De uitgaven onder het deelplafond Investeringen zijn ongeveer 1 miljard euro lager uitgekomen dan geraamd in de Miljoenennota 2023. Het plafond is echter ook aangepast om aan te sluiten bij de gewijzigde kasritmes door kasschuiven. Daardoor is er een onderschrijding ontstaan van 742 miljoen euro. Tabel 2.1.7 toont een uitsplitsing van de ontwikkelingen onder het deelplafond Investeringen.
(in miljoenen euro, min = onderschrijding) | 2023 | |
---|---|---|
1 | Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2023 | 21.903 |
Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van: | ||
2 | Overboekingen met plafond Rijksbegroting | ‒ 461 |
3 | Aanpassing kasritmes | ‒ 4.226 |
4 | Compensatie valutaschommelingen Defensie | 75 |
5 | Oekraïne-uitgaven | 40 |
6 | Overige plafondcorrecties | 43 |
7 | Uitgavenplafond bij Finacieel Jaarverslag Rijk 2023 (= 1 t/m 6) | 17.375 |
8 | Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2023 | 22.028 |
Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond: | ||
9 | Totaal aanpassingen uitgavenplafond | ‒ 4.528 |
Uitgavenmutaties met beslag op de budgettaire ruimte: | ||
10 | Aanvullende Post | ‒ 1.378 |
11 | BZK (incl. KR en BES) | 150 |
12 | Defensie | 646 |
13 | EZK (incl. NGF en KF) | 156 |
14 | IenW (incl. MF en DF) | 389 |
15 | LNV (incl. DGF en TF) | 96 |
16 | OCW | 53 |
17 | Kasschuiven | 467 |
18 | Onderuitputting | ‒ 2.829 |
19 | Invulling in=uittaakstelling | 1.384 |
20 | Diversen | 1 |
21 | Reguliere uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (10 t/m 20) | 16.633 |
22 | Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota 2023 (=8-1) | 125 |
23 | Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (=21-7) | ‒ 742 |
24 | Totale uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (=21) | 16.633 |
Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond
2. Overboekingen met plafond Rijksbegroting
Per saldo wordt in 2023 budget van het plafond Investeringen overgeboekt naar het plafond Rijksbegroting.
3. Aanpassing kasritmes
Voor diverse reeksen is het kasritme aangepast en zijn de middelen in een realistischer bestedingsritme gezet. De grootste aanpassingen zijn doorgevoerd op het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) voor investeringen, instandhouding en vastgoed. Vanwege externe factoren, zoals krapte op de arbeids- en defensiemarkten, zijn leveringen vertraagd.
4. Compensatie valutaschommelingen Defensie
Jaarlijks worden op basis van het CEP van het CPB de verwachte effecten van de wisselkoersmutaties verwerkt op de begroting van Defensie. Defensie is met name gevoelig voor schommelingen in wisselkoersen bij aanschaf (en in mindere mate bij instandhouding) van materieel. Daarom worden de middelen overgeheveld van de begroting hoofdstuk X Defensie naar het hoofdstuk Defensiematerieelbegrotingsfonds. Ontwikkelingen in de wisselkoersen van US dollars en Zweedse kronen leiden bij de Najaarsnota en dit FJR tot een teruggave van de compensatie die Defensie heeft ontvangen voor valutaschommelingen.
5. Oekraïne-uitgaven
Defensie heralloceert de generale middelen vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) naar de artikelen op het Defensiematerieelbegrotingsfonds, van waaruit de leverantie van militaire goederen aan Oekraïne zijn verstrekt uit eigen (operationele) voorraad. Hierdoor worden de middelen binnen het uitgavenplafond geplaatst. Tevens is compensatie van misgelopen verkoopopbrengsten toebedeeld.
6. Overige plafondcorrecties
Bij de Voorjaarsnota 2023 was er een totaal van circa 43 miljoen euro aan overige plafondcorrecties. Dit wordt veroorzaakt door dekking voor de werkkostenregeling bij EZK (-241 miljoen euro), het opkopen van landbouwgrond door LNV om Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 350, nr. 1 28 de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) te behalen (200 miljoen euro) en compensatie van valuta bij Defensie (circa 84 miljoen euro).
Uitgavenmutaties met beslag op de budgettaire ruimte
10. Aanvullende Post
De eindejaarsmarges werden toegevoegd aan de begrotingen bij de Voorjaarsnota 2023. Als tegenhanger van de eindejaarsmarge wordt een in=uit-taakstelling geboekt op de Aanvullende Post. De gedachte achter de in=uit-taakstelling is dat aan het einde van dit jaar weer in dezelfde mate als in 2023 sprake zal zijn van onderbesteding. Door hiervoor alvast een in=uit-taakstelling in te boeken, zorgt het uitkeren van de eindejaarsmarge niet voor een belasting van het uitgavenplafond in 2024.
11. BZK (inclusief KR en BES)
Het kabinet stelt in totaal 300 miljoen euro beschikbaar in 2023 voor de lokale isolatie aanpak van gemeenten in de kwetsbare koop en voor de opschaling van energiefixers en energiefixteams. Hiermee wordt getracht de energiekosten zoveel mogelijk te verminderen. Deze kosten worden gedekt uit het budget voor het Nationaal Isolatieprogramma en uit een deel van de Prinsjesdagmiddelen bestemd voor kwetsbare huishoudens, en hiervoor worden middelen vanuit 2024 (50 miljoen euro) en 2025 (100 miljoen euro) naar 2023 geschoven.
