Aangeboden 16 mei 2007
A. | Algemeen | 4 | |
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening | 4 | ||
Bedrijfsvoeringsparagraaf | 7 | ||
B | Jaarrekening | 8 | |
1. | Verantwoordingsstaten | 8 | |
1.1. | De verantwoordingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor de uitgaven en de ontvangsten | 8 | |
2. | Financiële toelichting bij de verantwoordingsstaten | 9 | |
I. | Inleiding | 9 | |
II. | Financieel beheer | 9 | |
III. | Grondslagen van de financiële verantwoording | 9 | |
2.1. | toelichting bij de uitgavenartikelen | 10 | |
2.2. | toelichting bij de ontvangstenartikelen | 18 | |
3. | Saldibalans | 20 |
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Economische Zaken en de Minister van Financiën aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bieden wij het jaarverslag over het jaar 2006 van het Fonds economische structuurversterking aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoeken wij de beide Kamers van de Staten-Generaal de Ministers van Economische Zaken en Financiën decharge te verlenen over het in het jaar 2006 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Fonds economische structuurversterking (Fes).
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:
a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;
b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
c. de financiële informatie in het jaarverslag;
d. de saldibalans;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoeringvan het Fes.
Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavig jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:
a. Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006. Dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.
b. De slotwet van het Fes over het jaar 2006. De slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd.
c. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2006 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.
d. De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2006, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2006 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001). Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Economische Zaken,
De Minister van Financiën,
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Bedrijfsvoeringsparagraaf van het Fonds Economische Structuurversterking
De Minister van Economische Zaken en de Minister van Financiën verklaren hierbij als volgt:
Het kabinet besluit dat de projecten binnen de Fes-wet vallen en stelt de toekenning vast van de bijdragen uit het Fes aan de departementen.
Volgens de bestaande afspraken is de controle op de rechtmatigheid van de uitgaven en de ontvangsten onderdeel van de accountantscontrole van de financiële overzichten, die deel uitmaken van het jaarverslag van de departementen waaraan bijdragen in de begroting worden verleend respectievelijk van welke ontvangsten worden overgedragen aan het Fes. De uitkomsten van deze accountantscontrole maken derhalve onderdeel uit van de jaarverslagen van deze departementen.
De Fes-beheerder ontvangt in januari van het jaar t+1 verrekenstukken van de betrokken departementen betreffende de projectuitgaven in het jaar t. Een medeparaaf van de betrokken departementale auditdienst op het verrekenstuk zorgt voor assurance.
In het voorjaar van jaar t+1 ontvangt de Fes-beheerder van elk betrokken departement eenverantwoording met de uitgaven in jaar t van het Fes voorzien van een specifieke accountantsverklaring van de desbetreffende departementale auditdienst.
In 2006 is op een gestructureerde wijze aandacht besteed aan het financieel beheer, het materieel beheer en de daartoe behorende administraties van het Fes. Dit heeft geleid tot beheerste bedrijfsprocessen.
