Base description which applies to whole site

nr. 1JAARVERSLAG VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

Aangeboden 18 mei 2005

Gerealiseerde ontvangsten 2004

kst-30100-IV-1-1.gif

Gerealiseerde uitgaven 2004

kst-30100-IV-1-2.gif

Inhoudsopgave blz.

A.Algemeen6
1.Voorwoord6
2.Dechargeverlening8
3.Leeswijzer10
   
B.Beleidsverslag11
4.Beleidsprioriteiten 200411
5.Beleidsartikelen16
6.Niet-beleidsartikelen24
   
C.Jaarrekening25
7.Verantwoordingsstaten25
8.Saldibalans26
   
D.Bijlagen37
9.Trefwoordenregister & afkortingslijst37

A. ALGEMEEN

1. VOORWOORD

In vele opzichten was het jaar 2004 voor het Koninkrijk een bewogen jaar. Bij de viering van 50 jaar Statuut van het Koninkrijk hebben Aruba, de Nederlandse Antillen en Nederland teruggeblikt op het gemeenschappelijke verleden. En tegelijkertijd zijn in 2004 de ogen gericht op de toekomst. Dit jaar heb ik verschillende initiatieven genomen voor een krachtig en werkbaar Koninkrijk.

Samen met de Antilliaanse regering heeft mijn voorganger minister De Graaf de werkgroep Jesurun ingesteld. In het eindrapport van 8 oktober 2004 adviseert de werkgroep over de financiële en bestuurlijke verhoudingen in de Nederlandse Antillen. In mijn brief van 17 december 2004 heb ik de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse uitgangspunten die het Nederlandse kabinet hanteert bij de beoordeling van de adviezen van de werkgroep. Naar verwachting zullen de Antilliaanse regering en alle eilandgebieden hun standpunten begin 2005 innemen. Ik zal mij inzetten voor een politiek hoofdlijnenakkoord om met de Landsregering en de eilandgebieden te kunnen werken aan daadwerkelijke bestuurlijke veranderingen in de Nederlandse Antillen en het Koninkrijk.

De commissie Van Beuge onderzocht in 2004 de positie van Aruba en de Nederlandse Antillen binnen de Europese Unie. Ik kijk uit naar de standpunten van de Koninkrijkspartners en hoop hierover in 2005 constructief te overleggen.

Ook voor acutere problemen zijn het afgelopen jaar de handen uit de mouwen gestoken. Bij het aantreden van het kabinet Ys in juni 2004 is een urgentieprogramma gepresenteerd om de huidige problematiek op de Nederlandse Antillen daadkrachtig het hoofd te bieden. Hierop heeft minister De Graaf positief gereageerd en is met premier Ys in oktober jl. een samenwerkingsplan overeengekomen. Nederland heeft daarin ondermeer toegezegd de Antilliaanse regering bij te staan om een aantal acute problemen binnen een kort tijdsbestek aan te pakken. Ter bevordering van de gezondmaking van de openbare financiën op de Nederlandse Antillen is door Nederland een deel van de schuld kwijtgescholden.

In mijn zorg om de armoede op de Antillen heeft mijn voorganger mij in het samenwerkingsplan niet onbetuigd gelaten. Zo is extra geld gestort voor armoedebestrijding op de Nederlandse Antillen voor een project over integrale wijkaanpak. In december 2004 is een overeenkomst gesloten met de Wereldbank en de UNDP over een integrale armoedeanalyse. In dit traject zal een lange termijn aanpak worden ontwikkeld en worden ook voorstellen gedaan voor maatregelen die op korte termijn de armoede op de eilanden terugdringen. Ook in 2005 wordt de samenwerking op deze punten voorgezet.

Op het terrein van de veiligheid in de Nederlandse Antillen was een kordate aanpak nodig. In december 2004 is overeenstemming bereikt inzake de aanpak van de criminaliteitsbestrijding. In een gemeenschappelijke verklaring heeft minister De Graaf zich bereid verklaard op korte termijn extra (technische) bijstand te verlenen. De gemeenschappelijke verklaring inzake de criminaliteitsbestrijding behelst ook een plan om de rechtshandhavingketen structureel te verbeteren.

In navolging van het succesvolle Fondo Desaroyo Aruba is ten slotte ook de samenwerkingsrelatie tussen Nederland en de Nederlandse Antillen geprofessionaliseerd en is de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen operationeel geworden.

De viering van de vijftigste verjaardag van het Statuut heeft Aruba, De Nederlandse Antillen en Nederland bewuster gemaakt van het Koninkrijk waar wij deel van uitmaken. Gesterkt door die gedachte ga ik ook in 2005 voortvarend aan de slag met verdere initiatieven en maatregelen voor effectieve samenwerking en een krachtig en werkbaar Koninkrijk.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

2. DECHARGEVERLENING

Verzoek tot dechargeverlening van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2004 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van Koninkrijksrelaties.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in de jaarverslagen;

d. de departementale saldibalansen;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

van Koninkrijksrelaties.

Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2004; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.

b. de slotwet van Koninkrijksrelaties over het jaar 2004; de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd;

het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen.

c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2004 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van 's Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden;

d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2004 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2004 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2004 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001);

het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

3. LEESWIJZER

De begroting van BZK kent een inmiddels vertrouwde opbouw. Het jaarverslag 2004 volgt deze opbouw. Ten einde te komen tot compactere verantwoordingsstukken is deze opbouw, mede naar aanleiding van de VBTB-evaluatie op onderdelen gewijzigd. Het jaarverslag voor 2004 bestaat uit vier delen:

A. een algemeen deel met onder meer het voorwoord en de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag 2004 over de prioriteiten en de (beleids)artikelen;

C. de jaarrekening 2004 en

D. de bijlagen.

Het beleidsverslag

In de paragraaf «beleidsprioriteiten 2004» wordt op hoofdlijnen verantwoording afgelegd over het beleid van het afgelopen jaar. Hierin kunt u lezen welke resultaten zijn behaald bij de gemaakte beleidsafspraken (de prioriteiten) voor 2004 op het terrein van de Staatkundige structuur en de Samenwerking met de Nederlandse Antillen.

In de paragraaf «de beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. Deze paragraaf kent per beleidsartikel de volgende, gewijzigde opzet. De paragraaf begint met de (§ 1) algemene beleidsdoelstelling (uit de begroting) van het betreffende artikel en wordt gevolgd door de (§ 2) tabel budgettaire gevolgen van beleid. Deze tabel wordt financieel toegelicht ten opzichte van de begroting 2004. De beleidsmatige toelichting en operationele doelstellingen worden bij (§ 3) de operationele doelstellingen nader toegelicht. Bij de beleidsmatige toelichting is daarbij een zo volledig mogelijke vertaling gemaakt van de in de begroting 2004 voorgenomen activiteiten (wat gaan we daarvoor doen?). Tevens worden de opmerkelijkste resultaten en verschillen toegelicht.

Voor 2004 zijn er geen specifieke bedrijfsvoeringsthema's, die aan de orde zullen zijn. De wijzigingen betreffende organisatieontwikkeling en het management control systeem van BZK zijn ondergebracht in de bedrijfsvoeringsparagraaf behorende bij het beleidsverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). In het jaarverslag van Koninkrijksrelaties is derhalve geen bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

De jaarrekening

In de jaarrekening treft u de (samenvattende) verantwoordingsstaten voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.

Bijlagen

Als bijlagen bij het jaarverslag zijn een overzicht van afkortingen en een trefwoordenregister opgenomen.

B. BELEIDSVERSLAG

4. BELEIDSPRIORITEITEN 2004

A. Realisatie van de beleidsprioriteiten 2004

In 2004 is stilgestaan bij het 50-jarig jubileum van het Statuut, dat met een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal op 15 december is herdacht. Het jubileum gaf aanleiding tot bezinning op de geschiedenis die wij met Aruba en de Nederlandse Antillen delen. Hieronder wordt stilgestaan bij de resultaten die in 2004 zijn behaald.

