2024 op nul te zetten en in 2025 met € 134 te verlagen. De beleidsmatige verhoging van dit beginpunt bedraagt dan in 2025 € 759 in plaats van € 893. Vanaf 2026 tot en met 2031 vindt de verhoging weer plaats overeenkomstig het basispad. In totaal stijgt het beginpunt van de hoogste tariefschijf, los van indexatie, volgens het voorstel van het kabinet na de kabinetsperiode nog met € 5.981 in plaats van met € 8.794 in het basispad. De opbrengst van deze maatregel bedraagt € 0,7 miljard (structureel). Daarnaast zal dit beginpunt vanaf 2022 weer worden geïndexeerd. Het effect van deze maatregelen wordt samengevat in tabel 1.
Jaar | Beleidsmatige verhoging basispad | Verwachte indexatie basispad1 | Beginpunt hoogste tariefschijf basispad1 | Maatregelen Belastingplan 2019 | Totale verhoging na BP 2019 | Beginpunt hoogste tariefschijf na BP 20191 |
---|---|---|---|---|---|---|
2018 | € 68.507 | € 68.507 | ||||
2019 | € 898 | € 964 | € 70.369 | – € 1.862 | € 0 | € 68.507 |
2020 | € 898 | € 1.273 | € 72.540 | – € 2.171 | € 0 | € 68.507 |
2021 | € 898 | € 1.459 | € 74.897 | – € 2.357 | € 0 | € 68.507 |
2022 | € 893 | € 75.790 | – € 893 | € 0 | € 68.507 | |
2023 | € 893 | € 76.683 | – € 893 | € 0 | € 68.507 | |
2024 | € 893 | € 77.576 | – € 893 | € 0 | € 68.507 | |
2025 | € 893 | € 78.469 | – € 134 | € 759 | € 69.266 | |
2026 | € 888 | € 79.357 | € 0 | € 888 | € 70.154 | |
2027 | € 888 | € 80.245 | € 0 | € 888 | € 71.042 | |
2028 | € 883 | € 81.128 | € 0 | € 883 | € 71.925 | |
2029 | € 878 | € 82.006 | € 0 | € 878 | € 72.803 | |
2030 | € 863 | € 82.869 | € 0 | € 863 | € 73.666 | |
2031 | € 822 | € 83.691 | € 0 | € 822 | € 74.488 | |
Totaal | € 11.488 | € 3.696 | – € 9.203 | € 5.981 |