Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3 = 2–1) | Realisatie 2010 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 9 471 | 10 819 | 1 348 | 10 306 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet derden | 717 | 511 | – 206 | 504 |
Rentebaten | 0 | 3 | 3 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 140 | 140 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 10 188 | 11 473 | 1 285 | 10 810 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 10 037 | 11 159 | 1 122 | 10 540 |
– personele kosten | 6 368 | 7 923 | 1 555 | 6 711 |
– materiële kosten | 3 669 | 3 236 | – 433 | 3 829 |
Afschrijvingskosten | 130 | 78 | – 52 | 123 |
– immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
– materieel | 130 | 78 | – 52 | 123 |
Overige lasten | 21 | 45 | 24 | 12 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
– rentelasten | 21 | 7 | – 14 | 12 |
– bijzondere lasten | 0 | 38 | 38 | 0 |
Totaal lasten | 10 188 | 11 282 | 1 094 | 10 675 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 191 | 191 | 135 |
Toelichting op staat van baten en lasten
Algemeen
De Lindenhorst heeft een toekenning als tijdelijke batenlasten dienst vanaf 1 februari 2009.
De staatssecretaris van VWS heeft op 13 april besloten om de twee jeugdzorgPlus-instellingen voor De Lindenhorst en de locatie Den Dolder te fuseren tot één private instelling van ongeveer 96 plaatsen (TK 31 914, nr. 1). De uiteindelijke effecten van deze operatie zijn nog onvoldoende duidelijk om al in deze jaarrekening te kwantificeren.
Resultaat
Over 2011 is een positief resultaat gerealiseerd van € 0,191 miljoen.
Baten
De begrote opbrengst moederdepartement bestaat uit de prijs per plaats voor gesloten jeugdzorg (p) vermenigvuldigd met 54 capaciteitsplaatsen (q), opgebouwd uit exploitatiekosten en kapitaalslasten (€ 9,407 miljoen). Het verschil ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door compensatie van gemaakte kosten in het kader van sociaal flankerend beleid en transitie/fusiekosten, die niet onder de reguliere bedrijfsvoering vallen. In dit verslagjaar is geen loon- en prijsbijstelling toegekend.
De opbrengst derden bestaat uit ESF-bijdragen (Europees Sociaal Fonds) in het kader van arbeidsmarkttoeleiding, de daaraan gekoppelde cofinanciering vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, opbrengst UWV- vergoeding en opbrengsten voor therapieën. Het verschil tussen begroting en realisatie is voornamelijk ontstaan door negatieve bijstellingen van de opbrengsten ESF met betrekking tot 2009, 2010 en 2011.
De vrijval uit voorzieningen betreft een herberekening van de voorziening voor medewerkers die vanwege een bezwarende functie gebruik maken van de SBF-regeling (substantieel bezwarende functies). De loonkosten zijn in de oorspronkelijke voorziening opgenomen tot aan de pensioenleeftijd van 65 jaar, maar betreffende medewerkers zullen voor hun 65ste met ontslag gaan, waarna het ABP de verplichting overneemt.
Lasten
De realisatie van de personele kosten is hoger door uitgaven van opleidingskosten en stimuleringspremies in het kader van het sociaal flankerend beleid in verband met de fusie/transitie. Door de uitstroom van personeel is de externe inhuur ook hoger dan begroot.
In de materiële kosten zijn de kosten van de dienstverleningsovereenkomsten lager dan begroot, doordat de shared service organisatie (ICT-leverancier) meerdere aanpassingen aan de ICT niet heeft gerealiseerd waardoor de kosten ook lager uitvielen.
Het verschil bij de afschrijvingskosten en rente wordt veroorzaakt door het niet volledig vervangen van de personenzoekinstallatie vanwege het onduidelijke toekomstperspectief van de huisvesting. Er is gekozen is voor een upgrade van de installatie.
De bijzondere last (circa € 0,038 miljoen) betreft een afboeking van een vordering op VWS inzake het opzetten van de bedrijfsvoering in 2010.
