Wanneer er sprake is van Europeesrechtelijke aspecten van een maatregel, wordt dat hieronder toegelicht. Wordt een maatregel niet toegelicht in deze paragraaf, dan zijn er geen noemenswaardige Europeesrechtelijke aspecten.
Aanpassing energie-investeringsaftrek, milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen
Voor de steunmaatregelen MIA en Vamil wordt voorgesteld een nieuwe horizonbepaling op te nemen met als datum 1 januari 2029. Door gebruik te maken van de mogelijkheden die de verschillende vrijstellingsverordeningen bieden, is er sprake van een geoorloofde vorm van staatssteun. De kennisgevingen bij de EC met betrekking tot de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening150 en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening151 hebben reeds plaatsgevonden.152 Op dit moment wordt gewerkt aan de kennisgevingen met betrekking tot de AGVV153, zodat ook deze vorm van staatssteun van de MIA en de Vamil geoorloofd verstrekt kan blijven worden.
Verruiming herinvesteringsreserve bij het staken van een gedeelte van een onderneming ten gevolge van overheidsingrijpen
De voorgestelde verruiming van de HIR is van algemene aard en is van toepassing op alle ondernemingen en takken van bedrijvigheid die aan de betreffende voorwaarden voldoen. Bijgevolg is het voordeel dat verleend wordt door het gebruik van de herinvesteringsreserve niet selectief. Gebruik van die reserve staat immers ter beschikking van alle ondernemingen en takken van bedrijvigheid die aan de betreffende voorwaarden voldoen en zich in een vergelijkbare situatie bevinden. De EC heeft in een soortgelijke situatie besloten154 het gebruik van de fiscale herinvesteringsreserve niet te beschouwen als staatssteun in de zin van de VWEU, omdat de betreffende steun in de vorm van de belastingmaatregel niet selectief is.
Wettelijke grondslag gegevensverstrekking in het kader van Europeesrechtelijke verplichtingen
De Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2022 en AGVV schrijven voor dat lidstaten gegevens dienen op te nemen in de TAM ten aanzien van een begunstigde wanneer het steunbedrag het drempelbedrag in een kalenderjaar overschrijdt. Verder dient een lidstaat te voldoen aan de verplichting die voortvloeit uit artikel 108 VWEU, waarbij de lidstaat op verzoek van de EC verplicht is gegevens te verstrekken aan de EC. De wetswijziging geeft invulling aan voornoemde Europeesrechtelijke verplichtingen.
Accijnstarieven voor alcoholhoudende producten
Uit de Richtlijn 92/84 van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken155 volgt dat de lidstaten belasting moeten heffen over alcoholhoudende producten. De nationale accijnsniveaus mogen niet liggen onder de in de richtlijn voorgeschreven minimumbelastingniveaus. De door het kabinet voorgestelde accijnstarieven zijn boven de minimumbelastingniveaus waardoor aan de eisen van de richtlijn wordt voldaan.
Verhoging accijns dieselvervangende stookolie
In de Richtlijn energiebelastingen156 is geen minimumbelastingniveau opgenomen voor zware stookolie als motorbrandstof. Alleen voor het gebruik van zware stookolie als verwarmingsbrandstof is een minimumbelastingniveau opgenomen, namelijk € 15 per 1.000 kg.
Verhoging tabaksaccijns
Uit de Richtlijn betreffende de structuur en tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten157 volgt dat de lidstaten belasting (accijns) moeten heffen over tabaksproducten. De nationale accijnsniveaus mogen niet liggen onder de in de richtlijn voorgeschreven minimumbelastingniveaus. De door het kabinet voorgestelde accijnstarieven blijven na verhoging boven de minimumbelastingniveaus, waardoor aan de eisen van de richtlijn wordt voldaan.