DEBET | 31-12-2023 | 31-12-2022 | CREDIT | 31-12-2023 | 31-12-2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
OMSCHRIJVING | € mln. | € mln. | OMSCHRIJVING | € mln. | € mln. | ||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 377.264 | 333.200 | 12 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 374.307 | 347.341 |
2 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 17.044 | 21.818 | 13 | Schulden buiten begrotingsverband | 15.090 | 19.604 |
(intra-comptabele vorderingen) | (intra-comptabele schulden) | ||||||
14 | Saldi begrotingsfondsen | 14 | Saldi begrotingsfondsen | 1.206 | 1.146 | ||
3 | Liquide Middelen | 8.360 | 14.741 | ||||
4 | Saldo geldelijk beheer van het Rijk | 0 | 5.629 | 4 | Saldo geldelijk beheer van het Rijk | 3.733 | |
15 | Saldi begrotingsreserves | 8.331 | 7.297 | ||||
Totaal intra-comptabele posten | 402.667 | 375.387 | Totaal intra-comptabele posten | 402.667 | 375.387 | ||
5 | Openstaande rechten | 52.617 | 55.794 | 16 | Tegenrekening openstaande rechten | 52.617 | 55.794 |
6 | Vorderingen | 73.356 | 67.595 | 17 | Tegenrekening vorderingen | 73.356 | 67.595 |
7 | Tegenrekening schulden | 484.658 | 459.850 | 18 | Schulden | 484.658 | 459.850 |
8 | Voorschotten | 279.532 | 244.494 | 19 | Tegenrekening voorschotten | 279.532 | 244.494 |
9 | Tegenrekening andere verplichtingen | 223.801 | 205.223 | 20 | Andere verplichtingen | 223.801 | 205.223 |
10 | Deelnemingen | 45.587 | 44.562 | 21 | Tegenrekening deelnemingen | 45.587 | 44.562 |
11 | Tegenrekening garantieverplichtingen | 223.421 | 220.233 | 22 | Garantieverplichtingen | 223.421 | 220.233 |
Totaal extra-comptabele posten | 1.382.972 | 1.297.750 | Totaal extra-comptabele posten | 1.382.972 | 1.297.750 | ||
TOTAAL-GENERAAL | 1.785.639 | 1.673.137 | TOTAAL-GENERAAL | 1.785.639 | 1.673.137 |
Toelichting op de saldibalans van het Rijk
De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.
Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.
Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting
Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.
Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)
Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 17.044 miljoen euro, waarvan 15.671 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.
Ad 3) Liquide middelen
Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.
Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk
Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.
Ad 5 en 16) Openstaande rechten
Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.
Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)
Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.
Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)
Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.
Ad 8 en 19) Voorschotten
Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.
Ad 9 en 20) Andere verplichtingen
Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.
Ad 10 en 21) Deelnemingen
Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.
Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen
Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.
Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting
Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.
Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)
Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.
Ad 14) Saldi begrotingsfondsen
Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Mobiliteitsfonds, het Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds en het Nationaal Groeifonds. In 2022 en 2023 betreft het een positieve saldo.
Ad 15) Saldi begrotingsreserves
Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:
– Nationale Hypotheekgarantie, Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties en FHG (BZK);
– FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);
– Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona, Begrotingsreserve BMKB-Groen (EZK);
– Exportkredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en Garantstelling DGS BES eilanden (Financiën);
– Asiel (JenV);
– Landbouw, Visserij, Stikstof, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Garantstelling Groenfonds (LNV);
– Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);
– Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).