Balans 31-12-2011 | Balans 31-12-2010 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Materiële vaste activa | 261 | 308 |
– grond en gebouwen | 0 | 0 |
– installaties en inventarissen | 179 | 214 |
– overige materiële vaste activa | 82 | 94 |
Voorraden | 0 | 0 |
Debiteuren | 61 | 14 |
Nog te ontvangen | 867 | 38 |
Vordering op het moederdepartement | 446 | 480 |
Liquide middelen | 724 | 1 579 |
Totaal activa | 2 359 | 2 419 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 500 | 309 |
– exploitatiereserve | 309 | 174 |
– onverdeeld resultaat | 191 | 135 |
Voorzieningen | 291 | 704 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 197 | 299 |
Crediteuren | 224 | 222 |
Nog te betalen | 1 147 | 885 |
Totaal passiva | 2 359 | 2 419 |
Toelichting op de balans per 31 december 2011
Eigen vermogen
Het saldo van baten en lasten over het exploitatiejaar 2011 is in de balans opgenomen per 31 december 2011 als onverdeeld resultaat. Het totale eigen vermogen bedraagt daardoor € 0,5 miljoen en blijft daarmee onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar.
Voorzieningen
De onttrekking bij de voorziening betreft de loonkosten van medewerkers die vanwege een bezwarende functie gebruik maken van de SBF-regeling en de vrijval van de eerder genoemde herberekening € 0,140 miljoen). In 2011 zijn geen dotaties aan deze voorziening gedaan.
Het verschil in boekwaarde bij de activa betreft voornamelijk reguliere afschrijvingen, er hebben vrijwel geen investeringen in de activa plaatsgevonden.
De vordering op het moederdepartement betreft de vordering in het kader van de gemaakte kosten met betrekking tot het sociaal flankerend beleid.
De liquide middelen bestaan uit het rekening courant saldo bij het Ministerie van Financiën (€ 0,719 miljoen) en het saldo van de centrale kas (€ 0,005 miljoen).
Kasstroomoverzicht
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2011+ stand depositorekeningen | 1 284 | 1 566 | 282 |
2. | Totaal operationele kasstroom | –200 | –715 | –515 |
Totaal investeringen (–/–) | – 605 | – 30 | 575 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 605 | – 30 | 575 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 275 | 0 | – 275 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 102 | – 102 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 330 | 0 | – 330 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 503 | – 102 | – 605 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2011+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 982 | 719 | – 263 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De afname van de liquiditeit wordt vrijwel volledig veroorzaakt in de operationele kasstroom door de vordering op het moederdepartement (€ 0,867 miljoen). De begrote investeringen voor 2011 hebben niet plaatsgevonden vanwege de onduidelijkheid over de toekomstige huisvesting. Hierdoor is er ook geen beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. De aflossingen betreffen de reguliere aflossingen op de lopende leningen.
Doelmatigheidsindicatoren
2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|
Generiek | |||
1. Kostprijzen per behandelplaats | 145 000 | 145 000 | 143 000 |
2. Bijdrage per behandelplaats | 143 000 | 148 000 | 146 000 |
3. Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur) | 112,0 | 113,0 | 107 |
4. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | – 1,04% | 1,25% | 1,66% |
Specifiek | |||
1. Gemiddelde verblijfsduur in maanden | 13,2 | 10,2 | 6,9 |
2. Geregistreerde klachten | 30 | 20 | 56 |
3. Klachten gegrond verklaard | 0 | 1 | 0 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
In bovenstaand overzicht zijn de gegevens opgenomen vanaf 1 februari 2009, met uitzondering van de kostprijs en omzet per product. Betreffende kengetallen zijn geëxtrapoleerd naar 12 maanden ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaarheid met 2010. De Lindenhorst was in de periode voor 1-2-2009 onderdeel van Dienst Justitiële Inrichtingen.
Kostprijs per behandelplaats
Het betreft de integrale kostprijs per plaats (54 plaatsen) –/– kapitaalslasten en incidentele kosten die gecompenseerd zijn door het moederdepartement. Er heeft zich een kleine verlaging van de kostprijs voorgedaan als gevolg van uitstroom personeel in het kader van de fusie.
Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur)
Het aantal fulltime-equivalenten (fte’s) is verlaagd door uitstroom van personeelsleden die gebruik hebben gemaakt van de faciliteiten van het sociaal flankerend beleid.
Gemiddelde verblijfsduur in maanden
De gemiddelde verblijfsduur van de jongeren is de afgelopen twee jaar afgenomen, doordat jongeren eerder en intensiever oefenen met vrijheden en verantwoordelijkheden door het sneller en intensiever opstarten van verlof op het moment dat de risico’s hanteerbaar zijn.
Geregistreerde klachten
Het aantal klachten is toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren, voornamelijk door wijzigingen in het dagprogramma en omdat een aantal leefgroepgerelateerde klachten individueel door jongeren is ingediend.