Staatkundige structuur

In 2004 is de basis gelegd voor de dialoog over de toekomstige structuur van het Koninkrijk en de verhoudingen binnen het Koninkrijk. De internationale dimensie, de positie van het Koninkrijk in de Europese Unie maken hier expliciet onderdeel van uit. Deze basis wordt gevormd door een tweetal belangwekkende rapporten over de staatkundige structuur. Op 1 juli 2004 presenteerde de commissie Van Beuge haar eindrapport over de verschillende mogelijkheden die de Nederlandse Antillen en Aruba hebben in hun relatie met de Europese Unie. Op 8 oktober 2004 werd het eindrapport van de werkgroep Jesurun inzake de bestuurlijke en financiële verhoudingen Nederlandse Antillen aangeboden aan de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en de Antilliaanse Minister voor Constitutionele Zaken. Het rapport gaat in op de staatkundige structuur van de Nederlandse Antillen, de rechtsorde, de bestuurskracht, de openbare financiën en de inrichting van het Koninkrijk. De Kamer is in december 2004 geïnformeerd (Kamerstuk 2004–2005, 29 800 IV, nr. 18) over het vervolgtraject inzake het rapport Jesurun. Daarbij is aangegeven welke inhoudelijke uitgangspunten en randvoorwaarden voor Nederland leidend zijn bij de discussies over de mogelijke wijzigingen van de bestuurlijke en financiële verhoudingen. Deze uitgangspunten en randvoorwaarden zijn conform het staande beleid: maximale bevoegdheden voor de eilandgebieden, minimale bevoegdheden voor het boveneilandelijke niveau en cruciale bevoegdheden voor het Koninkrijk. In een tweetal moties (Kamerstuk 2004–2005, 29 800 IV, nr. 15 en 16) is verzocht om een politiek akkoord op hoofdlijnen tussen de drie landen. Nederland is echter in afwachting van het Antilliaanse en Arubaanse standpunt over het rapport Jesurun en het rapport van de commissie Van Beuge. De eilandgebieden Curaçao en Sint Eustatius hebben aangegeven een standpunt in te nemen na een referendum in het voorjaar van 2005. Het ligt in de verwachting dat de standpunten van alle eilandgebieden pas na deze referenda worden vastgesteld. Nederland kan ook de dialoog met de Landsregering en de afzonderlijke eilandgebieden aangaan, uiteraard op basis van de eerdergenoemde uitgangspunten en randvoorwaarden, nadat de Landsregering en het betreffende eilandgebied een standpunt heeft ingenomen.

Samenwerkingsplan met de Nederlandse Antillen

Bij het aantreden van het kabinet Ys (juni 2004) is door de Antilliaanse regering een Urgentieprogramma opgesteld met een aantal doelstellingen en actiepunten op de beleidsgebieden veiligheid, armoede en openbare financiën. Op 8 oktober 2004 heeft de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties een samenwerkingsplan met de minister-president van de Nederlandse Antillen ondertekend waarin Nederland zich bereid verklaart de Antilliaanse regering te ondersteunen bij de uitvoering van de actiepunten uit het Urgentieprogramma. In een brief van 17 september 2004 (Kamerstuk 2003–2004, 29 200 IV, nr. 16) is de Kamer hierover al geïnformeerd. De uitvoering van het Urgentieprogramma geschiedt onder uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Nederlandse Antillen. Nederland monitort de voortgang van het samenwerkingsplan op basis van de rapportages van de Commissie Voortgangsbewaking Urgentieprogramma 2004–2006, die door de Antilliaanse regering is ingesteld. De Nederlandse bijstand behelst onder meer de financiering van deskundigen op het gebied van de rechtshandhaving en bestuurlijke ontwikkeling. Voor de toetsing van de hieruit voortkomende projecten is eind oktober met de Antilliaanse regering een toetsingskader afgesproken.

I. Waarborgfunctie

Het vergroten van de veiligheid van burgers en de versterking van de rechtshandhaving is een belangrijk aandachtsgebied voor Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba. Op een aantal terreinen wordt reeds intensief samengewerkt; de Kustwacht en het Recherchesamenwerkingsteam (RST) springen hierbij het meest in het oog. Voorts is in 2004 gewerkt aan de totstandkoming van de samenwerkingsprogramma's Rechtshandhaving. In januari 2005 is hierover met de ministers van Justitie van Aruba en de Nederlandse Antillen overeenstemming bereikt.

In het Urgentieprogramma van het kabinet Ys zijn maatregelen aangekondigd om de lokale veiligheidssituatie te verbeteren. In het samenwerkingsplan zijn hierover ook afspraken gemaakt. Zo is bijvoorbeeld afgesproken dat de Antilliaanse regering een veiligheidsstrategie zal ontwikkelen waarin aandacht is voor preventie naast repressie. Eind 2004 bleek dat de geweldscriminaliteit op de Nederlandse Antillen, in vergelijking met voorgaande jaren, zodanig is toegenomen dat de Antilliaanse regering Nederland heeft verzocht om additionele bijstand. In december is door de minister-president Ys en de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK) een gezamenlijke verklaring ondertekend waarin afspraken zijn gemaakt over intensieve samenwerking langs twee onlosmakelijk met elkaar verbonden sporen. Het betreft enerzijds de aanpak van de acute geweldscriminaliteit door de inzet van ondermeer Nederlandse rechercheurs en de realisering van nooddetentiecapaciteit. Anderzijds worden op structurele wijze de bedrijfsmatige aspecten van de rechtshandhavingketen versterkt. Nederland stelt hiervoor additioneel financiële en personele middelen ter beschikking. De samenwerking zal onder regie staan van een gemengde ministeriële stuurgroep (Kamerstuk 2004–2005, 29 800 IV, nr. 19).

Kustwacht

Om de aanlandingen van partijen drugs tegen te gaan is besloten een walradarsysteem voor de benedenwindse eilanden te installeren. Deze zal met ingang van 2006 operationeel zijn. Aruba heeft zelf voorzien in een walradar. In januari 2005 wordt een tijdelijke voorziening geplaatst op Bonaire en Curaçao. Voorts is in de Rijksministerraad van 9 juli 2004 besloten de Kustwacht verder te versterken. De versterkingen zijn met name gericht op de mogelijkheid om de Kustwacht dag en nacht in te kunnen zetten. Hiervoor wordt bijvoorbeeld het personeelsbestand uitgebreid en zal er in de toekomst ook in de nacht een helikopter beschikbaar zijn (Kamerstuk 2003–2004, 29 200 X, nr 109).

Grenscontroleteams

In het kader van de aanpak van drugssmokkel zijn voorts afspraken gemaakt over gemeenschappelijke grenscontroleteams op de luchthavens in de Nederlandse Antillen. Op basis van een in 2004 uitgevoerde haalbaarheidsstudie is in december 2004 besloten dergelijke teams te formeren. De Koninklijke Marechaussee en de Nederlandse Douane participeren in deze teams. Naar verwachting zullen de gemeenschappelijke teams in het voorjaar van 2005 operationeel zijn. In januari 2005 is een protocol ondertekend tussen beide landen.

Recherchesamenwerkingsteam (RST)

Onderzoeken naar terrorisme en zware, grensoverschrijdende criminaliteit hebben ook in 2004 zoals gepland plaatsgevonden. Voorts levert het RST tijdelijk ondersteuning aan de lokale politie voor de aanpak van geweldscriminaliteit.

II. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Samenwerkingsbeleid via daartoe opgerichte fondsen

De Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) is op 22 april 2004 opgericht. De uitvoeringsorganisatie is geselecteerd door Europese aanbesteding. Vanaf oktober 2004 is de USONA, de uitvoeringsorganisatie van de SONA, operationeel. De lopende projecten die bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in behandeling waren, zijn in het laatste kwartaal van 2004 aan de SONA overgedragen. Op basis van een ingediende begroting heeft in november 2004 de eerste storting plaatsgevonden. Hiermee kunnen aan de uitgaven voor de lopende projecten worden voldaan. Daarnaast kunnen nieuwe initiatieven van de eilandgebieden worden gehonoreerd in de periode september tot en met december 2004. Ook zijn de procedureregels van de USONA door de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties goedgekeurd waarbij extra aandacht is geschonken aan het voorkomen van onnodige bureaucratie. Zo kan assistentie voor het formuleren van een projectvoorstel worden aangevraagd via een vereenvoudigde procedure. Over de activiteiten van 2004 wordt conform de Beheersovereenkomst in mei 2005 verantwoording afgelegd in de jaarrekening en het jaarverslag.

In Aruba bestaat al geruime tijd een dergelijke constructie voor het beheer van de samenwerkingsmiddelen, het Fondo Desaroyo Aruba (FDA). In de tweede helft van 2004 is de werking van dit fonds, evenals de meerjarige programma's die met de oprichting van het fonds zijn overeengekomen, onderworpen aan een evaluatie. In 2005 zal blijken of de gehanteerde constructie dan wel de meerjarige programma's een verbeterslag kunnen ondergaan.

Ten behoeve van de financiering van initiatieven in de private sector is sinds maart 2004 de Antiliaanse Medefinancierings Organisatie (AMFO) operationeel. De AMFO beoordeelt financieringsverzoeken afkomstig van de verschillende NGO's op de Nederlandse Antillen aan de hand van door de eilandelijke NGO platforms opgestelde jaarprogramma's. De financiering en monitoring van goedgekeurde voorstellen geschiedt eveneens door de AMFO. De projectvoorstellen zorgen voor versterking van de sociale en culturele initiatieven door particuliere organisaties die onafhankelijk van, maar ook aanvullend aan, de Antilliaanse overheid opereren. De rapportage over de activiteiten van 2004 is in april 2005 te verwachten.

Extra inspanningen

De samenwerkingsprogramma's hebben vooral effect op de langere termijn. De korte termijn wordt echter niet uit het oog verloren. De actuele, nijpende situatie op de Nederlandse Antillen heeft aanleiding gegeven tot het bovengenoemde samenwerkingsplan. Op het gebied van de armoede en de openbare financiën zijn in 2004 extra inspanningen geleverd.

