Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2005 wenselijk is maatregelen te treffen op het gebied van arbeidsmarkt- en inkomensbeleid, economische infrastructuur, mobiliteit en milieu, alsmede enkele overige maatregelen te treffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 2.10 wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
I | II | III | IV |
---|---|---|---|
– | € 16 893 | – | 1,80% |
€ 16 893 | € 30 357 | € 304 | 9,35% |
€ 30 357 | € 51 762 | € 1 562 | 42% |
€ 51 762 | – | € 10 552 | 52% |
B. Artikel 3.20, vijfde lid, wordt vervangen door:
5. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de waarde van de auto gesteld op de catalogusprijs met inbegrip van de omzetbelasting en de belasting van personenauto's en motorrijwielen. In afwijking in zoverre van de eerste volzin wordt de waarde van een auto die meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, gesteld op de waarde in het economische verkeer.
C. Artikel 3.32 vervalt.
D. Artikel 3.36, tweede lid, onderdeel b, vervalt; onderdeel c wordt geletterd b.
E. Artikel 3.37 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «arbo-bedrijfsmiddelen of». Voorts wordt «Onze eerstgenoemde Minister» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
3. In het tot tweede lid vernummerde derde lid wordt «Onze eerstgenoemde Minister» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
F. In artikel 3.38 wordt «de artikelen 3.31 tot en met 3.34» vervangen door: de artikelen 3.31 en 3.34.
G. Artikel 3.52 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, onderdeel 2o, vervalt; onderdeel 3o wordt vernummerd tot onderdeel 2o.
2. In het vierde lid wordt «artikel 3.31, artikel 3.32 of artikel 3.34» vervangen door: artikel 3.31 of artikel 3.34.
H. Artikel 3.63 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder overdracht van een onderneming mede begrepen de overdracht van een gedeelte van een onderneming, ongeacht of bij degene die overdraagt een eventueel niet overgedragen gedeelte van de onderneming nog een onderneming is.
2. In het vierde lid wordt «36 maanden» telkens vervangen door: 24 maanden.
3. In het vijfde lid wordt «36 maanden» vervangen door: 24 maanden.
I. Artikel 3.76, tweede lid, komt te luiden:
Bij een winst | ||
---|---|---|
gelijk aan of meer dan | maar minder dan | bedraagt de zelfstandigenaftrek |
– € 13 030 | € 9 258 | |
€ 13 030 | € 15 115 | € 8 607 |
€ 15 115 | € 17 205 | € 7 958 |
€ 17 205 | € 49 275 | € 7 093 |
€ 49 275 | € 51 360 | € 6 473 |
€ 51 360 | € 53 450 | € 5 789 |
€ 53 450 | € 55 530 | € 5 109 |
€ 55 530 | – | € 4 490 |
J. In artikel 3.77, eerste lid, wordt «625 uur» vervangen door: 500 uur.
K. Artikel 3.145, vijfde lid, wordt vervangen door:
5. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de waarde van de auto gesteld op de catalogusprijs met inbegrip van de omzetbelasting en de belasting van personenauto's en motorrijwielen. In afwijking in zoverre van de eerste volzin wordt de waarde van een auto die meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, gesteld op de waarde in het economische verkeer.
L. Het in artikel 8.10, tweede lid, genoemde bedrag wordt verhoogd met € 43.
M. Artikel 8.13, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het in onderdeel a genoemde bedrag aan aanvullende kinderkorting wordt verhoogd met € 135.
2. Het in onderdeel b genoemde bedrag aan aanvullende kinderkorting wordt verhoogd met € 135.
N. Het in artikel 8.17, tweede lid, genoemde bedrag wordt verhoogd met € 30.
O. Het in artikel 8.18, tweede lid, genoemde bedrag wordt verhoogd met € 35.
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2006 als volgt gewijzigd:
In artikel 3.76, tweede lid, worden de in de derde kolom van de tabel opgenomen bedragen aan zelfstandigenaftrek verhoogd met respectievelijk € 935, € 869, € 804, € 716, € 654, € 585, € 516 en € 454.
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2007 als volgt gewijzigd:
In artikel 3.76, tweede lid, worden de in de derde kolom van de tabel opgenomen bedragen aan zelfstandigenaftrek verhoogd met respectievelijk € 545, € 507, € 468, € 418, € 381, € 341, € 301 en € 264.
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:
1. Ingeval in het kader van een dienstbetrekking of vroegere dienstbetrekking met een werknemer een aandelenoptierecht is overeengekomen, behoort niet de waarde van dat recht tot het loon doch hetgeen door de werknemer ter zake van de uitoefening of vervreemding van dat recht wordt genoten.
