In miljoenen euro | 2023 |
---|---|
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) | 1.608 |
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 | ‒ 2.149 |
Stand Najaarsnota | ‒ 541 |
Technisch | 541 |
Invulling in=uittaakstelling | 547 |
Onderuitputting | ‒ 6 |
Stand Financieel Jaarverslag Rijk | 0 |
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Technisch
Invulling in=uittaakstelling
De in=uittaakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door de onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0% van de totale begroting. Voor de begrotingsfondsen geldt dat het volledige saldo ten gunste of ten lasten komt van het volgende jaar. Dit betekent de facto dat sprake is van een 100% eindejaarsmarge.
Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt; de zogenaamde in=uit-taakstelling. De in=uit taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.
Bij de Voorjaarsnota 2023 is in totaal 4,3 miljard euro aan eindejaarsmarge (en dus ook in=uittaakstelling) aan de begrotingen toegevoegd. Daarnaast is bij de Miljoenennota 2023 aanvullende onderuitputting ingeboekt van 2,1 miljard euro voor 2023. Deze is bij de Miljoenennota 2024 met 255 miljoen euro ingevuld. Per saldo was sprake van 6,2 miljard euro aan in te vullen in=uittaakstelling en aanvullende onderuitputting. Hiervan is bij de Najaarsnota 5,6 miljard euro ingevuld. De resterende openstaande in=uittaakstelling van 0,5 miljard euro is nu ingevuld vanuit de onderuitputting.
Onderuitputting
Voor het compensatiepakket Zeeland resteerde nog 5,7 miljoen euro in 2023. Deze middelen zijn niet meer opgevraagd en worden daarom als onderuitputting afgeboekt.