1.1. De verantwoordingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor de uitgaven en de ontvangsten
Verantwoordingsstaat 2006 van het Fonds economische structuurversterkingBedragen in € 1000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie* | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |||||
uitgaven | ontvangsten | uitgaven | ontvangsten | uitgaven | ontvangsten | |||
1 | Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen | |||||||
1 | Bijdragen aan de begroting van het Infrastructuurfonds in het kader van verkeer & vervoer | 327 491 | 288 352 | – 39 139 | ||||
2 | Bodemsanering | – 705 | – 705 | |||||
3 | Bijdragen aan andere begrotingen in hetkader van kennisinfrastructuur | 12 916 | 5 487 | – 7 429 | ||||
4 | Overige bijdragen vanuit het fonds | 98 945 | 98 945 | |||||
5 | Investeringsimpuls 2004 | 107 345 | 145 941 | 38 596 | ||||
7 | Projecten in voorbereiding | 436 375 | – 436 375 | |||||
8 | Investeringsimpuls 1998 | 495 370 | 554 591 | 59 221 | ||||
9 | Investeringsimpuls 2001 | 745 704 | 845 058 | 99 354 | ||||
10 | Investeringsimpuls 2005 | 327 725 | 365 789 | 38 064 | ||||
11 | Investeringsimpuls 2006 | 5 574 | 5 574 | |||||
Sub-totaal uitgaven | 2 551 871 | 2 309 032 | – 242 839 | |||||
2 | Saldi | |||||||
1 | Voordelig eindsaldo/beginsaldo | 2 924 286 | 2 180 803 | 4 148 651 | 2 516 702 | 1 224 365 | 335 899 | |
Sub-totaal saldi | 2 924 286 | 2 180 803 | 4 148 651 | 2 516 702 | 1 224 365 | 335 899 | ||
3 | Ontvangsten van het fonds | |||||||
1 | Overige ontvangsten uit aardgas | 2 756 000 | 3 379 907 | 623 907 | ||||
2 | Rentebesparingen uit incidentele baten | 539 354 | 561 074 | 21 720 | ||||
Sub-totaal ontvangsten | 3 295 354 | 3 940 981 | 645 627 | |||||
Totaaltelling | 5 476 157 | 5 476 157 | 6 457 683 | 6 457 683 | 981 526 | 981 526 |
* De gerealiseerde uitgavenbedragen zijn steeds naar boven afgerond (€ 1000). De gerealiseerde ontvangstenbedragen zijn steeds rekenkundig afgerond (€ 1000).
De Minister van Economische Zaken,
De Minister van Financiën,
2 FINANCIËLE TOELICHTING BIJ DE VERANTWOORDINGSSTATEN
In 2006 is vanuit het fonds € 2 309,0 mln aan bijdragen verstrekt aan de diverse begrotingen en is € 3 941,0 mln ontvangen.
(x € 1 000) | ||
---|---|---|
uitgaven | ontvangsten | |
Raming in de begroting 2006 | 2 551 871 | 3 295 354 |
Realisatie 2006 | 2 309 032 | 3 940 981 |
Verschil | – 242 839 | 645 627 |
Dit overzicht is exclusief de voordelige- en/of nadelige begin- en eindsaldi. Deze saldi houden (boekhoudkundig) de ontvangsten en de uitgaven per jaar in evenwicht. Het cumulatieve eindsaldo van het fonds ultimo 2006 is € 4 148,7 mln.
Bijdragen aan begrotingen worden verstrekt op basis van door de fondsbeheerders verstuurde toezeggingsbrieven. In deze brieven is in totaal ultimo 2006 € 26 355,0 mln toegezegd, waarvan tot en met 2006 € 19 629,9 mln is verrekend met het fonds. In Bijlage I bij dit jaarverslag vindt u een specificatie van de toezeggingsbrieven.
Het Fes is een verdeelfonds dat bijdragen verstrekt aan de begrotingen van de vakdepartementen ten behoeve van economische structuurversterkende projecten. Ten laste van het fonds komen derhalve geen directe betalingen aan projecten. De feitelijke projectuitgaven worden verantwoord in de jaarverslagen van de desbetreffende vakdepartementen. Deze departementen zijn verantwoordelijk voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de met Fes-bijdragen gedekte uitgaven. Wel stuurt de eerstverantwoordelijke ICRE-bewindspersoon (de Minister van Economische Zaken) periodiek een globale monitoringsrapportage naar de Tweede Kamer. Daarin wordt op hoofdlijnen de voortgang van de uit het Fes gefinancierde projecten weergegeven.
III. Grondslagen van de financiële verantwoording
De financiële verantwoording is opgesteld overeenkomstig de Comptabiliteitswet. In de instellingswet van 21 december 1995 is opgenomen dat in afwijking van de Comptabiliteitswet de begroting en de financiële verantwoording van het Fes uitsluitend op kasbasis worden gepresenteerd. De uitgaven en ontvangsten worden middels verrekeningen ten laste, respectievelijk ten gunste van het Fes gebracht. Bepalend voor het dienstjaar waarin de verrekeningen worden geboekt is de valutadatum waarop de boeking door de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is verwerkt.
