Zorgverleners, zorgbestuurders en goede particuliere initiatieven hebben meer ruimte nodig. Zij ervaren belemmeringen om te innoveren en te investeren in betere zorg. De hoge administratieve lasten zijn een van de belemmeringen die zij ervaren. Ook ontbreekt het aan voldoende dynamiek in de zorg. Door meer mogelijkheden te bieden voor het aantrekken van privaat kapitaal bij investeringen, kunnen we de zorg vitaler maken. Het afgelopen jaar is deze agenda, die mensen in de zorg meer ruimte moet bieden, langs verschillende wegen uitgewerkt.
A. Meer vrijheid en verantwoordelijkheid voor zorgaanbieders
Winstuitkering in de zorg
Het is belangrijk dat zorgaanbieders meer ruimte en meer verantwoordelijkheid krijgen. Hiervoor is het noodzakelijk dat zij meer mogelijkheden krijgen om kapitaal aan te trekken. De mogelijkheid om winst uit te keren draagt hieraan bij. Om die reden is in januari 2011 aangekondigd dat aanbieders van medisch specialistische zorg onder voorwaarden winst mogen uitkeren (TK 32 620, nr. 1). In de zomer van 2011 is aan de Raad van State advies aangevraagd over het wetsvoorstel dat gereguleerde winstuitkering in de zorg mogelijk maakt. De Raad van State heeft in oktober advies uitgebracht, waarna het wetsvoorstel met inachtneming van dat advies op 8 februari 2012 naar de Tweede Kamer is verstuurd (TK 33 168, nr. 1).
Zorgspecifieke fusietoets
Niet alle fusies in de zorg zijn in het belang van de patiënt. Om ongewenste fusies te voorkomen heeft het kabinet aangekondigd een zorgspecifieke fusietoets in het leven te roepen. Deze toets beoogt risico’s voor de kwaliteit en de bereikbaarheid van de zorg tijdig te signaleren en maakt het mogelijk zo nodig op grond van kwaliteit of bereikbaarheid van zorg fusies tegen te houden dan wel aan voorwaarden te verbinden. De fusietoets, die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) – in overleg met de IGZ – zal uitvoeren, vindt plaats voorafgaand aan een eventuele fusietoets door de NMa uit hoofde van de Mededingingswet (TK 32 620, nr. 15). Het wetsvoorstel over de zorgspecifieke fusietoets is eind 2011 voor advies voorgelegd aan de Raad van State. De bevoegdheid om zorginstellingen te splitsen wordt een aanvulling op het bestaande regels in het kwaliteitstoezicht in de zorg. Het opleggen van een dergelijke maatregel is een zeer zware interventie die uitdrukkelijk bedoeld is als uiterste middel.
Verbod op verticale integratie van zorgverzekeraars en zorgaanbieders
In het Regeerakkoord staat dat een fusieverbod tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders geregeld zal worden. Over de Europeesrechtelijke houdbaarheid van een dergelijk «verbod van verticale integratie» is in 2011 de Europese Commissie geraadpleegd. Deze stelde eind november 2011 dat het verbod een belemmering van de Europese vrijverkeersregels zal inhouden, maar dat deze belemmering in het licht van recente jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie en de grote vrijheid die lidstaten op het terrein van de volksgezondheid hebben om hun zorgstelsel in te richten, zou kunnen vallen onder de situaties waarin zo'n belemmering gerechtvaardigd kan zijn. Aangezien het kabinet van mening is dat van een dergelijke rechtvaardigingsgrond inderdaad sprake is, wordt sinds december 2011 gewerkt aan een wetsvoorstel waarin verticale integratie van zorgverzekeraars en zorgaanbieders wordt verboden. Verwacht wordt dat het wetvoorstel in het tweede kwartaal van 2012 aan de Tweede Kamer zal kunnen worden aangeboden. Toezicht op het verbod van verticale integratie zal gehouden worden door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa krijgt twee mogelijkheden om zorgverzekeraars desgevraagd tijdelijk van dit verbod te ontheffen: indien de zorgverzekeraar anders niet aan zijn zorgplicht kan voldoen en indien dit wenselijk is met het oog op innovatie van de geleverde zorg.
B. Vereenvoudigen en verminderen verantwoordingslasten
Regelarme instellingen
Het kabinet streeft ernaar de verantwoordingslasten voor zorginstellingen te verminderen. In het Regeerakkoord is aangekondigd dat de mensen die werken in verpleging en verzorging hun vak terug moeten krijgen zonder overbodige administratieve belasting. In juli 2011 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het stappenplan om overbodige administratieve lasten weg te nemen (TK 31 765, nr. 50). Zorgaanbieders in de langdurige zorg is gevraagd te melden welke regels het meest hinderen. Het ministerie van VWS en Zorg ZBO’s gaan hier op basis van een werkprogramma mee aan de slag. Verder is zorginstellingen gevraagd voorstellen in te dienen voor het experiment regelarme instellingen. In 2012 wordt begonnen met 28 experimenten voor regelarme instellingen.
Indicatiestelling AWBZ
Het beleid met betrekking tot indicatiestelling in de AWBZ is gebaseerd op vertrouwen in de zorgaanbieder. Het proces van het afgeven van indicaties door het CIZ is vergemakkelijkt. Het aantal standaardindicaties is uitgebreid en herindicaties worden afgegeven via «taakmandaat». Hierdoor kunnen zorgaanbieders voor bepaalde cliëntgroepen en onder bepaalde voorwaarden zelf herindiceren. Met ingang van 1 januari 2011 is de regelgeving zo aangepast dat een cliënt met een langdurige en stabiele zorgvraag een indicatiebesluit kan krijgen met een maximale geldigheidstermijn van vijftien jaar. Een verdere vermindering van administratieve handelingen wordt bereikt door de introductie per 1 oktober 2011 van de indicatiemelding door zorgaanbieders voor tachtigplussers die in aanmerking komen voor langdurig verblijf (zorg in natura). Op basis van deze indicatiemeldingen neemt het CIZ de indicatiebesluiten en registreert die.