Armoede

Het project Integrale Wijkaanpak van Reda Sosial heb ik met een bijdrage van ruim € 2 mln. ondersteund. Daarnaast heb ik mij bereid verklaard de invoering van de sociale vormingsplicht te ondersteunen. De regering Ys heeft hiertoe een programma opgesteld en de noodzakelijke wetgeving is in voorbereiding. Nederland ondersteunt de Antilliaanse regering om in het voorjaar van 2005 de eerste pilot daadwerkelijk van start te laten gaan.

Hiernaast is in 2004, door Nederland en de Nederlandse Antillen, aan de Wereldbank en de United Nations Development Program (UNDP) opdracht gegeven tot een integraal onderzoek naar de omvang van armoede op de Nederlandse Antillen. Tevens zal een quick scan worden gedaan om een aantal korte termijnmaatregelen te identificeren die de urgente nood kunnen ledigen.

Openbare Financiën

In het samenwerkingsplan is overeengekomen ongeveer Naf 105 miljoen aan schulden van de Nederlandse Antillen bij Nederland kwijt te schelden vanwege de maatregelen die de Antilliaanse regering neemt in het kader van het Urgentieprogramma. De Antilliaanse minister van Financiën heeft aan het eind van 2004 ingestemd met de uitwerking van de afspraak uit het samenwerkingsplan. Begin 2005 wordt deze kwijtschelding geëffectueerd, waarmee diverse direct opeisbare vorderingen en begrotingsleningen worden geschrapt. Door het wegvallen van die rente- en aflossingsverplichtingen krijgen de Nederlandse Antillen meer ruimte op hun begroting. In het samenwerkingsplan is tevens afgesproken dat het Land een deel daarvan aanwendt voor schuldsanering van de kleine eilandgebieden. Schuldsanering is een belangrijk onderdeel van het advies van de commissie Havermans over het Solidariteitsfonds. Overeengekomen is dat het Land een kwart van de beschikbaar gekomen budgettaire ruimte inzet om schulden van de drie kleine eilandgebieden aan het Land, kwijt te schelden. Daarnaast scheldt het Land de schuld van het Sint Maarten Medical Center kwijt.

B. Budgettaire en financiële consequenties van de beleidsprioriteiten 2004

Bedragen in € 1000
Beleidsprioriteiten 2004Art.nr.Ontwerp-begroting 2004Nadere mutaties 2004Realisatie 2004
Belangrijkste (mutaties in) beleidsmatige prioriteiten:    
1.Waarborgfunctie131 5579 61230 297
2.Bevorderen autonomie Koninkrijkpartners2110 228– 9 797107 732
3.Nominaal en onvoorzien31 255300

Toelichting

De onderschrijding op artikel 1 komt nagenoeg volledig op het conto van de Kustwacht. In juni 2003 heeft besluitvorming in de Rijksministerraad plaatsgevonden over de aansturingsstructuur en meerjarige investeringsplannen van de Kustwacht. Vanaf dat moment komen de investeringskosten voor rekening van Hoofdstuk IV. De in 2003 niet bestede investeringsmiddelen zijn toegevoegd aan de begroting 2004. In 2004 bleek dat een deel van de investeringen meer dan een jaar waren vertraagd en pas in 2005 tot betaling zullen komen. Ook is er een aanzienlijke meevaller opgetreden als gevolg van scherpe aanbestedingen en een lage dollarkoers. Per saldo leidt dit tot een onderuitputting van € 9 mln. op de middelen Kustwacht.

In 2004 is een bijdrage aan SONA gestort. Voor een deel had dit betaald moeten worden uit een terug te ontvangen voorschot van het Antilliaanse Ministerie van Financiën. Dit is niet gebeurd in verband met de benodigde tijd voor de administratieve afhandelingen. Het bedrag zal in 2005 teruggestort worden.

C. Beleidsmatige conclusies ten aanzien van de beleidsprioriteiten

Waarborgfunctie

De extra aandacht voor de veiligheid op Aruba en de Nederlandse Antillen heeft in het verslagjaar nog niet tot meeruitgaven geleid. De uitgaven op grond van de actiepunten uit het Samenwerkingsplan en de uitgaven voor het Veiligheidsplan zullen in 2005 en 2006 worden gedaan.

Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

In 2004 is de herstructurering van het samenwerkingsbeleid met de oprichting van de SONA voltooid. De Nederlandse middelen worden, zowel op Aruba als op de Antillen, ingezet via daartoe opgerichte fondsen, die op basis van landelijke of eilandelijke programma's projecten financieren en monitoren. Dit komt de doelmatigheid en de effectiviteit van het samenwerkingsbeleid ten goede. Daarnaast blijft het van belang flexibel te kunnen inspelen op urgente problemen. Deze doen zich vooral voor op het gebied van de armoede, goed bestuur en de openbare financiën. De afspraken die hierover in het Samenwerkingsplan zijn gemaakt hebben in 2004 nog geen groot beslag op de middelen van Hoofdstuk IV gelegd. In 2005 zullen de gemaakte afspraken worden vertaald in concrete voorstellen en ook in financiële termen handen en voeten krijgen.

5. BELEIDSARTIKELEN

BELEIDSARTIKEL 1. Waarborgfunctie

1. Algemene beleidsdoelstelling

Bijdragen aan het waarborgen van de rechtszekerheid en de mensenrechten op de Nederlandse Antillen en Aruba.

De afgelopen jaren is de aandacht van de regeringen van de drie landen in toenemende mate gericht op het verzekeren van een adequaat niveau van rechtshandhaving. Een belangrijke reden hiervoor is de toenemende (drugsgerelateerde) criminaliteit in de landen. Zo is in 2004 een groeiend aantal moorden waarneembaar. Ook mondiale ontwikkelingen zoals de bestrijding van internationaal terrorisme en het bestrijden van witwassen vergen bijzondere aandacht van de regeringen. Verondersteld wordt dat een goed functionerende rechtshandhavingketen in positieve zin bijdraagt aan de maatschappelijke veiligheid. Voorts zijn een goede rechtshandhaving cruciaal voor een verantwoorde sociaal economische ontwikkeling.

Om deze reden is mijn inzet gericht op drie aandachtsgebieden:

a. te bewerkstelligen dat de rechtshandhavingsinstituties in de Nederlandse Antillen en Aruba in voldoende mate in staat zijn hun taken uit te voeren. Zo wordt jaarlijks bijgedragen aan de versterking van het Openbaar Ministerie en de Zittende Magistratuur;

b. de instandhouding van het recherchesamenwerkingsteam en de Kustwacht;

c. het bevorderen van de samenwerking tussen de opsporingsdiensten van de drie landen van het Koninkrijk.

Om te voorkomen dat op enig moment ingrijpen onontkoombaar is op basis van de waarborgtaak, is de aandacht gericht op het instandhouden en versterken van de rechtshandhavingsinstituties in de landen. Door de ondersteuning van de Rechterlijke Macht en met het programma Rechtshandhaving wordt hieraan invulling gegeven. Het tweede aandachtsgebied is de ondersteuning en instandhouding van structurele samenwerkingsverbanden; het betreft hier met name het RST en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. De voorgenomen maatregelen die in het kader van het Veiligheidsplan worden genomen zullen een extra impuls geven aan het versterken van de diensten betrokken bij de rechtshandhavingketen en op korte termijn de acute problematiek aanpakken, door de inzet van extra functionarissen.

De minister voor BVK is verantwoordelijk voor de coördinatie van het Nederlandse beleid. Hij stelt middelen uit Hoofdstuk IV beschikbaar aan de Nederlandse Antillen en Aruba voor het realiseren van de voorwaarden voor het handhaven van de rechtsorde door de landen zelf. Deze voorwaarden betreffen met name het opbouwen en versterken van de rechtshandhavingsinstituties (institution building). Voorts worden middelen beschikbaar gesteld voor samenwerking met Nederland op het gebied van grensoverschrijdende en georganiseerde criminaliteit.

Overzicht beleidsevaluaties (OW 2004)
operationele doelstellingonderwerpstartdatum(verwachte) einddatumstand van zaken
Het waarborgen van een adequaat niveau van rechtshandhavingProbleemanalyse rechtshandhaving01/05/200401/11/2004Gereed, vormt de basis voor het programma Rechtshandhaving
     
 Evaluatie Statuut01/11/200431/06/2005Niet gestart door afhankelijkheid van voortgang in besluitvorming BFV

2. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen in € 1000
1. WaarborgfunctieRealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2000200120022003200420042004
Verplichtingen21 35118 35941 15829 41833 10532 497608
        
Uitgaven25 59912 52523 82427 75930 29731 557– 1 260
1.1Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen25 59912 52523 82427 75930 29731 557– 1 260
        
Ontvangsten001 8035 2084 51904 519

Financiële toelichting

Uitgaven

Op dit artikel heeft een onderschrijding plaatsgevonden van per saldo € 1,3 mln. De uitgaven op dit artikel (personele uitgaven RST en rechterlijke macht, maar ook de investeringsuitgaven Kustwacht) zijn gevoelig voor de koers van de Amerikaanse dollar, waaraan de Antilliaanse florijn (Naf) en de Arubaanse gulden (Awg) zijn gekoppeld. De lage koers van de Amerikaanse dollar in 2004 veroorzaakt dat de gerealiseerde uitgaven lager zijn dan de ramingen opgenomen in de ontwerpbegroting. Ten aanzien van de Kustwacht heeft in juni 2003 besluitvorming in de Rijksministerraad plaatsgevonden waarmee de investeringskosten voor rekening van Hoofdstuk IV komen. Deze voor 2004 geplande investeringen zijn niet volledig gerealiseerd.

