Base description which applies to whole site

5.22 Verhoging accijns dieselvervangende stookolie

Het kabinet ontvangt van de Douane en het bedrijfsleven aanhoudend signalen dat er in toenemende mate stookolie als motorbrandstof op de markt wordt gebracht ter vervanging van gasolie (diesel). Voor deze stookolie geldt in de WA het relatief lage accijnstarief van zware stookolie van € 41,31 per 1.000 kg (tarief per 1 januari 2023). Voor gasolie (diesel) geldt in de WA het hogere dieselaccijnstarief van € 516,25 per 1.000 liter (tarief per 1 januari 2023). Toenemend gebruik van dieselvervangende stookolie leidt daarom tot een lagere opbrengst van de brandstofaccijns. Daarnaast is toenemend gebruik van zware stookolie slecht voor het milieu vanwege het hogere zwavelgehalte. Gebruik van deze brandstof leidt tot meer luchtverontreiniging dan gebruik van diesel.

Het fiscale voordeel is de belangrijkste prikkel om dieselvervangende stookolie te gebruiken. In de brandstoffenmarkt leidt dit tot een ongelijk speelveld tussen de reguliere schonere gasolie (diesel) en de meer vervuilende zware stookolie. Met ingang van 1 januari 2024 stelt het kabinet daarom voor om het accijnstarief voor zware stookolie gelijk te stellen met het accijnstarief voor gasolie. Dit leidt er naar verwachting toe dat het gebruik ervan wordt beperkt. De wettelijk verschuldigde heffing over de veraccijnsde voorraad bij de verhoging per 1 januari 2024 wordt buiten toepassing gelaten.

Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie

De aanpassing van het accijnstarief voor zware stookolie heeft als doel om het fiscale voordeel door het gebruik van stookolie ter vervanging van gasolie (diesel) weg te nemen. De aanpassing is doeltreffend indien de accijnsdruk voor zware stookolie gelijk is met die van gasolie. Of dit doel wordt bereikt, hangt af van de mate waarin verkopers van dieselvervangende stookolie de verhoging van de accijns in hun verkoopprijzen doorberekenen. De overheid kan deze doorberekening niet verplichten. Naast een verhoging van de accijns heeft het kabinet alternatieve oplossingsrichtingen onderzocht:

  • Wettelijk verbod voor het gebruik van dieselvervangende stookolie: Het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging kan mogelijk worden aangepast zodat de milieukwaliteitseisen van het besluit op alle motorbrandstoffen (waaronder stookolie) van toepassing zijn. Een dergelijk wetgevingstraject is tijdintensief en uitbreiding van dit besluit vereist mogelijk ook goedkeuring van de EC. Een aanpassing van het besluit biedt dus geen mogelijkheid om het probleem van de dieselvervangende stookolie op korte termijn op te lossen.

  • Gematigder verhoging accijnstarief zware stookolie: Een alternatief is om het accijnstarief voor zware stookolie te verhogen, maar niet (direct) gelijk te stellen met het accijnstarief voor gasolie. Dieselvervangende stookolie blijft dan nog steeds fiscaal aantrekkelijker dan gasolie en daarom blijft de prikkel bestaan voor gebruikers om dieselvervangende stookolie te gebruiken in plaats van gasolie.

  • Fiscaal onderscheid naar gebruik: Zware stookolie kan als motorbrandstof en als verwarmingsbrandstof worden gebruikt. De dieselvervangende stookolie wordt uitsluitend gebruikt als motorbrandstof. Een alternatieve maatregel is om alleen het gebruik van zware stookolie als motorbrandstof te onderwerpen aan het tarief van gasolie. Het maken van een onderscheid in accijnstarief naar het soort gebruik van de brandstof is op dit moment niet mogelijk in de accijnsaangifte. Een dergelijke wijziging zou een structuuraanpassing inhouden en daarom niet op korte termijn mogelijk zijn.

Uit de beoordeling van de alternatieve oplossingsrichtingen is gebleken dat ze niet leiden tot het gewenste doel op de korte termijn, namelijk het wegnemen van het fiscale voordeel door het gebruik van dieselvervangende stookolie

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Douane en Toeslagen

De maatregel betreft een parameterwijziging die eenvoudig en uitvoerbaar is voor de Douane.

Licence