Op grond van het besluit van de ministerraad van 16 maart 2018, vanuit mijn positie en verantwoordelijkheid als Minister van Financiën inzake het financieel beheer van middelen voor de hierna genoemde fondsen in gedeeld beheer en op basis van de tot mij ter beschikking staande informatie, verklaar ik hierbij namens het Nederlandse kabinet, dat:
Betreffende: functioneren van de beheers- en controlesystemen2
Het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake:
-
– de landbouwfondsen: het ELGF en het ELFPO;
-
– de structuur- en investeringsfondsen: ESF, EFMB;
-
– de migratie- en veiligheidsfondsen: het AMIF en ISF;
naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen.
Het functioneren van de opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden voor de structuur- en investeringsfondsen EFMZV en EFRO, naar behoren hebben gefunctioneerd. Bij deze fondsen heeft er nog geen systeemaudit plaatsgevonden naar het functioneren van de Certificerings Autoriteit.
Wat betreft het EFMZV en het EFRO waren er in het verslagjaar van 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 door de Management Autoriteiten nog geen uitgaven gedeclareerd bij de Europese Commissie (EC). De Audit Autoriteit heeft wel een audit afgerond op de operationele activiteiten tot het moment van declareren.
Betreffende: getrouwheid rekeningen en rechtmatigheid uitgaven
De in de bijlagen opgenomen en bij de EC ingediende rekeningen van de landbouwfondsen, de structuur- en investeringsfondsen en de migratie- en veiligheidsfondsen een getrouw beeld geven en de in de rekeningen opgenomen uitgaven die ter vergoeding bij de EC zijn ingediend, per saldo (netto) uitgaven van € 906.375.092, naar mijn beste weten wettig en regelmatig zijn, tot op het niveau van eindbegunstigden.
De mij bekende lopende onderzoeken3 of correctievoorstellen in verband met de goedkeuring van de ingediende rekeningen door de Europese Commissie, zijn verantwoord in de bijgevoegde toelichting. De bevestigingen en eventuele punten van voorbehoud in deze verklaring zijn beperkt tot zaken van materieel belang en vloeien direct voort uit audits en laten onverlet inherente interpretatie van Europese regelgeving.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra