A: Algemene doelstelling
Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De BTW speelt hierin geen rol.
B: Rol en verantwoordelijkheid
Het btw-compensatiefonds is opgericht om een eind te maken aan de factor btw bij de afweging door decentrale overheden tussen het uitbesteden van werkzaamheden of het uitvoeren ervan door de eigen organisatie. De factor btw wordt weggenomen door het btw-compensatiefonds waaruit gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s de betaalde btw kunnen terugvragen. De betaalde btw moet daarvoor wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de btw betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en mag geen sprake zijn van verstrekking aan een individuele derde. Voorbeelden van taken waarvoor gemeenten btw kunnen terugclaimen zijn de inzameling van huisvuil, het onderhoud aan gebouwen, het straatbeheer, schoonmaakactiviteiten, archivering, ingenieurswerkzaamheden en groenbeheer.
De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor:
-
• verstrekken, verzamelen en controleren van de opgaafformulieren en het uitbetalen van de compensabele BTW;
-
• beheer van het BTW-compensatiefonds.
C: Beleidsconclusies
In 2014 hebben zich qua uitvoering en beoogde resultaten geen bijzonderheden voorgedaan.
D: Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | 2014 | |
Verplichtingen | 2.789.430 | 2.788.318 | 2.664.772 | 2.715.812 | 2.953.836 | 2.816.420 | 137.416 |
Uitgaven | 2.789.430 | 2.788.318 | 2.664.772 | 2.715.812 | 2.953.836 | 2.816.420 | 137.416 |
(1) Programma-uitgaven | 2.789.430 | 2.788.318 | 2.664.772 | 2.715.812 | 2.953.836 | 2.816.420 | 137.416 |
w.v. gemeenten en Wgr-plusregio's | 2.511.061 | 2.496.131 | 2.360.993 | 2.413.355 | 2.614.164 | 2.490.095 | 124.069 |
w.v. provincies | 278.369 | 292.187 | 303.779 | 302.457 | 339.672 | 326.325 | 13.347 |
Ontvangsten | 2.789.430 | 2.788.317 | 2.664.772 | 2.715.812 | 2.953.836 | 2.816.420 | 137.416 |
Uitgaven
Gemeenten declareren in absolute zin meer btw bij het btw-compensatiefonds dan provincies. In relatieve zin declareren de provincies echter meer bij het btw-compensatiefonds. De provincies zijn vooral actief op het gebied van verkeer en vervoer, een uitgavencategorie die veelal voor compensatie van btw-bedragen in aanmerking komt. Dit is een mogelijke verklaring voor het feit dat provincies in vergelijking tot gemeenten een relatief groot beroep doen op het btw-compensatiefonds. Het verschil tussen realisatie en begroting wordt met name veroorzaakt door een toename van investeringen in diverse projecten bij zowel gemeenten als provincies.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw-bedragen tevens belastinginkomsten zijn.
E: Toelichting op de instrumenten
Compensatie
De Belastingdienst is belast met het verstrekken en verzamelen van opgaafformulieren en het compenseren van de BTW over niet-ondernemersactiviteiten.
Controle- en toezichtsbeleid
Bij de uitvoering van de Wet op het btw-compensatiefonds is een centrale rol toegekend aan de Belastingdienst. Dit vanwege de nauwe relatie tussen de heffing van de omzetbelasting op grond van de Wet op de Omzetbelasting en de compensatie van de omzetbelasting op grond van het btw-compensatiefonds. Uit het oogpunt van eenvoud en doelmatigheid is ervoor gekozen de Wet op het btw-compensatiefonds in belangrijke mate aan te laten sluiten bij het systeem van heffing van omzetbelasting in de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Dit betekent onder meer dat de controle van het btw-compensatiefonds onderdeel uitmaakt van de reguliere controle bij gemeenten en provincies van de aangiften omzetbelasting. De handelwijze van de Belastingdienst met betrekking tot de opgaaf btw-compensatiefonds is, gezien de nauwe relatie met het systeem van heffing van omzetbelasting, niet anders dan die met betrekking tot de aangifte omzetbelasting. Dit betekent de mogelijkheid van controle achteraf gedurende een periode van vijf jaar. Inherent aan het systeem van heffing van omzetbelasting (voldoening op aangifte met slechts beperkte informatie) is dat de controle op de juistheid van de ingediende aangiften achteraf en op basis van risicoafweging plaatsvindt. Dit is ook het geval indien sprake is van een zogenoemde negatieve aangifte (de voorbelasting overtreft de verschuldigde belasting). Slechts in uitzonderingsgevallen vormt de aangifte omzetbelasting zelf aanleiding tot het instellen van een boekenonderzoek. Voornoemde handelswijze met betrekking tot het btw-compensatiefonds betekent dat de Belastingdienst niet per uitkeringsjaar vaststelt in welke mate de uitbetaalde bedragen rechtmatig zijn geweest, maar binnen het algemene handhavingsbeleid zich er op richt om in de actualiteit te beoordelen welke gemeenten en provincies op welke aspecten het meest voor nadere toezichtsactiviteiten in aanmerking komen.
De algemene beleidsdoelstelling van de Belastingdienst is het onderhouden en versterken van de compliance bij belastingplichtigen. Hierbij maakt de Belastingdienst gebruik van de mogelijkheden die Horizontaal Toezicht biedt. In horizontaal toezicht werkt een gemeente of provincie zichtbaar aan het onderhouden en versterken van de fiscale beheersing, met als doel het opstellen en indienen van aanvaardbare belastingaangiften en opgaven voor het btw-compensatiefonds. De Belastingdienst bespreekt met de gemeenten en provincies hoe zij hun verantwoordelijkheid voor naleving van fiscale wet- en regelgeving nemen en zorg dragen voor volledige en juiste aangiften en opgaven. Daarbij wordt door de Belastingdienst zicht verkregen op hoe de gemeenten en provincies omgaan met fiscaliteit en of de randvoorwaarden voor een adequate beheersing daarvan, zijn ingevuld. De gemeenten en provincies beoordelen vervolgens zelf de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersing van de (fiscaal relevante) bedrijfsprocessen (monitoring). De resultaten daarvan delen zij met de Belastingdienst. Met deze informatie bepaalt de Belastingdienst in welke mate gesteund kan worden op de interne beheersing en in hoeverre aanvullende eigen werkzaamheden noodzakelijk zijn. Wanneer daar aanleiding toe is kunnen ook boekenonderzoeken worden ingezet. Dit kunnen volledige boekenonderzoeken zijn waarvan het btw-compensatiefonds onderdeel uitmaakt of deelonderzoeken die specifiek zijn gericht op de juistheid van de door gemeenten en provincies ingediende opgaven btw-compensatiefonds. In 2014 zijn 11 specifieke boekenonderzoeken voor het btw-compensatiefonds bij gemeenten en provincies uitgevoerd.
Prestatie-indicator | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Streefwaarde 2014 | Realisatie 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal gemeenten en provincies onder HT | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 200–250 | 179 |
Bron: Belastingdienst/Centrale Administratie
Toelichting
De Belastingdienst heeft met de aangepaste Leidraad individuele klantbehandeling Grote Ondernemingen22 de voorwaarden voor horizontaal toezicht aangescherpt. Ultimo 2014 werd met 179 gemeenten en provincies gewerkt in horizontale toezicht. Met 141 van hen is een individueel convenant afgesloten. De lagere score ten opzichte van de streefwaarde houdt verband met deze aanscherping. Met de overige gemeenten en provincies worden de verdere stappen van het horizontaal toezichtstraject doorlopen.