Het begrotingsjaar 2014 heeft in het teken gestaan van de voorbereidingen op de grote evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur sinds 10 oktober 2010. Deze evaluatie zal in 2015 worden uitgevoerd. Uit de kleine evaluatie in het eerste kwartaal van 2014 (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr. 35) kwamen al punten naar voren waarvan de regering een aantal aanbevelingen al in 2014 heeft geïmplementeerd. Het gaat hier om de aanbevelingen van de onderzoekers over het verbeteren van de coördinatie binnen het Rijk en praktische voorstellen om het wetgevingsproces voor Caribisch Nederland te verbeteren. In 2014 zijn door de eilanden meerjarenplannen opgesteld voor het wegwerken van achterstanden en wenselijke investeringen op korte- en middellange termijn. Deze meerjarenplannen worden door de eilanden met steun van de ministeries nader uitgewerkt.
Het is verder van belang dat er geen discrepantie ontstaat tussen eilandelijke taken, welke deels ook door diverse departementen worden ondersteund, en financiën. Hiervoor heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een onderzoek ingesteld naar de toereikendheid van de vrije uitkering en een actualisatie van het referentiekaderonderzoek uit 2012. Dit onderzoek is in maart 2015 opgeleverd. Het onderzoek wordt met de eilanden besproken in de Caribisch Nederland-week (CN-week) van juni 2015. In 2014 zijn de middelen voor sociaal-economische activiteiten opgenomen op de begroting Koninkrijksrelaties (IV) daar waar deze gelden eerder vanuit het BES-fonds werden verstrekt. Financieel-technische redenen zijn hiervan de oorzaak. Het betreft hier uitkeringen conform artikel 88 lid 8, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De indexatie van de vrije uitkering vindt plaats op basis van een actueel indexatiecijfer (t-1, dus de inflatie van het voorafgaande jaar), per eiland afzonderlijk en afhankelijk van besluitvorming binnen het Kabinet om tot indexatie over te gaan.