12. Defensie
Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge van 2022 van circa 646 miljoen euro aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds bij de Voorjaarsnota 2023.
13. EZK (inclusief NGF en KF)
De belangrijkste mutaties die bij de Voorjaarsnota 2023 vallen binnen de reeks van EZK zijn: de kasschuif IPCEI Waterstof golf 2 (64 miljoen euro in 2023 en doorlopend), de kasschuif voor het NGF-project Photondelta (51,5 miljoen euro in 2023 en doorlopend), de kasschuif voor het NGF-project Circulaire Plastics NL (30,8 miljoen euro in 2023 en doorlopend) en het opvragen van eindejaarsmarge voor het NGF-project QuantumDeltaNL (21,9 miljoen euro in 2023). Het resterende bedrag in de reeks bestaat voornamelijk uit het opvragen van onbenutte klimaatfondsmiddelen, welke zijn verspreid over meerdere kleine mutaties. Bij de Miljoenennota 2023 bevatten de kasschuiven voor EZK een kasschuif voor IPCEI Waterstof golf 3 (291 miljoen euro) en IPCEI Waterstof golf 4 (110 miljoen euro). Daarnaast wordt 14 miljoen euro doorgeschoven naar 2024 voor de NIKI. Voor het NGF is de raming bij de Voorjaarsnota 2023 licht naar beneden bijgesteld. Bij de Miljoenennota 2024 is de raming verder naar beneden bijgesteld, met de grootste bijstelling in 2023. Er zijn verschillende kasschuiven verwerkt om budget naar latere jaren te schuiven. De oorzaak hiervan is voornamelijk projecten die vertraging hebben opgelopen. Daarnaast is bij de Miljoenennota 2024 een grote kasschuif doorgevoerd om de onverdeelde middelen in het juiste kasritme te zetten. Dit komt door een aanpassing in de eerder gemaakte planning voor de (voorwaardelijke) toekenningen. Op de fondsbegroting staat nog 8 miljard euro aan onverdeelde middelen die bestemd zijn voor ronde 4 en 5, daarnaast zijn er in de onverdeelde middelen reserveringen die in eerdere rondes zijn toegekend.
14. IenW (inclusief MF en DF)
Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge van 2022 op de beleidsbegroting (circa 12 miljoen euro), het Mobiliteitsfonds (circa 291 miljoen euro) en het Deltafonds (circa 231 miljoen euro) bij de Voorjaarsnota 2023. Ook wordt de rijksbrede dekkingsopgave ingevuld door IenW. Van het Mobiliteitsfonds wordt in 2023 circa 97 miljoen euro bijgedragen en van het Deltafonds wordt in 2023 circa 21 miljoen euro bijgedragen.
15. LNV (inclusief DGF en TF)
Sinds de Voorjaarsnota 2022 hebben enkele overhevelingen van de Aanvullende Post naar de LNV-begroting plaatsgevonden. Hierbij is budget geschoven om het in het juiste kasritme te zetten. Zo is er met een Nota van Wijziging budget naar voren geschoven voor de uitvoeringskosten van provincies en LNV. In de Voorjaarsnota 2023 wordt er budget naar voren geschoven voor de piekbelastersaanpak en de uitvoering daarvan. Verder wordt er budget naar voren geschoven voor cellulaire agricultuur en uitvoeringskosten van waterschappen en gemeenten. Tot slot wordt er budget dat niet tot besteding is gekomen in 2022 opnieuw aan de begroting van LNV toegevoegd voor het betalen van overlopende verplichtingen.
16. OCW
Er zijn in 2022 voor verschillende NGF projecten middelen aan de OCW-begroting toegevoegd, zoals de projecten ontwikkelkracht, collectief laaggeletterdheid, digitaliseringsimpuls en de nationale LLO Katalysator. In 2022 zijn niet alle middelen besteed, bijvoorbeeld doordat projecten nog in de opstartfase zitten. Middelen uit het NGF kunnen met de 100% eindejaarsmarge op het investeringsplafond worden doorgeschoven naar 2023. Dit is het geval voor afgerond 53 miljoen euro, verdeeld over verschillende projecten.
17. Kasschuiven
Sinds de Miljoenennota 2023 is een aantal kasschuiven verwerkt. Per saldo is er 467 miljoen euro naar 2023 geschoven uit latere jaren.
18. Onderuitputting
De totale onderuitputting over alle deelplafonds bedraagt 7,2 miljard euro. Van dit bedrag betreft 2,8 miljard euro onderuitputting op het deelplafond Rijksbegroting. Een uitgebreidere toelichting bij de totale onderuitputting is te vinden in paragraaf 2.1.1.
19. Invulling in=uittaakstelling
De in=uit-taakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. Op het deelplafond Investeringen geldt een eindejaarsmarge van 100%, wat betekent dat alle onbestede middelen naar het volgende jaar doorschuiven. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de uitkering van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenoemde in=uittaakstelling. De in=uittaakstelling wordt gaandeweg het jaar ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.
20. Diversen
De post Diversen bevat het saldo van alle resterende uitgavenmutaties onder het deelplafond Investeringen.