IenM in 2011
Het ministerie voor Infrastructuur en Milieu (IenM) heeft in 2011 volop gewerkt aan integrale oplossingen voor vraagstukken over bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Alle activiteiten waren daarbij gericht op de versterking van de economie en de zorg voor een veilig en toekomstbestendig Nederland. De ambities en doelstellingen uit het regeerakkoord vormden daarbij het uitgangspunt.1
In het eerste volle jaar van haar bestaan heeft IenM de uitvoering van zijn maatschappelijke opdrachten en primaire taken voortvarend ter hand genomen; in de realisatie van projecten, het beheer en onderhoud van infrastructuren, het toezicht op de naleving van regelgeving. Met de verantwoordelijkheden voor beleid, uitvoering en toezicht onder één dak kan IenM efficiënt zichtbare en voelbare vernieuwingen doorvoeren op het terrein van de ruimtelijke inrichting van Nederland, bescherming tegen water, mobiliteit, transport en zorg voor het milieu. De aanpak van IenM is daarbij gericht geweest op ruimte scheppen, investeren, in stand houden en beter benutten. In dit beleidsverslag worden de belangrijkste resultaten uit 2011 toegelicht.
Financieel kader mobiliteit en water
In de beleidsbrief van 14 juni 2011 (Kamerstuk 32500-A, nr. 83) is uiteengezet hoe de realisatie van de beleidsdoelstellingen van IenM op het terrein van mobiliteit en water en het gezond maken van de overheidsfinanciën hand in hand gaan. Aan de beleidsdoelstellingen wordt invulling gegeven door de komende jaren de lopende MIRT-programmering door te zetten. Besloten is om de fasering van het lopende programma op onderdelen aan te passen, waarvoor de verlenging van het Infrastructuurfonds ten dele is ingezet. De rest van de beperkt beschikbare ruimte wordt ingezet voor nieuwe mobiliteits- en waterprojecten en beheer en onderhoud.
Voor investeringen in mobiliteit ligt conform het Regeerakkoord de prioriteit bij mainports, brainports en greenports en hun achterlandverbindingen. Dit is nader uitgewerkt in de concept-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die op 14 juni 2011 (Kamerstuk 32 660, nr. 17) aan de Tweede Kamer is aangeboden.
In het Bestuursakkoord Water zijn met de bestuurlijke partners afspraken gemaakt over een doelmatiger waterbeheer en structurele financiering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Met de goedkeuring van de Deltawet en de instelling van het Deltafonds is geld beschikbaar voor het waterveiligheidsprogramma tot en met 2020 en zijn er ook na 2020 structureel middelen voor investeringen in water.
De komende jaren wordt gezorgd voor voldoende middelen voor beheer en onderhoud aan de rijksinfrastructuur. Goed beheer en onderhoud zijn een basisvoorwaarde voor het in stand houden van de hoogwaardige fysieke infrastructuur die we in Nederland hebben, zowel voor hoofdwegen, hoofdvaarwegen, spoor als voor het hoofdwatersysteem. In de begroting 2010 is reeds opgemerkt dat de kosten van beheer en onderhoud toenemen en dat de budgetten onder druk komen te staan. Voortschrijdend inzicht heeft dit beeld bevestigd en er sprake is van voortdurende budgetspanning bij het beheer en onderhoud en het inlopen van achterstanden ten opzichte van de normen. De spanning, ter grootte van totaal € 4,8 miljard, doet zich voor binnen regulier beheer en onderhoud en bij renovatie en vervanging.
Mede op basis van de uitkomsten van de uitgevoerde audits naar het beheer en onderhoud heeft IenM medio 2011 tot een pakket beheersmaatregelen opgesteld om budget en kosten weer met elkaar in overeenstemming te brengen. Er is besloten tot versoberingen en efficiency taakstellingen in beheer en onderhoud, er zijn langjarig budgetten gereserveerd hiervoor en er zijn extra middelen toegevoegd vanuit aanleg. De begrotingen voor 2012 en 2013 bevatten een nadere uitwerking van deze maatregelen en de effecten daarvan.
Organisatieontwikkeling IenM
Het kabinet heeft bij het aantreden in oktober 2010 besloten tot het samenvoegen van het volledige ministerie van Verkeer en Waterstaat en delen van het ministerie van VROM in een nieuw ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dat past in het streven naar een compacte en sobere rijksdienst, maar heeft ook de bedoeling om de maatschappelijke thema’s en vraagstukken in het domein van de fysieke leefomgeving samenhangend te bezien en op te lossen. In 2011 is de vorming van IenM is voortvarend ter hand genomen. Het ministerie van VROM is ontvlochten en onderdelen, taken en medewerkers zijn per 1 januari 2011 ondergebracht bij de ministeries van IenM, EL&I en BZK. De samenstellende delen van IenM zijn snel bijeengebracht in tijdelijke werkverbanden en structuren. Er zijn beslissingen genomen en personele wijzigingen doorgevoerd op cruciale plekken in de organisatie.
Vastgesteld kan worden dat IenM eind 2011 in formele zin gevormd is. Het proces van materiële integratie is echter nog niet voltooid. In 2012 worden de gebundelde krachten verder aangewend bij het oplossen van de maatschappelijke vraagstukken waar IenM voor staat.