Wetsartikelen 1 tot en met 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen, te weten extra middelen voor eindexamens vo en pilots voor sneltesten in het po in verband met COVID-19, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Voor de indiening van deze vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf genformeerd per brief van 16december 2020 over Besluit eindexamen voortgezet onderwijs 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 31289, nr.437) en per brief van 12februari 2021 over Aanvulling besluit eindexamen voortgezet onderwijs 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 3...., nr...). Zoals in deze brieven is aangegeven vraagt de uitvoering van het besluit om de examens door te laten gaan een extra inspanning van scholen. Scholen en het personeel zullen dan ook gecompenseerd worden, vanwege de extra werkzaamheden die ontstaan door de uitbreiding van het examenrooster en de extra herkansing voor leerlingen. Daarnaast ontstaan door dit besluit extra uitvoeringskosten voor de examenketen. Hiervoor is het noodzakelijk om op korte termijn verplichtingen aan te gaan voor de uitvoeringskosten van de examenketen en de compensatie van scholen en personeel. Daarnaast, voor de voorbereiding en de uiteindelijke uitvoering van de pilots is het noodzakelijk dat er spoedig verplichtingen moeten worden aangegaan om daarmee de pilots zo snel mogelijk operationeel te krijgen. Omdat niet kan worden gewacht op de Eerste Suppletoire Begroting worden de middelen nu toegevoegd aan de OCW-begroting. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2van artikel2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 2
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob