De economische groei kwam in 2014 uit op 0,9 procent 1. Het is bemoedigend om te zien dat het herstel doorzet, ondanks een aantal tegenvallende ontwikkelingen op internationaal gebied. Het herstel wordt bovendien steeds breder gedragen. Zo bedroeg de stijging van de export 4,0 procent, stegen de bedrijfsinvesteringen en namen de consumentenbestedingen weer toe. De afgelopen jaren zijn flinke stappen gezet om de oorzaken van de financiële crisis aan te pakken. De Europese Centrale Bank concludeerde in haar stresstest dat de Nederlandse banken er goed voor staan en naar verwachting neemt de kredietverlening in 2015 weer toe. Ook op de woningmarkt zijn duidelijke tekenen van herstel te zien met lichte prijsstijgingen en toenemende transacties. De positieve ontwikkelingen bieden burgers en ondernemers het komende jaar perspectief. Voor 2015 wordt een groei van 1,7 procent verwacht 2. Geopolitieke spanningen, lage inflatie en tegenvallende groei in het eurogebied blijven evenwel ook het komend jaar risico’s vormen. Daar staat tegenover dat een verdere daling van de olieprijs en de eurokoers dan thans voorzien het economisch herstel ook kan versnellen.
Figuur 1: bbp-groei 2009–2016 (2015–2016 raming CPB)2
Ondernemers hebben de kiem gelegd voor herstel
Het kabinet heeft het herstel mogelijk gemaakt door de overheidsfinanciën op orde te brengen en fundamentele hervormingen door te voeren in de zorg, het onderwijs en op de arbeids- en woningmarkt. Het is echter te danken aan de inzet en veerkracht van het bedrijfsleven dat de Nederlandse economie het afgelopen jaar uit een diep dal kon klimmen. Het Ministerie van Economische Zaken heeft door bevordering van de toegang tot financiering, versterking van het Nederlandse vestigingsklimaat, stimulering van innovaties en vermindering van de regeldruk ondernemers meer ruimte gegeven. Naast de garantie-instrumenten BMKB, GO en de Groeifaciliteit, waarmee in de periode 2009–2014 voor ruim € 9 mld aan financiering voor het bedrijfsleven mogelijk is gemaakt3, zijn instrumenten ingezet en maatregelen genomen om de afhankelijkheid van het MKB van bankfinanciering te verminderen. Zo kwam het afgelopen jaar via het Dutch Venture Initiative meer risicokapitaal beschikbaar, zette Qredits kleine kredieten uit en creëerde de NPEX beurs een markt voor MKB-obligaties en aandelen. Daarnaast hebben pensioenfondsen en verzekeraars de Nederlandse investeringsinstelling (NLII) opgericht om meer te kunnen investeren in de Nederlandse economie.
Instrument | Verstrekking (x € 1 mln € 2009–2014) |
---|---|
BMKB | 3.409 |
GO | 1.020 |
Groeifaciliteit | 101 |
Qredits | 103 |
Toekomstfonds1 | 506 |
Kamerstuk 2014/15 34 000 XIII 11. In het Toekomstfonds zijn de bestaande instrumenten uit het Innovatiefonds MKB+ ondergebracht (SEED Capital, Innovatiekrediet, Dutch Venture Initiative en de Vroege Fase Financiering).
Het bedrijfsleven profiteert van economische internationale samenwerking. Het belang van de export voor de Nederlandse economie is de afgelopen jaren toegenomen 4. Economische diplomatie en ondersteuning van Nederlandse ondernemers die in het buitenland actief zijn of willen worden, zijn daarom prioriteiten voor het kabinet. Dat het bedrijfsleven profiteert van internationale samenwerking blijkt onder andere uit de toenemende orderportefeuille die volgt uit de Nederlandse deelname aan de verdere ontwikkeling van de F-35. In 2014 is de orderportefeuille met een waarde van ongeveer $ 100 mln uitgebreid, waarmee de totale portefeuille ruim $ 1 mld bedraagt. Ook de participatie binnen de ESA (European Space Agency) draagt bij aan het innovatief vermogen van het Nederlandse en Europese bedrijfsleven, zoals werd geïllustreerd door de lancering van de eerste satellieten voor het aardobservatieprogramma Copernicus en het navigatieprogramma Galileo. Sinds het jaar 2000 hebben 552 Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen door de ontwikkeling van kennisintensieve instrumenten, componenten en/of diensten actief geparticipeerd in ESA-programma's. Dat Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven is, blijkt uit het groot aantal ondernemingen dat zich hier, vaak met assistentie van de NFIA heeft gevestigd. Over 2014 zijn 187 projecten bevestigd, met een investeringsbedrag van € 3,2 mld, waarmee naar verwachting ruim 6.300 banen zijn gemoeid. Grote projecten waren de investering van Google in een datacentrum in Groningen (circa € 600 mln) en de investering door het Canadese bedrijf Northland Power in het offshore windproject Gemini (circa € 1,6 mld).
Een sterke Nederlandse agrosector in moeilijke tijden
De Nederlandse agro-foodsector is een wereldspeler op landbouwgebied. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste agro-exporteur in de wereld. Het heeft met Wageningen University & Research Centre een landbouwkennis- en innovatiesysteem van wereldklasse. Toch is 2014 voor de agrarische sector geen makkelijk jaar geweest. Lagere prijzen, het importverbod door Rusland en de uitbraak van de vogelgriep hebben bij veel landbouwbedrijven tot problemen geleid. Hoewel risico’s horen bij het ondernemerschap, ook in de agrosector, neemt de overheid haar verantwoordelijkheid om in buitengewone omstandigheden de negatieve gevolgen te beperken. In reactie op het importverbod van Rusland heeft het kabinet onder andere de werktijdverkortingsregeling en de garantstelling landbouwondernemingen werkkapitaal opengesteld en zich actief ingezet om samen met het bedrijfsleven alternatieve afzetmarkten te vinden. Daarnaast heeft de Europese Commissie maatregelen genomen voor de zuivel, groenten- en fruitsector. In reactie op de uitbraak van de vogelgriep heeft het Ministerie van Economische Zaken maatregelen genomen om verdere verspreiding te voorkomen. De lessen uit het verleden betalen zich nu uit. Door snel en effectief in te grijpen konden beperkingen relatief snel weer worden opgeheven. Alertheid blijft echter geboden en een aantal preventieve maatregelen zal in 2015 van kracht blijven. Ondanks het turbulente jaar is de Nederlandse agrarische export licht toegenomen ten opzichte van 2013 en wordt deze voor 2014 geraamd op ruim € 80 mld.