In afwijking van de Wet Fonds economische structuurversterking en op basis van de eerste suppletore begrotingswet 2006, zijn de aardgasbatendie ten gunste van het Fes komen, vastgesteld op 42,0% van de totale aardgasbaten (excl. vennootschapsbelasting) die door EZ zijn ontvangen. De EZ-ontvangsten van Energie beheer Nederland (EBN) B.V., voortkomend uit de verwerving van de certificaten EBN, hoeven o.b.v. dezelfde suppletore begrotingswet in 2006 niet te worden uitgezonderd voor de berekening van de voeding Fes.
De realisatie 2006 van de aardgasbaten is als volgt:
Realisatie aardgasbaten (excl. Common Area Baten, | 8 047 398.574,45 |
zie tevens jaarverslag 2006 van de EZ-begroting) | |
waarvan 42,0% voor het Fes | 3 379 907.401,27 |
2.1 Toelichting bij de uitgavenartikelen
01 Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen
Artikel 01.01 Bijdragen aan de begroting van het Infrastructuurfonds in het kader van verkeer & vervoer
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 327 491 |
Realisatie 2006 | 288 352 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | – 39 139 |
Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die zijn verrekend met het Infrastructuurfonds ten behoeve van het onderdeel Verkeer & Vervoer, de Enveloppe Mobiliteit en het amendement van het lid Snijder-Hazelhoff van november 2005 ten behoeve van het versneld aanpakken van zwakke schakels in de Nederlandse kust en dijkversterking (Kamerstukken II 2005–2006, 30 300, nr. 9).
Het verschil betreft de middelen voor het amendement Snijder-Hazelhoff die naar latere jaren worden verschoven.
Specificatie | |||||
(x € 1 000) | Raming | Realisatie | Verschil | Begr. | Art. |
Overig V&V IF | 31 491 | 31 492 | 1 | IF | Divers |
Enveloppe Mobiliteit | 246 000 | 246 000 | – | IF | Divers |
Amendement Snijder-Hazelhoff | 50 000 | 10 860 | – 39 140 | IF | 11 |
Totaal | 327 491 | 288 352 | – 39 139 |
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | – |
Realisatie 2006 | – 705 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | – 705 |
Op dit artikel wordt de bijdrage aan het project Bodemsanering van het Ministerie van VROM geraamd. De realisatie betreft de eindafrekening ten behoeve van dit project, vastgesteld op basis van de jaarverantwoordingen van de desbetreffende budgethouders. De middelen zijn teruggeboekt naar het Fes (ten gunste van het voordelig eindsaldo van het jaar 2006).
Artikel 01.03 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van de kennisinfrastructuur
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 12 916 |
Realisatie 2006 | 5 487 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | – 7 429 |
Op dit artikel wordt de bijdrage aan het project Kenniswijk van het Ministerie van EZ geraamd. De kasuitgaven verlopen minder snel dan geraamd.
Artikel 01.05 Investeringsimpuls 2004
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 107 345 |
Realisatie 2006 | 145 941 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 38 596 |
Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord in het kader van de derde investeringimpuls in de kennisinfrastructuur (ICES/KIS-3).
Specificatie | |||||
(x € 1 000) | Raming | Realisatie | Verschil | Begr. | Art. |
1. Kennis ICES/KIS-3 | 11 970 | 10 921 | – 1 049 | VenW/IF | Divers |
2. Kennis ICES/KIS-3 | – | 10 690 | 10 690 | VWS | 23 |
3. Kennis ICES/KIS-3 | 56 950 | 44 554 | – 12 396 | EZ | Divers |
4. Kennis ICES/KIS-3 | 33 000 | 55 351 | 22 351 | OCW | 16 |
5. Kennis ICES/KIS-3 | – | 18 698 | 18 698 | VROM | Divers |
6. Kennis ICES/KIS-3 | 5 425 | 5 727 | 302 | LNV | 07.14 |
Totaal | 107 345 | 145 941 | 38 596 |
De diverse mutaties worden allemaal veroorzaakt door het sneller of trager verlopen van de desbetreffende ICES/KIS-3 projecten.