Ontvangsten

In 2004 hebben Aruba en de Nederlandse Antillen hun bijdragen aan de Kustwacht betaald. Deze ontvangsten waren niet opgenomen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

3. Operationele doelstellingen

Beleidsmatige toelichting op basis van de doelstellingen genoemd in de OW 2004
Beleidsprestaties jaar 2004Realisatie
Samenwerkingsprogramma's rechtshandhavingJa, in het tripartiete justitiële overleg van januari 2005 met de Nederlandse Antillen en met Aruba de samenwerkingsgprogramma's Rechtshandhaving vastgesteld. De uitvoering van de programma's zal in 2005 starten.
  
Ondersteuning Rechterlijke MachtJa, in 2004 zijn 21 rechters en 11 officieren van justitie beschikbaar gesteld.
  
Kustwacht NA&ADeels, de begroting van de Kustwacht is voorzien van procesindicatoren. Thans wordt door het Antilliaanse en het Arubaanse OM gewerkt aan de totstandkoming van een criminele kaart voor de Kustwacht. Op basis van de criminele kaart kunnen voor de Kustwacht outputindicatoren worden opgesteld. Met name door achterblijvende investeringen heeft onderrealisatie van de begroting plaatsgevonden. In november is in de Rijksministerraad besloten het ontwerp Rijkswet Kustwacht, waarvan de minister van Defensie eerste ondertekenaar is, voor advies door te zenden aan de Raad van State.
  
RecherchesamenwerkingsteamDeels, het jaarplan en begroting zijn goedgekeurdRST is op sterkte (80 fte), in 2005 zullen met het KLPD nadere afspraken worden gemaakt om de begroting van het RST in de toekomst te voorzien van outputindicatoren.

NB Gelet op het feit dat de prestatie-indicatoren uit de begroting één op één lopen met de beleidsprestaties voor 2004, zijn de prestatie-indicatoren meegenomen in bovenstaande tabel

Toelichting

Kustwacht

Met betrekking tot de Kustwacht zijn de gestelde streefwaarden gerealiseerd op één uitzondering na. De bedoelde investeringen zijn niet eerder dan eind 2004 van start gegaan. De uitputting van de begroting is, als gevolg van niet gerealiseerde investeringen, aldus achtergebleven. In 2004 is besloten tot de aanschaf van een walradarsysteem voor de benedenwindse eilanden.

RST

Het RST heeft in 2004 een inhaalslag gemaakt ten aanzien van het beheer. In 2004 zijn goedkeurende accountantsverklaringen verstrekt bij de jaarrekeningen 2000, 2001, 2002 en 2003. Het verkrijgen van deze verklaringen is als voorwaarde gesteld voor het goedkeuren van jaarplan en begroting 2004. Hierdoor werd de begroting 2004 pas in de laatste maand van het jaar goedgekeurd. De goedkeurende verklaringen zijn mede een gevolg van een verbeterslag op het gebied van de administratieve organisatie die is doorgevoerd. Met ingang van 2005 zal het RST zijn opgenomen in de planning- en controlcyclus van het KLPD en zullen nadere afspraken worden gemaakt over aansluiting op het proces van begrotingsvoorbereiding en -uitvoering van Hoofdstuk IV. Het doel is dat alle betrokken partijen op het juiste moment hun verantwoordelijkheid kunnen nemen voor het functioneren van het RST. In dit proces zullen ook de ontwikkelde proces- en outputindicatoren onder de loep worden genomen.

Zoals ook vermeld in de financiële toelichting heeft er onderschrijding plaatsgevonden op het RST-budget. De verklaring hiervoor is deels gelegen in een vertraging van de voorgenomen investeringen, deels in de gunstige ontwikkeling in de wisselkoers.

BELEIDSARTIKEL 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

1. Algemene beleidsdoelstelling

Het verlenen van hulp en bijstand ter bevordering van de autonomie van de Koninkrijkspartners conform het Statuut. Nederland streeft in dit kader naar het bevorderen van een duurzame economische en sociale ontwikkeling van de Koninkrijkspartners.

De Minister voor BVK is verantwoordelijk voor de beheersmatige randvoorwaarden voor het doelmatig en doeltreffend inzetten van de samenwerkingsmiddelen op de Nederlandse Antillen en Aruba en levert een bijdrage aan de totstandkoming van het beleidsmatige kader waarbinnen de samenwerkingsmiddelen worden ingezet. De Antilliaanse en Arubaanse regeringen dragen de eindverantwoordelijkheid voor het opstellen en uitvoeren van hun beleid, waarvan de door Nederland gefinancierde meerjarige samenwerkingsprogramma's integraal deel uitmaken.

Om de effectiviteit van het samenwerkingsbeleid vast te kunnen stellen is het belangrijk dat de resultaten van de samenwerkingsprogramma's voldoende meetbaar zijn. Daarom stelt Nederland als voorwaarde voor te bereiken resultaten dat er meetbare indicatoren zijn gedefinieerd, die zijn voorzien van nul- en streefwaarden. Mede aan de hand van deze indicatoren vindt de monitoring van de programma's plaats, waardoor het inzicht in de effectiviteit van het samenwerkingsbeleid sterk wordt vergroot. Op grond van dit inzicht kan adequaat verantwoording worden afgelegd over de ingezette samenwerkingsmiddelen. Inzicht in de resultaten van het gevoerde beleid is uiteraard ook van minstens even groot belang voor de Antilliaanse en Arubaanse regeringen, die hun beleid op basis daarvan kunnen evalueren en bijstellen.

Te verwachten is dat het verder decentraliseren van de beleidsformulering en het op afstand plaatsen van het beheer van de samenwerkingsmiddelen, een sterker eigenaarschap tot gevolg heeft aan Antilliaanse en Arubaanse zijde. Tevens is voorzien dat onnodige bureaucratie, ten aanzien van de activiteiten voortkomend uit het beheer van de samenwerkingsmiddelen, hiermee vermindert. De verwachting van Nederland is dat een toename van het eigenaarschap bij de afzonderlijke entiteiten op de Nederlandse Antillen en Aruba positief zal doorwerken op de effectiviteit van de samenwerkingsprogramma's. Voor Aruba is deze stap een aantal jaar geleden al gezet door de oprichting van het FDA. In 2004 is het FDA onderworpen aan een externe evaluatie waarvan de resultaten begin 2005 bekend zullen zijn. In 2004 is een vergelijkbare constructie voor de Nederlandse Antillen in het leven geroepen, de SONA.

Concrete beleidsdoelstellingen op basis van artikel 2:

• Door middel van meerjarige programma's gericht op een aantal terreinen, wil Nederland een constructieve bijdrage leveren aan het effectiever maken van het overheidsbeleid op de Nederlandse Antillen en Aruba.

• Nederland streeft in de eerste plaats naar een verbetering van de kwaliteit van het bestuur op de Nederlandse Antillen en Aruba; good governance wordt enerzijds gezien als voorwaarde voor een duurzame economische en sociale ontwikkeling, maar is ook een doel op zich.

• Het onderwijssysteem op de Nederlandse Antillen en Aruba moet beter aansluiten op de onderwijsbehoefte en de arbeidsmarkt.

• De Antilliaanse en Arubaanse overheid hebben een faciliterende rol als het gaat om economische ontwikkeling: het gaat erom dat er een gunstig investeringsklimaat wordt gecreëerd. Dit betekent onder meer de bevordering van de marktwerking en verbetering van de overheidsfinanciën. Ook aandacht voor het milieu maakt hiervan deel uit: met name voor de toerismesector is een schoner milieu belangrijk.

• Nederland wil daarnaast een bijdrage leveren aan de sociale ontwikkeling van de Koninkrijkspartners via de ondersteuning van maatschappelijke organisaties (de zogeheten niet-gouvernementele organisaties).

