Aangeboden 16 mei 2007
Dit jaarverslag bestaat uit:
• De dechargeverlening;
• de jaarrekening 2006, bestaande uit de rekening van uitgaven en ontvangsten, zoals blijkt uit de bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting (inclusief vermogenspositie per 1 januari 2006 en 31 december 2006) en de saldibalans per 31 december 2006.
Den Haag, 14 mei 2007
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het departementale jaarverslag over het jaar 2006 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid decharge te verlenen over het in het jaar 2006 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Spaarfonds AOW.
Dit verzoek heeft betrekking op het financieel beheer dat samenhangt met de uitvoering van de begroting van het Spaarfonds AOW.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:
a. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
b. de financiële informatie in het jaarverslag en jaarrekening;
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:
a. Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.
b. De slotwet van het Spaarfonds AOW over het jaar 2006; de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd.
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen.
c. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2006 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.
d. De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2006 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2006 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
3.1 Verantwoordingsstaat van het Spaarfonds AOWVerantwoordingsstaat 2006 van het spaarfonds AOWBedragen in EUR1000
(1) | (2) | (3) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||||||
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
01 01 | Bijdrage van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) ter aanvullende financiering van het Ouderdomsfond | 2 858 815 | 2 858 815 | |||||||
01 02 | Rente-ontvangsten | 1 080 212 | 1 074 673 | – 5 539 | ||||||
Sub-totaal | 3 939 027 | 3 933 488 | – 5 539 | |||||||
07 | Na-/Voordelig eindsaldo vorig jaar | 23 009 899 | 23 009 899 | |||||||
Sub-totaal | 23 009 899 | 23 009 899 | ||||||||
08 | Na-/Voordelig eindsaldo verslagjaar | 26 948 926 | 26 943 387 | – 5 539 | ||||||
Totaal | 26 948 926 | 26 943 387 | – 5 539 |
Ons bekend,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Financiën,
4. Toelichting bij de rekening van uitgaven en ontvangsten Spaarfonds AOW 2006
1.1 Algemene beleidsdoelstelling
Om er mede voor te zorgen dat er bij het Ouderdomsfonds vanaf 2020, ondanks de vergrijzing, geen tekorten optreden.
Door de voortschrijdende vergrijzing van de Nederlandse bevolking neemt de druk op de AOW in de toekomst toe. Met de instelling van het Spaarfonds AOW komt de verantwoordelijkheid van het Rijk tot uitdrukking om over een langere periode gelden te reserveren. Vanaf 2020 kan het Ouderdomsfonds een beroep doen op het Spaarfonds. Vanaf dat jaar kunnen uitgaven ten laste van Spaarfonds, zonder additionele dekking, leiden tot een navenante stijging van de overheidsschuld.
1.2 Operationele doelstellingen
Voor een toelichting op de operationele doelstellingen wordt verwezen naar de toelichting onder operationele doelstelling 2 van beleidsartikel 34 «Rijksbijdragen aan sociale fondsen en Spaarfonds AOW» van hoofdstuk XV «Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid» van de rijksbegroting 2006.
1.3 Budgettaire gevolgen van beleid
Bedragen in EUR 1 mln | Realisatie | OntwerpBegroting | Verschil | ||||
2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | 2006 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 2 941,6 | 3 198,7 | 3 443,0 | 3 696,2 | 3 933,5 | 3 939,0 | – 5,5 |
Rijksbijdrage Ministerie SZW | 2 405,0 | 2 518,5 | 2 631,9 | 2 745,4 | 2 858,8 | 2 858,8 | 0 |
Rente-baten | 536,6 | 680,2 | 811,0 | 950,8 | 1 074,7 | 1 080,2 | – 5,5 |
Vanwege afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.
Er zijn in 2006 geen uitgaven gedaan ten laste van het fonds. Op grond van artikel 88 van de Wet financiering sociale verzekeringen kunnen uitnames uit het fonds eerst vanaf het jaar 2020 plaatsvinden.
