Base description which applies to whole site

2. LEESWIJZER JAARVERSLAG INFRASTRUCTUURFONDS

Voor u ligt het Jaarverslag 2014 van het Infrastructuurfonds, Hoofdstuk A van de Rijksbegroting. Naast het Infrastructuurfonds kent IenM ook de Beleidsbegroting Infrastructuur en Milieu (Hoofdstuk XII) en het Deltafonds (Hoofdstuk J). Van deze begrotingen zijn separate jaarverslagen opgesteld.

De verantwoordingen van IenM zijn ook digitaal beschikbaar op www.rijksbegroting.nl.

Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds (Staatsblad 1993, nr 319), te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen – in tegenstelling tot de beleidsbegroting van IenM – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.

Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de beleidsbegroting van IenM (artikelonderdeel 26.01). Daarnaast worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.

Het Jaarverslag van het Infrastructuurfonds bestaat uit de volgende onderdelen:

  • A. Een algemeen deel: hierin is naast deze leeswijzer de officiële aanbieding van het Jaarverslag aan de Staten-Generaal en het verzoek tot dechargeverlening opgenomen.

  • B. Het beleidsverslag 2014 van het Infrastructuurfonds, deze bestaat uit

    • het Infrastructuurverslag 2014, waarin een korte terugblik is opgenomen met betrekking tot de realisatie van de belangrijkste uitvoeringsprioriteiten over het verslagjaar 2014.

    • de productartikelen van het Infrastructuurfonds

    • de bedrijfsvoeringsparagraaf

  • C. De Jaarrekening 2014 van het Infrastructuurfonds, deze bestaat uit de verantwoordingstaat en saldibalans van het Infrastructuurfonds.

  • D. De volgende twee bijlagen:

    • de toelichting op artikel 13 Spoorwegen

    • de afkortingenlijst

De productartikelen

De producten van het infrastructuurfonds dragen bij aan het realiseren van de doelstellingen van de begroting van IenM (Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting). Evenals in de begroting van het Infrastructuurfonds is in het Jaarverslag van het Infrastructuurfonds aan het begin van de artikelen aangegeven aan welk(e) beleidsartikel(en) het betreffende IF artikel is gerelateerd.

De opzet van de productartikelen op de fondsen wijken af van de beleidsartikelen op hoofdstuk XII van IenM. De productartikelen bevatten operationele doelstellingen en geen financiële instrumenten. Voor een helder inzicht worden overeenkomstig afspraken met het ministerie van Financiën en de Tweede Kamer de te verklaren verschillen direct onder de tabellen «Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering» toegelicht.

Ingegaan wordt op de realisatie van programma’s en budgettaire gevolgen van de uitvoering. Om de hoeveelheid informatie te beperken is gekozen voor het hanteren van de hieronder aangegeven norm op productartikel niveau. Aan de hand van deze norm is bepaald of een verschil is toegelicht. Naar aanleiding van de aanbeveling van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor is de normering aangepast, waarbij geldt dat begrotingsbedragen boven de € 50 miljoen met een afwijking van meer dan € 5 miljoen ook worden toegelicht.

Norm bij te verklaren verschillen

Begrotingsbedrag

Verschil

< € 4,5 miljoen

> 50%

€ 4,5 – 22,5 miljoen

> € 2,5 miljoen

€ 22,5 – 50 miljoen

> 10%

> € 50 miljoen

> € 5 miljoen

Dit houdt in dat die hoofdproducten, waarbij het verschil tussen het begrotingsbedrag en de realisatie kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor beleidsmatige relevante mutaties, deze worden ongeacht bovenstaande normering wel toegelicht. Verder worden in afwijking van bovenvermelde norm die artikelen, waarop in de begroting 2014 geen of zeer geringe ontvangsten zijn geraamd maar waar in 2013 wel relatief kleine bedragen op zijn gerealiseerd, niet apart toegelicht.

In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor (Kamerstukken II, 2011/12, 32 707, nr. 16) is een pakket maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening naar de Tweede Kamer beter en transparanter te maken. Als onderdeel hiervan ten behoeve van productartikel 13 Spoorwegen een aparte bijlage aan het Jaarverslag 2014 toegevoegd. Zowel voor spoor als de overige onderdelen uit het Infrastructuurfonds zijn in dit kader reeds speciale overzichten bij de suppletoire begrotingen gepresenteerd.

Voor wat betreft de indicatoren moet worden vermeld dat IenM bij het verkrijgen van deze indicatoren voor een deel afhankelijk is van verzameling door externe partijen zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De praktijk is zodanig dat deze gegevens in een aantal gevallen later beschikbaar komen. Dit leidt ertoe dat niet in alle gevallen de gegevens over het verslagjaar ten tijde van het opstellen van het jaarverslag beschikbaar waren.

Groeiparagraaf: Wat is nieuw in dit jaarverslag

Aanpassingen in de begrotingsstructuur:

Operationele doelstelling 15.04 Geïntegreerde contractvormen

Bij infrastructuurprojecten waar sprake is van PPS hanteert Rijkswaterstaat (RWS) de contractvorm DBFM (Design, Build, Finance en Maintain), waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase.

In de begroting 2014 van het Infrastructuurfonds is op artikel 15 Hoofdvaarwegennet de operationele doelstelling 15.04 Geïntegreerde contractvormen voor de eerste keer opgenomen.

In 2014 hebben nog geen DBFM betalingen op het hoofdvaarwegennet plaatsgevonden en worden derhalve geen uitgaven in dit jaarverslag op dit instrument verantwoord. Het contract voor de keersluis Limmel is overigens, als eerste uit het DBFM Sluizenprogramma, afgesloten.

Operationele doelstelling 17.07 ERTMS Landelijke invoer

In dit jaarverslag worden de uitgaven aan ERTMS Landelijke invoer voor het eerst verantwoord op artikel 17. Het project «ERTMS landelijke invoer» is in 2014 door de Tweede Kamer aangewezen als een groot project. Hierbij heeft de Kamer het verzoek gedaan om de verantwoording van dit grote aanlegproject te laten plaatsvinden op artikel 17 van het Infrastructuurfonds. Om deze reden zijn de structurele budgetten door middel van de 2e suppletore begroting 2014 overgeboekt vanuit artikel 13 naar de ingevoegde nieuwe operationele doelstelling 17.07 onder dit artikel.

Licence