Overzicht beleidsevaluaties (OW 2004)
operationele doelstellingonderwerpstartdatum(verwachte) einddatumstand van zaken
Het ondersteunen van het Antilliaanse en Arubaanse overheidsbeleid dmv een effectieve en efficiënte inzet van geld en kennisKostenstructuur eilandgebieden (Solidariteitsfonds)01/01/200101/09/2003Gerealiseerd, zie toelichting
Baselinestudie programma bestuurlijke Ontwikkeling01/03/200201/08/2003Gerealiseerd, programma is op basis van resultaten aangepast
Samenwerking belastingdiensten01/06/200401/12/2004Akkoord over Terms of Reference. Uitvoering in eerste helft 2005.
Baselinestudie programma Onderwijs01/03/200201/04/2003Gerealiseerd, programma is op basis van resultaten aangepast
 Mid-term evaluatie programma Onderwijs01/08/200401/02/2005Voorbereidingen zijn gestart; uitvoering in 2005
 Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren01/10/200401/04/2005Start is voorzien in eerste helft 2005, zie toelichting
 Tussentijdse interne evaluatie NGO-beheersovereenkomst01/04/200501/10/2005Start is voorzien in 2005 i.v.m. datum oprichting AMFO (voorjaar 2004)
 Evaluatie tweede spoor (economische) instrumenten01/01/200301/04/2003Gerealiseerd, instrumenten zijn op basis van resultaten aangepast en al dan niet opgenomen in programma DEO
 Evaluatie economische instrumenten BTS en TA01/12/200301/03/2004Gerealiseerd, inzet van de instrumenten is beëindigd
 Baselinestudie programma Duurzame Economische Ontwikkeling01/04/200301/08/2003Gerealiseerd, programma is op basis van resultaten aangepast
 Versterking economie Caribische eilanden01/05/200201/12/2004OESO-onderzoek (CRII) loopt nog, rapport eind 2005 verwacht
 Haalbaarheidsstudie Trustfund voor beheer van natuurgebieden in NA01/05/200401/04/2005Studie in 2004 uitgevoerd, rapport begin 2005 verwacht
 Baseline Aruba01/03/200201/01/2003Gerealiseerd, programma is op basis van resultaten aangepast
 Werkwijze FDA01/06/200401/10/2004Studie in 2004 uitgevoerd, rapport begin 2005 verwacht
 Effectiviteit samenwerkingsprogramma's Aruba01/06/200401/10/2004Studie in 2004 uitgevoerd, rapport begin 2005 verwacht

Toelichting

De kostenstructuur van de kleine eilandgebieden is in kaart gebracht en vormt een onderdeel van het eindrapport van de commissie van advies over het solidariteitsfonds, het rapport Havermans. Deze kostenstructuur is mede gebruikt om de bijdragen voor de jaren 2004 tot en met 2007 vast te stellen per ontvangend eiland, zoals in de aanbevelingen van het rapport zijn opgenomen. Twee donoren van het fonds (Nederland en de Nederlandse Antillen) hebben aan het eind van 2004 op basis van deze aanbeveling hun bijdrage aan het fonds overgemaakt. Aruba heeft op 31 december een deel van hun bijdrage betaald.

In het samenwerkingsplan is met de regering van de Nederlandse Antillen over de evaluatie van het Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren (UJJ) overeengekomen dat de uitkomst van deze evaluatie zal worden betrokken bij de besluitvorming over de sociale vormingsplicht. De evaluatie zal dientengevolge in 2005 plaats gaan vinden.

2. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen in € 1000
2. Bevorderen autonomie KoninkrijkspartnersRealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2000200120022003200420042004
Verplichtingen168 088145 318131 46779 269151 20095 65955 541
        
Uitgaven199 98796 682109 06282 501107 732110 228– 2 496
2.1Apparaat008 5427 8996 5337 614– 1 081
2.2Bevordering autonomie199 98796 682100 52074 602101 199102 614– 1 415
        
Ontvangsten15 99311 21926 43813 6296 86213 520– 6 658

Financiële toelichting

Verplichtingen

Het verschil van € 55 mln. wordt met name veroorzaakt doordat het bij de overdracht van verplichtingen bij de oprichting van het SONA noodzakelijk is gebleken om in het financiële systeem van BZK de betreffende individuele verplichtingen af te boeken en een nieuwe totaalverplichting aan het SONA (voor hetzelfde bedrag) als nieuwe verplichting op te voeren. Dit legt een extra beslag op de verplichtingenruimte (ca € 40 mln.) die bij de begroting niet kon worden voorzien, maar heeft geen nadere kaseffecten. Het resterende verschil (ca € 15 mln.) wordt verklaard door het saldo van de verschillende ramingsbijstellingen die gedurende het begrotingsjaar hebben plaatsgevonden voor o.a. de overdracht aan SONA, de samenwerkingsmiddelen en de schuldsanering Aruba.

Uitgaven

Ten opzichte van de vastgestelde begroting is dit begrotingsartikel met € 2,5 mln. overschreden. Dit is een trenddoorbraak ten opzichte van voorgaande jaren. In 2004 is ruim € 40 mln. besteed aan de samenwerkingsmiddelen voor de Nederlandse Antillen. In oktober heeft de eerste storting aan de SONA (€ 30 mln.) plaatsgevonden waarmee de nieuwe werkwijze daadwerkelijk operationeel is geworden. Voor een deel had dit bedrag betaald moeten worden uit een terug te ontvangen voorschot van het Antilliaanse Ministerie van Financiën. Dit is niet gebeurd waardoor er een geringe overschrijding op dit artikel heeft plaatsgevonden. De samenwerkingsmiddelen ten behoeve van Aruba bedroegen in 2004 ruim € 14 mln.

Garanties

De door de Nederlandse Antillen niet voldane rente- en aflossingsverplichting aan de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO, voorheen NIO) per vervaldatum 31 december 2003, zijn door Nederland in 2004 aan de FMO betaald. Het betaalde bedrag is in de administratie aan de vorderingen op de Nederlandse Antillen toegevoegd. Sedert 1996 hebben de Nederlandse Antillen niet meer aan de aflossingsverplichting voldaan; in 2003 is ook de verschuldigde rente niet betaald. Nederland heeft daardoor een bedrag van € 15,986 mln. aan de FMO moeten overmaken.

Ontvangsten

De tegenvallende ontvangsten worden veroorzaakt doordat de Nederlandse Antillen geen rente en aflossingen hebben betaald op begrotingsleningen en geen rente hebben betaald op de in 2000 verstrekte lening in het kader van het IMF-traject.

3. Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 2: Het ondersteunen van het Antilliaanse en Arubaanse overheidsbeleid door middel van een effectieve en efficiënte inzet van geld en kennis

Beleidsmatige toelichting op basis van de doelstellingen genoemd in de OW 2004
Beleidsprestaties jaar 2004Realisatie
Uitvoeren van baselinestudies voor de programma's bestuurlijke ontwikkeling en duurzame economische ontwikkeling ten behoeve van de Nederlandse Antillen zodat programma's voldoende meetbaar zijnJa, de reeds voor 2004 ingezette meerjarige samenwerkingsprogramma's (bestuurlijke ontwikkeling, onderwijs en duurzame economische ontwikkeling) zijn (ook) in 2004 ten uitvoer gebracht. De programma's zijn op basis van de resultaten van de baselinestudies aangepast.
  
Uitvoeren van de meerjarige samenwerkingsprogramma's Aruba (2001–2005)Ja, in 2004 zijn de meerjarige programma's geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie worden meegenomen bij het opstellen van de nieuwe programma's in de periode 2006–2009.
  
Implementatie Ontwikkelingsfonds NA op basis van de adviezen van de werkgroep-Wijers.Ja, in april 2004 is de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen opgericht met drieledig bestuur. Vanaf oktober 2004 is diens uitvoeringsorganisatie (USONA) operationeel.
  
Implementatie advies Commissie-HavermansNee, de voortgang is zeer gering. In het samenwerkingsplan is de implementatie herbevestigd, waarin de Antillen het voortouw moeten nemen. De Rijkswet is nog niet ingevoerd.
  
Openbare financiën en armoedebestrijdingDeels, de Nederlandse Antillen en Aruba zijn gevraagd om medewerking RMR rapportage openbare financiën. De schuldkwijtschelding eerste tranche NA is in voorbereiding, zie hieronder voor nadere toelichtingOp 10 december 2004 is er tussen de NA en de UNDP een overeenkomst gesloten over uitvoering van quick scan en een integrale armoedeanalyse. De UNDP is coördinator, de Wereldbank levert inhoudelijke input voor het traject. Begin januari 2005 zal het onderzoek van start gaan.
  
NGO-financieringJa, beschikbare middelen voor ngo's worden via FDA (Aruba) en AMFO (Nederlandse Antillen) beschikbaar gesteld. De beleidsformulering geschiedt door middel van eilandelijke ngo-platforms.
  
Antilliaanse jongerenJa, de nog lopende projecten uit het Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren (UJJ) zijn overgedragen aan de SONA.

Toelichting

Openbare financiën; Aruba

Na een lichte neergang in 2001 en 2002 draait de Arubaanse economie weer op volle toeren. In 2003 bedroeg de economische groei 1,4 procent en naar inschatting van de Centrale Bank van Aruba (CBA), zal de groei over 2004 uitkomen op zo'n 3 procent. De motor van de economische groei is het verblijfstoerisme. Tegenover genoemde positieve economische ontwikkelingen staan zorgelijke ontwikkelingen ten aanzien van de openbare financiën. Naast de hoge consumptieve bestedingen waar de Arubaanse regering mee te kampen heeft, kan hierbij niet voorbij worden gegaan aan de toegenomen staatsschuld. Was in 2003 de zogenaamde schuldquote opgelopen tot 42%, de staatsschuld is gedurende 2004 verder opgelopen. Bij het IMF is nadrukkelijk aandacht gevraagd voor een analyse van de openbare financiën in Aruba. In januari 2005 heeft het IMF haar gebruikelijke Artikel IV consultatiebezoek gebracht aan Aruba.