2. Het loon dat ingevolge het eerste lid in aanmerking wordt genomen, wordt verminderd met het bedrag dat de werknemer ter zake van het aandelenoptierecht in rekening is gebracht, maar niet verder dan tot nihil.
2. Het derde lid vervalt.
3. Het vierde tot en met achtste lid worden vernummerd tot derde tot en met zevende lid.
B. Artikel 11, eerste lid, onderdeel p, vervalt.
C. Artikel 15a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel f, vervalt «,computers en andere dergelijke apparatuur». Voorts wordt, onder verlettering van de onderdelen g tot en met j tot h tot en met k, na onderdeel f een onderdeel ingevoegd, luidende:
g. computers en dergelijke apparatuur en bijbehorende apparatuur, die geheel of nagenoeg geheel zakelijk gebruikt worden;.
2. In het tweede lid wordt «onderdeel g» vervangen door: onderdeel h.
D. In artikel 20a, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar loon van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
I | II | III | IV |
---|---|---|---|
– | € 16 893 | – | 1,80% |
€ 16 893 | € 30 357 | € 304 | 9,35% |
€ 30 357 | € 51 762 | € 1 562 | 42% |
€ 51 762 | – | € 10 552 | 52% |
E. Het in artikel 22, tweede lid, genoemde bedrag wordt verhoogd met € 43.
F. Het in artikel 22b, tweede lid, genoemde bedrag wordt verhoogd met € 30.
G. Het in artikel 22c, tweede lid, genoemde bedrag wordt verhoogd met € 35.
H. Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel f, komt te luiden:
f. loon dat in een kalenderjaar in geblokkeerde vorm wordt gespaard ingevolge een spaarloonregeling, ingeval de werknemer reeds sedert de eerste dag van het kalenderjaar in dienstbetrekking staat tot de inhoudingsplichtige en deze ten aanzien van hem reeds sedert die dag bij de inhouding van loonbelasting de algemene heffingskorting toepast, tot ten hoogste € 613 per kalenderjaar;.
2. Het derde lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. naar een tarief van:
1°. 20 percent, met betrekking tot spaarloon als bedoeld in tweede lid, onderdeel f;
2°. 15 percent, met betrekking tot geschenken in natura als bedoeld in het tweede lid, onderdeel g.
I. In Hoofdstuk VIII wordt vóór artikel 36a een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a zoals dat luidde op 31 december 2004 blijft van toepassing op vóór 1 januari 2005 overeengekomen aandelenoptierechten ter zake waarvan vóór die datum reeds een bedrag als loon is genoten.
De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1, eerste lid, onderdeel n, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «onderzoek of de ontwikkeling» wordt vervangen door: onderzoek, op de ontwikkeling.
2. Na onder 6° wordt, onder vervanging van de puntkomma aan het einde van dat onderdeel door een komma, een zinsnede ingevoegd, luidende: of op het uitvoeren van een systematisch opgezette analyse van de technische haalbaarheid van het zelf verrichten van onderzoek of ontwikkeling zoals hiervoor in dit onderdeel bedoeld;.
B. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt onderdeel i. Voorts wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel h vervangen door een punt.
2. In het derde lid wordt «De afdrachtvermindering onderwijs, de afdrachtvermindering zeevaart en de arbo-afdrachtvermindering» vervangen door: De afdrachtvermindering onderwijs en de afdrachtvermindering zeevaart.
C. Artikel 5, zevende lid, vervalt.
D. Hoofdstuk VIIIA met artikel 26a vervalt.
E. Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid vervalt «dan wel de in artikel 26a, zesde lid,».
2. In het vierde lid vervalt », dan wel artikel 26a, zesde lid, met betrekking tot het begrip bedrijfsmiddelen».
F. Na artikel 33 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 26a, vierde lid, zoals dit luidde op 31 december 2004 blijft van toepassing met betrekking tot arbo-bedrijfsmiddelen ter zake waarvan de inhoudingsplichtige arbo-afdrachtvermindering heeft genoten.
G. Artikel 52 vervalt.
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 2, zevende lid, worden na onderdeel j twee onderdelen ingevoegd, luidende:
k. de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten;
l. de Nederlandse Waterschapsbank N.V.;.
B. In artikel 5, eerste lid, onderdeel d, wordt «het Besluit van 9 oktober 1992, houdende regels betreffende instellingen, werkzaam in het belang van de volkshuisvesting, alsmede instellingen welke door Onze Minister hiermede zijn gelijkgesteld» vervangen door: het op die wet gebaseerde Besluit beheer sociale-huursector, alsmede andere instellingen, werkzaam in het belang van de volkshuisvesting of de monumentenzorg, welke door Onze Minister hiermede zijn gelijkgesteld.
C. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel h, wordt «artikel 10a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: artikel 10a, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel h, komt wat betreft de toekenning van aandelen en winstbewijzen slechts in aftrek het bedrag dat, al dan niet op de voet van artikel 31 van de Wet op de loonbelasting 1964, bij de werknemer ter zake van die toekenning als loon in aanmerking wordt genomen. Ter zake van de toekenning van rechten om aandelen of winstbewijzen te verwerven of een daarmee gelijk te stellen recht, komt slechts in aftrek het bedrag van de waarde in het economische verkeer van dat recht, bepaald volgens bij ministeriële regeling te stellen regels. Bij ministeriële regeling kunnen tevens regels worden gesteld met betrekking tot het tijdstip van de aftrek.
D. In artikel 10c, tweede lid, wordt «artikel 10a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: artikel 10a, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
E. In artikel 22 wordt «34,5 percent» vervangen door «31,5 percent». Voorts wordt «29 percent» vervangen door: 27 percent.
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt met ingang van 1 januari 2006 als volgt gewijzigd:
1. In artikel 22 wordt «31,5 percent» vervangen door «30,5 percent». Voorts wordt «27 percent» vervangen door: 26 percent.
2. De vennootschapsbelasting over een boekjaar dat voor 1 januari 2006 aanvangt en op of na die datum eindigt, wordt, in afwijking in zoverre van artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, berekend volgens de formule: belasting = (X/B x To) + (Y/B x Tn), waarin:
X voorstelt: het aantal voor 1 januari 2006 vallende dagen van het boekjaar;
Y voorstelt: het aantal na 31 december 2005 vallende dagen van het boekjaar;
B voorstelt: het totale aantal dagen van het boekjaar;
To voorstelt: de verschuldigde belasting over het belastbare bedrag of het belastbare Nederlandse bedrag op basis van het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief luidt op 31 december 2005;
Tn voorstelt: de verschuldigde belasting over het belastbare bedrag of het belastbare Nederlandse bedrag op basis van het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief luidt met ingang van 1 januari 2006.
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt met ingang van 1 januari 2007 als volgt gewijzigd:
1. In artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt «30,5 percent» vervangen door «30 percent». Voorts wordt «26 percent» vervangen door: 25 percent.
2. De vennootschapsbelasting over een boekjaar dat voor 1 januari 2007 aanvangt en op of na die datum eindigt, wordt, in afwijking in zoverre van artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, berekend volgens de formule:
belasting = (X/B x To) + (Y/B x Tn), waarin
X voorstelt: het aantal voor 1 januari 2007 vallende dagen van het boekjaar;
Y voorstelt: het aantal na 31 december 2006 vallende dagen van het boekjaar;
B voorstelt: het totale aantal dagen van het boekjaar;
To voorstelt: de verschuldigde belasting over het belastbare bedrag of het belastbare Nederlandse bedrag op basis van het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief luidt op 31 december 2006;
Tn voorstelt: de verschuldigde belasting over het belastbare bedrag of het belastbare Nederlandse bedrag op basis van het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief luidt met ingang van 1 januari 2007.
De Wet op de dividendbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3, derde lid, wordt «artikel 10a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: artikel 10a, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
De Successiewet 1956 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 24, vierde lid, wordt «11 ten honderd» vervangen door: 8 ten honderd.
B. In artikel 35c, tweede lid, wordt «30 percent» vervangen door: 50 percent.
De Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 15, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel m wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
n. van woningen door een in Nederland gevestigde landelijke werkende toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70, eerste lid, van de Woningwet, die geen winstoogmerk heeft en die hoofdzakelijk tot doel heeft de aankoop van woningen van andere toegelaten instellingen die betrokken zijn bij stedelijke herstructurering en de verkoop van deze woningen aan natuurlijke personen.
De bepaling is van toepassing voorzover de andere toegelaten instellingen de bij de verkoop van woningen aan de landelijk werkende toegelaten instelling verkregen middelen binnen zeven kalenderjaren na het einde van het kalenderjaar waarin de woningen zijn verkocht, investeren ter bevordering van de stedelijke herstructurering. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kunnen voorwaarden worden gesteld inzake toepassing van de bepaling. Voorzover de bedoelde investering niet uiterlijk binnen de genoemde termijn heeft plaatsgevonden, is de belasting alsnog verschuldigd op het tijdstip van het verstrijken van die termijn;.
2. In onderdeel o, wordt «door in Nederland gevestigde lichamen» vervangen door: krachtens inbreng in in Nederland gevestigde lichamen.
B. In artikel 34a, eerste lid wordt «artikel 10a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: artikel 10a, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 27, eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 359,87» vervangen door: € 364,91.
B. Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. halfzware olie en gasolie, per 1000 L bij een temperatuur van 150C € 364,91 indien het zwavelvrije halfzware olie en gasolie betreft en € 374,91 indien het andere halfzware olie en gasolie betreft;.
2. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Onder zwavelvrije halfzware olie en gasolie wordt verstaan halfzware olie en gasolie met een zwavelgehalte van maximaal 10 mg/kg.
C. Artikel 35, eerste lid, komt te luiden:
1. De accijns bedraagt in percenten van de kleinhandelsprijs voor:
a. sigaren 5;
b. sigaretten 20,56 benevens per 1000 stuks € 67,21, met dien verstande dat het totale bedrag van de accijns per 1000 stuks ten minste € 101,89 bedraagt;
c. rooktabak 14,60 benevens per kilogram € 28,13, met dien verstande dat het totale bedrag van de accijns per kilogram ten minste € 40,31 bedraagt.
D. Aan artikel 35a, vijfde lid, wordt toegevoegd: De aanpassing van de bedragen die in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, zijn opgenomen als de ten minste te betalen accijns voor 1000 stuks sigaretten respectievelijk 1 kilogram rooktabak, geschiedt zodanig dat deze accijns na de aanpassing van de tarieven 97 percent bedraagt van het totale bedrag van de accijns voor 1000 stuks sigaretten respectievelijk 1 kilogram rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse.
E. Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «de som van het bedrag van de accijns en het bedrag van de omzetbelasting» vervangen door: de som van het bedrag van de accijns en het bedrag van de omzetbelasting van de meest gevraagde prijsklasse.
2. Aan het tweede lid wordt toegevoegd: De aanpassing van de bedragen die in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, zijn opgenomen als de ten minste te betalen accijns voor 1000 stuks sigaretten respectievelijk 1 kilogram rooktabak, geschiedt zodanig dat deze accijns na de aanpassing van de tarieven 97 percent bedraagt van het totale bedrag van de accijns voor 1000 stuks sigaretten respectievelijk 1 kilogram rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse.
3. In het derde lid wordt «dient het totale bedrag van de accijns» vervangen door: dient het totale bedrag van de accijns voor rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse.
De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «met betrekking tot personenauto's en motorrijwielen» vervangen door: met betrekking tot personenauto's, motorrijwielen en bestelauto's.
2. In het tweede lid wordt «een personenauto of een motorrijwiel» vervangen door: een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto.
3. Het derde lid wordt vervangen door:
3. Ingeval een geregistreerd ander motorrijtuig dan een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto in een zodanige staat wordt gebracht dat het een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto is, is de belasting verschuldigd ter zake van de registratie als personenauto, als motorrijwiel of als bestelauto dan wel, indien geen nieuw kenteken wordt opgegeven, ter zake van de aanvang van het gebruik als personenauto, motorrijwiel of bestelauto in Nederland van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.
4. In het vierde lid wordt «een geregistreerde personenauto» vervangen door: een geregistreerde personenauto of een geregistreerde bestelauto. Voorts wordt «met deze personenauto» vervangen door: met deze personenauto of met deze bestelauto.
5. In het vijfde lid wordt «een niet geregistreerde personenauto of een niet geregistreerd motorrijwiel» vervangen door: een niet geregistreerde personenauto, een niet geregistreerd motorrijwiel of een niet geregistreerde bestelauto.
B. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een geregistreerde personenauto of een geregistreerd motorrijwiel» vervangen door: een geregistreerde personenauto, een geregistreerd motorrijwiel of een geregistreerde bestelauto.
2. In het tweede lid wordt «een niet geregistreerde personenauto of een niet geregistreerd motorrijwiel» vervangen door: een niet geregistreerde personenauto, een niet geregistreerd motorrijwiel of een niet geregistreerde bestelauto.
C. In artikel 6, vierde lid, wordt «een niet geregistreerde personenauto of een niet geregistreerd motorrijwiel» vervangen door: een niet geregistreerde personenauto, een niet geregistreerd motorrijwiel of een niet geregistreerde bestelauto.
D. In artikel 8 wordt «personenauto's of motorrijwielen» vervangen door: personenauto's, motorrijwielen of bestelauto's.
E. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het tweede lid wordt, onder vernummering van het derde tot en met negende lid in vierde tot en met tiende lid, een nieuw lid ingevoegd:
3. De belasting bedraagt voor een bestelauto 15,1 percent van de netto catalogusprijs, verminderd met € 514, dan wel, in geval van een bestelauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking 15,1 percent van de netto catalogusprijs, vermeerderd met € 110.
2. In het tot zesde lid vernummerde vijfde lid wordt «een nieuwe personenauto of een nieuw motorrijwiel» vervangen door «een nieuwe personenauto, een nieuw motorrijwiel of een nieuwe bestelauto». Voorts wordt «de personenauto of het motorrijwiel» vervangen door: de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto.
