Base description which applies to whole site

JAARVERANTWOORDING BATEN-LASTENAGENTSCHAP PER 31 DECEMBER 2014

Het Centrum tot Bevordering van de Import (CBI) uit ontwikkelingslanden is sinds 1 januari 1998 een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De hoofddoelstelling is het verrichten van diensten die de concurrentiepositie van exporteurs in ontwikkelingslanden op de internationale en met name de Europese markt helpt versterken. Het agentschap CBI draagt bij aan het realiseren van de operationele doelstelling 1.3: «Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden» ten behoeve van de Minister voor Buitenlandse Handel en ontwikkelingssamenwerking.

Dit is de laatste reguliere jaarverantwoording van het agentschap CBI. Per 1 januari 2015 zal CBI onderdeel worden van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het agentschap CBI wordt opgeheven in 2015.

Omschrijving

(1)

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014

(2)

Realisatie 2014

(3)=(2)-(1)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014

(4)

Realisatie 2013

Baten

       

Omzet moederdepartement

25.511

19.564

– 5.947

25.520

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

1.000

362

– 638

1.424

Rentebaten

0

8

8

4

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

26.511

19.934

– 6.577

26.948

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

3.827

222

– 3.605

161

Waarvan eigen personeel

1.531

166

-1.365

121

Waarvan externe inhuur

2.296

56

-2.241

40

– materiële kosten

22.176

19.915

– 2.261

26.593

Waarvan apparaat ICT

200

381

181

397

Waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

 

Afschrijvingskosten

       

– immaterieel

0

0

0

0

– materieel

212

285

73

232

Overige lasten

     

0

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

– rentelasten

0

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

26.215

20.422

– 5.793

26.986

         

Saldo van baten en lasten

296

– 488

– 784

– 38

Toelichting

Omzet moederdepartement

Een kleinere hoeveelheid producten – de CBI modules – is volledig uitgevoerd. Gedeeltelijk uitgevoerde modules worden opgenomen in de balanspositie voorraden/onderhanden werken.

Omzet derden

Het project dat met financiering vanuit Ecuador wordt uitgevoerd, waarvan de beoogde einddatum in 2014 lag, is verlengd tot aan medio 2015. Hierdoor is deze balanspost lager dan verwacht.

Materiele kosten

Doordat de productie van het aantal modules lager is dan gepland, zijn de materiele kosten ook minder hoog dan gepland. Een aantal modules in uitvoering is via de balanspost onderhanden werken meegenomen naar het jaar 2015.

Personele kosten

Met de introductie van het huidige kostprijsmodel worden de toerekenbare personele kosten direct ten laste van de producten geboekt. Het betreft hier enkel de indirecte personele kosten. Als gevolg hiervan is fluctuatie mogelijk binnen deze post.

Saldo van baten en lasten

Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat de kosten van de opgeleverde CBI modules hoger waren. De CBI modules die met name hiermee te maken hadden zijn: 1) markt intelligentie 2) markttoegang EU en 3) export capaciteit opbouw. Daarnaast waren er ook CBI modules die een lager kostenniveau kenden dan was geprognosticeerd. Dat waren de modules 1) bedrijfsaudit en actieplan en 2) BSO diagnose en interventieontwerp. Bovendien zijn er minder «q’s» opgeleverd dan gepland. Dit heeft per saldo een negatief resultaat opgeleverd van afgerond € 488.000.

 

p*q

2014

Omzet verdeeld naar modules (in EUR)

   

Omzet module A

83.000 x 4

332.000

Omzet module B

37.000 x 9

333.000

Omzet module C

6.700 x 338

2.264.600

Omzet module D

15.000 x 14

210.000

Omzet module E

19.000 x 138

2.622.000

Omzet module F

14.000 x 6

84.000

Omzet module H

43.000 x 100

4.300.000

Omzet module J

5.400 x 392

2.116.800

Omzet module K

1.300 x 2.287

2.973.100

Omzet module M

129.000 x 23

2.967.000

Omzet module N

68.000 x 1

68.000

Omzet module P

34.000 x 2

68.000

Omzet module S

63.000 x 5

315.000

Omzet module T

63.000 x 7

441.000

Omzet module W

169.000 x 1

169.000

Omzet module Y

100.000 x 1

100.000

Omzet Z externe opdrachten

 

200.000

     
   

19.563.500

 

Balans 2014

Balans 2013

Activa

   

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

– grond en gebouwen

0

0

– installaties en inventarissen

0

4

– overige materiële vaste activa

0

265

Debiteuren

313

689

Nog te ontvangen

3.888

2.586

Liquide middelen

4.094

11.283

Totaal activa

8.295

14.827

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

1.123

1.161

– afstorting surplus EV

0

0

– onverdeeld resultaat

– 488

– 38

Voorzieningen

0

0

Voorraden/Onderhanden werken

2.477

10.299

Crediteuren

992

629

Nog te betalen

4.191

2.776

Totaal passiva

8.295

14.827

Toelichting

Het boekjaar 2014 wordt afgesloten met een negatief saldo van afgerond EUR 488.000. Dit verlies wordt ten laste gebracht van de algemene reserve.

Liquide middelen

De post liquide middelen bevat 1) de rekening courant positie van het CBI bij de Rijkshoofdboekhouding 2) een projecten-bankrekening en 3) een zeer geringe kaspositie. De projecten-bankrekening wordt gebruikt ten behoeve van opdrachten die niet ten behoeve van de hoofdopdrachtgever DGIS worden uitgevoerd. Dit betreffen opdrachten van andere onderdelen van de rijksoverheid, andere overheden en organisaties. De projecten-bankrekening bevat een saldo van EUR 0,7 miljoen.

Nog te betalen

De post «Nog te betalen» bevat een bedrag van EUR 3.8 miljoen aan ontvangen voorschotten ten behoeve van het Netherlands Trust Fund bij het International Trade Centre in Geneve. Ditzelfde bedrag staat ook vermeld onder de post «Nog te ontvangen» (aan de debetzijde) van de balans als vordering van het CBI aan het International Trade Centre. CBI is budgethouder van dit fonds namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Eigen Vermogen

Het eigen vermogen bedraagt afgerond 3% van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaren. Hiermee begeeft het eigen vermogen zich binnen de gestelde agentschapskaders.

Ontwikkeling EV (in EUR)

Jaartal

Jaaromzet

Gemiddelde omzet laatste 3 jaar

Eigen vermogen

Percentage EV tov gemiddelde omzet

2012

21.543.704

23.216.030

1.160.802

5,00%

2013

26.943.840

22.258.391

1.122.980

5,05%

2014

19.925.624

22.804.389

634.727

2,78%

Kasstroomoverzicht over 2014 (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

(2)

Realisatie

(3)=(2)-(1)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2014 + stand depositorekeningen

– 500

3.039

3.539

2.

Totaal operationele kasstroom

1.010

387

– 627

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 10

– 16

– 6

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

1

1

3.

Totaal investeringskasstroom

– 10

– 15

– 5

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

500

3.411

2.911

Toelichting

De stand per 1 januari 2014 van de rekening courant bij de Rijkshoofdboekhouding (RHB) veroorzaakt met name het verschil tussen begroting en realisatie. Doordat het RHB saldo per 1 januari 2014 hoger was dan het geprognosticeerde saldo, was een (forse) toename niet noodzakelijk. Desalniettemin heeft wel een stijging van de operationele kasstroom zich voorgedaan. Dit is te wijten aan een lagere uitputting ultimo 2014 op de programma’s die het CBI uitvoert.

Vervanging van computer hardware gedurende het jaar 2014 is hoger uitgevallen. Hierdoor is het bedrag aan investeringen hoger dan was geprognosticeerd.

Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen per 31 december 2014

Omschrijving Generiek Deel

Realisatie

     

Oorspronkelijke begroting

 

2011

2012

2013

2014

2014

Kostprijzen per module

         

A- Strategische conferentie groot

83.000

83.000

83.000

83.000

83.000

B- Strategische conferentie klein

37.000

37.000

37.000

37.000

37.000

C- Bedrijfsaudit en actieplan

7.380

7.790

6.700

6.700

7.790

D- Bedrijfsontwikkeling

26.000

26.600

15.000

15.000

26.600

E- Export capaciteit opbouw

25.200

25.200

19.000

19.000

25.200

F- Certificaat

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

G- Markttoegang regionaal

23.000

23.000

23.000

23.000

23.000

H- Markttoegang EU

38.700

40.850

43.000

43.000

40.850

J- Trainingen EU

5.400

5.400

5.400

5.400

5.400

K- Training doellanden

1.500

1.500

1.300

1.300

1.500

L- Online trainingen

125

125

0

0

125

M- Markt intelligentie

140.000

140.000

129.000

129.000

140.000

N- Export intelligentie

100.000

100.000

68.000

68.000

100.000

P- Tailored intelligentie

40.000

40.000

34.000

34.000

40.000

Q- Business intelligentie

40.000

40.000

34.000

34.000

40.000

R- Import intelligentie

40.000

40.000

34.000

34.000

40.000

S – Sectorale analyse

63.000

63.000

63.000

63.000

63.000

T- BSO diagnose en interventieontwerp

63.000

63.000

63.000

63.000

63.000

U- BSOD import intelligentie beperkt

169.000

169.000

169.000

169.000

169.000

V- BSOD import intelligentie regulier

354.000

354.000

354.000

354.000

354.000

W- BSOD exportontwikkeling- en promotie beperkt

169.000

169.000

169.000

169.000

169.000

X- BSOD exportontwikkeling- en promotie regulier

354.000

354.000

354.000

354.000

354.000

Y- ITC accountmanagement

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

           

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

12

12

12

15

12

Saldo van baten en lasten (%)

5%

5%

– 0%

3%

5%

           

Impact kwaliteitsindicatoren

         

Totaal gerealiseerde export EU/EFTA

302.237

414.393

204.409

203.127

167.000

Exportgroei door bedrijven die deelnemen aan CBI programma’s

   

5.463.193

14.289.802

 

Aangegeven verbeterde dienst onder cliënten

28%

 

71%

 

60%

Kennis over de EU-markt

       

75%

Hogere export c.q. effectievere dienstverlening

89%

0%

0%

 

60%

*) **) Het meten van export van de deelnemende bedrijven is op instigatie van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangepast opdat de onafhankelijkheid van deze (monitoring) gegevens verbetert. Met de nieuwe methode wordt gedurende de uitvoering van programma’s rechtstreeks bij de deelnemende bedrijven de export gemeten. Daarnaast heeft deze nieuwe werkwijze als voordeel dat sneller gegevens kunnen worden gepresenteerd.

In 2013 is deze nieuwe methode ingevoerd. De respons van de deelnemende bedrijven is, hoewel beter dan eerder, nog niet voldoende.

De totaal gerealiseerde export EU/EFTA geeft de in 2013 gerealiseerde exporten gemiddeld per deelnemer weer.

De exportgroei geeft de toe- of afname van export in 2013 weer gerelateerd aan het referentiejaar van de respondenten. Het referentiejaar is het jaar vóór deelname aan een programma van het CBI.

Ter validatie van monitoringsinformatie wordt één jaar na afronding van een programma een externe onafhankelijke evaluatie uitgevoerd die onder andere meet wat de gerealiseerde export is geweest.

De data voor bovenstaande exportindicatoren gebaseerd op 252 bedrijven (totale populatie is 988 bedrijven; responspercentage 25,5 %). In totaal hebben 259 bedrijven zowel een exportwaarde voor het referentiejaar (baseline) als een exportwaarde voor 2013 ingevuld. Hiervan zijn zeven outliers buiten beschouwing gelaten, omdat de gerapporteerde exportwaarden dusdanig hoog en onrealistisch leken dat deze een vertekend beeld zouden geven van de exportwaarden van het geheel.

Van de 252 respondenten bevinden 163 bedrijven zich in de beginfase van het programma; zij zijn in 2013 voor het eerst op de internationale markt gepresenteerd. Dit verklaart hun nog relatief lage exportwaarden in 2013.

99 van de 252 respondenten hebben als waarden voor de exporten zowel in het referentiejaar als in jaar 2013 een nulwaarde opgegeven. Daartegenover staat dat 27 bedrijven meer dan twee keer de gemiddelde exportgroei per bedrijf hebben bereikt.

***) In 2014 zijn geen BSOD-evaluaties uitgevoerd. Op dit moment worden verschillende BSOD-evaluaties uitgevoerd. Naar verwachting zullen deze in 2015 afgerond worden. De evaluaties betreffen zes Business Support Organisations die zijn ondersteund door CBI. De BSO’s zitten in Afrika, Latijns-Amerika, Oost-Europa en Azië. In de volgende jaarrapportage zal worden gerapporteerd over de uitkomsten van deze evaluaties. Een meer geschikte doelmatigheidsindicator wordt ontwikkeld om de effectiviteit van Business Support Organisation Development te meten.

****) Voor 2014 is geen kwantitatief onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van de CBI marktinformatie. Wel is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder zowel exporteurs als medewerkers van BSO’s. Exporteurs hebben in dit onderzoek onder andere aangegeven dat de CBI marktinformatie: 1) hun kennis van de Europese markt heeft vergroot; 2) hen heeft geholpen om strategische keuzes te maken en 3) hen heeft geholpen een bedrijfsprofiel te ontwikkelen om te presenteren aan importeurs.

*****) Op deze indicator kan het CBI niet rapporteren omdat niet meer op trainingen wordt gerapporteerd. Medewerkers van BSO’s hebben tijdens het verdiepingsonderzoek aangegeven intensief gebruik te maken van de marktinformatie van het CBI. Alle BSO’s die deelnamen aan het onderzoek gebruiken de marktinformatie in periodieke publicaties voor (potentiele) exporteurs. De marktinformatie wordt door BSO’s ook gebruikt om antwoord te geven op specifieke vragen van exporteurs over de Europese markt. Een aantal BSO’s heeft aangegeven de marktinformatie ook te hebben geïntegreerd in hun website, om deze zo te presenteren aan hun cliënten.

Licence