Bijdrage van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV)
Op dit artikel zijn de ontvangen bijdragen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verantwoord. In 2006 is € 2 858,8 miljoen bijgeschreven op de bij het Ministerie van Financiën aangehouden rekening-courant.
Op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) neemt de rijksbijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het Spaarfonds, ieder jaar met € 113,445 miljoen toe. De Wfsv staat wel hogere maar geen lagere bijdragen aan het Spaarfonds toe. Vermindering van de jaarlijkse verhoging van de rijksbijdrage vergt wetswijziging.
De Minister van Financiën stelt jaarlijks de rente vast die over het saldo van het Spaarfonds AOW wordt vergoed. In 2006 is € 1 074,7 miljoen aan rente bijgeschreven. In de oorspronkelijke raming werd uitgegaan van iets hogere rente-ontvangsten op basis van het rentepercentage van 3,50 %. Het verschil ad € 5,5 miljoen is veroorzaakt door een aanpassing van het rentepercentage tot 3,35 %.
Door toevoeging van de bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2006 en de rente-ontvangsten 2006 bedraagt het saldo van het spaarfonds eind 2006 € 26 943,4 miljoen. Dit is lager dan het begrote eindsaldo. Het verschil ten opzichte van het begrote eindsaldo 2006 wordt veroorzaakt door een lagere rentebijschrijving als gevolg van een lager rente-percentage.
Vermogenspositie Spaarfonds AOW (bedragen x € 1 mln) | Realisatie 2006 | Begroting 2006 |
Saldo eind 2005 | 23 009,9 | 23 009,9 |
Mutaties 2006: | ||
Bijdrage van het Ministerie van SZW 2006 | 2 858,8 | 2 858,8 |
Rente-ontvangsten 2006 | 1 074,7 | 1 080,2 |
Saldo eind 2006 | 26 943,4 | 26 948,9 |
Vanwege afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.
5. Saldibalans per 31 december 2006
31 december 2006. | 31 december 2006. | ||||
---|---|---|---|---|---|
EURO1000 | EURO1000 | ||||
1) | Uitg aven ten laste van de begroting 2006 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting 2006 | 26 943 387 | |
4) | Rekening-courant RHB | 26 943 387 | |||
Totaal | 26 943 387 | Totaal | 26 943 387 |
Toelichting bij de saldibalans
Ontvangsten | |
---|---|
Wet van 9 februari 2006, Stb. 99 | |
(vastgestelde begroting) | 3 939 027 |
Wet van 15 september 2006, Stb. 493 | |
(1e suppletore wet) | – 4 800 |
Voorstel van wijziging, | |
(2e suppletore wet) | |
Totaal toegestaan bij wet | 3 934 227 |
3e wijzigingsvoorstel, slotwet | 739- |
Realisatie volgens verantwoordingsstaat | 3 933 488 |
Het saldo uit 2005 € 23 009 898.539,14 is in 2006 vermeerderd met € 3 933 488.031,70, bestaande uit een bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van € 2 858 815.000,= en van het Ministerie van Financiën vanwege ontvangsten uit rente € 1 074 673.031,70.
Het saldo van de ontvangsten van 2006 zal na publicatie in het Staatsblad van de slotwet 2006 worden overgeboekt.
Rekening-Courant Rijkshoofdboekhouding
Dit is de rekening-courant van het AOW-Spaarfonds ten opzichte van het Ministerie van Financiën.
Het saldo stemt overeen met het dagafschrift van 19 december 2006.
De bedrijfsvoeringsprocessen met betrekking tot het Spaarfonds AOW zijn op beheerste en gestructureerde wijze verlopen. Er hebben zich geen onrechtmatigheden voorgedaan en de kwaliteit van het financieel beheer is op orde. Binnen een begrotingsfonds als het Spaarfonds AOW is geen sprake van enige vorm van materieelbeheer. De kwaliteit van de niet-financiële informatie geeft geen aanleiding tot bemerkingen. Voor het overige verwijs ik naar de Bedrijfsvoeringsparagraaf in het Jaarverslag van het ministerie van SZW.