Artikel 01.07 Projecten in voorbereiding
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 436 375 |
Realisatie 2006 | – |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | – 436 375 |
Op het artikel «Projecten in voorbereiding» worden bijdragen geraamd aan projecten waarvoor door de Fes-beheerders aan de betrokken departementen nog geen daadwerkelijke (definitieve) toezegging heeft plaatsgevonden, omdat deze projecten nog in de voorbereidende fase zijn. Daarnaast worden op dit artikel alle middelen geraamd die wel zijn toegezegd, maar nog niet zijn overgeheveld naar de desbetreffende departementale begrotingen. Voor zover middelen niet in 2006 worden aangewend, schuiven ze ten behoeve van die projecten door naar latere jaren.
De voornaamste mutaties zijn:
1. Bij Voorjaarsnota 2006 is een bedrag van € 176,6 mln doorgeschoven uit 2005.
2. Bij Voorjaarsnota 2006 en Najaarsnota 2006 zijn meerdere mutaties verwerkt (totaal circa € 429 mln), die de overboeking van middelen van artikel 01.07/Projecten in voorbereiding naar de desbetreffende uitgavenartikelen betreffen. Het gaat om projecten in het kader van ICES/KIS-3 van VROM en VWS (€ 22,9 mln), Vitaliteit steden/Sleutelprojecten VROM (€ 147,0 mln), BIRK&Saneringsconcept VROM (€ 91,3 mln), Luchtkwaliteit VROM (€ 84,5 mln), Grootschalige researchfaciliteiten OCW (€ 20,0 mln), Transitie samenwerking TU’s van OCW (€ 14,6 mln), Kennis Technocentra van OCW (€ 12,8 mln), de MEP op de EZ-begroting (€ 2,7 mln), Topinstituut Pharma van VWS (€ 8,3 mln) en projecten in het kader van de enveloppen Innovatieprogramma’s en toponderzoek (€ 18,8 mln, diverse departementen) en Bescherming Vitale Infrastructuur (€ 5,8 mln, diverse departementen).
3. Daarnaast is bij Voorjaarsnota 2006 het verschuiven van middelen naar latere jaren voor het project Topinstituut Farma van VWS (€ 21,8 mln) en het Waddenfonds(€ 37,5 mln) verwerkt.
4. De overige middelen (€ 123,5 mln) worden bij Slotwet 2006 doorgeschoven naar latere jaren. De slotwetmutatie betreft voornamelijk de reserveringen voor de Duurzaamheids enveloppe (€ 50,3 mln, diverse departementen), de enveloppe Luchtkwaliteit van het Ministerie van VROM (€ 18,5 mln), de enveloppe Maatschappelijke Sectoren en ICT (€ 14,3 mln, diverse departementen), het project Bijdrage systeemkosten tolheffing van het Infrastructuurfonds (€ 15,1 mln), het project Topinstituut Pharma van het Ministerie van VWS (€ 8,9 mln) de enveloppe Innovatieprogramma’s en toponderzoek (€ 5,0 mln, diverse departementen) en het project Milieutechnologie (€ 4,6 mln, diverse departementen).
Artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 495 370 |
Realisatie 2006 | 554 591 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 59 221 |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projectvoorstellen van de Investeringsimpuls 1998, die door de Interdepartementale Commissie voor Ruimtelijke Economie (ICRE) zijn goedgekeurd. De verschillen tussen raming en realisatie worden in onderstaande tabel gepresenteerd.
Specificatie | |||||
(x € 1 000) | Raming | Realisatie | Verschil | Begr. | Art. |
1. Bereikbaarheid/Voorfinanciering | 482 377 | 496 703 | 14 326 | IF | Divers |
2. Sleutelprojecten | – | 22 300 | 22 300 | VROM | 25 |
3. Milieutechnologie / IS | 12 076 | 22 651 | 10 575 | EZ | 2 |
4. Milieutechnologie / ProMT | 917 | 3 900 | 2 983 | VROM | 30 |
5. Kennis Technocentra | – | 9 037 | 9 037 | OCW | 5 |
Totaal | 495 370 | 554 591 | 59 221 |
De belangrijkste verschillen zijn:
1. De mutatie betreft de doorwerking in het jaar 2006 van de prijscompensatie in het kader van de bereikbaarheidsprojecten.