Openbare financiën; Nederlandse Antillen

Na jaren van economische stagnatie groeide het Antilliaanse BBP in 2003 met 1,4%; voornamelijk door een sterke exportgroei (toerisme, transport en oliesector), ondersteund door een hogere particuliere en overheidsconsumptie. Voor 2005 wordt een groei van 1,5% verwacht. De financiële situatie op de Nederlandse Antillen is daarentegen zorgelijk. De overheidsschuld in 2003 bedroeg 90% van het BBP. Als gevolg van een financieringstekort van ca. Naf 520 miljoen (ca. 10% BBP) loopt de schuldquote op tot ± 97% voor het jaar 2004.

In de RMR van 29 augustus 2003 is het besluit genomen dat de Ministerraad van het Koninkrijk zich op de hoogte moet kunnen stellen van de financiële situatie van de drie Koninkrijkspartners. In het kader van de waarborgfunctie van het Koninkrijk is voldoende inzicht in de financiële situatie van de Koninkrijkspartners van groot belang. De openbare financiën maken een belangrijk deel uit van de deugdelijkheid van het bestuur. Vandaar dat de regeringen van Aruba en de Nederlandse Antillen eerder dit jaar zijn opgeroepen mee te werken aan het aanbieden van halfjaarlijkse financiële rapportages aan de RMR.

Een financiële rapportage van Aruba is in de RMR van april 2004 besproken. De minister van Financiën van Aruba heeft tijdens afzonderlijke gesprekken het belang van voortzetting van dergelijke rapportages onderschreven en heeft medewerking toegezegd. Ook de Antilliaanse minister van Financiën heeft kenbaar gemaakt het nut van de rapportages in te zien en heeft instemmend gereageerd op het voorstel, in de nabije toekomst, de rapportages periodiek op te stellen.

Prestatie-indicatoren

In het overzicht prestatiegegevens uit de begroting Hoofdstuk IV zijn een aantal operationele doelstellingen geëxpliciteerd voor het jaar 2004. In de OW 2005 zijn de prestatie-indicatoren (effectindicatoren) die zijn genoemd bij de algemene doelstelling uit de OW 2004 geïncorporeerd in de tabel prestatiegegevens van de operationele doelstelling. Hierom worden deze effectindicatoren in dit jaarverslag niet afzonderlijk weergegeven.

 
Operationele doelstelling/aandachtsgebiedTe behalen resultatenStreefwaardeJaar streefwaarde bereiktToelichting
BestuurHet ambtelijk apparaat is efficiënter ingerichtReorganisatie voltooid2004Gedeeltelijk bereikt, zie toelichting
SociaalEffectieve armoedebestrijdingEr is een integrale aanpak armoedebestrijding opgesteld en in uitvoering i.s.m. de Wereldbank2004Bereikt, zie de tabel Beleidsprestaties
Sociaal NADe ngo's functioneren effectief en efficiëntAlle ngo financiering en beheer loopt via de AMFO2004Bereikt, zie de tabel Beleidsprestaties
Sociaal AUADe ngo's functioneren effectief en efficiëntAlle ngo financiering en beheer loopt via het FDA2004Bereikt, zie de tabel Beleidsprestaties

Toelichting

Ten aanzien van het aandachtsgebied «Bestuur» op de Nederlandse Antillen is het te bereiken resultaat dat het ambtelijke apparaat efficiënter is ingericht door de uitvoering van het reorganisatieproject Nieuwe Overheid. Dit project heeft stilgelegen tijdens het kabinet Godett. Het nieuwe kabinet Ys heeft het opnieuw ter hand genomen. Een evaluatie van het project is in 2005 voorzien. Voorts heeft de ontwikkeling van goed bestuur voortgang gevonden doordat van Curaçao, Sint Maarten en Saba de jaarplannen Bestuurlijke Ontwikkeling 2005 door de minister voor BVK eind 2004 konden worden goedgekeurd. Deze eilandgebieden konden vanaf dat moment weer nieuwe projectvoorstellen gaan indienen bij de SONA.

6. NIET-BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleidBedragen in € 1000
3. Nominaal en OnvoorzienRealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2000200120022003200420042004
Verplichtingen21 35118 3590001 255– 1 255
        
Uitgaven25 59912 5250001 255– 1 255
3.1loonbijstelling25 59912 52500000
3.2prijsbijstelling    0447– 447
3.3onvoorzien    0808– 808

C. JAARREKENING

7. VERANTWOORDINGSSTATEN

Departementale verantwoordingsstaat 2004 van Koninkrijksrelaties (IV)Bedragen in € 1000
  (1)(2)(3)=(2)-(1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  VerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangsten
Totaal  143 04013 520 138 02911 381 – 5 011– 2 139
           
 Beleidsartikelen         
1Waarborgfunctie32 49731 557033 10530 2974 519608– 1 2604 519
2Bevorderen autonomie Koninkrijkpartners95 659110 22813 520151 200107 7326 86255 541– 2 496– 6 658
           
 Niet-Beleidsartikelen         
3Nominaal en onvoorzien1 2551 2550000– 1 255– 1 2550

8. SALDIBALANS

SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2004 VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

 
1)Uitgaven 2004138 028 0952) Ontvangsten 200411 381 275
3)Liquide middelen158 419    
4)Rekening-courant RHB 4a) Rekening-courant RHB126 427 727
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)307 9746) Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)685 486
7)Openstaande rechten 7a) Tegenrekening openstaande rechten 
8)Extra-comptabele vorderingen353 555 4418a) Tegenrekening extra-comptabele vorderingen353 555 441
9a)Tegenrekening extra-comptabele schulden 9) Extra-comptabele schulden 
10)Voorschotten276 850 51810a) Tegenrekening voorschotten276 850 518
11a)Tegenrekening garantieverplichtingen205 086 57011) Garantieverplichtingen205 086 570
12a)Tegenrekening openstaande verplichtingen197 440 50612) Openstaande verplichtingen197 440 506
13)Deelnemingen32 944 83213a) Tegenrekening deelnemingen32 944 832
 TOTAAL1 204 372 355  TOTAAL1 204 372 355

Toelichting op de saldibalans van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2004

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2004

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2004).

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag overeenkomstig het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 307 974 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 
a.Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten: 
Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen€ 117 505
Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba€ 18 657
b.Te vorderen van ministeries en derden€ 68 686
c.Intra-comptabele voorschotten€ 76 718
d.Intra-comptabele debiteuren€ 26 408
Totaal€ 307 974

Ad a. Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen en Aruba bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b. Te vorderen van ministeries en derden

Het saldo bestaat uit salariskosten lange uitzendingen (€ 39 094) welke t.b.v. de wederopbouw zijn gemaakt, het maandelijkse voorschot van de USZO (€ 11 000) en te vorderen omzetbelasting (€ 16 092).

Ad c. Intra-comptabele voorschotten

Het saldo bestaat uit personele voorschotten die voornamelijk ontstaan zijn in 2004 en via de salarissen in termijnbedragen worden ingehouden.

Ad d. Intra-comptabele debiteuren

Het saldo bestaat uit een aantal vorderingen op personeel uit 2003 en 2004 (€ 19 814) en terug te ontvangen betaalde BTW in het kader van de ontwikkelingssamenwerking (€ 6 594).

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 685 486 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 
a.Schulden kasbeheerders Rijksdiensten: 
Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen€ 7 353
b.Verrekening salariskosten met Hoofdstuk VII€ 676 769
c.Overige intra-comptabele schulden€ 1 364
Totaal€ 685 486

Ad a. Schulden kasbeheerders Rijksdiensten

Dit betreft de ingehouden loonheffing en sociale premies die in 2005 aan de betreffende instanties worden doorbetaald.

Ad b. Verrekening salariskosten met Hoofdstuk VII

Dit betreft een aantal nagekomen correcties van salarisbetalingen die in eerste instantie t.l.v. Hoofdstuk VII waren gebracht. Deze bedragen zullen begin 2005 worden overgemaakt naar Hoofdstuk VII.

Ad c. Overige intra-comptabele schulden

Het saldo betreft ten onrechte ontvangen bedragen c.q. inhoudingen op salarissen die in 2005 zullen worden verrekend of uitbetaald.

Ad 8. Extra-comptabele vorderingenAd 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het saldo per 31 december 2004 kan als volgt worden gespecificeerd:

Bedragen x € 1 000
 Totaal bedragKorte termijnLange termijnWaarvan < 1 jaarWaarvan > 1 jaar
1.Algemeen7 7357 735 3 2754 460
2.Nederlandse Antillen145 257145 257 26 677118 580
3.Aruba2 7302 730  2 730
4.Leningen194 922 194 922 194 922
5.Leningen bevordering bedrijfsvestiging2 911 2 911 2 911
Totaal353 555155 722197 83329 952323 603

1. Algemeen

De bijdragen voor inzet Kustwacht over de jaren 2001 en 2002 ad € 4,2 mln. zijn nog niet door Aruba voldaan. Het ministerie van Defensie is destijds ten laste van Hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties schadeloos gesteld voor deze derving van de bijdrage van Aruba. Indien Aruba alsnog aan haar betalingsverplichting voldoet, dan zal dit geld weer ten gunste komen van de begroting van Koninkrijksrelaties. Een bedrag ad € 4,2 mln. is derhalve als vordering opgenomen op het ministerie van Defensie. In 2003 is aan Aruba gevraagd een voorstel te doen voor een betalingsrekening. Op dit voorstel is in 2004 geen reactie gekomen. De overige uitstaande vorderingen bestaan uit € 0,24 mln. (diverse kleine vorderingen) en de NIO € 3,3 mln., zijnde af te dragen rente- en aflossingsverplichtingen van Aruba over het jaar 2004.