3. De eerste volzin van het tot zevende lid vernummerde zesde lid wordt vervangen door: Voor een gebruikte personenauto, een gebruikt motorrijwiel of een gebruikte bestelauto geldt de catalogusprijs van het tijdstip waarop de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto voor het eerst in gebruik is genomen.
4. In het tot achtste lid vernummerde zevende lid wordt «een personenauto of een motorrijwiel» telkens vervangen door: een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto.
5. In het tot negende lid vernummerde achtste lid wordt «zesde en zevende lid» vervangen door «zevende en achtste lid». Voorts wordt «vierde lid» vervangen door: vijfde lid.
6. In het tot tiende lid vernummerde negende lid wordt «een personenauto of een motorrijwiel» vervangen door: een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto.
F. In de aanhef van artikel 9a wordt «personenauto» vervangen door «personenauto of bestelauto». Voorts wordt in onderdeel c «de personenauto» vervangen door: de personenauto of de bestelauto.
G. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Met betrekking tot gebruikte personenauto's, gebruikte motorrijwielen of gebruikte bestelauto's wordt het bij de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto behorende bedrag aan belasting, bedoeld in artikel 9, eerste, tweede en derde lid, berekend met inachtneming van een vermindering.
2. In het tweede, derde en vierde lid wordt «de personenauto of het motorrijwiel» vervangen door: de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto.
3. In het vijfde lid wordt «personenauto's en motorrijwielen» vervangen door: personenauto's, motorrijwielen en bestelauto's.
H. Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en het tweede lid wordt «een personenauto of motorrijwiel» vervangen door: een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto.
2. In het derde lid wordt «de personenauto of het motorrijwiel» vervangen door «de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto». Voorts wordt «een personenauto of motorrijwiel» vervangen door: een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto.
I. In artikel 12b wordt «een personenauto of motorrijwiel» vervangen door: een personenauto, een motorrijwiel of een bestelauto.
J. In het eerste en het tweede lid van artikel 13 wordt «personenauto's en motorrijwielen» vervangen door: personenauto's, motorrijwielen en bestelauto's.
K. In artikel 14, eerste lid, wordt «personenauto's en motorrijwielen» vervangen door: personenauto's, motorrijwielen en bestelauto's.
L. In artikel 15, eerste lid, wordt «personenauto's en motorrijwielen» vervangen door: personenauto's, motorrijwielen en bestelauto's.
M. Na artikel 15 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
1. Teruggaaf van belasting wordt, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen, op aanvraag verleend voor bestelauto's die zijn ingericht om te worden gebruikt voor het vervoer van een gehandicapte persoon in de cabine en voor het gelijktijdige vervoer van een niet-opvouwbare rolstoel ten behoeve van die persoon.
2. In afwijking van het eerste lid wordt de teruggaaf voorts verleend indien in verband met de handicap van de in het eerste lid bedoelde persoon, de laadruimte van de bestelauto, in afwijking van artikel 3, derde lid, onderdeel b, onder 2°, of onderdeel c, onder 2°, of onderdeel d, onder 3°, ten gevolge van aanpassing van de bestelauto niet langer van de bestuurderszitplaats onderscheidenlijk de cabine is afgescheiden.
3. Indien de belasting voor een bestelauto wordt geheven van een ander dan de gehandicapte, is het eerste lid slechts van toepassing indien:
a. tussen de gehandicapte en die ander een zorgrelatie bestaat, met dien verstande dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wanneer voor de toepassing van deze bepaling een zorgrelatie bestaat, of
b. de bestelauto uitsluitend wordt gebruikt voor vervoer als bedoeld in het eerste lid, en
1°. door een rijschool wordt gebruikt als lesauto voor gehandicapten, of
2°. aan de gehandicapte in zijn of haar hoedanigheid van werknemer ter beschikking is gesteld door zijn of haar werkgever.
4. De teruggaaf wordt verleend aan degene op wiens naam het kenteken is gesteld.
5. De inspecteur beslist op de aanvraag bij voor bezwaar vatbare beschikking.
6. Ingeval voor een bestelauto waarvoor teruggaaf is verleend, niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen voor de teruggaaf, is belasting verschuldigd. Artikel 6, eerste lid en tweede lid, onderdeel b, is van overeenkomstige toepassing. De verschuldigd geworden belasting wordt door degene aan wie de teruggaaf is verleend, op aangifte voldaan binnen een maand nadat niet meer aan de voorwaarden en beperkingen is voldaan. De hoogte van de verschuldigde belasting wordt berekend met inachtneming van de artikelen 9 en 10.