2. De mutatie betreft de doorwerking van de Slotwet 2005 (€ 8,0 mln) en het overboeken van middelen ten behoeve van de Sleutelprojecten van artikel 01.07/Projecten in voorbereiding.
3. Op de eerste plaats betreft de mutatie de doorwerking van de Slotwet 2005 (€ 4,1 mln). Daarnaast wordt de mutatie veroorzaakt doordat de kasbetalingen voor het project sneller verlopen dan aanvankelijk geraamd. Een bedrag van € 6,5 mln is bij de Slotwet 2006 naar voren gehaald uit latere jaren.
4. De mutatie is te verklaren door de doorwerking van de Slotwet 2005 (€ 3,3 mln) en de aanpassing van de raming in verband met het minder snel verlopen van de kasbetalingen ten opzichten van de raming (– € 0,3 mln).
5. De mutatie is grotendeels te verklaren door het overhevelen van middelen vanuit artikel 01.07/Projecten in voorbereiding bij Voorjaarsnota 2006. Deze uitgaven zijn in 2006 gerealiseerd.
Artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 745 704 |
Realisatie 2006 | 845 058 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 99 354 |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projectvoorstellen van de Investeringsimpuls 2001, die door de Interdepartementale Commissie Ruimtelijke Economie (ICRE) zijn goedgekeurd. Ook wordt op dit artikel de bijdrage geraamd aan het Infrastructuurfonds voor reeds bestaande Fes-waardige projecten die voorheen ten laste van de reguliere Rijksbegroting werden gefinancierd (het zogenaamde Fes-bruggetje).
Specificatie | |||||
(x € 1 000) | Raming | Realisatie | Verschil | Begr. | Art. |
1. Bereikbaarheid (BOR) | 444 761 | 444 761 | – | IF | Divers |
2. Kennis, ICT&Onderwijs | 47 776 | 47 776 | – | OCW | 10 |
3. Bedrijventerreinen | 4 778 | 4 351 | – 427 | EZ | 03.10 |
4. Kennis, onderzoek en innovatie | 18 738 | 22 477 | 3 739 | EZ | 2 |
5. Kennis, onderzoek en innovatie | 11 944 | 11 947 | 3 | OCW | 16 |
6. BIRK&Saneringsconcept | 15 100 | 20 704 | 5 604 | VROM | 6.14.03 |
7. BIRK A2 Maastricht | – | 18 000 | 18 000 | IF | 12 |
8. Fes-brug | 202 607 | 275 042 | 72 435 | IF | Divers |
Totaal | 745 704 | 845 058 | 99 354 |
De voornaamste mutaties zijn:
4. De mutatie wordt met name veroorzaakt door een snellere uitfinancieringvan het EZ project Kennis, Onderzoek&Innovatie dan geraamd.
6. De kasuitgaven vinden sneller plaats dan geraamd.
7. De mutatie is te verklaren door het overhevelen van de middelen vanuit artikel 01.07/Projecten in voorbereiding bij Voorjaarsnota 2006.
8. Deze mutatie, verwerkt bij de Voorjaarsnota 2006 is veroorzaakt doordat de nadeelcompensatie in verband met de beëindiging van de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee ten laste van het Waddenfonds gebracht wordt. Omdat het Waddenfonds nog niet operationeel is, wordt het voor de nadeelcompensatie benodigde budget zonder tussenkomst van het Waddenfonds aan de LNV begroting toegevoegd. Daarnaast komt een deel van de nadeelcompensatie ten laste van de algemene middelen.
Artikel 01.10 Investeringsimpuls 2005
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 327 725 |
Realisatie 2006 | 365 789 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 38 064 |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten van de Investeringsimpuls 2005.