2. Vordering op de Nederlandse Antillen

In 2004 heeft de Regering van de Nederlandse Antillen niet aan haar aflossingsverplichtingen voldaan welke betrekking hebben op de verstrekte begrotingsleningen. Deze betalingsachterstand is voor € 3,7 mln. opgenomen als vordering in 2004.

A. Specificatie aflossingsverplichtingen

Bedragen x € 1 000
 BegrotingsleningenNIO-leningenTotaal
19963 80511 08714 892
19972 84211 36414 206
19982 89711 64814 545
19992 95511 93914 894
20003 77612 23816 014
20014 09712 54416 641
20023 31212 85816 170
20033 46313 17916 642
20043 697 3 697
Totaal  127 701

Noot: de niet ontvangen aflossing van de NIO-leningen wordt in 2005 – via de aanspraak op de Staatsgarantie – op de Nederlandse overheid verhaald. In 2005 zal derhalve de betalingsachterstand worden omgezet in een vordering. De effecten van de overeengekomen schuldsanering worden formeel geëffectueerd in 2005.

B. Overige vorderingen

De overige vorderingen bestaan uit:

1. Een voorschot ad € 9,8 mln. (verstrekt als lening) voor de Nederlandse Antillen (Naf. 20 mln.). Dit voorschot is bedoeld om uitgaven te kunnen doen ten behoeve van Overheidsprojecten op de Nederlandse Antillen. Dit voorschot wordt op basis van de maandelijkse declaraties aangevuld. Aangezien SONA in 2004 werd belast met de financiering van de samenwerkingsprojecten is dit voorschot teruggevorderd. De Antilliaanse Directie Financiën heeft aangegeven dat het voorschot begin 2005 zal worden teruggestort;

2. Verschuldigde rente over begrotingsleningen en de leningen in het kader van de verstrekte Liquiditeitssteun € 5,5 mln.;

3. De ingestelde contragarantie op de ALM-lening ad € 2,2 mln.

3. Vorderingen op Aruba

Aruba heeft nog steeds een betalingsachterstand van € 2,7 mln. voor de bijdrage aan het Solidariteitsfonds over het jaar 2001.

4. Leningen

De door Koninkrijksrelaties verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) worden, conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, afzonderlijk weergegeven.

Bedragen x 1 000
 Gehanteerde koersenBedrag in valutaBedrag in EUR
–Vijfjarenplan 1972–1976    5 902
–Begrotingssteun Aruba    25 412
–Maatregel Tussenbalans    58 905
–Consolidatie lening 1995 Nederlandse Antillen (1995.01)    14 543
–Contragarantie EIB    124
–Water- en Energiebedrijf Aruba (Akte 263-JZ/1995)0,49(begrotingskoers in euro)AFL28 00013 720
–Begrotingsleningen via de NPMNA0,49(begrotingskoers in euro)NAF24 84012 171
–Begrotingsleningen via de NPMNA0,87(begrotingskoers in euro)USD10 6499 265
–Nederlandse Antillen Liquiditeitssteun0,49(begrotingskoers in euro)NAF3200015 680
–Nederlandse Antillen Aanvullende liquiditeitssteun0,49(begrotingskoers in euro)NAF80 00039 200
Totaal    194 922

Vijfjarenplan 1972–1976

In 1977 is het aan deze periode verbonden leningsbedrag omgezet in een dertigjarige lening met een rente van 2,5% per jaar. Met ingang van 1985 wordt afgelost in 22 jaarlijkse annuïteiten. In het jaar 2006 zal de laatste aflossing plaatsvinden.

Begrotingssteun Aruba

In 1985 is aan Aruba een begrotingssteun verleend in de vorm van een lening van € 45,38 mln. De lening heeft een looptijd van 30 jaar met een rente van 2,5%. Gedurende de eerste 8 jaar hoefde op deze lening niet te worden afgelost. Met ingang van 1994 vindt aflossing plaats in 25 jaarlijkse termijnen van € 1,8 mln. In het jaar 2018 zal de laatste aflossing plaatsvinden.

Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan de Nederlandse Antillen en Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het rentepercentage is 2,5%.

Nog niet alle leningsovereenkomsten zijn ondertekend. Dit is mede gelegen in het wetgevingstraject dat moet worden doorlopen, voortvloeiend uit de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen. Geldleningen ten name of ten laste van de Nederlandse Antillen kunnen alleen krachtens landsverordening worden aangegaan. Tevens dient bij landsbesluit te worden vastgelegd op welke wijze het land de Nederlandse Antillen in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd.

Een specificatie van de leningen luidt als volgt:

Bedragen x € 1 000
  Bedrag hoofdsom per 31-12-2004Formalisering
1991Nederlandse Antillen17 991*nee
1991Aruba5 428ja
1992Nederlandse Antillen8 025*nee
1992Aruba6 314ja
1993Nederlandse Antillen3 771*nee
1993Aruba3 795ja
1994Nederlandse Antillen1 847*nee
1994Aruba1 521ja
1995Nederlandse Antillen4 105ja
1995Aruba250ja
1996Nederlandse Antillen1 311*nee
1997Nederlandse Antillen1 832*nee
1998Nederlandse Antillen1 375*nee
2000Nederlandse Antillen (OBNA)1 244concept
2001Nederlandse Antillen (OBNA)96concept
 Totaal58 905 

De betreffende landsverordeningen en landsbesluiten zijn vastgesteld voor de met * aangemerkte leningen.

Consolidatielening 1995 Nederlandse Antillen

In 1991 heeft de regering van de Nederlandse Antillen niet voldaan aan de rente- en aflossingsverplichting aan de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden NV. In 1995 is de Consolidatieovereenkomst opgesteld van de openstaande vorderingen uit hoofde van de achterstand op aflossingen over de periode tot en met 31 december 1992.

Contragarantie

De contragarantie van de Nederlandse Antillen en Aruba op garantie van de rente en aflossingen van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen is opgenomen als extra-comptabele vordering.

Water- en Energiebedrijf Aruba

Begrotingslening ten behoeve van het Water en Energie Bedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het water- en elektriciteitsbedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta, ad AFL 28,0 mln. De lening heeft een looptijd van dertig jaar waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing is. Het rentepercentage is 2,5%.

Begrotingsleningen via de Nederlands Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA)

Door tussenkomst van de NPMNA zijn begrotingsleningen verstrekt ter financiering van de navolgende projecten:

Bedragen x 1 000
 Hoofdsom in valutaHoofdsom in EURTrekkingen in valuta per 31-12-2004Trekkingen in EUR per 31-12-2004
–Luchthaven Sint Maarten (LVFM 1997.01) (108574)NAF 8 7724 298NAF 8 7744 299
–Bouw 474 woningen Sint Maarten (Belvedère project SMHDF 1997.01) (108451)NAF 7 1103 484NAF 7 2893 571
–Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01) (108675)NAF 4 6892 298NAF 4 7402 323
–Luchthaven SXM fase1 Flamengopond dempen (PJIAE 1998.01) (108908)NAF 4 0361 978NAF 4 0371 978
– Haven Sint Maarten (108983)USD 10 6499 265USD 10 6499 265
Totaal   21 436

De gehanteerde koers voor de NAF/EUR is 0,49 en voor de USD/EUR is 0,87.

De leningsovereenkomsten zijn afgesloten met de volgende instellingen:

• Luchthaven Sint Maarten (LVFM 1997.01)

Begrotingslening verstrekt aan de Luchthaven Veiligheid Financiering Maatschappij NV te Sint Maarten ad NAF 8,8 mln.

• Bouw 474 woningen Sint Maarten (Belvedère project SMHDF 1997.01)

De begrotingslening ad NAF 7,1 mln. is verstrekt aan de Sint Maarten Housing Development Foundation te Sint Maarten.

• Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01)

De leningsovereenkomst ad NAF 4,7 mln. is afgesloten met de Sint Maarten Housing Finance Foundation.

• Luchthaven Sint Maarten fase 1, Flamengopond dempen (PJIAE 1998.01)

Leningsovereenkomst afgesloten met de Prinses Juliana International Airport Exploitatiemaatschappij NV ad NAF 4,0 mln.

• Haven Sint Maarten betreft een lening aan de Sint Maarten Harbour Cargo Facilities NV (USD 4,0 mln.) en een lening aan de Sint Maarten Harbour Cruise Facilities (USD 6,7 mln.).

Liquiditeitssteun Nederlandse Antillen

Ten behoeve van de liquiditeitssteun aan de Nederlandse Antillen zijn in 2000 in het kader van het IMF-traject twee leningen verstrekt. De leningen zijn opgesteld in Antilliaanse valuta en zijn groot NAF 32 mln. en NAF 80 mln.