7. Bij wijziging van de tenaamstelling van een bestelauto blijven, op daartoe gedaan gezamenlijk verzoek van degene op wiens naam het kenteken wordt gesteld en degene op wiens naam het kenteken daarvoor was gesteld, het eerste en zesde lid buiten toepassing indien overigens voldaan blijft worden aan de voorwaarden en beperkingen waaronder de teruggaaf is verleend. Bij inwilliging van het verzoek treedt degene op wiens naam het kenteken wordt gesteld vanaf het moment van de wijziging van de tenaamstelling voor de toepassing van dit artikel in de plaats van degene op wiens naam het kenteken daarvoor was gesteld. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
8. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.
N. In het eerste en het tweede lid van artikel 16a wordt «een personenauto of motorrijwiel» vervangen door: een personenauto, motorrijwiel of bestelauto.
De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel 9a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Voor een personenauto of een bestelauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking wordt het bedrag aan belasting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, of het bedrag aan belasting, bedoeld in artikel 9, derde lid, verminderd met € 600, indien de personenauto of de bestelauto voldoet aan de in het tweede lid vermelde voorwaarde.
2. De personenauto of de bestelauto heeft geen grotere emissie van deeltjes dan 5 mg per kilometer, vastgesteld overeenkomstig bijlage I bij richtlijn nr. 70/220/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de luchtverontreiniging door gassen afkomstig van motoren met elektrische ontsteking in motorvoertuigen (PbEG L 76).
3. Een wijziging van richtlijn 70/220/EEG gaat voor de toepassing van het tweede lid gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.
4. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld ter uitvoering van dit artikel.
B. In artikel 10, eerste lid, wordt «artikel 9, eerste, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 9, eerste, tweede en derde lid, na toepassing van artikel 9b,.
Artikel 9, derde lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt met ingang van 1 januari 2006 vervangen door:
3. De belasting bedraagt voor een bestelauto 30,2 percent van de netto catalogusprijs, verminderd met € 1029, dan wel, in geval van een bestelauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking 30,2 percent van de netto catalogusprijs, vermeerderd met € 219.
De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt met ingang van 1 januari 2007 als volgt gewijzigd:
A. Artikel 9, derde lid, wordt vervangen door:
3. De belasting bedraagt voor een bestelauto 45,2 percent van de netto catalogusprijs, verminderd met € 1540, dan wel, in geval van een bestelauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking 45,2 percent van de netto catalogusprijs, vermeerderd met € 328.
B. Artikel 17a vervalt.
De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en het tweede lid wordt «een personenauto» vervangen door: een personenauto of een bestelauto.
2. In het derde lid, onderdelen a, b en d, wordt «de personenauto» vervangen door «de personenauto of de bestelauto». Voorts wordt in onderdeel a «personenauto's» vervangen door: personenauto's en bestelauto's.
B. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het nieuwe eerste lid wordt «Voor een bestelauto bedraagt de belasting:» vervangen door: Voor een bestelauto die is ingericht en wordt gebruikt voor het vervoer van een gehandicapte persoon in de cabine en voor het gelijktijdige vervoer van een niet-opvouwbare rolstoel ten behoeve van die persoon, bedraagt, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen, de belasting op verzoek:
3. Na het tot eerste lid vernummerde enige lid worden zes nieuwe leden toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid is dat lid voorts van toepassing indien in verband met de handicap van de in het eerste lid bedoelde persoon, de laadruimte van de bestelauto, in afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, of onderdeel c, onder 2°, of onderdeel d, onder 3°, ten gevolge van aanpassing van de bestelauto niet langer van de bestuurderszitplaats onderscheidenlijk de cabine is afgescheiden.
3. Indien de belasting voor een bestelauto wordt geheven van een ander dan de gehandicapte, is het eerste lid slechts van toepassing indien:
a. tussen de gehandicapte en die ander een zorgrelatie bestaat, met dien verstande dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wanneer voor de toepassing van deze bepaling een zorgrelatie bestaat, of
b. de bestelauto uitsluitend wordt gebruikt voor vervoer als bedoeld in het eerste lid, en
1°. door een rijschool wordt gebruikt als lesauto voor gehandicapten, of
2°. aan de gehandicapte in zijn of haar hoedanigheid van werknemer ter beschikking is gesteld door zijn of haar werkgever.
4. Bij een verandering, anders dan aan de bestelauto, waardoor de belasting voor een bestelauto hoger of lager wordt, wordt een aanvullende aangifte gedaan. De constatering van het feit dat voor een bestelauto de aanvullende aangifte niet is gedaan, wordt gelijkgesteld met een dergelijke aangifte. De aanvullende aangifte geldt voor de tijdvakken die aanvangen na het lopende tijdvak.
5. Bij constatering van het feit dat voor een motorrijtuig geen aanvullende aangifte is gedaan in verband met een verandering, anders dan aan het motorrijtuig, waardoor de belasting hoger wordt, kan ter zake van die verandering te weinig geheven belasting worden nageheven. Artikel 33, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
6. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.