(x € 1 000) | Raming | Realisatie | Verschil | Begr. | Art. |
1. VMBO/funderend onderwijs | 150 000 | 144 943 | – 5 057 | OCW/ | 1 en 3 |
LNV | 26.13 | ||||
2. VVE | 9 500 | 963 | – 8 537 | OCW | 1 en 19 |
3. Beroepskolom | 81 000 | 81 000 | – | OCW/LNV | 426.13 |
4. Innovatievouchers | 21 000 | 2 343 | – 18 657 | EZ | 2 |
5. Faciliteiten nanotechnologie (cleanrooms) | 17 000 | 17 000 | – | OCW | 16 |
6. Holst center | 15 000 | 9 700 | – 5 300 | EZ | 2 |
7. Technostarters | 5 000 | 500 | – 4 500 | EZ | 2 |
8. Plantkundig onderzoek | 1 025 | 466 | – 559 | LNV | 21.12 |
9. TNO Automotive | 10 700 | 10 800 | 100 | OCW | 16 |
10. Sleutelgebieden | 9 000 | 500 | – 8 500 | EZ | 2 |
11. Westerschelde (inrichten EHS) | 3 000 | 914 | – 2 086 | LNV | 23.11 |
12. Monumenten | 2 500 | – | – 2 500 | OCW | 14 |
13. Malta | 3 000 | 1 969 | – 1 031 | OCW | 14 |
14. Topinstituut Pharma | – | 5 100 | 5 100 | VWS | 23 |
15. Luchtkwaliteit VROM | – | 39 978 | 39 978 | VROM | 28 |
16. Luchtkwaliteit V&W (roetfilters) | – | 4 000 | 4 000 | V&W | 36 |
17. Luchtkwaliteit LNV | – | 140 | 140 | LNV | 21.13 |
18. Transgene gewassen | – | 200 | 200 | VROM | 29 |
19. Grootschalige research faciliteiten | – | 29 472 | 29 472 | OCW | 16 |
Enveloppe Innovatieprogramma’s en toponderzoek | |||||
20. GATE | – | 1 066 | 1 066 | OCW | 16 |
21. Phytophthora | – | 560 | 560 | LNV | 26.11 |
22. Scheidingstechnologie PPS | – | 367 | 367 | EZ | 2 |
23. Uitwerking voorstel RSV | – | 3 650 | 3 650 | VWS | 21 |
24. Uitwerking voorstel Passie | – | 2 920 | 2 920 | Def. | 25.30 |
25. Uitwerking voorstel NICIS | – | 797 | 797 | BZK | 9.2 |
Enveloppe Vitale infrastructuur | |||||
26. Cybercrime | – | 900 | 900 | EZ | 10 |
27. Centrale technische fall back voorziening | – | 600 | 600 | BZK | 4.3 |
28. NAVI | – | 68 | 68 | BZK | 15.2 |
29. XIRAF | – | 12 | 12 | Just | 13 |
30. Reconstructie dmv 3D camerabeelden | – | 165 | 165 | Just | 13 |
31. CBRN-secutiry | – | 236 | 236 | Just | 13 |
Enveloppe MS&ICT | |||||
32. Madonna | – | 200 | 200 | VWS | 30 |
33. Koala | – | 600 | 600 | VWS | 30 |
34. Opschaling beveiligingsketens | 960 | 960 | BZK | 4.2 | |
35. MEP | – | 2 700 | 2 700 | EZ | 4 |
Totaal | 327 725 | 365 789 | 38 064 |
De belangrijkste verschillen zijn:
1 t/m 13. De mutaties betreffen hoofdzakelijk de aanpassing van de ramingen aan het tragere verloop van de uitgaven dan aanvankelijk was geraamd.
2. De mutatie wordt met name veroorzaakt (€ 8,1 mln) door een vertraging in de realisatie van het project VVE van het Ministerie van OCW als gevolg van een langdurige aanbestedingsprocedure.
4. De uitbetalingen bij de innovatievouchers zijn afhankelijk van de declaraties van de kennisinstellingen nadat de vouchers daadwerkelijk hebben geleid tot de inkoop van kennis. Deze mutatie, verwerkt bij de Slotwet 2006, wordt veroorzaakt doordat dit traject langzamer verloopt dan aanvankelijk verwacht.
