Wetsartikelen 1 tot en met 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Echter, de uitvoering van de maatregelen die in de elfde Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen, te weten de tegemoetkoming voor ongeplaceerde (culturele) activiteiten, kan niet wachten tot formele autorisatie van beide kamers der Staten-Generaal, hierom zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Voor de indiending van deze elfde Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 24 september over Steun aan de culturele en creatieve sector en herstelplan (Kamerstukken II 2020/21, ...). Zoals in deze brief is aangegeven is het vanaf 25 september weer mogelijk om ongeplaceerde evenementen te laten plaatsvinden. Er geldt echter nog wel een capaciteitsbeperking van 25% op de reguliere capaciteit voor ongeplaceerde evenementen die binnen plaatsvinden. In de Kamerbrief heeft het kabinet aangekondigd dat er € 15,0 miljoen is gereserveerd als tegemoetkoming voor deze evenementen, die niet op volledige capaciteit kunnen doorgaan. Organisatoren van ongeplaceerde evenementen die plaatsvinden tussen 25 september en 13 november kunnen een aanvraag indienen voor de tegemoetkoming. Om ervoor te zorgen dat het aanvraagloket tijdig kan worden ingericht en de aanvragen nog in 2021 kunnen worden behandeld, kan niet worden gewacht op de Tweede Suppletoire Begroting. Door een tegemoetkoming te bieden, wil het kabinet eraan bijdragen dat evenementen ondanks de beperking kunnen doorgaan.
Omdat niet kan worden gewacht op de Tweede Suppletoire Begroting worden de middelen nu toegevoegd aan de OCW-begroting middels deze elfde Incidentele Suppletoire Begroting. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 2
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob