In het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 is de EMU-schuld ultimo 2021 uitgekomen op 52,1 procent van het bbp, zoals figuur 1.3.6 laat zien. Doordat in goede jaren buffers zijn opgebouwd, is er ook nu nog budgettaire ruimte om de toename aan uitgaven op te vangen. Dit dempt sterke economische schommelingen.
Figuur 1.3.6 Ontwikkeling van de overheidsschuld
De EMU-schuld is lager dan de 56,4 procent van het bbp die werd verwacht bij Najaarsnota 2021 en de verwachte 61,1 procent van het bbp in de Miljoenennota 2021. Deze verbetering ten opzichte van die ramingen heeft zich voorgedaan dankzij een beter EMU-saldo, maar ook dankzij een hoger bbp dan eerder werd verwacht (het noemereffect) en een lagere schuld eind 2020. Hierdoor blijft Nederland onder de Europese grenswaarde van 60 procent van het bbp uit het SGP.
(+ is toename van de schuld) | Miljoenen euro | Procenten bbp |
---|---|---|
EMU-schuld Miljoenennota 2021 | 501.999 | 61,1% |
Noemereffect | ‒ 2,8% | |
Doorwerking lagere schuld 2020 | ‒ 27.934 | ‒ 3,2% |
Mutatie EMU-saldo | ‒ 23.009 | ‒ 2,7% |
Coronagerelateerde leningen | 454 | 0,1% |
Studieleningen | ‒ 530 | ‒ 0,1% |
Kastransactieverschil belastinguitstel | 10.978 | 1,3% |
Voortijdige beeindiging derivaten | ‒ 1.529 | ‒ 0,2% |
Overig | ‒ 12.319 | ‒ 1,4% |
EMU-schuld Financieel jaarverslag van het Rijk 2021 | 448.110 | 52,1% |