C. In artikel 30, eerste lid, onderdeel h, vervalt «24,».
D. In artikel 67 wordt «een personenauto» vervangen door: een personenauto of een bestelauto.
E. In artikel 81a vervalt «24,».
In artikel 8, vijfde lid, onderdeel d, van de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt «gebruikte personenauto's en gebruikte motorrijwielen» vervangen door: gebruikte personenauto's, gebruikte motorrijwielen en gebruikte bestelauto's.
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 36i wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «€ 152,77» vervangen door: € 159,72.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 154,04» vervangen door: € 161,05.
3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «€ 182,38» vervangen door: € 190,68.
4. In het eerste lid, onderdeel d, worden «€ 0,1429», «€ 0,0727», «€ 0,0227», «€ 0,0113», «€ 0,0106» en «€ 0,0075» vervangen door onderscheidenlijk € 0,1494, € 0,1280, € 0,0311, € 0,0115, € 0,0107 en € 0,0076.
5. In het eerste lid, onderdeel g, worden «€ 0,0654», «€ 0,0212», «€ 0,0065», «€ 0,0010»en «€ 0,0005» vervangen door onderscheidenlijk € 0,0699, € 0,0375, € 0,0086, € 0,0010 en € 0,0005.
6. In het derde lid worden «€ 16,1629», «€ 16,2775», en «€ 19,4171» vervangen door onderscheidenlijk € 17,1484, € 17,2758, en € 20,6073.
7. In het vierde lid worden «€ 0,01 295», «€ 0,01 207», «€ 0,01 144», «€ 0,0113», en «€ 0,0075» vervangen door onderscheidenlijk € 0,01 378, € 0,02 143, € 0,01 573, € 0,0115, en € 0,0076.
8. In het zesde lid wordt «€ 0,1429» vervangen door € 0,1494.
B. Artikel 36l, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, worden «€ 138,34», «€ 139,51», en «€ 165,03» vervangen door onderscheidenlijk € 144,64, € 145,86, en € 172,54.
2. In onderdeel b, worden «€ 1,7329», «€ 1,7475», en «€ 2,0671» vervangen door onderscheidenlijk € 2,0684, € 2,0858, en € 2,4673.
In de Coördinatiewet Sociale Verzekering vervalt artikel 6, eerste lid, onderdeel y.
Het Belastingplan 2004 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel II, onderdeel D, vervalt.
B. In artikel III, onderdeel A, wordt «1,25%, respectievelijk 8,20%» vervangen door: 1,55%, respectievelijk 9,10%.
C. In artikel IV, onderdeel A, wordt «0,85%, respectievelijk 7,80%» vervangen door: 1,15%, respectievelijk 8,70%.
D. Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel Aa vervalt.
2. In onderdeel A wordt «1,25%, respectievelijk 8,20%» vervangen door: 1,55%, respectievelijk 9,10%.
E. In artikel VIII, onderdeel A, wordt «0,85%, respectievelijk 7,80%» vervangen door: 1,15%, respectievelijk 8,70%.
In hoofdstuk 2 van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 wordt in artikel IV, onderdeel B, in het eerste lid, het derde lid, onderdeel b, en het zesde lid, «2005» vervangen door: 2004.
Ingeval een bestelauto waarvan het kenteken is tenaamgesteld vóór 1 januari 2007, in een zodanige staat wordt gebracht dat het een personenauto is, is de belasting van personenauto's en motorrijwielen verschuldigd ter zake van de registratie als personenauto dan wel, indien geen nieuw kenteken wordt opgegeven, ter zake van de aanvang van het gebruik als personenauto van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.
Voorts wordt, ingeval het kenteken van de bestelauto is tenaamgesteld in 2005 of 2006, de belasting verminderd met de belasting die is betaald ter zake van de registratie van de bestelauto dan wel ter zake van de aanvang van het gebruik met die bestelauto in Nederland van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.
A. Artikel 11, eerste lid, onderdeel p, van de Wet op de loonbelasting zoals dit onderdeel luidde op 27 augustus 2004 vóór 17.00 uur, blijft van toepassing voor gevallen waarin het computers en bijbehorende apparatuur betreft die door de werknemer vóór het genoemde tijdstip in gebruik zijn genomen of ter zake waarvan door de werknemer nog vóór dat tijdstip een verplichting tot aanschaffing is aangegaan.
B. Artikel 6, eerste lid, onderdeel y, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, zoals dit onderdeel luidde op 27 augustus 2004, vóór 17.00 uur, blijft van toepassing voor gevallen waarin het computers en bijbehorende apparatuur betreft die door de werknemer vóór het genoemde tijdstip in gebruik zijn genomen of ter zake waarvan door de werknemer nog vóór dat tijdstip een verplichting tot aanschaffing is aangegaan.
De vennootschapsbelasting over een boekjaar dat voor 1 januari 2005 aanvangt en op of na die datum eindigt, wordt, in afwijking in zoverre van artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, berekend volgens de formule: belasting = (X/B x To) + (Y/B x Tn), waarin
X voorstelt: het aantal voor 1 januari 2005 vallende dagen van het boekjaar;
Y voorstelt: het aantal na 31 december 2004 vallende dagen van het boekjaar;
B voorstelt: het totale aantal dagen van het boekjaar;
To voorstelt: de verschuldigde belasting over het belastbare bedrag of het belastbare Nederlandse bedrag op basis van het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief luidt op 31 december 2004;
Tn voorstelt: de verschuldigde belasting over het belastbare bedrag of het belastbare Nederlandse bedrag op basis van het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief luidt met ingang van 1 januari 2005.
In afwijking in zoverre van artikel 16a van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992, is:
a. artikel XIII, onderdeel E, eerste lid, van toepassing voor bestelauto's waarvan het kenteken is tenaamgesteld in het jaar 2005;
b. artikel XV van toepassing voor bestelauto's waarvan het kenteken is tenaamgesteld in het jaar 2006;
c. artikel XVI, onderdeel A, van toepassing voor bestelauto's waarvan het kenteken is tenaamgesteld na het jaar 2006.
1. Indien artikel XIV in werking treedt nadat artikel XIII in werking is getreden, kunnen in de tussengelegen periode bij ministeriële regeling het aantal mg per km en het bedrag, genoemd in dat artikel, worden gewijzigd, indien daartoe aanleiding bestaat ingevolge door de Europese Commissie voor te stellen dan wel voorgestelde wijzigingen van de geldende Europese norm voor de emissie van deeltjes ten aanzien van personenauto's en bestelauto's die worden aangedreven door een motor met compressieontsteking, dan wel ingevolge de uitkomsten van de notificatieprocedure op grond van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204).
2. Artikel XIV vindt geen toepassing ten aanzien van personenauto's en bestelauto's die op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel in gebruik waren genomen.
Voor een bestelauto waarvoor motorrijtuigenbelasting is voldaan over een tijdvak waarvan een gedeelte ligt na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, is artikel XVII, onderdelen A en B, pas van toepassing met ingang van het eerstvolgende tijdvak.
1. Artikel 27a van de Wet op de accijns vindt geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2005 op het bedrag genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel b.
2. Artikel 84a van de Wet op de accijns vindt geen toepassing op de in artikel XII, onderdelen A en B, opgenomen verhogingen van de accijns.
Artikel 37a van de Wet belastingen op milieugrondslag vindt geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2005 voorzover het betreft de aanpassing van de bedragen vermeld in artikel 36i, eerste lid, onderdelen a tot en met d en g, derde, vierde en zesde lid, en artikel 36l, eerste lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag.
A. Tot het loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering behoort niet een aandelenoptierecht ter zake waarvan vóór 1 januari 2005 reeds een bedrag als loon is genoten.
B. Indien artikel 3.1.1.1 van het bij koninklijke boodschap van 22 april 2004 ingediende voorstel van wet houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, wordt in onderdeel A «Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.
Ingeval de samenloop van wetten die in 2004 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in één of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, herstelt Onze Minister van Financiën dat bij ministeriële regeling.
1. Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze wet in werking met ingang van 1 januari 2005, met dien verstande dat artikel I, onderdelen A, I, L, M, N en O, en artikel IV, onderdelen D, E, F en G, eerst toepassing vinden nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2005 is toegepast.
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid werkt artikel XI, onderdeel A, tweede lid, terug tot en met 1 januari 2003.
3. In afwijking in zoverre van het eerste lid werken de artikelen IV, onderdeel B, XX en XXIV terug tot en met 27 augustus 2004, 17.00 uur.
4. In afwijking van het eerste lid, treedt artikel XXI, onderdeel A, in werking op 31 december 2004.
5. In afwijking van het eerste lid treedt artikel VI, onderdeel B, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met dien verstande dat indien het Staatsblad waarin dat besluit wordt geplaatst na 1 januari 2005 wordt uitgegeven, in dat besluit bepaald wordt dat deze bepaling terugwerkt tot en met 1 januari 2005.
6. In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIV in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Indien dit tijdstip 1 januari 2005 is, treedt artikel XIV in werking nadat artikel XIII in werking is getreden.
7. In afwijking van het eerste lid treedt artikel XII, onderdeel B, in werking met ingang van 1 juli 2005.
Deze wet wordt aangehaald als: Belastingplan 2005.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
De Minister van Financiën,