De leningen zijn rentedragend vanaf 1 januari 2001 waarbij het rentepercentage 2,5% bedraagt. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar waarvan de eerste 8 jaar aflossingsvrij zijn.

5. Lening bevordering bedrijfsvestiging

Door tussenkomst van de Nederlands Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA) is een aantal leningen verstrekt ter financiering van samenwerkingsactiviteiten met de Nederlandse Antillen en Aruba. De in onderstaande tabel opgenomen gegevens zijn gebaseerd op een opgave van de NPMNA.

Bedragen x 1 000
  Stand per 31 december 2004 
 Totale vordering in valutaHoofdsom opgenomen geld in EURNog te ontvangen aflossingen en rente in EURTotale vordering in EURAchterstand in % totale vordering
Antillean Soap CompanyNAF 5025 250%
Aruban Investmentbank NVAFL 1 152564 5640%
Plantation Bay Beach Resort and Casino BVUSD 1 5602511 1061 35782%
OBNA, Curaflor NVNAF 10605252100%
Plant Hotel NVUSD 1 050913 91300%
Totaal 1 7531 1582 911 

De gehanteerde koers voor de NAF/EUR is 0,49 en voor de USD/EUR is 0,87.

Plantation Bay Resort & Casino

Deze vennootschap heeft geen activiteiten. Met betrekking tot deze vennootschap is in november 2002 vonnis gewezen, waarna een start is gemaakt met de liquidatie van de vennootschap.

Ad 10. Openstaande voorschottenAd 10a. Tegenrekening openstaande voorschotten

De saldi van de per 31 december 2004 openstaande voorschotten en van de in 2004 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Bedragen x € 1 000
JaarSaldo 1 januari 2004Bevoorschot 2004Afgerekend 2004Saldo 31 december 2004
t/m 2000285 309 188 95596 354
200165 872 55 71110 161
200279 175 37 69041 485
200373 048 30 84942 199
2004 96 3999 74886 651
Totaal503 40496 399322 953276 850

Waarborgfunctie

Onder dit artikel worden voornamelijk personele uitzendingen naar de Nederlandse Antillen en Aruba gefinancierd. Nadat de uitzending is beëindigd worden de voorschotten definitief afgewikkeld. De financiering voor inzet Kustwacht en Recherchesamenwerking wordt ook ten laste van dit artikel gefinancierd. Afwikkeling van deze voorschotten geschiedt na ontvangst van de jaarrekening en accountantsverklaring.

Bevordering autonomie

Ten laste van dit artikel worden projecten van verschillende beleidssectoren gefinancierd. Bij de afsluiting c.q. afrekening van deze projecten dient een proces-verbaal van projectbeëindiging te worden opgemaakt en voorzien van een accountantsverklaring. Pas dan worden de voorschotten definitief afgewikkeld. In 2004 heeft een inhaalslag plaatsgevonden om de achterstandsprojecten af te wikkelen. Totaal zijn 186 projecten afgesloten. Vanaf oktober 2004 is de USONA, de uitvoeringsorganisatie van de SONA, operationeel. In het laatste kwartaal van 2004 zijn 156 lopende projecten die bij het ministerie van BZK in behandeling waren, aan de SONA overgedragen.

Ad 11. GarantieverplichtingenAd 11a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag van € 205 086 570 aan garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

 
Garanties per 1 januari 2004  228 933 317 
Verleende garanties in 2004  15 986 348 
   244 919 665 
Vervallen garanties in 200426 654 157   
Uitbetaalde garanties in 200413 178 938   
   39 833 095-/-
Openstaande garanties per 31 december 2004  205 086 570 

De openstaande garantieverplichtingen zijn als volgt opgebouwd:

Bedragen x € 1 000
1.Garantie van rente en aflossing van door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden NV (N.I.O.) verstrekte leningsgelden146 099
2.Garantie van rente en aflossing van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen in EUR 4 247 mln.300
3.Garantie van rente en aflossing van een aan de Nederlandse Participatie Maatschappij Nederlandse Antillen verstrekte geldlening van USD 48 mln. (oorspronkelijke waarde, koers EUR 0,82)29 756
4.Borgstelling van rente en aflossing d.d. 16-10-1997 van het project Belvedère, bouw 474 woningen Sint Maarten28 931
Totaal205 086

1 Garantie NIO

De garantieverplichting bedraagt volgens de garantieovereenkomst van het Rijk per 31 december 2004 € 205,1 mln. De door de Nederlandse Antillen niet voldane rente- en aflossingsverplichtingen per vervaldatum 31 december 2003, zijn door Nederland in 2004 betaald. Een bedrag ad € 16,0 mln. is dan ook in de administratie als vordering opgenomen.

2 Garantie Europese Investeringsbank

Deze garantstelling vloeit voort uit de borgtochtovereenkomst gesloten tussen de EIB en de Nederlandse Staat. Nederland staat garant voor leningen die de EIB verstrekt aan ACS en LGO-landen. Het restant saldo van de garanties voor de leningen bij de EIB bedraagt – volgens opgave EIB – per 31 december 2004 € 0,3 mln.

3 Garantie NPMNA

Per ultimo 2004 bedraagt de garantieverplichting ten behoeve van de Oranjestad Property Management BV (OPM) € 29,8 mln. Het garantiebedrag is opgebouwd uit het rente- en aflossingsdeel van een drietal kredieten. Bij twee van de drie kredieten is het krediet verstrekt tegen een variabel rentepercentage. In 2004 is van de NIB Capital bank hierover informatie ontvangen. Het uitstaande garantiebedrag is op basis van deze informatie aangepast.

4 Borgstelling Belvedère project, Sint Maarten

Voor de bouw van 474 woningen in Sint Maarten is door NPMNA een bedrag ad € 30,2 mln. verstrekt aan het eilandgebied Sint Maarten. Het bedrag is in de vorm van een commerciële lening verstrekt. De Nederlandse Staat stelt zich borg voor de nakoming van de rente- en aflossingsverplichtingen door Sint Maarten.

Ad 12. Openstaande verplichtingenAd 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 197 440 506 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

 
Verplichtingen per 1 januari 2004   240 617 264 
Aangegane verplichtingen in 2004   184 304 132 
    424 921 396 
Tot betaling gekomen in 2004 138 028 095   
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren 89 452 795   
    227 480 890-/-
Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2004   197 440 506 

Ad 13. DeelnemingenAd 13a. Tegenrekening deelnemingen

Financiering Deelnemingen en Participaties

Het verwerven van aandelen door de staat in privaatrechtelijke ondernemingen wordt conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, tegen de oorspronkelijke aankoopprijs extra-comptabel vastgelegd. In de tabel deelnemingen wordt inzicht verkregen in de deelnemingen in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen via de Nederlandse Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA). De hierin opgenomen gegevens zijn gebaseerd op een opgave van de NPMNA.

Bedragen x 1 000
 ValutaBedrag in ValutaBedrag in EUR
Deelnemingen:   
Aruba Investment Bank NVAFL5 1232 510
Oranjestad Property Management NVAFL12 8336 288
Participaties:   
OBNA (Curaflor)NAF1 500735
Plantation Bay Beach Resort & Casino NVUSD7 2406 299
CurintaNAF10 0004 900
Curaçao Port Authority (Mega Cruise Steiger)NAF5 0002 450
Sint Maarten Harbour Holding Company NVUSD6 0015 221
Curinde NVNAF9 2694 542
   32 945
Totaal   

De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de in 2004 geldende begrotingskoers (USD/EUR is 0,87 en NAF/AFL/EUR is 0,49).

Oranjestad Property Management NV

Dit betreft een vrijwel lege NV, die op termijn geliquideerd zal worden, hetgeen als bekend tot een liquidatieverlies zal leiden van circa EUR 3 á 4 miljoen.

OBNA (Curaflor)

Betreft aflossingsachterstanden en boeterente.

Plantation Bay Resort & Casino

Deze vennootschap heeft geen activiteiten. Met betrekking tot deze vennootschap is in november 2002 vonnis gewezen, waarna een start is gemaakt met de liquidatie van de vennootschap.

D. BIJLAGEN

9. TREFWOORDENREGISTER & AFKORTINGSLIJST

AMFOAntilliaanse Medefinancierings Organisatie 
AWGArubaanse gulden 
BBPBruto Binnenlands Produkt 
BVKBestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties 
BZKBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
CBACentrale Bank Aruba 
FDAFondo Desaroyo Aruba 
FMOFinancieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden
IMFInternationaal Monetair Fonds 
KLPDKorps Landelijke Politiedienst 
NANederlandse Antillen 
NafAntilliaanse florijn 
NGONon-gouvernementele Organisatie 
OMOpenbaar Ministerie 
RMRRijks Ministerraad Rijks Ministerraad 
RSTRecherche Samenwerkingsteam 
SONAStichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen 
UJJUrgentieprogramma Jeugd en Jongeren 
UNDPUnited Nations Development Program 
USONAUitvoeringsorganisatie Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen
Licence