10. Omdat de kasbetalingen minder snel verlopen dan aanvankelijk geraamd, schuiven de middelen door naar latere jaren. De mutatie is verwerkt bij Voorjaarsnota 2006 (€ 3,9 mln) en bij Slotwet 2006 (€ 4,6 mln).
14 t/m 35. De mutaties zijn veroorzaakt door de verwerking van de toezeggingen voor de bovengenoemde projecten bij de Voorjaarsnota of de Najaarsnota 2006 waarbij de middelen zijn overgeboekt vanuit artikel 01.07/Projecten in voorbereiding.
Artikel 01.11 Investeringsimpuls 2006
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Uitgaven | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | – |
Realisatie 2006 | 5 574 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 5 574 |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten van de Investeringsimpuls 2006.
(x € 1 000) | Raming | Realisatie | Verschil | Begr. | Art. |
1. Beelden voor de toekomst | – | 160 | 160 | OCW | 14 |
2. Programma filevermindering | – | 2000 | 2000 | IF | 12 |
3. Versnelling hoofdwegen | – | 3 414 | 3 414 | IF | 12 |
Totaal | – | 5 574 | 5 574 |
2. De mutatie betreft de verwerking van de toezegging voor het Programma filevermindering van het Infrastructuurfonds.
3. De mutatie is veroorzaakt door de verwerking van de toezegging voor de Versnelling hoofdwegen van het Infrastructuurfonds bij de Najaarsnota 2006.
Artikel 02.01 Voordelig eindsaldo/beginsaldo
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | ||
Uitgaven (eindsaldo) | Ontvangsten (beginsaldo) | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 2 924 286 | 2 180 803 |
Realisatie 2006 | 4 148 651 | 2 516 702 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 1 224 365 | 335 899 |
Het voordelig eindsaldo is gelijk aan het positieve verschil in enig jaar tussen de ontvangsten (eventueel inclusief batig beginsaldo) en de uitgaven (eventueel inclusief nadelig beginsaldo).
Het verschil tussen de stand in de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie ontstaat door mutaties bij de ontvangsten en de uitgaven en de uiteindelijke realisatie van het eindsaldo 2005. Lagere uitgaven en hogere ontvangsten leiden daarbij tot een hoger voordelig eindsaldo en omgekeerd.
De mutatie in het voordelig beginsaldo is het gevolg van de realisatie 2005 die na Miljoenennota 2006 tot stand is gekomen.
Specificatie (x € 1 000) | ||
Stand in vastgestelde begroting 2006 | 2 924 286 | |
Mutaties in eerste suppletore begroting: | 532 798 | |
– per saldo hogere uitgaven | – 205 403 | |
– per saldo hogere ontvangsten (incl. hoger voordelig eindsaldo 2005) | 738 201 | |
Mutatie in tweede suppletore begroting: | 208 717 | |
– per saldo lagere uitgaven | 33 629 | |
– per saldo hogere ontvangsten | 175 088 | |
Mutatie in slotwet: | 482 850 | |
– per saldo lagere uitgaven | 414 613 | |
– per saldo hogere ontvangsten | 68 237 | |
Realisatie | 4 148 651 |
2.2 Toelichting bij de ontvangstenartikelen
Artikel 03.01 Overige ontvangsten uit aardgas
Ontvangstenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Ontvangsten | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 2 756 000 |
Realisatie 2006 | 3 379 709 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 623 709 |
De meevaller ten opzichte van de ontwerpbegroting 2006 is met name toe te schrijven aan de hogere olieprijs.
Kengetallen aardgasraming (x € mln) | |||
---|---|---|---|
Raming | Realisatie | Verschil | |
Ontwerpbegroting 2006 | 2006 | ||
Prijsgegevens | |||
Euro/dollarkoers | 1,20 | 1,26 | 0,06 |
Olieprijs in dollar per vat | 50,0 | 65,1 | 15,1 |
Hoeveelheidgegevens (mrd m3) | |||
Nederlandse productie | 72 | 71 | – 1 |
Ontvangsten aardgasbaten (mld €) | |||
Niet belasting middelen: | 6 500 | 8 104 | 1 604 |
– EZ-begroting | 3 744 | 4 724 | 980 |
– Fes | 2 756 | 3 380 | 624 |
Artikel 03.02 Rentebesparingen uit incidentele besparingen
Ontvangstenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000) | |
Ontvangsten | |
Stand vastgestelde begroting 2006 | 539 354 |
Realisatie 2006 | 561 074 |
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd) | 21 720 |
De over 2006 gerealiseerde vervreemdingen van staatsdeelnemingen en veilingen van rechten alsmede de hiermee gemoeide verkoopkosten zijn gebaseerd op de beschikbare, door de departementen verstrekte en door hun Departementale Accountantsof Auditdiensten (DAD’s) gecontroleerde opgaven. Op basis van deze opgaven is de omvang van de in 2006 gerealiseerde rentevrijval bepaald. Voorzover nagekomen informatie bijstellingen noodzakelijk maakt, zullen deze in 2007 worden verwerkt.
De netto hoofdsom van vervreemdingen van staatsdeelnemingen wordt in mindering gebracht op de staatsschuld, gerekend vanaf de dag waarop deze hoofdsom daadwerkelijk op een rekening van het Rijk is bijgeschreven. De rentevrijval die dit tot gevolg heeft, wordt berekend vanaf de dag van ontvangst, verminderd met eventuele dividendderving. De dividendderving wordt vastgesteld conform de van de departementen ontvangen en door de DAD’s gecontroleerde opgave. De netto opbrengst van veilingen wordt ten gunste van het Fes gebracht via een annuïteit met een looptijd die overeenkomt met de looptijd van de geveilde vergunning.
Een belangrijk deel van de ontvangsten in 2006 bestaat uit de doorwerking van vervreemdingen en veilingen in voorgaande jaren (€ 518,2 mln). Daarnaast is in 2006 een deel van het belang van het Rijk in TPG, KPN en in NOZEMA vervreemd. Dit heeft geleid tot een netto rentevrijval in 2006 van ca. € 23,1 mln. Het Rijk heeft nu geen belang meer in deze ondernemingen. Verder zijn er zero base frequenties geveild (€ 3,1 mln) en is de doorwerking van de zero base ontvangsten van het Ministerie van OCW uit het jaar 2004 verwerkt (€ 16,2 mln). Ten slotte is de opbrengst uit hoofde van de Common Area Baten € 1,1 mln.
Daarnaast is bij de realisatie over het jaar 2006 de bijstelling naar aanleiding van nagekomen informatie over de realisatie over het jaar 2005 verwerkt (– € 0,5 mln).
Saldibalans per 31 december 2006 van het Fonds economische structuurversterking (bedragen x € 1 mln) | |||
---|---|---|---|
Uitgaven ten laste van de begroting | 2 309,0 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 3 941,0 |
Rekening-courant RIC ultimo 2006 | 4 148,7 | Rekening-courant RIC ultimo 2005 | 2 516,7 |
Totaal | 6 457,7 | Totaal | 6 457,7 |
Omdat regelgeving op het punt van autorisatie voorschrijft dat uitgaven in de jaarrekening altijd naar boven en ontvangsten rekenkundig worden afgerond, is de optelling van de uitgaven in de jaarrekening altijd hoger dan de werkelijke begrotingsbelasting. Daardoor zijn de saldo’s rekening-courant in werkelijkheid iets hoger dan in de jaarrekening. Zodra dit verschil significant wordt, zal de Fes-begroting hiervoor worden gecorrigeerd.
Toelichting (bedragen x € 1000)
Uitgaven ten laste van de begroting (€ 2 309 032)
Betreft de in 2006 verrekende bijdragen aan andere departementen.
Rekening-courant RIC ultimo 2006 (€ 4 148 654)
Saldo op valutadatum 31 december 2006.
Ontvangsten ten gunste van de begroting (€ 3 940 981)
Betreft de in 2006 verrekende ontvangsten.
Rekening-courant RIC ultimo 2005 (€ 2 516 704)
Saldo op valutadatum 31 december 2005.